In het spoor van changemakers/baanbrekers… (11.11.11)

Dominicus Gent

Viering van zondag 10 november 2019

In het spoor van ‘Changemakers/Baanbrekers’
(11.11.11)

 

Welkom op deze zondagochtend in een langer weekend, een bijzonder weekend ook omwille van onze inspirerende zangmiddag in aanwezigheid van Huub Oosterhuis. Toen het 2de Vaticaans concilie eucharistie in de volkstaal promootte, wist Oosterhuis die Latijnse taal op te breken op een manier die ons tegelijk dichter bij bijbel als bij dagelijks leven bracht.

Baanbrekers, changemakers – elke tijd, elke plaats heeft ze nodig opdat er dynamiek zou blijven, opdat er leven zou zijn.

Jezus is de baanbreker die ons week na week oproept en verenigt. We weten hem onder ons aanwezig in het licht van de paaskaars.

God van licht, van leven en dood,

herschep ons hart,

heradem ons verstand,

dat wij elkaar behoeden en doen leven.

Maak ons tot uw gemeente,

wees de stem die ons geweten wekt.

Verberg u niet.

(Huub Oosterhuis)

 

Lezing 1 Sam 2, 1-10 – Danklied van Hanna

Changemakers: ik heb er meerdere bronnen op nagekeken en ik kan u melden, het woord ‘changemaker’ komt niet voor in de bijbel, in niet één boek  ;-). En toch … naar mijn aanvoelen en overtuiging staan de Bijbelse geschriften vol van getuigenissen over mensen die verandering brengen, baanbrekers die het wezenlijke verschil maken opdat gerechtigheid zou geschieden, opdat mensen worden gezien en gehoord – de minsten en de kleinsten eerst.

In de Bijbelse traditie trekt een bontgekleurde stoet van mensen een spoor van inzet, creativiteit, betrokkenheid en verbinding. Dit alles opdat goed leven ons in aangezegd. Leven onder de hoede van de Ene.

Eén van die inspirerende bijbelse figuren is Hanna uit het profetisch boek Samuel.

Hanna en Penina zijn de twee vrouwen van Elkana. Hanna is kinderloos, Penina daarentegen heeft zonen en dochters. Hanna treurt over haar gesloten schoot. Ze is onvruchtbaar en wordt hiermee door Penina vernederd en gepest. Meer nog dan de plagerijen en verwijten bezorgt het besef van afgesneden te zijn van toekomst (leven geven) aan Hanna een diepe pijn. De onvruchtbaarheid van Hanna staat voor de afgesneden toekomst – niet langer verbonden mogen zijn. Hanna weet zich zelf ten diepste geworteld in de geschiedenis van God met haar volk. Ze wil niet geloven dat haar geen toekomst gegund is, geen kind in haar armen. En ze recht zich. Ze berust niet in haar lot. Ze gaat naar de tempel en vraagt om ontferming. Ze bidt (of klaagt ze haar God aan? Roept ze God tot verantwoording?) en ze smeekt opdat haar schoot vrucht mag dragen. Ze wil (het) leven doorgeven. Ze wil deel van de keten zijn in die lange traditie van God met mensen. Haar gebed wordt niet door iedereen ernstig genomen. De hogepriester Eli die in de tempel aanwezig is denkt dat Hanna dronken is.

Maar zie, Hanna’s bede wordt verhoord. Ze wordt zwanger en krijgt een zoon, Samuel. In de tempel beloofde Hanna dat ze haar zoon zou afstaan om in de tempel zijn leven uit te bouwen in dienst van God.

Die dag komt er aan. Hanna brengt haar zoon Samuel naar de tempel en ze bidt tot God – een dankgebed.

 

Toen prees Hanna de Heer en zei:

“Ik juich over wat de Heer heeft gedaan.
Ik kan weer blij zijn
en ik hoef mij niet langer te schamen.
Ik leg mijn vijanden het zwijgen op.
Want U bent goed geweest voor mij.

Niemand is zo heilig als de Heer.
Geen enkele god is als U.
U bent de rots op wie we altijd kunnen vertrouwen.
Niemand is als U.

Praat maar niet zo trots.
Heb maar niet zoveel verbeelding.
De Heer weet alles.
Alles wat Hij doet is goed en rechtvaardig.
De wapens van helden breekt Hij.
Maar mensen die wankelden
geeft Hij nieuwe kracht.
Wie eerst genoeg te eten hadden,
moeten zich nu als knecht verhuren voor brood.
Maar wie honger hadden,
hebben het nu goed.
Een vrouw die geen kinderen kon krijgen,
krijgt zelfs zeven kinderen.
Maar een vrouw die veel kinderen heeft,
kan er nu geen meer krijgen.

De Heer doodt
en de Heer brengt weer tot leven.
Hij stuurt mensen naar het dodenrijk,
en haalt mensen terug uit de dood.
De Heer maakt arm, en Hij maakt rijk.
Sommige mensen vernedert Hij,
andere eert Hij juist.
Hij tilt onbelangrijke mensen op uit het stof.
Arme mensen tilt Hij op uit de modder.
Daarna zet Hij hen bij de belangrijke mensen
en geeft Hij hun een ereplaats.

Want de fundamenten van de aarde zijn van de Heer.
Hij heeft de aarde daarop neergezet.
Hij beschermt het leven van zijn vrienden.
Maar mensen die zich niets van Hem aantrekken,
sterven in het duister.
Want niet door zijn eigen kracht is een mens sterk.
 Mensen die niet naar de Heer willen luisteren,
worden gebroken.
Met een stem die dreunt als de donder
spreekt Hij tot hen vanuit de hemel.
De Heer spreekt recht over de hele aarde.
Hij maakt zijn koning machtig.
De man die Hij uitgekozen en gezalfd heeft, maakt Hij sterk.”

(Lezing 1 Sam 2, 1-10 uit Basisbijbel)

 

Hanna’s grote danklied. Haar hart is vol van lof en dankbaarheid voor het leven dat ze mocht ontvangen en op haar beurt weer mocht doorgeven.

Door haar onvruchtbaarheid telde Hanna niet mee. Ze voelde zich niet gezien, niet gehoord. Maar nu ze een kind, een zoon gebaard heeft is het de wereld omgekeerd. En ze blijft niet bij wat haar persoonlijk overkwam. Ze trekt het open naar het hele volk. Een nieuw begin is mogelijk voor iedereen. Een nieuwe wereld dient zich aan. Recht zal geschiedenis. Armoede wordt opgeheven. Er zal vrede zijn.

Gerechtigheid en vrede. Waardig leven.

Dat is nog steeds onze bede. Het visioen van vandaag en morgen.

Zoals Hanna, de moeder van Samuel, zijn er ook vandaag en altijd weer, mensen die opstaan – die stem geven aan zwakken en kleinen. Mensen die zien wat is.

En het begint soms klein. Onze jongste kleindochter ging gisteren, samen met vriendjes en familie, de hort op om kaarten te verkopen voor 11.11.11. Een vrolijke bende, vol overtuiging en geloof dat een betere wereld mogelijk is.

Voor allen – voor die grote en kleine Hanna’s – die baanbrekers: mag ons gebed hier vandaag weerklinken en gehoord worden.

 

Wek mijn zachtheid weer
geef mij terug de ogen van een kind
dat ik zie wat is
en mij toevertrouw
en het licht niet haat

Huub Oosterhuis

 

Changemakers/Baanbrekers in de actie van 11.11.11 2019

“Dat ik zie wat is” zongen we om onze ogen niet te sluiten voor wat mensen aan ellende moeten verduren. Maar ook dat ik “mij toevertrouw én het licht niet haat”.  Bij al die ellende ons toevertrouwen aan uitzicht, aan toekomst. Niet radeloos worden, niet angstig weglopen, niet cynisch baanbrekers belachelijk maken …maar ons toevertrouwen aan het licht.   

Dat is precies wat de 11.11.11.-campagne van dit weekend doet onder de slogan: “Changemakers meer dan ooit nodig”.

Op de 11.11.11- website vind je 40 inspirerende baanbrekers die op hun hoogsteigen plaats op deze wereldbol streven naar “een duurzame toekomst waar iedereen een plaats krijgt”.

Ik kan je verzekeren dat het heel verfrissend is om te lezen wat zij en de organisaties waarin ze zijn ingebed realiseren. Wie met een dipje zit over waar het met de wereld naartoe moet, kan er bemoediging en inspiratie vinden en voelt naast waardering ook de kriebels om hun werk te ondersteunen.

Changemakers/baanbrekers zijn altijd ingebed in een gemeenschap, een organisatie, een middenveld. Net als Hanna die in het geloof van haar voorouders steun ondervindt voor haar vasthouden aan een rechtvaardig perspectief voor allen, is dat ingebed-zijn voor baanbrekers vandaag wezensnoodzakelijk om de focus van de ‘change’, de verandering, helder te krijgen en het vol te houden.

Immers -net als Hanna die lijdt onder de vernederingen van de goegemeente- staan veel hedendaagse changemakers onder druk, worden ze in het nauw gedreven of het zwijgen opgelegd. Er zijn wetten die hen kortwieken, verbale aanvallen en stigmatisering, fysiek en digitaal geweld. Denk maar aan de kwaadaardige zaken die mensen op sociale media durven schrijven over klimaatjongeren, niet gehinderd door eigen gebrek aan verantwoordelijkheidszin of ontbreken van kennis van zaken.

Eén van de changemakers uit de 11.11.11 campagne is de Burkinees Bernard Sawadogo (https://changemakers.11.be/changemaker/34/BernardSawadogo), ondertussen 27, die in 2017 hier bij ons te gast was en getuigde over zijn Organisation Démocratique de la Jeunesse (ODJ), een team van drieduizend vrijwilligers in Burkina Faso. ODJ geeft jongeren een stem en komt op voor hun rechten op werk en toekomst.

Bernard zelf woont in Imiougou (ten Noorden van Ouagadougou). Daar veegde de komst van een goudmijn de velden en het werk van de huidige generatie familiale landbouwers van de kaart, en meteen ook van de generaties die volgen.

De goudmijn-belofte van werkgelegenheid voor de jongeren van de getroffen dorpen bleek vals te zijn. Het geduld van de plaatselijke bevolking bereikt stilaan zijn einde. Steeds vaker en vuriger komen ze in opstand en eisen een rechtvaardige compensatie voor hun verloren velden én waardige levensomstandigheden in hun omgewoelde streek. Sinds begin dit jaar gaat het in Burkina Faso qua veiligheid snel en steil bergaf. Terroristische aanvallen en militaire acties zorgen voor doden, gewonden en mensen op de vlucht. Meerdere gemeenschappen zitten gevangen in een web van geweld en leven in continue angst voor vergeldingsacties. ODJ komt onder druk, de bedreigingen aan het adres van de leden nemen toe. “Net nu is het belangrijk om de kritische stem te blijven die de rechten van de burger op de agenda blijft zetten en die de verbindende factor vormt binnen en tussen gemeenschappen” zegt Bernard.

Middenveldorganisaties verbinden mensen. Ze staan tussen individuele baanbrekers en de overheid. In organisaties als ODJ ontstaat bondgenootschap waar mensen elkaar bemoedigen en ondersteunen. Zoals ook Hanna steun ondervond van het ingebed zijn in een groter samenhangend geheel, een voorouderlijk visioen van vrede en gerechtigheid. Het middenveld kan een medicijn zijn tegen verbittering, behoeder van de hoop, verkenner van nieuwe wegen om weerwerk te bieden.

De tegenkrachten voor baanbrekers als Bernard zijn niet te onderschatten: ‘Hoog te paard rijdt onrecht langs de wegen’. Een ‘ik’ of ‘jij’ tegenover onrecht en geweld blijft een Niemand, een stomme getuige, een tot slaaf gemaakte… De bijbels-christelijke traditie heeft ons een Levend Woord toegezegd, iemand die alles zal zijn voor allen of – zoals de vertaler van Tomás Halík verwoordt- ‘iemand die voor iedereen wel iets is’.

Dat is wat we hopelijk mogen ervaren in het samen eucharistie vieren: dat God voor iedereen wel iets is en dat we als changemakers, baanbrekers op eigen terrein, gedragen worden door een gemeenschap die de Levende herkent overal waar liefde en gerechtigheid het laatste woord krijgen.

In het lied wat we nu zingen worden we ons goed bewust van de tegenkantingen waarmee changemakers/baanbrekers kunnen te maken hebben. Moge het hen en ons gegeven zijn om bij tegenwind het Levend Woord te horen en moge het vertrouwen groeien dat er Iemand is die voor iedereen iets is, alles in allen.

 

Hoog te paard rijdt onrecht langs de wegen.

Zijn zegeningen: vuur en zwaard.

Niemand veilig.

Jij die nog woorden als recht en vrede,

liefde, broze kostbaarheden, hebt vergaard:

liefde? voor wie bewaard? vrede?

hoe maak jij vrede?

Waar ter wereld zou ik om u treuren,

gebeurtenissen, bloeddoordrenkt.

Niemand ben ik, stomme getuige

van weer en onweer,

storm en stilte, dood en leven,

ongetemd.

Wie hoorde ooit mijn stem?

Wie ooit zal ik hem geven?

Niemand ben je, slaven, halverwege,

 zwart naamloos ik, in bloed gesmoord.

Alles ben je,

alles in allen dat waarom daarom wordt gevreesd,

gehaat en jankend uitgemoord.

Is er een levend woord?

Wie leert mij dat ontvangen?

 

(Huub Oosterhuis)

 

 https://www.11.be/