Hemelvaart 2020 – in coronatijden

Dominicus Gent

Viering van Hemelvaart

Donderdag 21 mei 2020

 

De eerste fase van “kom uit je kot“ is ingezet.
Dat biedt meer perspectief. Wij kijken uit naar meer en beter…
In onze sociale contacten, in het werkveld.
Daar waar wij sterk bij betrokken zijn.

Maar er is ook voorzichtigheid om wat we niet kunnen zien,
nog niet weten. Het onbekende. De angst opnieuw…

Het lijkt vandaag wel de periode tussen Pasen en Pinksteren.
Vreugde om wat we hopelijk te zien en te horen krijgen.
Vertwijfeling om het onbekende dat angst inboezemt.
Het leven vandaag klinkt haast bijbels.
Een kans om nieuwe wegen te gaan.
Door wie of wat laten wij ons leiden?
Wie of wat zoeken wij bij ons samenkomen?
Ook via dit op het eerste gezicht wat afstandelijke medium.

Dat willen wij beluisteren en bezingen…

 

Wij zoeken u   

wij zoeken U als wij samenkomen,

hopen dat Gij aanwezig zijn,

hopen dat het er eens zal van komen:

mensen in vrede vandaag en altijd.

Wij horen U in oude woorden,

Hopen dat wij Uw stem verstaan,

hopen dat zij gaan verwoorden

waarheid en leven, de bron van bestaan.

Wij breken brood en delen het samen,

hopen dat het wonder geschiedt,

hopen dat wij op hem gaan gelijken

die ons dit teken als spijs achterliet.

Wij vragen U om behoud en zegen,

hopen dat Gij ons bidden hoort,

hopen dat Gij ons adem zult geven:

geestkracht die mensen tot vrede bekoort.

 

Beluister hier het lied van Henk Jongerius (T) en Mark Joly (M), zang Niek Thiery, piano Ignace Derese:

 

 

1

Het Hemelvaartverhaal: Handelingen 1, 4-11

In China, van waaruit het virus zich verspreidde, hebben ze hetzelfde letterteken voor crisis en kans. Een kans om nieuwe wegen te gaan. Om de creativiteit en solidariteit die is ontstaan, te verzilveren. Om het besef dat we kwetsbaar zijn, te onthouden en de nabije zorg meer te waarderen. Om (steeds) dankbaar te zijn voor het leven. Is het diezelfde kans, diezelfde crisis als wat wij vandaag ervaren? We weten het niet. Maar er is alvast grote angst voor de nieuwe uitdagingen. Om zoals toen, verweesd achtergelaten worden!

We vonden bij onze zustergemeenschap, het Leuvense Filosofenfontein, een naar ons gevoel schitterende verwoording van de lezing voor dit Hemelvaartfeest.

Verhaal van de hemelvaart naverteld door Nico ter Linden
(Uit: Koning op een ezel: Verhalen uit het Nieuwe Testament. Amsterdam: Balans, 2005, pp. 225-227.)

‘Ik zit nog vaak aan dat mooie paasverhaal van Johannes te denken,’ zei Lucas op een avond tegen Matteus, `Jezus die in levende lijve aan zijn volgelingen verschijnt. Hij blaast op hen en zegt: “Ontvang de adem van God, ontvang de heilige Geest” en stijgt vervolgens ten hemel op. Ik ga daar ook over schrijven, maar ik wil het anders doen. Ik maak er drie afzonderlijke verhalen van. Wat Johannes op één dag laat geschieden, zal ik dan in de tijd uit elkaar halen.
“Dus je begint met het Paasverhaal,”   zei Matteus?
“Ja,” zei Lucas, “maar eigenlijk heb ik dat al geschreven, dat herinner je je nog wel, over onze wandeling, samen, terug naar Emmaus. Dus moet ik nu een verhaal over de hemelvaart van Jezus maken. Veertig dagen na Pasen lijkt mij daarvoor een passend moment. En dan kan ik precies op ons aloude pinksterfeest, vijftig dagen na Pasen, van de uitstorting van de heilige Geest vertellen.”
“Dat klinkt goed,” zei Matteus.
“Wil je het horen?” vroeg Lucas de volgende morgen, mijn verhaal over Jezus’ hemelvaart?’
“Je hebt er geen gras over laten groeien,” zei Matteus.
“Ik schreef het in één keer op. Ik had voor dat verhaal een wolk nodig en ik vond ook dat Mozes en Elia er weer in voor moesten komen, die twee profeten van lang geleden. Ineens dacht ik toen aan dat geheimzinnige verhaal van Jezus die op een berg met Mozes en Elia sprak over zijn naderende dood. Stralend witte gestalten waren het, het was daar al een beetje hemel op aarde. De discipelen wilden het graag zo houden, ze wilden er drie tenten bouwen, een voor Jezus, een voor Mozes en een voor Elia. Plotseling bedekte een dikke wolk de top van de berg. “Hij is mijn zoon,” zei een stem, “hoort naar hem.” Toen de wolk was opgetrokken, stond alleen Jezus daar nog. Mozes en Elia waren verdwenen, de droom was over, het visioen voorbij. “Kom,” zei Jezus tegen zijn leerlingen, “laten wij weer naar het dal gaan, naar waar de mensen wonen.”’

“En die geschiedenis, heb jij gebruikt voor je hemelvaartverhaal?,” zei Matteus.
“Ja,” zei Lucas, en hij vertelde:

Metz kathedraal

Veertig dagen lang is Jezus na zijn dood nog in dromen en visioenen aan zijn discipelen verschenen. Zo konden zij er een beetje aan wennen, dat hij er niet meer was en dat zij zijn werk moesten voortzetten. Jezus sprak met hen over het koninkrijk van God, dat eens zal komen. Waar hij zijn voeten had gezet, was het er al een beetje geweest. Eens zou het er helemaal zijn, het rijk van God. “Geloof dat maar,” zei Jezus.
Ze zaten op de Olijfberg. Het was de laatste keer dat Jezus aan hen verscheen, maar dat wisten ze nog niet. “Wanneer kom je terug?” vroegen ze. Daar bedoelden ze mee: “Wanneer komt het koninkrijk van God?”
“Dat weet geen mens,” zei Jezus. “Dat weet God alleen. Zorg er maar voor dat het gauw kan komen. Kijk e
rnaar uit, naar het grote feest. Leef ernaar toe, in mijn Geest.”
“In jouw geest?” vroegen de discipelen.
“Ja,” zei Jezus. “Want ik laat jullie niet zomaar achter. De geest van God die in de profeten leefde, in Mozes, in Elia, en in mij, zal ook in jullie zijn, waar je ook gaat. Blijf bij elkaar, blijf in Jeruzalem, dan zal mijn Vader die geest ook aan jullie geven.”
En zie, terwijl Jezus deze woorden sprak, werd hij omhoog geheven, hij voer ten hemel op. Toen onttrok een wolk hem aan hun ogen, zij zagen Jezus niet meer. Nu was het aan hen om om op aarde als goede dienaren in die geest van Jezus te leven.
Ze maakten alleen nog geen aanstalten, ze stonden als verlamd naar de hemel te staren. Maar zie, plotseling waren daar weer dezelfde twee stralend witte gestalten die nog niet zo lang geleden, ook op een berg, uit den hoge waren verschenen, Mozes en Elia. “Wat staan jullie toch naar de hemel te turen? Richt je liever op de aarde waar de mensen wonen.”
Toen zijn de discipelen naar Jeruzalem teruggekeerd. Zij gingen naar de bovenzaal waar ze nog niet zolang geleden met Jezus het paasmaal hadden gevierd. Nu zal de heilige Geest wel gauw komen, dachten ze.

Deze ongeziene crisis hakt er stevig in. We worden er nu al weken mee geconfronteerd. En ze werpt ons jaren terug…. In onze economische groeiplannen. In de vele domeinen waarin we actief zijn.  In onze reisplannen naar verre oorden, in ons consumentisme naar de vele “ hebbedingetjes“

Maar ze plaatst ons vooral voor iets nieuws dat kan groeien. Daar kijken we hoopvol naar uit. Dat willen we graag mee een kans geven. Het anders omgaan met mens en natuur. De groeiende aandacht voor diegenen die er niet bij horen. De vreugde om kleine kringen van echte vrienden die er toe doen in het leven.  Het was dat, wat Jezus voorhad bij zijn vertrek.

Laat het maar gebeuren!

 

2

De Geest die in de profeten leefde, zal ook in u zijn…


Hoe spreek je over iets waarvoor je geen woorden hebt? Omdat het niet “bestaat” als iets dat je kan zien, ruiken, vastpakken. Maar toch iets is dat als een realiteit ervaart in je leven.

Om dit toch te kunnen delen, zoeken we woorden en beelden. We weten dat die beelden niet de realiteit weergeven, maar ze geven ons woorden om “gestalte“ te geven aan wat we ervaren. 
Als we over de Geest spreken die Jezus aan zijn leerlingen belooft zoals daarnet aangehaald,  dan zullen zijn leerlingen als gelovige Joden wel verstaan hebben wat Jezus bedoelde.
In bijbelse geschriften is de geest van God geen fysieke persoon, maar een beeld van wat men als een wezenlijk deel van Jahweh én van de mens beschouwde: een innerlijke drijfveer, het opwekken van enthousiasme voor de zaak van God, waar de betrokken persoon zelf iets zal moeten mee doen, anders werkt het niet.

Lezen we maar de beginverzen van het begin van de Bijbel (Gen.1, 1-5)

In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: er moet licht komen , en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht  van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen, de eerste dag.

Wat mij opvalt als ik deze zo gekende tekst las, was het woordje “maar”  Dat woord geeft een geruststellend effect: het is chaos, maar er is hoop op verandering ten goede. De Geest schept ruimte voor het woord dat de schepping voortzet: licht, planten, dieren, land, zee…In de bijbel wordt die Geest Ruach genoemd: adem van Jahweh, adem van leven, van begin.
 
Die Geest  hebben de Joden in hun geschiedenis dikwijls ervaren als een diepe, creatieve kracht die steeds weer, bij zovele tegenslagen, het uitzicht op een betekenisvolle toekomst openhield.

Die stem, die geloofde dat die toekomst er een is voor alle mensen, hadden de leerlingen ook bij Jezus gehoord. Het heeft een tijd geduurd eer zij die Ruach in zich weer terugvonden, na de chaos en het verdriet van de dood van Jezus. 

Veertig dagen eer het inzicht doorbreekt. Veertig: het getal voor de tijd van voortschrijdend inzicht, van ommekeer, van loslaten wat je verhindert om het leven een andere wending te geven. Inzicht dat in stapjes komt. Hemelvaart was zo’n een stap.
Niet de eerste, maar ook niet de laatste, niet voor de leerlingen, niet voor ons.
Als we blijven geloven en ervaren dat de Geest werkt waar mensen voor elkaar opkomen, solidair zijn, het leven van elke mens naar waarde schatten, dan werkt de Geest van het begin, van het leven ook verder in ons. Dan blijft er perspectief naar een betere toekomst open, ook vandaag.

Laten we elkaar die Ruach, de werking van Gods Geest in het leven van mensen, blijvend toewensen. Blijven geloven in de creatieve kracht die de toekomst openhoudt.

En zegenen we elkaar op deze feestdag van inzicht die groeit door verbondenheid:

 

Gij levende eerste en laatste


Gij levende eerste en laatste

moeder vader, God onspreekbaar

boven onze woorden uit:

zegen uw mensen die hier nu zijn en

al uw mensen waar ook ter wereld

doe lichten over ons uw Aangezicht

en geef ons vrede.

 

Beluister hier het lied van Oosterhuis en Oomen (M), zang Niek Thiery, piano Ignace Derese:

 

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

*

Foto’s Guido Vanhercke (behalve de foto van de zee)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.