Gerechtigheid

Dominicus Gent

Viering van zondag 13 mei 2018

Gerechtigheid

 

Welkom op deze zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren. Een bijzonder welkom ook aan de moeders onder ons op deze moederdag… Tussen twee vieringenreeksen in willen we vandaag graag stilstaan bij het thema gerechtigheid. Hoegenaamd geen nieuw of sexy thema. Het is fundamenteel van alle tijden en toch telkens weer nieuw te begrijpen. Er staat geen maat op de pijn en armoede binnen ons handbereik. Het is niet eerlijk verdeeld over de wereld, kortbij en veraf. Hoe verhouden we ons daartoe?

We zouden de term “gerechtigheid” graag in grote letters boven de projecten waarbij we betrokken zijn in vele kleuren willen doen stralen: als een motto dat al onze ondernemingen en idealen en inzet samenvat. Een beetje zoals Veritas het grote motto is van de orde van Dominicus. Het zijn begrippen die niet helemaal te vatten zijn, maar die een perspectief oproepen en richting geven. Juist daarom kunnen ze niet gemist worden en willen we er hier met elkaar over spreken. We vragen ons daarbij af wat het voor ons als Christen, en als Dominicusgemeenschap concreet kan betekenen, welke opdracht daarin schuilt. Om daarin helder te zien, laten we telkens weer het licht van de Paaskaars schijnen over dit samenzijn.

 

Matteus 20, 1-16: werkers van het elfde uur
[20] 1 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2 Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3 Drie uur later» trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4 zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5 En ze gingen erheen. Rond het middaguur» ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later» weer, en handelde als tevoren. 6 Toen hij tegen het elfde uur van de dag» nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7 “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8 Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9 En zij die er vanaf het elfde uur waren», kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. 10 En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11 Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12 “Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13 Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14 Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. 15 Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?»” 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’

 

Over gerechtigheid

Misschien is dit wel een van de meest aanstootgevende verhalen die Jezus vertelt. Hij gaat frontaal in tegen de elementaire regels die gelden tussen werkgevers en werknemers. Toch? Natuurlijk, die heer van de wijngaard bedriegt zijn arbeiders niet. Hij geeft ieder het overeengekomen loon. Maar zo handel je niet met mensen die zich een hele dag hebben afgesloofd. Logisch ?

We redeneren inderdaad met grote vanzelfsprekendheid vanuit de rechten die we menen te hebben. We hebben recht op een eerlijk loon, recht op onderwijs en gezondheidszorg, recht op een dak boven ons hoofd, enzovoort.

Maar wat met gezondheid: heb je daar ook recht op? Of een liefdevolle partner, of bezorgde ouders en liefhebbende kinderen? Kun je daar spreken van rechten? De parabel kan ons bewust maken van dit eenvoudige onderscheid dat we misschien gemakkelijk over het hoofd zien. Het leven is wat het is. Veel zaken die zich voordoen gebeuren zomaar, als het ware bij toeval. Je hebt geluk of tegenslag. Waar je geboren wordt, in welke tijd, je hebt er geen zeggenschap over. Gerechtigheid is een term die met de toevalligheden van het leven niets te maken heeft. Hooguit kunnen we rechtvaardigheid proberen een plaats te geven.

Ofschoon gerechtigheid vaak als synoniem wordt gebruikt voor rechtvaardigheid, is er toch een onderscheid. Rechtvaardigheid is een juridische term: hij stelt ons in staat te meten aan de hand van objectieve normen en maatstaven die gelden binnen een bepaalde context (een maatschappij). We hebben de term nodig omdat hij ons helpt de ware humaniteit veilig te stellen. Rechtvaardigheid heeft echter vooral te maken met het aanwijzen van een ondergrens. We hebben allerlei rechten die ons door de gemeenschap worden toegekend. Rechten die afdwingbaar zijn. Die rechten evolueren met de ontwikkelingen die zich voordoen op cultureel en sociaal vlak.

Daarmee is echter de term gerechtigheid nog geen recht gedaan. Gerechtigheid overstijgt het juridische. Het is een evocatieve term. Het gaat inderdaad om het volmenselijke dat alleen maar aan de hand van suggesties en beelden kan worden opgeroepen. Zo vertellen de evangelisten van Jezus dat hij gekomen is niet om te oordelen maar om een herder te zijn voor de mensen, meer bepaald “Opdat ze leven mogen hebben en wel in overvloed”. (Jo, 10) Het gaat hier om een betekenis die uiteraard het meetbare overstijgt. Zo was ook Jezus’ optreden. Met recht en reden wordt hij dan ook de Gerechte genoemd. Die term zegt duidelijk iets meer dan de rechtvaardige. Het is juist dit surplus dat wezenlijk is bij de term gerechtigheid.

Empathie is een begrip dat in de buurt komt. Ofschoon de term recent ter discussie staat. Er is sprake van het gevaar van empathie, althans van te veel empathie. Al te veel medevoelen en medeleven zou ten nadele van de eigen persoon kunnen gaan. Er komt namelijk zoveel ellende op ons af, waar wij ons toch onmogelijk empathisch mee kunnen verbinden. Je mag niet vergeten aan jezelf te denken, je draagvermogen niet overschatten. Want dan riskeer je burn-out, depressie.

Empathie is inderdaad het vermogen je in te leven in de situatie en de gevoelens van een ander. Maar je verwant voelen is niet hetzelfde als versmelten met de ander. Empathie is geen uitschakelen van de redelijkheid. Het is geen gevoel dat de ratio buiten spel zet. Een nuchtere kijk op de beperkte mensen die we zijn, met onze gebreken en beperkingen en begrenzingen, is heel belangrijk.
Maar toch willen we dat vermogen tot invoelen en meevoelen niet wegduwen. Het is integendeel een basishouding die in de richting wijst van wat we met gerechtigheid bedoelen.

Gerechtigheid roept ook een grotere ruimte op dan onze persoonlijke of interpersoonlijke relaties. Zij hoopt ook op een nieuwe wereld waar brood en vrijheid is voor allen. Waarbij “brood en vrijheid” verder reiken dan de basisbehoeften. Ik denk dan aan het lied waarin we zingen dat we een nieuwe manier van delen en rekenen leren, een nieuwe aardrijkskunde, een nieuwe geschiedenis.

Ik leg er hier maar een andere term naast die het perspectief wat concreter kan maken. La convivialité. Wat is het goede samenleven? Je kan dat omschrijven in zijn minimale vorm: zorgen dat ieders basisbehoeften vervuld zijn: eten en drinken, een dak boven het hoofd enz. Dan geef je die ander waar hij/zij recht op heeft. Maar wat een heel andere beleving is het wanneer je iemands tafelgenoot mag zijn met wie je een stuk leven mag delen. Wanneer er over en weer oprecht geluisterd wordt, wanneer je een wereld van betekenis mag delen. Gerechtigheid spreekt van een diepe hoop op iets uiteindelijk : dat iets echt mag worden afgerond, dat vijandschap en haat overstegen worden in een nieuwe verbondenheid, dat alle mensen kansen krijgen om tot ontplooiing te komen.

La convivialité vlucht niet in excuses van apathie of onvermogen. Zij ziet de mogelijkheden van “la petite bonté” (Levinas) en in haar bescheidenheid beseft zij allicht niet meer te kunnen zijn dan een kleine druppel, maar ze is er van overtuigd dat ook die kleine druppel er toe doet. Al was het maar als een teken dat de situatie openbreekt of overstijgt. Juist die kleine symbolische gestes ademen een onweerstaanbare kracht.

 

 

Het visioen en de concrete stappen

We delen met velen het visioen van een rechtvaardige wereld en willen – als het kan – gerechtigheid mee bewerkstelligen. We worden er als gelovige ook toe opgeroepen: `Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. En uw naaste beminnen als uzelf.‘ Karen Armstrong vat de kern van religies samen in: ‘doe aan een ander wat je wenst dat men aan jou doet’. Er lijkt een directe opdracht tot empathie in vervat, al staat er ook: ‘met geheel uw verstand en geheel uw kracht’.

In zijn laatste boek definieert Ignaas Devisch empathie als: ‘Het vermogen je in te leven en mee te voelen met wat je denkt dat de belevingswereld van de ander is.’ Onder de titel `Het empathisch teveel’ buigt hij zich vervolgens over de vraag of empathisch vermogen wel een goede basis is voor moreel handelen of politieke beslissing. We kunnen niet de hele tijd empathisch zijn. Daar hangt een grenzeloosheid aan vast die destructief is. Het roept meteen de vraag op: wanneer wel of wanneer niet, met wie wel en met wie niet. In bijbelse termen uitgedrukt: wie is dan mijn naaste?

De Barmhartige Samaritaan toont dat het niet iemand van de eigen clan moet zijn. De vreemdeling die dichtbij komt en niet meteen op iemand anders een beroep kan doen wordt daar de mens waarvoor we bij uitstek iets kunnen en misschien wel moeten betekenen. Stijn Bruers, een nog jonge ethicus uit Leuven, is pleitbezorger van zogenaamd ‘effectief altruïsme’. Het gaat uit van het principe dat je de impact van je goede daden kan afwegen. Spring ik om een hondje te redden? De barmhartige Samaritaan lijkt alvast een verstandige keuze te hebben gemaakt. Wat hij deed maakte voor die ene mens een levensgroot verschil en stelde tegelijk een voorbeeld. Hij heeft wellicht niet lang nagedacht of hij voor datzelfde geld niet meer (andere) mensen had kunnen helpen. Als individu had hij die vrijheid. Devisch wijst erop dat wie beschikt over gemeenschapsgeld en maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt, wel verplicht is tot rationeel handelen. Empathie met een mens waarmee het klikt mag dan niet zomaar het sturende kompas worden van de actie.

Ook voor Jezus lijkt het niet de aaibaarheidsfactor die de empathische reactie uitlokt, haast integendeel. De tollenaar, de overspelige vrouw, de werkers van het elfde uur,… hij slaagt erin zich in te leven. De niet-conformistische reacties kunnen zwaar negatieve gevolgen hebben voor de populaire meester. Tegelijk, als de boodschap aankomt is ook een nieuwe richting aangegeven van gerechtigheid die bevrijdt, een mentaliteitsverandering in gang zet – eerst bij een kleine kern van betrokken mensen en dan verder. Dat niet iedereen meekomt weet hij wel: `Ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder … ‘.

Toch kan empathie een belangrijke trigger zijn voor positieve actie. Toen Angela Merkel plots geconfronteerd werd met een context van acute nood en gehavende vluchtelingen aan de grenzen, was haar ‘wir schaffen das’ volgens velen de juiste reflex. Het rijke Duitsland en bij uitbreiding Europa kon gerust zo’n 800.000 vluchtelingen onderdak bieden zonder zichzelf meteen te verliezen. Toen de stroom vluchtelingen bleef aanhouden werd naar meer structurele oplossingen gezocht. Die laten zich niet zo snel volwaardig realiseren. In vele Westerse landen dragen zowel individuele burgers als gemeenschappen hun steentje bij: van de grootoudersgemeenschap in Canada, tot de buren van het Maximiliaanpark park in Brussel.

De initiatieven zijn rijk aan diversiteit, aangepast aan de noden van de mensen en de draagkracht van vrijwilligers. Bewoners van Molenbeek hebben vluchtelingen uit het Maximiliaanpark gedurende maanden thuis opgevangen. Een vrouw getuigt hoe ze nu om de zoveel dagen dezelfde vluchteling voor 2 dagen logies geeft zodat hij op kracht kan komen.

De Paters Dominicanen in Brussel zetten zich met vereende krachten in. Marc Butaye vertelt: `Onze pastorale eenheid heeft het project “Wemeet” opgezet. Ze richtte een vzw op, die huizen / appartementen huurt aan verlaagde prijs, met daar tegenover een huurgarantie voor 3 jaar. Een aantal leden zijn vrijwilligers die de huizen zoeken (). “Wemeet” is tegelijk een brede beweging van mensen uit de diverse kerkgemeenschappen die financiële bijdragen verzamelt en centraliseert; Wemeet zoekt voor elk gezin of persoon een “peter & meter”, die de unieke contactpersoon is. Daarnaast coördineert zij vrijwilligers die instaan voor specifieke begeleiding en integratie ( lessen, crèche, sociale activiteiten, papieren, werk zoeken…). De werkwijze is overgenomen van lange ervaring in Wezembeek Oppem , waar men 36 personen op die manier huisvest en begeleidt.’

De doordachte structuur en verbondenheid van velen laat een spectrum aan inbreng toe waarbij sommigen een sterk individu-betrokken empathische inzet tonen en anderen het geheel van de diensten met meer `werkbare onverschilligheid’ mogelijk maken. Geen totaaloplossing maar toch een stevige en effectieve bijdrage en een symboolfunctie waarin diverse kerkgemeenschappen de handen in elkaar slaan met enige duurzaamheid en draagkracht. Een inspiratiebron!

In Gent doet de werkgroep vluchtelingen veel goed werk, maar de vraag naar woningen voor erkende vluchtelingen (ook kinderen) blijft huizenhoog. Het project ‘Woning Gezocht, Buren Gevonden’ van ORBIT ontmoet en ondersteunt burgers die zich (willen) inzetten rond deze uitdaging. Met enkelen van Dominicus spreken we hen binnenkort om te leren van andere initiatieven en te kijken wat hier mogelijk is. In de diverse groep van uiteenlopende levensbeschouwingen die de babbelsoep organiseert was men alvast enthousiast over het idee om iets samen te kunnen doen voor deze zaak. Wie weet, kan het de aanloop worden naar een Gentse ondertekening van het charter of compassion. Een charter dat niet kan ondertekend kan worden met een louter abstract engagement tot mededogen, maar ook een goed gekozen actieplan inhoudt dat op minstens een terrein de empathische inzet waar maakt. We hopen dat het mag uitmonden in een project dat ook echt door jong en oud van deze Dominicusgemeenschap mee gedragen wordt.

Nooit hoorden wij andere stemmen dan de onze…
Maar soms even wordt lijden opgeschort
of dragen mensen het samen,
zo zouden wij moeten leven.

.