Geloven als belofte (3)

Dominicus Gent

Viering van zondag 16 januari 2022

Geloven als belofte 

Derde viering in een reeks: Wat wil geloven…

 

Deze zondag is de derde zondag dat we vieren rond het thema ‘geloven’. Vandaag specifiek over ‘geloven en belofte’.

Twee woorden die ‘loven’ bevatten, allebei met een ander voorvoegsel en bijgevolg een andere invulling van de betekenis.  

Geloven is tegenwoordig niet zo gemakkelijk niet meer. Wat kan je nog geloven? Zijn er nog mensen met goed verstand die zich willen wagen aan een dergelijke oefening?

Houdt geloven ook een belofte in?

Voor mij is geloven een oefening waar geen einde aan komt. Wanneer ben je zeker dat je gelooft? Betekent geloven nog iets voor mij? Een zoektocht naar de essentie van geloven is een reis die je onderneemt waar je eigenlijk nooit op een vaste bestemming aankomt. Eens je denkt dat je er bent zijn er weer twijfels, andere inzichten die je in beweging zetten. Je blijft naar zekerheid zoeken, je blijft dus verder reizen. Een perpetuum mobile, zo stel ik het mij voor.

Waar ik wel zeker van ben is dat je deze reis niet alleen kunt ondernemen, daarvoor heb je anderen nodig die je uitdagen om in discussie te gaan en om samen naar inzichten te zoeken. Een levende gemeenschap waar het ‘Levende Woord’ onder het licht wordt gehouden.

Geloven een belofte? In de schrift zijn er vele voorbeelden waar we in deze viering bij zullen stilstaan.

Geloven in de aanwezigheid van die’ Ene’ die we zo benoemen is moeilijk omdat het immaterieel is. Maar het ritueel dat we elke week doen door de Paaskaars aan te steken geeft mij een gevoel van vertrouwen dat het kan en dat het licht dat we aansteken een brandend bewijs is van Aanwezigheid hier in ons midden. Een teken dat met Pasen en met het aansteken van een nieuwe kaars een belofte inhoudt dat die ‘Ene’ hier bij ons aanwezig is. Laten we het licht aanbrengen.

 

 Vriendelijk licht

Zo vriendelijk en veilig als het licht
zoals een mantel om mij heen geslagen
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht.
Ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen.
Dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.

Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen,
wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.

Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil alle liefde aan uw Zoon besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zo waar Gij leeft.
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.

T Oosterhuis – M Huijbers

 

Geloven als belofte

De reeks over geloven hebben we niet genoemd “wat is geloven”, maar “wat wil geloven”. Dat klinkt een beetje raar, maar hebben we bewust zo gedaan. Al te vaak ervaar je, als geloof ter sprake komt, dat je opgesloten wordt in een hokje, een etiket. Maar geloven is een werkwoord, is in beweging, wil iets, wil naar iets toe groeien, droomt en jaagt die droom na. Geloven is niet een Grieks, platonisch concept, met een ideaalbeeld. Nee, geloven is geschiedenis: een verlangen dat mij voortdrijft, samen met anderen, dat mij verandert, zoals ik mee anderen verander, stenen verleg in deze wereld, vanuit het grote visioen dat ons is aangereikt van een wereld van gerechtigheid, waarin het goed leven is voor ieder. En dus heeft het niet veel zin om te zeggen: geloof ik wel, ben ik nu een agnost of wat geloof ik eigenlijk. Het heeft wel veel zin als je mag beginnen vertellen over de weg die dat gelovend verlangen en vertrouwen in jou heeft afgelegd, en nog aflegt. Dan wordt het boeiend om over geloof te spreken.

Daarom was ik geraakt toen Ignace voorstelde om bij geloven niet alleen over verlangen, vertrouwen en verzet te spreken, maar ook over belofte. En ik dacht: maar hij heeft gelijk! (Ignace heeft meestal gelijk…) Heel ons leven is doortrokken van geloven dat uitgedrukt wordt in kleine en grote beloftes. Afspraken met collega’s, onder elkaar als vrijwilligers, thuis in het gezin, onder vrienden: telkens beloven we iets, en drukken we daarmee het geloof uit in elkaar, in het project waar we samen aan werken, in de liefde en verbondenheid onder elkaar. Ok, zal ik doen, je mag erop rekenen, dat komt in orde, ja ik doe de boodschappen wel, ik bereid de vergadering voor, ik maak het verslag, ik zal nog eens met die leerling praten, enz. En telkens drukken we daarmee ook het geloof in onszelf uit: dat we willen en kunnen en zullen het goede doen, dat we geloven in onze eigen kracht om samen te werken, dat we ons willen en kunnen geven en toevertrouwen… Nooit eerder had ik geloof verbonden gezien met belofte. En nu zag ik het overal.

Ook in de Bijbel. Belofte is één rode draad in de Bijbel. Aan Abraham belooft Jahweh veel nakomelingen, als hij wegtrekt uit zijn land. Tegen Mozes herhaalt hij die belofte: ik heb de jammerklachten van mijn volk over de slavenarbeid gehoord en dat heeft mij herinnerd aan die belofte. Aan de jongen tussen de schapen, David, wordt koningschap beloofd. De psalmen zingen over de belofte van redding aan elke mens gedaan. Paulus noemt zijn lezers mensen van de belofte. Jezus straalt belofte uit: belofte van gezien, beluisterd, erkend te worden, belofte van genezen te worden. Hij zegt het niet met zoveel woorden, hij zegt wel: uw geloof heeft u gered…

Maar een gelofte wordt altijd gedeeld. Je belooft iets, maar de ander moet het ook aanvaarden, anders werkt het niet. Als jij zegt: ok, ik maak het verslag van de vergadering, dan moeten de anderen zeggen: da’s goed, doe maar. Als je trouwt, zeg je ook van twee kanten ja. Als je kinderen krijgt, weet je dat die belofte voor altijd is. Zelfs al groei je volledig uit elkaar, dan nog blijf je vader en moeder, blijf je kind. Waarom zeg ik dit? Omdat het leven zo ingewikkeld is vaak, omdat mensen zo zwak zijn, omdat de dingen over onze kop kunnen groeien.

Je merkt het ook in de Bijbel: voortdurend worden de beloftes aan de voorvaderen in herinnering gebracht, omdat mensen het onderweg vergaten, of er niet aan toekwamen. Ieder heeft zijn eigen grenzen, haar eigen beperkingen. Voortdurend klinkt in de Bijbel de Stem die wakker maakt, die boos is maar tegelijk uitnodigt, die een tweede kans geeft, en nog een kans. Er wordt weinig echt veroordeeld, lijkt me, dat joods geschiedenisboek vol verhalen begrijpt dat wij mensen zijn, en beperkt, en zwak, en onhandig, en soms laf, en vaak vol schrik. Ook Jezus zegt het: oordeel niet. Ik vind dat een geweldige uitspraak. Ik vind het ontroerend te zien hoe de profeten evenveel heilsboodschappen als onheilsboodschappen brengen, hoe vlug Jahwe verandert van gedacht, van dreigen met rampspoed naar uitnodigen, vergeven, weer opnemen. In Jeremia 4 staat: “Ik heb gesproken, mijn besluit staat vast, ik kom er niet meer op terug.” Een echt kwade Jahweh dus. En nog geen tien verzen verder zegt diezelfde Stem: “Loop door de straten van Jeruzalem, kijk goed uit, zoek de pleinen af. Als ge ook maar iemand kunt vinden die zijn plichten vervult en oprecht wil leven, dan vergeef ik de stad.” Ook maar 1 iemand… Weer een belofte… Jahweh lijkt wel een softe vader, die spijt krijgt dat hij heeft gedreigd. Ook dat staat letterlijk in Jeremia (18).

De Bijbel toont de mens als verbonden met een groot Mysterie van goedheid en liefde. Niet voor niets wordt er zo vaak van een verbond gesproken: laten we samen werken, zegt zo’n verbond, aan een wereld die goed is, voor iedereen. Na elk probleem worden er weer nieuwe afspraken gemaakt, nieuwe verbonden gesloten. Maar in al onze zwakheid hebben wij mensen een grotere Belofte nodig, een die zegt dat wij niet uit het leven zullen vallen, dat wij elkaars genade zullen zijn, zoals een grotere genade ons nooit alleen laat. Het is de diepste Belofte die mensen nodig hebben, zoals een kind een moeder en een vader nodig heeft, als het weer eens twijfelt, angstig is, verloren loopt. Zo zijn wij mensen. En Jezus en de oude bijbelverhalen vertellen dat zo’n groter, ons overstijgend Vertrouwen er is. En in onze viering geven wij ons over aan dat levengevend Mysterie, of dat proberen we toch een beetje…

Na elk probleem worden er weer nieuwe afspraken gemaakt, nieuwe verbonden gesloten, zei ik. Vaak gaat dat, vaak ook niet. Jezus genas van mensen de lichamelijke pijn, maar over de genezing van de binnenkant was hij vaak zeer ontgoocheld en sprak hij harde woorden. Hypocrieten, zei hij tegen de mensen met religieuze dus ook politieke macht, die hem kwamen testen. Ook de profeten zwijgen niet, al worden ze soms zelf het slachtoffer van geweld. Want er blijven dingen ontoelaatbaar, geen enkel nieuw verbond kan onrechtvaardige macht, uitbuiting, diefstal, moord en brand toelaten. Er zijn grenzen, en het is een les dat we die, na zoveel eeuwen, nog altijd moeten herhalen, ook in deze maatschappij van ons. Ook die grenzen zijn een belofte: tot hier en niet verder. We lezen over die grenzen straks, na het lied, twee fragmenten uit Jeremia.

 

Lied van weg en omweg 

Die mij getrokken uit de schoot,
mij mens genoemd hebt en geëigend,
mijn ogen wende aan het licht,

mijn voeten zette dat ik stond,
mij hebt doen weten dat ik gaan kon,
dat ik zou komen waar Gij zijt.

Die als ik neerzit aan de kant
van weg en omweg, moe en dorstig,
mij overschaduwt met uw Naam.

Die toen ik neerlag in het stof
mij hebt omgeven met uw duister
dat geen gedierte mij verslond.

Die ongezien mij trekt tot U,
u zal ik ongezien vertrouwen
laat mij niet over aan mijzelf.

T Oosterhuis – M Oomen

 

Jeremia 7

“3 Dit zegt Jahwe van de machten, Israëls God: Beter uw leven, dan laat Ik u wonen op deze plaats. (…) 5 Beter uw leven, behandel elkaar rechtvaardig,  6 verdruk geen vreemdeling, weduwe of wees, vergiet geen onschuldig bloed op deze plaats en loop niet achter andere goden aan, tot uw eigen verderf.  7 Dan laat Ik u wonen op deze plaats, in het land dat Ik aan uw voorvaderen gegeven heb voor altijd.  8 Maar gij vertrouwt op valse, waardeloze leuzen.  9 Gij steelt, gij moordt, ge pleegt echtbreuk, ge zweert vals, ge offert aan de baals en loopt achter andere goden aan, die gij nooit hebt gekend.  10 En dan durft ge in deze tempel, dit huis dat mijn naam draagt nog voor mij verschijnen en zeggen: `We zijn veilig!’ Maar ondertussen blijft ge al die wandaden bedrijven.  11 Is het huis dat mijn naam draagt, in uw ogen soms een rovershol? In mijn ogen beslist niet – godsspraak van Jahwe -.

Jeremia 23

1 Wee de herders, door wie de schapen van mijn kudde omkomen en verloren lopen – godsspraak van Jahwe -.  2 Daarom zegt Jahwe, Israëls God, tot de herders die mijn volk weiden: Door uw schuld zijn mijn schapen verloren gelopen en uiteengedreven; ge hebt er niet op gelet. Maar Ik let wel op u vanwege al uw misdaden – godsspraak van Jahwe.  3 Zelf breng Ik de overgebleven schapen bijeen uit alle landen waarheen Ik ze heb verdreven. Ik breng ze terug naar hun weiden; ze worden weer vruchtbaar en talrijk.  4 Dan stel Ik herders over hen aan, die hen werkelijk weiden. Ze hoeven niet meer bang of angstig te zijn, geen van hen wordt nog vermist – godsspraak van Jahwe -.  5 Geloof mij, de tijd komt dat Ik een wettige telg van David doe opstaan – godsspraak van Jahwe -; hij zal met bekwaamheid regeren en het land rechtvaardig en eerlijk besturen.  6 Dan wordt Juda bevrijd, leeft Israël veilig. Dit is de naam die men het geeft: `Jahwe, onze gerechtigheid.’  

 

Geloven, beloven….in het aangezicht van de dood van een vriend…   

Het engagement opnemen om in de viering over een onderwerp te praten dat binnen de voorgangersgroep is vastgelegd, is niet altijd eenvoudig. Je denkt erover na, je zoekt artikelen, inspiratie, je gaat in discussie met je medevoorganger. Een tekst over het onderwerp is dan het logische gevolg ervan.

Maar wat als het onderwerp door omstandigheden heel dicht op je huid gaat zitten, Je hebt een vriend die heel erg ziek is, de diagnose krijgt dat men op medisch vlak niks meer kan doen. Alleen comfortzorg is nog mogelijk. Je gaat op bezoek en ziet het lijden van iemand waar je om geeft, je ziet dat de ziekte het onrechtvaardig wint op niet ziek willen zijn, een lichaam dat aftakelt en dat heel wat van zijn eigenwaarde opzij moet zetten. In het gesprek komen er existentiële vragen naar boven: ‘Waarom ik? Waarom? Waar heb ik dit verdiend? Ik wil nog leven maar de kracht ontbreekt mij, ik ben op……..’. Kan ik hier iets aanbrengen dat belofte inhoudt en zou hij dat dan ook nog geloven?

Geloven en belofte: het liet mij niet los aan het ziekbed. Welke woorden vind ik  om die vriend te doen geloven in de belofte  gedaan door die ‘Ene’ die we elke zondag aanspreken, vieren, bezingen? Welke toekomst heeft hij?  

Ik sprak over deze gemeenschap en de rituelen die we elke week weer aanbrengen. Het ontsteken van de Paaskaars. Het Licht: belofte van zien in het duister, hoop dat er een einde aan elk lijden komt, belofte van verbinding en elkaar niet loslaten in moeilijke momenten, hoop dat we elkaar ooit nog eens mogen weerzien of aanvoelen?

We zingen mooie liederen en de keus wordt altijd bepaald door het onderwerp en het valt mij op dat de teksten die we gebruiken gelaagd zijn en in verschillende vieringen een andere betekenis kunnen hebben.

Psalm 139  staat op nummer één bij onze vriend. De tekst was mij niet zo goed bekend maar bij het lezen begrijp ik dat je de inhoud ervan kunt geloven, dat die inhoud sterkte geeft, perspectief en een belofte inhoudt die je kan sterken. Zeker in een periode van je leven waar je steun nodig hebt om vertrouwen te krijgen in wat er gaat gebeuren, zodat je gemakkelijker de stap kunt zetten om alle los te laten, zodat je bevrijd over ‘de schreve’ kunt  gaan zoals ze in West-Vlaanderen zeggen en rust vinden in een ander ‘Beloofd Land’.

Laten we samen psalm 139 zingen als gebed om steun opdat Marc rust kan vinden.

 

Psalm 139

Gij, Gij peilt mijn hart, Gij doorgrondt mij.
Gij weet mijn gaan en mijn staan.
Gij kent mijn gedachten van verre,
mijn reizen en trekken, mijn rusten.

Mijn wegen, alle, zijn u bekend.
Ieder woord dat komt op mijn lippen,
onuitgesproken nog, Gij hoort het al.
Achter mij zijt Gij en voor mij uit.

Gij legt uw handen op mij.
Dit is wat ik niet kan begrijpen,
niet denken, dit gaat mij te boven.
Hoe zou ik uw adem ontkomen,
waarheen vluchten voor uw aangezicht.

Beklim ik de hemel, daar zijt Gij,
daal ik af in de aarde, daar zijt Gij ook.
Had ik vleugels van morgenrood,
vloog ik over de verste zeeën,
ook daar Gij, uw hand,
uw rechterhand die mij vasthoudt.

Zou ik roepen: duisternis, bedek mij,
licht, verander in nacht –
voor u bestaat de duisternis niet.
Voor u is de nacht even licht als de dag,
de duisternis even stralend als het licht.

Uw schepping ben ik in hart en nieren,
Gij hebt mij geweven in de schoot van mijn moeder.
Ik wil u bedanken daarvoor,
dat Gij mij ontzagwekkend gemaakt hebt.

Mijn ziel en gebeente door u gekend.
In mij was niets voor uw ogen verborgen
toen ik werd gevormd in het diepste geheim,
prachtig gevlochten in de schoot van de aarde.

Ik was nog ongeboren, Gij had mij al gezien
en mijn levensdagen stonden in uw boek
nog voor Gij er een had gemaakt.

Gij eeuwige, peil nu mijn hart en doorgrond mij
toets mijn verborgen gedachten.
Ik ben toch niet op een doodlopende weg?
Leid mij voort op de weg van uw dagen.

T Oosterhuis – M Oomen

 

Inleiding op tafeldienst

Laten we aan tafel gaan. In al hun eenvoud drukken deze gebaren van gedeeld brood en wijn beter dan veel woorden uit waar het op aankomt. Zo deed Jezus het voor. Geloven is de belofte van delen doen. Hier doen we het samen. Dat geeft kracht.

We weten ons verbonden met de mensen van onze gemeenschap die vandaag hier niet kunnen zijn, met de mensen van deze buurt, met de mensen in het ziekenhuis hier recht tegenover. We weten ons verbonden met wie, waar ook, Jezus’ spoor probeert te volgen. Voor hen steken we het solidariteitskaarsje aan, dat ooit in Congo meekwam. We weten ons ook verborgen met onze geliefde doden. Speciaal denken we aan Marc, en aan Myriam en zijn gezin.

Klein tafelgebed 

Niemand heeft U ooit gezien.
Liefde is uw naam.

Brood des levens heet die knecht
die uw kind genoemd wordt,
Jezus, kind uit Nazaret.

Liefde, zegt Gij, is te doen.
Werk in ons, dat wij u doen.
Licht ons op, dat wij U zien.

Dat wij leven wat geleefd moet.
Dat wij doen wat moet gedaan:
recht voor ieder mensenkind,

brood voor ieder kind van mensen,
vrede en een nieuwe wereld.
En de dood zal niet meer zijn.

T Oosterhuis – M Oomen

 

Op de laatste avond met vrienden samen,

deed hij wat hij altijd gedaan had.

Hij nam brood om te delen en zei:

Zo ben ik. Gebroken.

Mijn leven is het,

gegeven in uw handen.

Neem het aan.

 

Hij nam een beker met wijn.

Hij dankte God, Zijn Vader,

die in hem voltooide

wat sinds mensenheugenis begonnen was.

En zei: Dit is de beker

van Gods verbond met elke mens.

Mijn trouw en liefde voor u allen

en het lijden dat ik moet doorstaan,

zijn er het teken van.

Drink hiervan.

Denk aan mij telkens gij hiervoor samenkomt

En leef zoals ik u heb voorgedaan.

 

Onze Vader

Vredeswens

Pianospel

Slottekst

Zoekende  (Kris Gelaude)

Leer mij

de stille aandacht

en aanwezigheid

bij wat nu is

en wat vanuit het onbekende

mij uit mezelf roept.

 

Leer mij

niet vast te groeien

in zekerheden,

maar zoekende op weg te zijn.

En de verwondering

om het gevondene.

 

Leer mij ontzag voor wat verborgen blijft

achter de horizon.

En voor de grond

waarop ik als een vreemdeling

mijn voeten zet.

 

Leer mij

de ingekeerdheid

van een pelgrim,

die toevertrouwd aan wat voor hem ligt

de ongekende tocht

naar binnen gaat.

 

Slotlied 

Gij, levende eerste en laatste, moeder, vader,
God onspreekbaar boven onze woorden uit
zegen uw mensen die hier nu zijn
en al uw mensen waar ook ter wereld
doe lichten over ons uw aangezicht
en geef ons vrede.

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.