Initiatieviering


Viering van 6 januari 2013

Tony Casale, 11 jaar, al vier jaar krantenverkoper, gebeten door vader omdat hij niet genoeg kranten verkocht, 1909, Connecticut

 

Verwelkoming + aansteken van de Paaskaars

Van harte welkom in deze eerste Dominicus Deluxe viering van 2013. Het is meteen een speciale viering, want ook de initiatieviering voor Wannes, Pauline en Emilia.

Bij het begin van dit jaar willen we u ook het allerbeste wensen voor het nieuwe jaar: een jaar waarin gerechtigheid en bevrijding weer een stukje meer mogen doorbreken, waarin duidelijker mag worden waar echte waarde te vinden is, waarin banden van verbondenheid en vriendschap gesmeed en versterkt worden en we mogen groeien in vertrouwen, vrede en wijsheid. Een jaar waarin we steeds meer het licht zien stralen en het duister verdreven wordt.

Zingen we deze viering open en elkaar tot gemeenschap met het lied:

De mensen die gaan in het duister
die wonen in ’t land van de dood
Zij zullen een licht zien stralen
Het hemelse morgenrood.

Verhalen over wijze mensen/wijsheid  

De crisis slaat de laatste maanden overal toe en steeds krijgen we te horen dat er fel moet bespaard worden. Ook in het Vaticaan is die boodschap aangekomen. De paus heeft prompt de os en de ezel uit de kerststal laten verwijderen om te besparen op veevoer en de engelen mogen ook niet meer zingen omdat de Sabam-rekening te hoog opliep. Als klap op de vuurpijl, zijn ook de drie wijzen uit het oosten de laan uitgestuurd. Teveel geld verspild aan dure cadeaus. Alleen de herders mogen nog een beetje blijven tot de paaslammeren geboren zijn.

En dus blijven we hier vandaag een beetje verweesd achter, net op het feest van de drie koningen of de drie wijzen, zoals sommigen ze plegen te noemen. Ze zijn gerepatrieerd naar hun land van herkomst. Gelukkig hebben we drie wijze jongeren gevonden die hun plaats eventjes willen innemen.

Een mens zou zich trouwens kunnen afvragen of die drie wijzen eigenlijk wel zo wijs waren. Wie laat nu have en goed en vrouw en kinderen in de steek, investeert een fortuin in een dure karavaan, koopt nog duurdere geschenken om dan een of andere ster achterna te lopen en zijn route nog te veranderen omdat hij iets verkeerd gedroomd heeft?
Veel mensen zouden zeggen dat die mannen eerder een vijs los hadden dan dat men ze wijs zou kunnen noemen. Toch niet in de betekenis van verstandig, beredeneerd, beheerst en van goed economisch inzicht getuigend.

En toch, want echte wijsheid speelt op een ander niveau. En dat voelen we allemaal wel aan wanneer we van iemand zeggen dat hij of zij een wijze man of vrouw is. Dan gaat het meestal niet om het feit of die zijn schaapjes op het droge heeft, zorgvuldig alles gepland heeft en elk risico van tevoren heeft gecounterd. Dat heeft er meestal zelfs heel weinig mee te maken. We vinden bijvoorbeeld iemand wijs die ons bij een probleem een aantal onvermoede aspecten of denkrichtingen aangeeft. Of iemand die een oplossing biedt waarin je in het vuur van de strijd nooit aan gedacht zou hebben, of waaraan je voorbijgegaan bent omdat je je hebt laten meevoeren in een verkeerde logica.

Je noemt iemand wijs omdat die een heel ander licht op de zaak werpt, zodat je levensgroot probleem van even daarvoor er plots helemaal geen meer blijkt te zijn. Iemand die eens niet impulsief reageert, maar eerst het hele plaatje wil gezien hebben alvorens een oordeel te vellen.

Wat me nog opvalt bij wijze mensen, is dat ze nooit kiezen voor een conflictmodel waarbij uiteindelijk twee partijen tegen elkaar opgezet worden, maar dat ze integendeel kiezen voor een levensstijl waarbij ze geweld in alle betekenissen van het woord zoveel mogelijk mijden.

En er is nog een derde aspect dat me opvalt. Een wijs mens is betrokken op anderen, iemand die het volle leven wil leven, samen met anderen en daarbij niets uit de weg gaat, juist omdat hij of zij het in het juiste perspectief kan plaatsen, er met een andere blik kan naar kijken.

Deze drie trekken: anders kijken, zonder geweld en heel erg betrokken zijn op mensen, vind ik ondubbelzinnig terug in de Jezusfiguur zoals die ons geschetst werd in de Bijbelverhalen. Het moet een wijze man geweest zijn.
Misschien heb jij die drie karakteristieken ook herkend in de mensen van wie je voor de viering de naam opgeschreven hebt op de bladen.

Ook Wannes, Pauline en Emilia hebben al hard nagedacht over wie zij wijze mensen vinden en waarom of wat wijze gedachten zijn. Het resultaat daarvan willen ze nu met ons delen.

Nelson Mandela wou de apartheid tussen de blanken en de zwarten in Zuid-Afrika bestrijden en ervoor zorgen dat de zwarten evenveel rechten hadden als de blanken. De blanken die hadden het heel goed en de zwarten die hadden het heel slecht. Er waren bijvoorbeeld banken, stranden, en zelfs zitplaatsen in een bus of tram die alleen voor de blanken bestemd waren en waar geen zwarten op mochten zitten.

Het begin van de apartheid was toen de eerste blanken Zuid-Afrika binnenkwamen. Ze dachten dat de zwarten niet goed voor zichzelf konden zorgen en startten een eigen regering. En toen besloten ze dat de blanken de baas moesten worden over de zwarten.

En in 1948 werd de apartheid officieel bij de wet geregeld. Het leven voor de zwarten werd nog slechter dan het al was. Er werden steeds meer mensen in de gevangenis gezet. En ook steeds meer mensen werden doodgeschoten. Het leven voor de zwarten was gewoon bijzonder slecht. En toch was er een man die het vol kon houden in de gevangenis en doorzette. Het was Nelson Mandela.

Nelson Mandela moest door zijn strijd voor de zwarten levenslang in de gevangenis zitten maar kwam na 27 jaar vrij toen de apartheid afgeschaft werd. Daarna is hij nog 5 jaar president geweest van Zuid-Afrika. Doordat hij niet de blanken terugpakte wat hij makkelijk kon doen maar zich verzoende met de blanken kreeg hij in 1993 de Nobelprijs voor vrede.

Ik vind pater Damiaan wijs omdat hij bij de melaatsen wilde wonen en hen hielp bijvoorbeeld huizen en een kerk bouwen, de zieken verzorgen en nog veel meer. In de tijd van  pater Damiaan dacht men daar anders over: sommige mensen dachten dat hij ziek werd omdat hij seksueel contact had met melaatsen en zijn oversten vonden hem koppig en ongehoorzaam. De meeste mensen die niet besmet waren, vonden het dom om bij melaatsen te verblijven.

Ik vind het wijs dat hij de mensen wilde helpen al kreeg hij veel tegenwind (bv. van zijn oversten). Ik bewonder hem omdat hij koos voor de allerarmsten. Na zijn dood kreeg hij nog meer bekendheid en hij inspireerde vele andere mensen. De Damiaanactie steunt nu projecten over de hele wereld.

Als het over wijsheid gaat, kun je maar best te rade gaan bij anderen die wijze dingen gezegd hebben

De Dalai Lama zei: “Leer van de fouten van anderen, je hebt niet genoeg tijd om ze allemaal zelf te maken.”

“De wereld verandert niet zozeer door spectaculaire daden, maar eerder door het volharden in alledaagse menselijke goedheid” werd gezegd door broeder Aloïs van Taizé

Het leven is als een scheurkalender, niet elke dag kun je er even hard om lachen.

Ik zou willen eindigen met een gebedje:

‘God,
Geef me kracht
om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen.
Geef me moed
om te veranderen wat ik kan veranderen.
Geef me wijsheid
om tussen die twee onderscheid te maken.’

We hoorden stuk voor stuk levensverhalen of gedachten die tonen dat streven naar wijsheid iets is dat niet zomaar plots komt, maar waar iedere dag moet aan gewerkt worden om ze te vinden. Het is een weg die niet altijd over een rozenpaadje loopt. Misschien is het net daarom dat ook in het Bijbelverhaal verteld wordt dat de drie wijzen een lange weg moeten gaan, dat ze het vertrouwde hebben verlaten en op zoek gegaan zijn met nauwelijks houvast: een ster die staat te fonkelen. Net zoals deze en andere jongeren hun weg in het leven moeten vinden en uitzoeken wat echt belangrijk is, wat er echt toe doet en wat het verschil kan maken.

Dit wordt misschien nog het beste geïllustreerd door een ander drie-wijzenverhaal uit Oost-Europa. Daar wordt het verhaal verteld van Artaban, de vierde koning, die samen met de drie anderen op zoek wil gaan naar het kind in de kribbe. Hij heeft drie waardevolle edelstenen meegenomen. Omdat hij op zijn weg naar de drie anderen een stervende man tegenkomt en daar bij wil blijven, mist hij de afspraak. Hij moet al één steen verkopen omdat hij nu zelf een karavaan moet inleggen naar Betlehem. Daar komt hij een paar dagen aan, te laat natuurlijk, en hoort er dat Jozef en Maria al weggevlucht zijn naar Egypte. Hij geeft een edelsteen aan één van de soldaten van Herodes, zodat die de eerstgeborene van een vrouw die hem hielp, zou sparen, en trekt weer op weg. Hij ontmoet op die weg iedere keer opnieuw mensen in nood, die hij zo goed en zo kwaad als het kan, helpt. Hij neemt de plaats in van een man in de gevangenis omdat diens kinderen anders wees zouden worden, hij blijft een tijdje logeren bij een oude eenzame man, het ene na het andere. Telkens als hij hoort waar Jezus is, komt hij te laat aan om hem nog te zien. Meer dan dertig jaar later, belandt hij in Jeruzalem om daar te horen dat net op dat moment Jezus zal gekruisigd worden. Hij denkt: misschien kan ik hem met die laatste steen die ik nog heb, vrijkopen. Maar dan komt hij een meisje tegen dat als slavin verkocht zal worden omdat haar vader teveel schulden heeft en koopt haar vrij. Nu hij geen geld meer over heeft om Jezus vrij te kopen, gaat hij bedroefd langs de kant zitten. Maar dan hoort hij iemand een verhaal over Jezus vertellen: hoe die ook, net als hij, steeds mensen in nood geholpen had en hen van zijn tijd gegeven had en hoe die verteld had: “wat je aan de minsten van de mijnen gedaan hebt, heb je aan mij gedaan.” Toen werd hem duidelijk dat hij de koning toch gevonden had.

Het is niet in de eerste plaats door een ver ideaal na te streven, maar door datgene wat we iedere dag doen, door de inzichten die we van anderen krijgen, door een fundamenteel andere blikrichting in te nemen, dat we dichter bij de wijsheid zullen komen, niet met grote sprongen, maar met kleine stappen. Als dat geen wijze gedachte is.

initiatieviering2Merilda, 1911, draagt canberries

Initiatieritus

 Matteüs 20, 32 – 34

Jezus bleef staan, riep de blinden bij zich en vroeg : wat wilt ge dat ik voor u doen ?
Zij zeiden : Heer, open onze ogen.
Jezus had medelijden met hen en raakte hun ogen aan.
Terstond konden zij zien en sloten zich bij hem aan.

Ik zegen jullie ogen, dat ge er  veel mensen graag mee zou mogen zien, vooral ooit de allerliefste van uw leven, levenslang.

Marcus 7, 32 – 35

Men bracht een dove bij hem, die ook moeilijk kon spreken en smeekte hem dat hij deze de hand zou opleggen.
Jezus nam hem terzijde, sloeg zijn ogen ten hemel op, zuchtte en sprak tot hem : ‘Effeta’, wat betekent : Ga open.
Terstond gingen zijn oren open en werd de band van zijn tong losgemaakt, zodat hij normaal sprak.

Ik zegen jullie oren, dat ge er op tijd lieve woorden mee moogt horen, woorden van bemoediging wanneer ge het kwaad hebt, woorden van troost wanneer ge verdriet hebt, woorden van bewondering wanneer ge het goed hebt gedaan, en dat ge er ook mee zoudt mogen horen het hulpgeroep van de mensen rondom u, vooral het geluidloze.

Ik zegen uw mond dat ge er lief mee zoudt mogen zijn, lief en teder, dat ge er woorden van kracht en troost en bewondering mee zoudt mogen spreken en dat ge er veel mee zoudt mogen lachten.

Marcus 3, 3 – 5

Jezus zei tot de man met de verschrompelde hand : ‘Kom in het midden staan’.
Hij liet toornig, maar tegelijkertijd bedroefd om de verstoktheid van hun hart, zijn blik rondgaan en zei tot de man : ‘Steek uw hand uit’
Hij stak zijn hand uit en deze was weer gezond.

Ik zegen jullie handen, dat ge ze zoudt mogen sluiten om degenen van wie ge houdt, dat ge er meer mee zoudt mogen genezen dan kwetsen, meer mee zoudt mogen strelen dan striemen en dat ge ze op tijd zoudt mogen opendoen om het beste weg te geven van uzelf.

Handelingen 3, 3 – 8

Er was een man die vanaf zijn geboorte lam was en iedere dag naar de tempelpoort gedragen werd om daar aalmoezen te vragen aan de mensen die de tempel binnengingen.
Petrus sprak : Zilver of goud heb ik niet ; maar wat ik heb geef ik u. In de naam van Jezus Christus de Nazoreeër : gebruik uw voeten.
Hij pakte hem bij de rechterhand en hielp hem overeind. Op hetzelfde ogenblik kwam er kracht in zijn voeten en enkels, met een sprong stond hij overeind, begon te lopen en ging lopend en springend de tempel binnen, terwijl hij God verheerlijkte.

Ik zegen jullie voeten dat ge ermee zoudt mogen gaan naar de plaatsen waar ge graag naartoe gaat en waar de mensen u graag zien komen, maar dat ge er ook mee zoudt mogen gaan naar de plaatsen waar ge niet graag naartoe gaat, maar waar de mensen u nodig hebben.

Marcus 5, 22 – 23 en 5, 38 – 43

Een zekere Jaïrus, de overste van de synagoge kwam bij Jezus. Toen hij Jezus zag viel hij hem te voet en smeekte hem met aandrang : Mijn dochtertje ligt op sterven, het kan niet lang meer duren. Komt u mee, leg haar de handen op, dat ze gered wordt en blijft leven.
En hij liet niemand met zich meegaan, alleen Petrus en Jakobus en Johannes, Jakobus zijn broer. En ze komen bij het huis van die man van de synagoge. En hij zit het rouwmisbaar, mensen die huilen en jammeren. En hij gaat naar binnen en zegt : Wat moet dat rouwmisbaar en dat gehuil ? Het kind is niet dood, het slaapt. En zij lachten hem uit.
Maar hij werkte iedereen naar buiten. Hij laat de vader van het meisje en de moeder met zich meegaan en de drie die bij hem waren en hij gaat naar binnen waar het meisje ligt. En hij pakt het meisje bij de hand en zegt : Talitha koem. Kom, meisje, wakker worden. En direct stond het meisje op en liep rond : een meisje van twaalf jaar.
En de mensen waren ontzet. Maar hij zei : geef het kind iets te eten. 

Ik zegen heel uw lichaam dat het een teken mag zijn van liefde en tederheid voor heel veel mensen, maar vooral toch voor de allerliefste van uw leven, levenslang.

 

Zegening

 Eén na één worden de jongeren naar voor geroepen.

Eerst zegt de jongere :

Ik kijk vol verwachting naar de toekomst. Ik sta in mijn groei van kind naar volwassene. Spannend maar ook wel een beetje beangstigend want alles verandert.

Daarop antwoordt de gemeenschap:

(Naam), vrees niet, je bent niet alleen

Dan worden ze gezalfd.

Daarna worden zij door een volwassene verwelkomd in de gemeenschap.

 

Terwijl zij een kaars aansteken aan de Paaskaars en in de kandelaar plaatsen, zingen we een strofe van het lied ‘Geboorte’ (H.Verbeek, Termont):

Jij bent geen klei gebleven
Geen ebzand, akker, harde vloer
Geen lemen pot, geen stenen muur
Jij bent zoals jij speelt
Jij lieve mens van ons, van aarde 

Jij bent geen licht gebleven
Geen poolster, bliksem, zonnesteek
Geen straatlantaarn, geen smeulend vuur
Jij bent zoals jij straalt
Jij lieve mens van ons, van hemel 

Jij bent geen zaad gebleven
Geen graspol, rogge, roosmarijn
Geen mierenhoop, geen vogelei
Jij bent zoals jij lacht
Jij lieve mens van ons, van zoenen 

Jij bent geen nee gebleven
Geen waan, geen angst, geen eigendom
Jij hoort bij ons, bij allemaal
Jij bent die ik nu noem
Jij lieve mens van ons, bij name

 

Tafeldienst 

Gij scheppende God
van licht, van sterren en hemelverten.
Gij levende God
van klei, van zaad, van rogge en rozemarijn.
U danken we
om alles wat ons gegeven wordt
warmte en brood,
adem en vriendschap,
drinkbaar water

Niemand heeft U ooit gezien
maar sommigen hebben uw stem gehoord
en gingen daarmee levenslang op weg.
Ze hebben ons uw naam geleerd,
de Naam: Ik zal er zijn.

Wees hier voor ons
wanneer wij nu tot U zingen

O Heer God, erbarmend, genadig, lankmoedig
rijk aan liefde, rijk aan trouw,
bewarend liefde tot het duizendste geslacht

Gij scheppende, levende God.
U herkennen we
in het kwetsbare kind
van Bethlehem en Bangla Desh,
van Molokaï en Zuid-Afrika.
U herkennen we
in het bedreigde leven
op Golgotha, in Oost Congo en Antartica

Toch lijk je op onze breekbare aarde
en in duistere tijden
soms heel erg zoek.

Wanneer we dan uw spoor kwijt zijn
en uw nabijheid missen
vinden we u telkens weer
aan de tafel van Uw zoon Jezus.
In de kring rond brood en wijn
de beelden van zijn leven,
uitgedeeld tot voedsel en drank
opdat mensen nooit zouden vergeten
te delen.
Wij danken U, hier bij U te mogen zijn
en zingen

O Heer God, erbarmend, genadig, lankmoedig
rijk aan liefde, rijk aan trouw,
bewarend liefde tot het duizendste geslacht

Gezegend zijt Gij
levende, scheppende God
Om Jezus van Nazareth.
Die op de vooravond van zijn sterven
met zijn vrienden aan tafel zat.
Hij nam brood, brak het en deelde het uit
met de woorden:
Neemt en eet,
dit is voor u
mijn lichaam, mijn hele leven.

Ook de beker heeft hij aangereikt
Het teken van een nieuwe relatie
met alle mensen
die mekaar behoeden en doen leven.
Drink hiervan tot mijn gedachtenis.
zei hij.

Gij levende scheppende God
geef kiemkracht aan de zaden van liefde
die in onze levens gezaaid werden
laat ons horen uw stem
en volgen de ster
die ons brengt bij uw zoon
Jezus

In een ononderbroken keten van vele eeuwen zingen wij het gebed dat hij ons leerde:

 

Onze Vader

 initiatieviering3Rose Biodo, 10 jaar, Missisipi, 1911