Herbronning met de Bergrede: “Ga in uw binnenkamer…”

 Dominicus Gent

Viering van zondag 5 maart 2017

Herbronning met de Bergrede:
“Ga in uw binnenkamer…”

 

Van harte welkom. Ik nodig jullie allen uit ons samen te voegen tot de [1]gemeenschap die in een zingend gebed vraagt dat de Eeuwige aanwezig mag zijn, hier in ons midden. We doen dit met het lied

Wees hier aanwezig, woord ons gegeven.
Dat ik u horen mag met hart en ziel.

Wek uw kracht en kom ons bevrijden.

Woord ons gegeven, God in ons midden,
Toekomst van vrede, wees hier aanwezig.
Uw wil geschiede, uw koninkrijk kome.
Zie ons, gedoog ons, laat ons niet vallen.

Wek uw kracht en kom ons bevrijden.

Dat wij niet leven, gevangen in leegte
Dat wij niet vallen, terug in het stof.
Zend uw Geest, dat wij worden herschapen.

Wek uw kracht en kom ons bevrijden.

Dat wij u horen, dat wij u leven,
Mensen voor mensen, alles voor allen.
Dat wij volbrengen uw woord, onze vrede.
Wek uw kracht en kom ons bevrijden.

Wek uw kracht en kom ons bevrijden.

Wees hier aanwezig, woord ons gegeven.
Dat ik u horen mag met hart en ziel.

Wek uw kracht en kom ons bevrijden.

 

Duiding van de reeks

De komende 40-dagentijd stellen wij als het ware onder één noemer. Een reeks waarin de Bergrede centraal staat. Niet alleen omwille van de Thora, de wet, als een positief gegeven, maar ook en vooral omwille van de interpretatie die Jezus eraan gegeven heeft. Een reeks van 6 zondagen met Pasen als orgelpunt. Wij willen ons, samen met u allen herbronnen, door de Bijbelse focus tot haar volle recht te laten komen. Maar bovenal door de verbinding die we maken met de maatschappelijke focus. Een rode draad door de vieringen die oproept om inkeer en inzet uitdrukkelijk te verenigen.

De Bergrede is het verhaal bij uitstek dat mij aanspoort om de waarden waarin ik ondergedompeld ben te bevragen. Om kritisch te blijven. Maar tegelijk te luisteren naar de concrete mens die, door zijn houding, zijn krachtige woorden, door te stamelen of juist door niets te zeggen, aangeeft dat een andere wereld mogelijk is.

Voor deze viering maakten wij een “collage“ van beelden, een verhaal of althans enkele woorden van een 4tal mensen, onbekenden die plots be- en herkend worden. Moslims en Christenen die Allahoe Akbar, God is mij sterker dan de haat, God is groter uitschreeuwen of prevelen. Maar die vooral niet door de knieën gaan voor de haat. Een antigif tegen de realiteit, verhalen die inspireren, die een weerbaarheid ontwikkelen. Nieuwe profeten om na te volgen. En dat geplaatst tegenover de lezing uit Matteüs over bidden.


Jouw geboorte is het teken:

een engel ons gebood

dat alleen wie brengt de vrede

mag roepen God is groot.

 

We vertrekken van enkele concrete situaties waarin mensen ondanks het onnoemelijke leed, de pijn, veerkracht vinden.

Antoine Leiris, Fransman, journalist, echtgenoot en vader wordt na het vreselijke drama in de Bataclan geconfronteerd met onnoemelijk verdriet, en toch… “jullie zullen mijn haat niet krijgen“ daarmee wil ik geen antwoord geven op wat de terroristen willen. “Dan krijgen ze niet waar ze op uit zijn. “Ik ga gewoon door met leven, alleen al omdat ik ons zoontje Melvil niet wil zien opgroeien te midden van haat, geweld en wraakzucht.” “ Als de God waarvoor jullie verblind doden ons heeft gemaakt naar zijn beeld, zou elke kogel in het lichaam van mijn vrouw een wond zijn in zijn hart“. “Jullie zouden wel willen dat ik jullie haat beantwoord met woede, dat ik mijn medeburgers argwanend bekijk. Dat ik mijn vrijheid opoffer voor de veiligheid. Ik word natuurlijk verscheurd door verdriet, maar nee, mijn haat krijgen jullie niet.”

Minstens even naar de keel grijpend is het sterke getuigenis van Mohamed El Bachiri dat me koude rillingen gaf. Hij verloor tijdens de aanslagen in Brussel zijn partner, tochtgenote en moeder van zijn kinderen.
“Laat me toch maar naar de goedheid van de mens kijken, en niet naar de haat en de waanzin. Want goedheid is de bron van inspiratie en hoop voor onze kinderen. Ik wil onbevangen naar mijn naaste kijken, ook als is hij of zij een tegenpool van mijn ideeën, van mijn geloof, ook dàn hebben zij nog altijd een stukje waarheid. Allahoe Akbar voor de diversiteit van culturen, van godsdiensten, van andere mensen met wie ik praat, met wie ik deel en met wie ik in de geest van broederlijkheid aanvaard dat iedereen een eigen waarheid heeft. Voor alle slachtoffers die eeuwig in ons hart blijven leven. Mijn Jihad schreeuwt zijn liefde uit voor het Westen. De Jihad van de liefde is mijn antwoord aan de mensen die ons willen verdelen en die geweld en terrorisme willen propageren. Ik heb de islam gekozen als pad, omdat het mij het vermogen geeft bepaalde teksten in hun juiste context te plaatsen, vooral dan de oorlogsverzen die nooit een voorwendsel kunnen of mogen zijn om te doden of te schaden. Allahoe akbar voor allen die begrijpen dat God liefde is. Alleen die liefde kan de mens redden.”

De woorden van Kristin Verellen vertellen over onmacht, verdriet maar geen haat.
“Ik verloor mijn partner tijdens de aanslagen in de metro van Maalbeek – Brussel. Ik heb de keuze. De keuze is eigenlijk heel simpel. of ik stap mee in de neerwaartse spiraal van geweld die geweld oproept. Of ik stap in de opwaartse spiraal van geweld die liefde ontketent. Liefde die alles overstijgt. Het volstaat te herinneren waar wij vandaan komen, en waar wij terug naar toe bewegen. Om ons te ontdoen van alle vormen waarmee we ons identificeren. En dan voelen we waar het eigenlijk om draait. De aarde draait om zijn as. Een mensenleven draait om liefde. Daar begint het en daar houdt het op.
Cirkels is een initiatief dat ik met vrienden begonnen ben, momenten van zinvol samenzijn.
Zo wil ik mee bouwen aan een cultuur van inclusie en dialoog, trauma helen in mensen en gemeenschappen, machteloosheid ombuigen in kracht, en mensen van hart tot hart verbinden. Daar is geen haat en geweld tegen opgewassen….”

Aan de schoolpoort te Brugge: Hanan, de mama van de kleine Yamen het 6-jarige jongetje dat er 14 dagen geleden verongelukte, vertelt: “Vier uur lang heb ik hem in mijn armen gehouden, en heb ik gewiegd. Het laatste uur was hij er al niet meer. Het leven is niet mals geweest voor mij en mijn gezin. We zijn gevlucht uit Syrië. Mijn man is vorig jaar hier overleden. We kregen asiel en waren blij alle ellende achter zich te kunnen laten. Eindelijk in een veilig land. En dan gebeurt dit…mijn kleine Yamen was echt een slim kind die zorgde en ongelofelijk lief was. Hij was onze vreugde in donkere en moeilijke momenten. Door alles wat hij tijdens de oorlog al gezien en meegemaakt had was hij eigenlijk volwassen. En hij was ongelofelijk lief. Als ik weende om mijn man, kwam Yamen mijn tranen drogen. Ook op school heeft hij indruk gemaakt. Iedereen komt me over hem vertellen. Dat doet deugd. Van vele kindjes, leerkrachten en ouders kregen we ontelbare brieven, tekeningen.
Maar ik weet, ik moet me sterk houden voor mijn andere kinderen. Zij hebben mij nodig. Ik kan alleen maar zeggen en hopen dat geen ander kind en geen andere ouder dit moet meemaken. Dat is mijn grootste zorg. Ik ben niet kwaad op de school, wel op de situatie. Ook toch op de chauffeur. Hij wilde te snel vertrekken. Maar ondanks alle verdriet probeer ik dit onnoemelijke verdriet te plaatsen. Geen blinde haat, maar immens verdriet en pijn, natuurlijk…en dat gaat niet voorbij.”

 

Jouw geboorte is het teken:

een engel ons gebood

dat alleen wie brengt de vrede

mag roepen God is groot.

 

Bijbellezing Mt. 6, 5

Wanneer gij bidt, gedraagt u dan niet als de schijnheiligen, die graag in de synagogen en op de hoeken van de straten staan te bidden om op te vallen bij de mensen; voorwaar Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen! 6 Maar als gij bidt, ga dan in uw binnenkamer, sluit de deur achter u en bidt tot uw Vader die in het verborgene is en uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. 7 Als gij bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden, zoals de heidenen, want deze menen dat zij door hun veelheid van woorden verhoring zullen vinden. 8 Volgt hun voorbeeld dus niet na, want voordat gij Hem vraagt, weet uw Vader wat gij nodig hebt.


Beduusd door wat er gebeurd is, rondlopend als een zombie. Daarna verkrampt van woede, keel dichtgeknepen van verdriet, verteerd door angst om het verlies nooit meer te boven te komen. Tenslotte alleen nog bewoond door gevoelens van vergelding: oog om oog, tand om tand, of nog erger verblind door vernietigende wraak. Wie dát gedaan heeft, moet er onherroepelijk aan. Zeker geen genade. Geen kwestie van. En zwijg me nu asjeblief over God, of ik bega een ongeluk.

Hoe begrijpelijk is een dergelijke opeenvolging van reacties bij de mens die een geliefde heeft verloren door opzettelijke doding of verminking. Ik vraag me zo dikwijls af: hoe ga je daarmee om? Hoe zou ik reageren als het mij zou overkomen? Uiteraard overkomt het ons voortdurend, want de slachtoffers van aanslagen dichtbij, van verkeersongevallen, maar ook van gruwelijke oorlogen – die slachtoffers zijn onze medemensen. Altijd iemands vader, altijd iemands kind, zingt Willem Vermandere. Maar als het zo dichtbij komt dat het mijn papa of mama, of mijn vrouw of man of mijn kind is, wat zou ik dan doen? Ik weet het echt niet.

Ik laat me vandaag leiden aan de ene kant door mensen wie het overkomen is, en aan de andere kant door wat Jezus in zijn Bergrede aanbrengt. Ik heb goed geluisterd naar de getuigenissen van Kristin Verellen, van Mohamed El Bachiri, van Antoine Leiris, en van Hanan Shelleh. Met een mengeling van stijgende verbazing en van ontzag heb ik gemerkt dat alle vier hun verdriet en hun woede, eigenlijk het hele kluwen van hun emoties, niet wegduwden noch er zich in wentelden. Ze leden en lijden verschrikkelijk maar om de een of andere reden zijn ze erin geslaagd zich niet te laten breken door dat lijden, maar het om te buigen naar iets positiefs. “Jullie krijgen mijn haat niet, ik heb geen tijd om jullie te haten want ik moet en wil voor mijn zoontje zorgen – hij zal jullie heel zijn leven dwarszitten door gelukkig te zijn… Ik vraag jullie, voor Johan en voor al wie getroffen wordt door blind geweld: hou uw tranen niet in. Laat ze stromen. En vecht mee voor de schoonheid van het leven, al dansend… Maak asjeblief dat geen enkel ander kind en geen enkele andere ouder ooit nog moet meemaken wat met onze Yamen is gebeurd… Laten we naar de goedheid van de mens kijken in plaats van naar de waanzin en de haat. Want die goedheid is de echte bron van inspiratie en van hoop voor onze kinderen, die deze wereld van ons zullen erven.”

Ik word daar stil van, en als ik dan ook nog eens de foto’s zie van Antoine en van Mohamed met hun omgekomen vrouw, van Hanan die haar kleuter Yamen voor haar ogen zag verongelukken, van Kristin met haar gestorven levensgezel Johan, dan komt de vraag nog dichterbij: hoe zijn deze mensen in staat om die keuze te maken? Het valt mij op dat het nu eens de troost is door de solidariteit in het verdriet, dan weer het opbouwen van meditatie en innerlijke kracht, of nog het verdiepen van het het geloof in God die alleen als liefde kan verstaan worden, of de hardnekkige intuïtie dat mijn en jouw mens-zijn maar kan gered worden als ik weiger om in jouw spiraal van geweld te stappen.

En dan kijk ik naar Jezus en zijn Bergrede. Een programma dat haaks staat op geweld en tegengeweld, een programma dat de opgefokte tegenstelling van ‘wij’ en ‘zij’ naar beneden haalt, een programma dat een gerechtigheid vraagt die niet door de weegschaal maar door het creatieve antwoord van liefde wordt bepaald. Zijn er hier geen prachtige raakpunten met de intuïtie, de solidariteit, de innerlijke en bewogen kracht van Kristin, Antoine, Mohamed, Hanan? En ik kijk verder naar Jezus en merk dat de dynamiek van zijn leven gedragen werd door zijn volgehouden contact met God, zijn abba, zijn papa. Ik kan me goed voorstellen hoe Jezus zijn emoties biddend met God besprak, hoe hij zijn roeping en zijn keuzes, zijn eigen beleving van de Bergrede telkens opnieuw in Gods handen legde. Hoe dikwijls trok Jezus zich niet terug op een eenzame plaats om te bidden? Hij wist maar al te goed dat hij zou terechtkomen in ontrouw en innerlijke tegenspraak als hij de liefdesdraad met zijn abba zou doorsnijden. In navolging van Jezus, in wie in elk geval het Godsrijk al werd gerealiseerd – wat een opkikker voor ons – voel ik de nood om mijn binnenkamer in te gaan en zonder omhaal van woorden te verwijlen in de aanwezigheid van Hem die mij in het leven riep, teneinde de kracht op te doen waar het aan mijn eigen kracht en moed ontbreekt om keuzes te maken zoals we die vandaag in de getuigenissen hebben gehoord.

 

Uitnodiging tafel


Laten we aan tafel gaan

om te vieren wat nog niet is.

Laten we eucharistie vieren,

om ten volle te beseffen

welke richting we moeten uitgaan

om ten volle mens te kunnen worden.

Geïnspireerd worden

door Jezus’ voorbeeld,

beroerd worden

door zijn geestdrift en vertrouwen.

Laten voelen, laten zien

wat het leven kan zijn.

Wat er diep in mensen leeft

en waartoe ze bestemd zijn:

elkanders vraag en antwoord.

Verbondenheid voelen

met de mensen rondom ons,

dichtbij en veraf,

hier naast ons en overal ter wereld,

verbondenheid voelen met het leven,

verbondenheid met al wie lijden,

verbondenheid voelen over de dood heen.


Laten we aan tafel gaan.

De avond voor zijn dood,

voor hij zelf gebroken werd,

gaf Jezus zijn vrienden

een teken van leven.

Hij zegende brood, dankte en brak het.

Als brood gebroken wordt, zei hij

dan wordt liefde uitgedeeld,

dan worden mensen gered en bewaard.

Doe dit ook, vergeet elkaar niet,

blijf dit doen.

Vergeet mij niet,

laat me jullie nabij zijn

in dit brood.


Hij nam een beker met wijn,

dankte opnieuw en liet hen drinken.

Jullie dorst is groot, zei hij,

dorst naar erkenning, naar gerechtigheid,

lichaamsdorst.

Geef elkaar te drinken,

zoals het bloed het lichaam te drinken geeft.

Zo heb ik jullie liefgehad,

als mijn bloed.

Drink van mij,

vergeet mij niet,

laat me jullie nabij zijn.

 

Zo waren zij elkaar nabij

tijdens dit afscheid.

Zo zouden zij elkaar terugvinden,

toen en nu en voor altijd,

in deze gedeelde gebaren van vrede.