Fratelli Tutti (1): Godsdiensten in dienst van broederlijkheid in de wereld

Dominicus Gent

Zondagviering van 30 mei 2021

Godsdiensten in dienst van broederlijkheid in de wereld

(Reeks  Fratelli Tutti 1/3 – Hoofdstuk 8) 

            

1  

Enkele jaren geleden vierden we rond Laudato Si‘,  de encycliek met een verbindende oproep om zorg te dragen voor ‘ons gemeenschappelijk huis’. Klimaatverandering ontheemt en doodt nu al mensen en bedreigt op korte termijn alle leven op aarde. Het is geen noodlot maar hangt samen met onze individuele en politieke keuzes.

Laudato Si’ is geschreven in een taal die aanspreekt en niet enkel voor katholieken bedoeld of verstaanbaar is. Vertrouwvol nodigt ze uit om samen de ramp van klimaatverandering te keren.

Vandaag starten we een reeks rond de encycliek “Fratelli Tutti – over broederschap en sociale vriendschap”. Ik durf gerust zeggen: een aanrader die opnieuw elke wereldburger kan aanspreken. In februari laatstleden mochten we online getuige zijn van een interlevensbeschouwelijke ontmoeting rond deze tekst. Bisschop Lode stelde de encycliek voor en ging in gesprek met de moslima Naima Lafrarchi en de vrijzinnige Freddy Mortier: hier kan je dat boeiend gesprek alsnog (her)bekijken en beluisteren.   https://www.youtube.com/watch?v=6H2WO0rQDas

Een pauselijk document centraal stellen in Dominicusvieringen roept vaak reactie op.

  •    Bij sommigen liggen de wereldvreemde homofobe uitspraken van de congregatie voor de geloofsleer nog vers in het geheugen en op de maag. Fratelli Tutti wordt weggehoond, want ‘van-hetzelfde-huis’.
  •    Anderen stoot het tegen de borst dat in deze encycliek rond broederschap –Fratelli Tutti- de Sorelli – de zusters- ‘tutti’ buiten beeld blijven. Bij de Nederlandse vertaling van de titel ‘Fratelli Tutti’ is dan wel gekozen voor “Alle mensen ” en in de tekst zelf spreekt men over broeders én zusters. Maar, de voorbeelden blijven exclusief mannelijk: ML.King, Desmond Tutu, Ghandi, ….
  •    Voor nog anderen is het vreemd dat de encycliek haar inclusieve taal niet volhoudt in het laatste hoofdstuk dat in deze viering centraal staat: ‘godsdiensten in dienst van broederlijkheid in de wereld’. De eerste hoofdstukken spreken elke mens van goede wil aan en kennen bijval ver buiten de kringen van gelovigen en godsdiensten. Zelfs wanneer het evangelieverhaal van de barmhartige Samaritaan centraal staat herkennen mensen zich in de vragen: wanneer ben je zelf de gewonde die hulp nodig heeft? Wanneer ben je de onverschillige of onaantastbare leviet of priester dan wel de helpende Samaritaan? Maar het laatste hoofdstuk heeft wat weerhaakjes en lijkt in de val van het desastreuze wij-zij denken te trappen waarvoor ze in eerdere hoofdstukken waarschuwt. Zo zijn wij in Vlaanderen gewoon geraakt aan de term ‘levensbeschouwingen’ voor zaken die elke wereldburger aanbelangen. Erkende Godsdiensten maken daar deel van uit, maar ook niet confessionele overtuigingen en levenswijzen. We leerden in het samenleven en samenwerken met andersdenkenden gevoelig worden voor een taal die anderen kan uitsluiten, reduceren of kwetsen. Zo worden in dit hoofdstuk individualisme en materialisme te makkelijk aan ongelovigen alleen toegeschreven. Terwijl we ons als westerse christenen evengoed kunnen afvragen of wij in het gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan niet vaak de ‘rovers’ zijn ipv slachtoffer of helper. Doordat dit hoofdstuk een taal voor ‘binnenstaanders’ hanteert kan dat voor buitenstaanders discriminerend en arrogant overkomen en voel ik me plaatsvervangend gekwetst. Bij nader toezien is die uitsluitende taal het sterkst wanneer paus Franciscus citeert uit documenten van zijn voorgangers. Wanneer hijzelf schrijft klinkt dat inclusiever, bescheiden en verbindend.

Zich een verbindende houding eigen maken vraagt leertijd. Vooral open ontmoetingen maken ons tot fratelli en sorelli van elkaar en leiden tot wederzijds respect voor het fundamenteel anders-zijn van anderen.

 

2

We beluisteren hoe Lucas de leerperiode van de eerste Paus Petrus beschrijft in het boek Handelingen 10, hier naverteld.                                                   

Hoofdstuk 10 van het boek Handelingen is een prachtig verhaal dat leest als een filmscript.

In beeld: twee havensteden op 60 km van elkaar: het noordelijke Caesarea Maris en het zuidelijke Joppe, ook gekend als Jaffa en uitgebreid tot het huidige Tel Aviv.

In Caesarea woont Cornelius, een heidens Romeins legeraanvoerder. Hij behoort met zijn huisgenoten tot de godvrezenden die bidden tot JHWH en is gekend om zijn liefdadigheid.

In Joppe, bij Simon de leerlooier, is Petrus te gast. Goed gekend als immer onstuimige joodse apostel en zo menselijke rots waarop Jezus zijn kerk bouwt. Na Pinksteren bleef Petrus enige tijd in Jeruzalem. Een bijzondere periode, waarin de vraag prangend wordt of Jezus’ zending beperkt blijft tot het eigen joodse volk dan wel uitgebreid moet worden naar de niet besnedenen, de niet-joden.

Bij beide heren gebeurt iets gelijkaardigs: ze krijgen een visioen.

In Caesarea draagt een engel Cornelius op om mannen naar Petrus te sturen om hem te halen. Terwijl die mannen onderweg zijn naar Joppe bidt Petrus tegen etenstijd op het dak. Tot driemaal toe krijgt hij een visioen waarvan hij niets begrijpt: Uit de open hemel daalt iets als een groot laken met alle vogels en alle viervoetige en kruipende dieren. Een stem beveelt ‘Vooruit Petrus, slacht en eet’. Ondanks zijn grote honger weigert Petrus tot drie keer toe: ‘In geen geval, ik heb nog nooit iets gegeten dat onheilig of onrein was!’. Zo kennen we Petrus. Met hetzelfde vuur ontkende hij eerder – ook tot drie maal toe- dat hij Jezus niet kende. Nu is het niet de haan maar de bel van de mannen van Cornelius die hem redt. De Geest maant Petrus aan om zonder aarzelen met hen mee te gaan. Zo geschiedt: Petrus biedt de mannen onderdak en reist daags nadien met hen mee naar Caesarea Maris waar Cornelius, zijn vrienden en familieleden hem allerhartelijks ontvangen. Cornelius valt Petrus te voet om hem te aanbidden maar Petrus zegt “Sta op, ik ben ook maar een mens.” En waar hij twee dagen geleden niets begreep van het visioen zegt Petrus nu “U weet dat het een Jood verboden is om te gaan met iemand uit een andere volk of bij hem in huis te komen? Maar mij heeft God laten zien dat men geen mens ter wereld onrein of niet zuiver mag noemen”(vers 28) en even later “Nu weet ik zeker dat God geen aanzien des persoons kent, maar dat iedereen, ongeacht het volk waartoe hij behoort, Hem welgevallig is als hij godvrezend is en gerechtigheid doet”(verzen 34-35).

 

Eigenlijk heeft Lucas al in de eerste zinnen van dit verhaal de afloop verklapt: Petrus is in Joppe nl. te gast bij Simon, de leerlooier. De super-jood Petrus logeert bij een leerlooier, een beroep waar bloed dagelijkse kost is, een niet-koosjer beroep. Maar dit adres leest als een ouverture van verandering. De transitie is ongezien begonnen, de strikte grens tussen besnedenen en onbesnedenen wordt uitgewist. De poort naar inclusie is open. Het visioen met de reine en onreine dieren ligt in dezelfde lijn.

Het is van vreemden dat Petrus leert wat Goed Nieuws, -evangelie-, kan zijn. Beginnend bij de gastvrijheid van de leerlooier en dankbaar om de godvrezendheid van Cornelius dient een bijbels “Fratelli / Sorelli tutti” zich aan.

Wanneer we in de Gentse Interlevensbeschouwelijke werkgroep een viering voorzien naar aanleiding van vredesweek of iets gelijkaardigs, dan wordt het volgende lied altijd gekozen omdat elke levensbeschouwing er iets van zichzelf in herkent.

Christenen herkennen de werking van de geest in het lied en al zeker in deze post-pinkstertijd. We zingen het als een gebed in verbondenheid met elke mens van goede wil.

Adem in mij

Gij adem van vrijheid, adem in mij
en in heel de wereld

Gij stroom van leven, stroom in mij
en in heel de wereld

Gij flits van een nieuwe wereld, licht op in mij
en in heel de wereld

Gij donder van gerechtigheid, dreun in mij
en in heel de wereld

Gij levend in geweldloosheid, leef in mij
en in heel de wereld

Gij rood van vrede, bloei in mij
en in heel de wereld

Gij frisse wind, waai in mij
en in heel de wereld

Gij goddelijke aandrang, doordring mij
en de hele wereld

(t Anton Rotzetter,
M Berre van Thielt)

 

 

3

Voorwaarden voor interlevensbeschouwelijke dialoog en -samenleven     

Daarop nam Petrus het woord en zei: ‘Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen, maar dat hij zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook, die ontzag voor hem heeft en rechtvaardig handelt (Hnd 10, 34-35;).

De paus richt zich in ‘Fratelli tutti’ tot iedereen –  vrouwen zijn ook ‘broers’ –  én, tot alle religies, culturen en volkeren. Hij noemt het ‘een uitnodiging tot dialoog tussen alle mensen van goede wil’. Het is een bijzonder rijke tekst die meer publieke aandacht, studie en discussie verdient. Met deze overweging denk ik met jullie na over de voorwaarden voor de pluralistische dialoog waartoe de paus oproept.

Maar vooraf deze beschouwing.

In het licht van vroegere standpunten en eeuwenoude praktijken van de RKK is ‘Ft’ ‘revolutionair’. Monotheïstische religies, ook het christendom, zagen zichzelf eeuwenlang als de enige waarheid. De éne en enig ware God moest alle valse goden verdringen en iedereen tot die waarheid bekeren. Dissidenten kregen het hard te verduren. In 1965 (Vat. II) kwam daarin een verbazende omslag. Vandaag acht ‘Ft’ waarheidsvinding mogelijk door consensus die steunt op de onaantastbare waardigheid van elke mens. (Ft paragrafen 211-214). 

Over de oorzaken van die verandering zijn veel boeken te schrijven.

De kerk kijkt vandaag dus anders naar zichzelf; er ontstond een nieuw zelfbeeld, een gewijzigd beeld van anderen én van God. Die nieuwe identiteit kon de absolute ongeldigheid van andermans waarheid loslaten en de kernvoorwaarden voor een pluralistische dialoog vervullen: een ‘open identiteit’. Hoewel nog niet iedereen het goed beseft, liep de kerk daarmee in het spoor van de secularisering; ze erkende de onaantastbare waardigheid en persoonlijke vrijheid van elke mens, ook van anders- en niet-gelovigen. Dat maakt de encycliek van Franciscus ook voor ‘andersdenkenden’ geloofwaardig. 

‘Andersdenkenden’: wat een woord. Denken niet alle nadenkende mensen anders dan alle andere mensen die nadenken? Toch is het niet simpel om de infantiele gedachte los te laten dat de mensheid beter af zou zijn als iedereen dacht zoals wij. Eerlijk gezegd, ik vind het moeilijk van die ziekte helemaal te genezen. Misschien herkennen jullie zichzelf daarin. In die zin is elke ware dialoog ‘pluralistisch’ en gelden voor personen, instituties en staten ten gronde dezelfde voorwaarden. Ondertussen weet ik zeker dat ons leven verschrompelt zonder waarachtige en open confrontatie met anderen.

Die ware dialoog is tegelijk simpel en moeilijk. Dé voorwaarde is een open, ontvankelijke grondhouding ten opzichte van zichzelf, de dingen, de mensen, God, dat is tov onze identiteit. De mystici uit alle religies zijn het erover eens: je vaste ‘identiteit’ loslaten is de basisregel. Eckhart spreekt van loslaten van wat je kent, wat je wil en wat je bent. Want een in zichzelf besloten identiteit legt een sluier van zelfbedrog over onszelf en van vooroordelen over anderen. Ze beletten ons werkelijke zelf en de werkelijke anderen te zien en te aanvaarden.

Gelukkig kijken en denken die anderen ‘anders’. Zij halen onze vaste en vanzelfsprekende identiteit voortdurend onderuit óf ze bevestigen die. Zo zijn vrienden, echtgenoten, leraren, zussen, broers, biechtvaders, collega’s, therapeuten, enz. onze voortdurende kans ons zelf-en wereldbeeld bij te stellen. Soms zijn we blij over onszelf iets bij te leren. Maar het kan ook fameus ‘zeer doen’ als anderen ons, ons gedrag en opvattingen afwijzen; we voelen ons betrapt en gekrenkt.

Niet aanvaard worden maakt ons onzeker of angstig; het tast ons positief zelfbeeld en onze ‘eigen waarheid’ aan. In die onveilige confrontatie is onze spontane reactie: vechten of vluchten. We zetten onze stekels recht, of, we kruipen in onze schelp of, we zoeken toevlucht bij een groep die onze meningen bevestigt, of, waar meningen er niet toe doen. De angst onszelf en de ‘eigen waarheid’ te verliezen is de grootste hinderpaal om open te staan voor wat anders, vreemd of onbekend is. Niet zelden neemt die angst de vorm aan van projectie: die andere moet wel kwaadwillig zijn, omdat ik me in zijn nabijheid angstig voel.

Hoe leren we voldoende zelfvertrouwen om dat ‘gestolde zelf’ los te laten? Die contradictie is enkel met een andere blik op onszelf te overwinnen. En dat leert men al doende, uit eigen ervaring. Onze gemoedsrust op het spel zetten vergt zelfvertrouwen uit een diepe bron: liefde van anderen. Juist als gelovigen mogen we volop vertrouwen dat we hoe dan ook door God aanvaard zijn. Ook in dat vertrouwen kunnen we groeien. 

Omgaan met anderen blijft dé opgave in elk mensenleven. De ander is soms de hemel, soms de hel.  Maar wie we als mens worden, hangt volop samen met de kwaliteit van onze verhoudingen met alle andere mensen. Er is diep respect nodig voor de onaantastbare en unieke waardigheid van de ander. Gelijkwaardige dialoog vraagt onbaatzuchtige liefde, zonder behoefte aan dominantie. Het is een zachtmoedige nabijheid die ook afstand houdt om de ander in zijn/haar vrije verantwoordelijkheid te laten en zichzelf te laten vinden. Zo ontstaat het blije inzicht in onze gemeenschappelijke menselijkheid. ‘Wij zijn mensen!’: wat een vreugde dat ik dit bij het vrijwilligerswerk in de gevangenis en met velen van jullie heb mogen ervaren.

Laat ons daarvoor danken en vieren.

Amen.

 

  

4

Twee voorbeelden van Interlevensbeschouwelijke dialoog uit de nabije omgeving

Daarnet gaven we al aan dat de liederenkeuze bij een bezinnend moment van de ILB-WG Gent steeds in overleg gebeurt, met respect voor ieders betrokkenheid en ieders taal. In principe kent de maandelijkse bijeenkomst van de Gentse ILB-WG twee grote luiken. In het eerste luik stelt een deelnemer uit één van de LB iets van haar eigenheid voor. Zo leren we elkaar beter kennen. Soms is het een moment waarbij een thema centraal staat en élke aanwezige vanuit haar LB iets verduidelijkt daarover: omgaan met stervenden, vredevolle uitspraken, visie op leven en dood, … Belangrijk blijft dat de aanwezigen in eigen naam spreken, als mens met die of die LB en niet als soort officiële vertegenwoordiger die stellingen verkondigt van haar LB. Dat spreken gebeurt behoedzaam, mensen stellen zich kwetsbaar op. We oefenen ons in respectvol in waarheid met elkaar omgaan. De overige vergadertijd worden activiteiten georganiseerd die broederschap bevorderen, gericht op ‘de achterban’ en een ruimer publiek. Velen onder u hebben al deelgenomen aan een wandeling naar andere LB-huizen, een vredesviering, een vormingsmoment, een actie. Hopelijk leerden jullie op die manier mensen met andere levensbeschouwingen kennen en respecteren. Binnenkort mogen jullie terug zo’n uitnodiging verwachten nav de dag van de vluchteling.

In het onderwijs worden al 10 jaar interlevensbeschouwelijke competenties geoefend die door vertegenwoordigers van alle erkende levensbeschouwingen zijn opgesteld. Ook hier geldt dat de concrete open en respectvolle ontmoeting centraal moet staan om het vreemde andere van levensbeschouwingen van binnenuit te leren kennen. Dat gebeurt via projecten, bezoeken, spelen, interviews,… bij voorkeur met leeftijdsgenoten. Zo oefenen we het kwetsbare zoekende spreken en de respectvolle omgang met elkaar wanneer het om onze levensbeschouwing gaat.

Kennen jullie ook initiatieven waarbij het levensbeschouwelijk verschil op een positieve manier benaderd wordt of wil je getuigen van een interlevensbeschouwelijke ontmoeting, dan kan dat nu – zet je micro aan als je iets wil delen. Uiteraard is nu ook plaats voor stilte en uw persoonlijk gebed.

 

TAFELDIENST

Welkom aan tafel                                                                                                     

Laten we aan tafel gaan en bidden:

Jezus, gij hebt ons gevraagd u te blijven gedenken.

Ondanks de dreiging van het moment deed gij wat gij altijd deed:

brood en wijn delen, samen eten en drinken,

u op leven en dood met anderen verbinden,

als daad én teken van liefde.

 

Nooit genoeg kunnen wij u danken voor deze tafel

van herinnering én van aanwezigheid onder ons.

 

Gij toont ons hoe mislukking en vertrouwen samengaan.

Ook vandaag vermorzelt terreur mensen.

Geef dat wij niet wegvluchten van hun leed.

 

Jezus, gij zijt bij ons in het breken en delen van ons leven,

dat wij samen groeien in menselijkheid en steeds weer gemeenschap vormen. 

 

Wij bidden, ook met hen die ons in leven en dood zijn voorgegaan;

We danken hen om de weg die ze ons toonden.

 

We verenigen ons met allen die vandaag eucharistie vieren,

en met hen die er om wat voor reden dan ook niet bij kunnen zijn.

 

En,

Gij, Eeuwige en Onzichtbare,

we danken u voor dit samenzijn en bidden u,

verenig ons met alle mensen, zodat ook wij onszelf met uw Geest verenigen.

 

            

*

Op 6 juli kan je bij Pax Christi webinar volgen over de encycliek  https://www.paxchristi.be/activiteit/de-kracht-van-fratelli-tutti-inspiratie-en-opdracht-tot-vrede-vandaag?utm_source=A%20E-nieuwsbrief%20PCV&utm_campaign=5bd79ffb5b-EMAIL_CAMPAIGN_4_23_2018_COPY_01&utm_medium=email&utm_term=0_692331633c-5bd79ffb5b-589669585

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.