Identiteit (2)

Dominicus Gent

Viering van zondag 25 oktober 2020

Identiteit en God…

 

1

Dit is de tweede viering in een reeks over identiteit.
De bijbel verhaalt op meesterlijke wijze de zoektocht van mensen en groepen naar hun identiteit.
Het best wordt dit weergegeven in de talloze Bijbelse beelden.
In de loop van het Bijbelverhaal is een verrassende evolutie te zien.
En ook in de geschiedenis van ons zoeken neemt identiteit nog steeds heel verschillende vormen aan.
We onderzoeken vandaag wat een brandend braambos
en een man die voorovergebogen met een vinger in het zand schrijft,
vertellen over identiteit en beeldvorming.
En over hoe God verbeeld wordt in het gedrag, de communicatie en de symboliek
van sterke en zoekende persoonlijkheden uit de Bijbel.
En hoe ons dat vandaag nog kan inspireren…

2

Ik herinner me – het was in de jaren 70 van de vorige eeuw, volop in de studiejaren –
dat een medebroeder me ooit vlakweg de vraag stelde wat mijn theologisch probleem was.
Ik kon hem daar even vlakaf en zonder aarzeling op antwoorden: God.
Niet de kerk, niet Jezus, niet de sacramenten. Maar God.
Het kwam “vanuit den buik” zoals dat heet.
En ik merkte algauw dat ik met dat antwoord helemaal niet alleen stond.
Het klinkt nog steeds door tot op vandaag.
En geleidelijk aan heb ik geleerd dat er geen oplossing is voor dat probleem.
Maar het lied dat we zingen wijst wel een weg om te gaan.

3

Er is een woord waarin ons richting werd gegeven,
dat onze gang bepaald heeft bij het leven,
dat in ons zwijgt en waakt en weet,
de wereld trouw in lief en leed,
dat ons de dood doet tegengaan:
dat was bij God, van meet af aan.

Alleen was God in stilte ongebroken,
volmaakt zichzelf, onnoembaar, onweersproken.
Toen heeft hij in zijn hart gehoord
de klank, de aandrift van dit woord.
Nog voor Hij enig mens gewon,
nog voor het opgaan van de zon.

Dat woord stond Hem met raad en daad terzijde,
toen Hij het licht, de zee, de aarde spreidde.
Het werd zijn liefste gezellin,
het spreekt hem moed en liefde in,
opdat niet ooit zijn hart bezwijkt,
zijn naam van deze wereld wijkt.

(Oosterhuis, m/ Ic segh adieu)

 

4 Een ontmoeting die bevrijdt

De allereerste sporen van menselijke religiositeit hebben te maken met een dubbele ervaring. Dat is: de wereld waarin we leven is zowel wonderlijk als ondoorgrondelijk. Het is tegelijk een wonder en een raadsel. De verwondering en de verbijstering hierover zijn aanleiding geweest tot prachtige mythische verhalen. Daarin zijn verschillende verklaringen over het ontstaan van de wereld en de mensheid bedacht. We vinden er restanten van in Bijbelse verhalen. De verhalen zijn uitgegroeid tot kleine en grote systemen, religies allerhande die op de een of andere manier inspelen op de behoeften aan veiligheid en de drang om te overleven. Er werden riten geboren die het leven dankbaar ontvangen en feestelijk vieren samen met andere die onheil, ziekte en dood proberen af te houden.

Vruchtbaarheid, een nageslacht, een land om te wonen: ze spelen een cruciale  rol. De Bijbelse verhalen laten ten overvloede zien hoezeer deze thema’s de gedachten en gevoelens van de mensen beïnvloeden. Het is begrijpelijk dat boven- of buitenmenselijke instanties worden bevroed als medespelers. Goddelijke  instanties die ze proberen gunstig te stemmen. Door het brengen van offers. 

De bijbel vormt geen uitzondering op de verhalen die in het Midden Oosten circuleren. We horen gelijkluidende klanken die her en der terug keren. Maar er is onmiskenbaar toch ook een eigen stem die doorklinkt. Een stem die oproept niet te berusten in wat voorgegeven is. Alsof ons leven bepaald wordt door een of ander noodlot. Juist integendeel. Het gaat om het besef van geschiedenis en de rol die mensen hierin kunnen spelen. Het heeft tegelijk alles te maken met het besef van menselijke waardigheid. Daarom zet de verteller van het nationaal epos van Israël een veelzeggend verhaal helemaal aan het begin van die geschiedenis. Het begint namelijk met de woorden: God sprak tot Abraham – onze allereerste voorvader – : “trek weg uit uw land, uw stam, uw familie”. Van meet af aan wordt de mens in een dialoog geplaatst. In het begin is er deze relatie. Het besef van aangesproken worden. Dat vrijheid geen vrijbrief is. Maar het nemen van verantwoordelijkheid.

Dit komt nog zoveel duidelijker tot uiting in de verhalen die over Mozes verteld worden. Nadat hij op een wonderlijke wijze aan de dood ontsnapt bij zijn geboorte, wordt hij op volwassen leeftijd geconfronteerd met de uitbuiting en vernedering van zijn volksgenoten in Egypte. Hij – Mozes – is er persoonlijk getuige van, zegt het verhaal. En wanneer hij ziet hoe een Egyptenaar een Hebreeër neerslaat komt hij spontaan in verzet en doodt hij die Egyptenaar. Eerst natuurlijk goed uitgekeken of er niemand in de buurt was, en nadien die Egyptenaar begraven. Zand erover, gedaan ermee. En wanneer hij de volgende dag getuige is van twee Hebreeuwse mannen die met elkaar slaags zijn geraakt, komt hij opnieuw tussenbeide, want dit hoort toch niet. Maar wanneer één van hen dreigende taal spreekt: “wie heeft u tot rechter over ons aangesteld? Wilt ge mij misschien doden zoals die Egyptenaar?”, wordt hij bang. Bovendien verneemt hij dat het ook bij de farao ter ore gekomen is. En dan is Mozes ribbedebie. Hij slaat op de vlucht.

Maar hij is niet gerust. Wat hij gezien heeft kan hij niet vergeten. Hij beseft ook dat geweld geen goede reactie is geweest. Maar hij kan zijn volksgenoten toch ook niet zomaar in de steek laten. Hij weet ook dat er niets uit de lucht zal komen vallen. Het schuurt van binnen. Maar de angst is reëel. Hij ziet wel de uitdaging, maar de berg is te hoog. Hij kan zich natuurlijk op de vlakte houden. Dat is wat hij tot nog toe gedaan heeft. Maar hij voelt dat het hem geen vrede schenkt. Want wat hij daar gezien heeft vergeet hij nooit meer.

Maar goed, het leven gaat verder. Op een dag zit Mozes te rusten bij een waterput wanneer hij er getuige van is dat enkele jonge vrouwen die water komen putten lastig gevallen worden door enkele herders. Mozes – impulsief als hij is – jaagt de herders weg zodat de vrouwen rustig water kunnen putten. Hij wist toen nog niet, wat later bleek, dat het ging om dochters van de priester Midjan (een zoon van Abraham). Deze was zo aangenaam verrast door Mozes’ interventie dat hij hem één van zijn dochters ten huwelijk geeft. Hij trouwt met Sippora. Of zij hem kon bevrijden van zijn innerlijke tweestrijd weten we niet.

En het leven herneemt zijn gewone gang. Mozes weidt de kudden van zijn schoonvader. En op een dag gebeurt het volgende:

 

Lezing Ex. 3, 1a-12.

Mozes hoedde de kudde van zijn schoonvader Jetro, de priester van Midjan. Eens dreef hij de kudde tot ver in de woestijn en kwam hij bij de berg van God, de Horeb.  Toen verscheen hem de engel van Jahwe, in een vuur dat opvlamde uit een doornstruik. Mozes keek toe en zag dat de doornstruik in lichter laaie stond en toch niet verbrandde.  Hij dacht: `Ik ga er op af om dat vreemde verschijnsel te onderzoeken. Hoe komt het dat die doornstruik niet verbrandt?’  Jahwe zag hem naderbij komen om te kijken. En vanuit de doornstruik riep God hem toe: `Mozes, Mozes.’ `Hier ben ik,’ antwoordde hij.  Toen sprak Jahwe: `Kom niet dichterbij en doe uw sandalen uit, want de plaats waar gij staat is heilige grond.’  En Hij vervolgde: `Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Toen bedekte Mozes zijn gezicht want hij durfde niet naar God op te zien.  Jahwe sprak: `Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord; ja, Ik ken zijn lijden.  Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van Egypte, om het weg te leiden uit dit land naar een land dat goed en ruim is, een land van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten.  Het geweeklaag van de Israëlieten is nu tot Mij doorgedrongen en Ik heb ook gezien hoezeer de Egyptenaren hen onderdrukken.  Ga er dus heen, Ik zend u naar Farao. Gij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden.’  Maar Mozes sprak tot God: `Wie ben ik dat ik naar Farao zou gaan en dat ik de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’  God antwoordde hem: `Ik zal u bijstaan, en dit is het teken dat Ik het ben die u zendt: als gij het volk uit Egypte hebt geleid, zult ge mij vereren op deze berg.’ 

 

Dit mag het verhaal van een ontmoeting heten. Er hebben zich geen nieuwe feiten voorgedaan. De situatie is niet veranderd. Maar Mozes heeft de stem van God gehoord. Mozes trekt zijn schoenen uit en bedekt zijn gezicht. Die stem is heilig. Het is de stem die feilloos doordringt tot het bot van het geweten. Een stem die de tweespalt in Mozes’ leven blootlegt maar die hem ook steunt in het overstijgen van het dooie punt. Voortaan is hij is op één doel gericht. De roep tot authenticiteit overwint het angstige zelfbehoud. Het geeft hem innerlijke rust. De rust van het heldere inzicht en het besef dat deze weg zijn weg is: zijn betrokkenheid bij zijn volksgenoten. Dit ervaart hij als een heilig moeten. De stem die opklinkt uit het verdrukte volk is een stem die hem bevrijdt, die hem tot broeder maakt van de mensen om hem heen. 5200

 

5 En hij schreef in het zand…

Introductie

De uitdaging om de identiteit van Jezus zichtbaar te maken in een ‘ware afbeelding’ is al bijna 2000 jaar een oefening waaraan vele kustenaars zich hebben gewaagd. De zoektocht naar het ‘Vera Icon’ of het ‘Imago Christi’. Het is ook de naam van een schilderij van Jan Van Eyck. Hij maakte dat rond 1439. Het origineel is waarschijnlijk verloren gegaan. Er is een kopie dat vermoedelijk in het atelier van Van Eyck is gemaakt. Het hing oorspronkelijk in de sint-Servaaskerk in Maastricht. Nu hangt het in de Alte Pinakothek in München. Een andere kopij uit de Sint-Baafskathedraal hangt in Berlijn (Gemäldegalerie).

Interessant bij het schilderij van Van Eyck is dat er een herkenbare gelijkenis is tussen dit portret van Jezus en twee gezichten in het Lam Gods. Dat van God op de troon in het middelste luik en Adam in het rechter luik. Het portret bedoelt dus iets inhoudelijk te vertellen. Het beeld, het icon of imago van Adam, Jezus en God vallen samen. Van Eyck ziet een verband in hun identiteit.

Het imago is het beeld zoals anderen de identiteit interpreteren. Pogingen van kunstenaars om Jezus te portretteren zijn dus een artistieke interpretatie van hoe zij, of hun opdrachtgevers, zich de persoonlijkheid van Jezus voorstelden. Er werd van Jezus geen enkel portret bij leven werd gemaakt. Het gaat dus om een visualisatie van het imago van Jezus. Het beeld dat de kunstenaar van Jezus maakt is een interpretatie van zijn identiteit. Een identiteit die niet inert. Het is en net als de facetten in een edelsteen. Het invallend licht roept steeds nieuwe kleuren op.

De zoektocht naar de identiteit van Jezus is een oefening die al bijna 2000 jaar oud is. De evangeliën, handelingen en brieven staat vol literaire beelden van Jezus. Soms zelfs tegenstrijdige. Eén beeld overheerst alles. Dat is de gekruisigde Jezus op Golgotha. Duizenden keren geschilderd, geboetseerd, gebeeldhouwd. Maar toch iedere keer verschillend. Kijk maar naar de gekruisigde van Rubens, van El Greco of Servaes.

Intermezzo

De bijbel lezen was en is voor mij nog steeds een visuele belevenis. Als kind al vormde ik mij bij elk verhaal een beeld. Dat werd ook geholpen door de verzamelprenten met Bijbelse taferelen, door mijn grootmoeder in mooie boeken gekleefd.

Verzameld met de punten van Extrait de viande Liebig. Bouillon instantané. Met naast de prent steeds een afbeelding van de verpakking. Een prent van Daniël in de leeuwenkuil met daarnaast een pot Liebig. Of de terugkeer van Jacob in Canaan. Het land van melk en honing en waarschijnlijk ook van Liebig Bouillon. Met exotische klederdracht, kamelen, palmbomen en woestijntenten. De bijbel roept sterke beelden op.

Vervolg

Vandaag is dat visuele voor mij nog steeds heel belangrijk. Ik verdien er mijn dagelijks brood mee. Naast de afbeelding van de gekruisigde is er een tweede beeld dat mij heel sterk raakt. Dat beeld wordt opgeroepen in dit bijbelfragment uit het evangelie van Johannes.

De wetsleraren en de farizeeën zetten de vrouw in het midden neer. Ze zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw heeft met een andere man geslapen, en dat is ontdekt. Volgens de wet van Mozes moet zo’n vrouw gedood worden. Wat is uw oordeel?’ De wetsleraren en de farizeeën hoopten dat Jezus iets strafbaars zou zeggen. Want dan konden ze hem aanklagen. Maar Jezus boog zich voorover en schreef met zijn vinger in het zand. De wetsleraren en de farizeeën bleven hun vraag herhalen. Toen keek Jezus op en zei: ‘Wie van jullie heeft nooit iets verkeerds gedaan? Die moet als eerste een steen naar de vrouw gooien.’ Daarna boog Jezus zich opnieuw voorover en schreef weer met zijn vinger in het zand.

Dit is voor mij een subliem beeld en een voorbeeld van een heel sterke communicatie. Het is een scène waarin de identiteit van Jezus in een bijzonder sterk beeld geschetst wordt. Het beeld (icon of imago) van een persoonlijkheid wordt gevormd door de combinatie van gedrag, symboliek en communicatie. In dit beeld van Jezus valt het allemaal samen. De farizeeën met een ego zo hoog als de toren van David confronteren Jezus met hun juridische betweterigheid. Er is zijn gedrag: Jezus zwijgt en buigt zich voorover. Hij buigt voor de farizeeën maar ook voor de vrouw. Hij heeft geen oogcontact. Hij negeert ze. Ze krijgen niet de reactie die ze verwachtten. Er is de symboliek: De kracht die uitgaat van het beeld van een gebogen mens, samen met de vrouw, in het midden van de arena. Het mededogen. De beweging van zijn hand in het zand. Het zand, door de warme wind vlak gestraald, waarin hij met een vinger schrijft. De kracht van een wit blad waarop één zin staat. Sterk, ongeacht de betekenis van de zin. Het schrijven op zich krijgt betekenis. Een nieuw verhaal. En dan staat hij recht, heel even, en hij kijkt die mannen recht in de ogen… En er is de communicatie: die bestaat uit al het vorige, maar ook vooral uit de stilte en één uitgesproken zin … wie zonder schuld is werpe de eerste steen… waarop opnieuw stilte volgt. Het geluid van de stilte wordt gecreëerd door 1 uitdagende vraag. De uitgesproken woorden maken de stilte errond beklemmend. Wie heeft daar wat op in te brengen. Bouche bée.

Dit beeld van de voorovergebogen man, met zijn vinger nog in het zand, is voor mij een heel krachtig beeld. God communiceert in het beeld van de voorovergebogen Jezus. Een moment waarin het Godsbeeld volledig samenvalt met de identiteit van Jezus. Op dat moment ontstaat een beeld. Eén van de vele beelden. Een imago. Imago Christi.

En tot slot nog een tip. Na de lezing van Bernard over identiteit vroeg iemand zich af hoe je best kan reageren tegenover mensen met extreme standpunten over eigen identiteit. Het verhaal over de voorovergebogen man kan misschien inspireren.

 

6

Ook de maaltijd aan de tafel is een beeld
waarin Jezus en de Vader samenvallen.
Het is symbool, gedrag en communicatie samen.
Daarin herkennen we die unieke persoonlijkheid die Hij was.
Het beeld is tot op vandaag blijven doorleven als een herkenbaar ritueel rond de tafel van één.
Daarin herdenken we ook al die andere mensen die er vandaag niet meer bij zijn.
Ze hebben bijgedragen tot ons blijvend zoeken.
Onze gedachten zijn ook bij allen die vandaag solidair zijn leven verder leven
in hun inspanningen voor een wereld waarin voor iedereen een plaats is aan deze tafel.

 

Zo gedenken wij hem.

In Jezus mogen we zien:

wat goed is, recht, elkaar bevrijden

Op de laatste avond met vrienden samen,

deed hij wat hij altijd gedaan had.

Hij nam brood om te delen en zei:

Zo ben ik. Gebroken.

Mijn leven is het,

gegeven in uw handen.

Neem het aan.

Hij nam een beker met wijn.

Hij dankte God, Zijn Vader,

die in hem voltooide

wat sinds mensenheugenis begonnen was.

En zei: Dit is de beker

van Gods verbond met elke mens.

Mijn trouw en liefde voor u allen

en het lijden dat ik moet doorstaan,

zijn er het teken van.

Drink hiervan.

Denk aan mij telkens gij hiervoor samenkomt

En leef zoals ik u heb voorgedaan.

 

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)
*
Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.