Dominicus Gent
Online viering van zondag 29 november 2020
Een huis van iedereen…
(eerste adventsviering rond thema van Welzijnszorg: Onbetaalbaar…)
Welkom iedereen die de viering van thuis uit volgt op deze zondag 29 november. Het is de eerste zondag van de advent en ook de start van de campagne van Welzijnszorg.
We komen stilaan in de zes donkere weken van de winter en we hebben nood aan meer licht. Laten we daarom de Paaskaars aansteken als teken van Gods aanwezigheid.
Onbetaalbaar, dat is de naam van de campagne van Welzijnszorg. Voor 1 op de 5 huishoudens is wonen onbetaalbaar. In de vier adventsvieringen zullen we rond dit thema vieren en bidden. Vandaag is het thema ‘Een huis van iedereen’.
We zingen deze viering open met een Psalm van David: ‘Ik zal niet rusten, geen ogenblik, voordat ik heb gevonden – een plek waar Hij wonen kan…’
IK ZAL NIET RUSTEN
Ik zal in mijn huis niet wonen,
ik zal op mijn bed niet slapen,
ik zal mijn ogen niet dicht doen,
ik zal niet rusten, geen ogenblik,
voordat ik heb gevonden:
een plek waar Hij wonen kan,
een plaats om te rusten voor Hem
die God is, de enige ware.
Ik zal in mijn huis niet wonen,
ik zal mijn ogen niet dicht doen,
ik zal niet rusten, geen ogenblik,
ik mag versmachten van dorst,
tot ik gevonden heb:
een plek waar de doden leven
de plaats waar recht wordt gedaan
aan de verworpenen der aarde.
tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen
“Onbetaalbaar”…
Pasen ligt al een hele tijd achter ons. Het is dan lente en we vieren het feest van de verrezen Christus. Zijn dood was een donkere en beleefde emotie.
Vandaag zijn we de eerste zondag van de advent en duiken de donkere weken van de winter in. We hebben nood aan licht. Daarom is die adventskrans met kaarsen een teken van hoop. Elke zondag steken we een kaars aan en het licht groeit telkens met een kwart aan.
Advent komt van het Latijnse woord advenire en betekent naderen. We moeten hoop hebben en geloven dat het licht terugkomt.
We naderen Kerstmis. Een vrouw wordt verlost van haar baby. Een negenmaandlang verblijf in de warme, duistere baarmoeder. Het kind verlaat het donker en gaat naar licht waar we het mogen verwelkomen op deze wereld.
Sterven is een omgekeerde beweging, dan staan we in een onzekere, soms pijnlijke donkere periode, waarin we tenslotte het leven moeten loslaten en hopelijk de weg naar het Licht mogen gaan.
Dit zijn twee bewegingen die ik heel sterk heb mogen ervaren bij de geboorte van mijn kinderen en het sterven van mijn moeder. In beide gevallen ging het om loslaten.
Een kind dat verwacht wordt brengt vreugde mee. Het is niet anders gegaan met Maria. Zij stond helemaal in dienst om een kind te krijgen waarvan ze wist dat Hij op aarde ging komen met een speciale missie, want God zelf zond zijn zoon naar ons. Toen hij volwassen was had hij zijn keuze al gemaakt. Hij nam het op voor de zwakkeren, de zieken, de uitgestotenen.
Welzijnszorg brengt elk jaar met de advent een campagne die zich inzet voor de mensen die onrecht worden aangedaan en niet erkend worden als gelijken. Niemand kiest de wieg en het huis waarin hij geboren wordt. Als je al een huis hebt, want een dak boven je hoofd hebben is een recht. Ongelukkig genoeg zijn er mensen die problemen hebben om een deftige huisvesting te vinden.
Een goede woning zou voor onbetaalbare momenten moeten zorgen. Voor 1 op 5 huishouden is wonen onbetaalbaar. ONAANVAARDBAAR.
In maart sprak Maggy De Block de zin uit: ‘Mensen, blijf in je kot’.
De campagne van Welzijnszorg focust inhoudelijk op het belang van ons ‘kot’. Als je er maanden in opgesloten zit dan besef je meer dan ooit hoe belangrijk ‘thuis’ is.
Nochtans zijn er heel wat mensen die nieuwe problemen hebben. Er zijn mensen die dakloos, thuisloos en bijgevolg geen huis hebben. Er zij mensen voor wie de huur te hoog is en hun inkomen te laag.
Heel wat gezinnen wonen bijgevolg in mensonwaardige omstandigheden. Teveel mensen zijn slecht en of te krap gehuisvest.
In de grondwet (art.23,3°) en in de Vlaamse wooncode (art. 3) staat het volgende: ‘Iedereen heeft recht op een kwaliteitsvolle, betaalbare woning.’
In Vlaanderen staan meer dan 150,000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Deze mensen voldoen aan al de voorwaarden hiervoor maar er zijn niet genoeg sociale woningen. Zo moeten ze gaan zoeken op de private markt om een oplossing te zoeken. Hier begint een bijna onmogelijke opdracht.
Onlangs werd een volledig gerenoveerd rijhuis in de omgeving van de Drongensesteenweg te huur aangeboden voor 750 euro/maand. 250 kandidaten hebben zich aangemeld. Het is voor de verhuurder een moeilijke opdracht om een huisgezin te kiezen dat hij vertrouwt, respectvol met zijn goed zal omspringen en geen vooroordeel maakt over de solvabiliteit, ras, huidskleur, seksuele voorkeur of handicap….
Hoeveel bedraagt het leefloon nu?
– Alleenstaanden hebben recht op 958 euro
– Samenwonenden krijgen 639 euro. Veel mensen zijn hier inventief en huren elk een studio zodat de som van 2 leeflonen hoger ligt dan die van samenwonenden.
– Voor samenwonenden met 1 kind bedraagt het leefloon 1295 euro toegewezen aan het gezinshoofd plus het kindergeld.
De gemiddelde prijs voor een woning ligt tussen de 600 en 750 euro. Het verschil is vlug gemaakt. Veel mensen kunnen dit niet aan. Gevolg: heel wat families wonen in huizen die niet in orde zijn: vochtigheid, schimmel, onhygiëne of een te kleine oppervlakte. Er is een tekort aan privacy en men leeft te dicht opeen. Huiselijk geweld komt dan ook vaak voor. Vrouwen en kinderen zijn er meestal de dupe van. Een nieuw fenomeen van onzichtbare dakloosheid komt de kop opsteken. Jongeren die werkloos zijn gaan bij vrienden logeren en verhuizen dikwijls. Dit noemt men ‘sofasurfen’.
Ria Willems liet mij weten dat er vorig jaar zelfs een gezin in een verlaten elektriciteitscabine woonde. Huisjesmelkers van Vlaamse, Turkse, Bulgaarse origine doen hun voordeel bij het verhuren van slechte woningen aan woekerprijzen. Zij is zelfs al op bezoek geweest in een huis waar je een bed kon huren voor 8 of 24 uur. Hoe wanhopig moet je niet zijn, als je zo extreme tijdelijke oplossingen moet vinden?
Zijn er oplossingen?
6% van de woningen in Vlaanderen worden verhuurd via een sociaal verhuurbureau. Omringende landen hebben een veelvoud aan sociale woningen. Een uitbreiding van een kwantitatief aanbod kan de krapte op de privé huurmarkt verlichten. Men stelt wel vast dat mensen die een sociale woning krijgen toegewezen aan een lagere prijs het beter zichtbaar beter hebben om rond te komen
Mensen die niet in aanmerking komen voor een sociale woning moeten voor een woning moeten beter en voldoende ondersteuning krijgen. Maar ook de alternatieve woonvormen op de privémarkt kunnen nog meer uitgebouwd worden. Denken we hierbij aan de vzwThope, een initiatief van enkele mensen uit de Dominicusgemeenschap die reeds twintig huizen huren voor vluchtelingen en ze begeleiden en ondersteunen.
Welzijnszorg voert dit jaar daarom deze campagne ‘Waardig wonen’. Ook wij kunnen hen hierbij helpen.
Johannes 14:2
“Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn vader zijn vele kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met mij meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg waar ik heen ga?” Toen zei Tomas: “Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?” Jezus zei: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.”
Hoor. Maar ik kan niet horen.
Mijn oren dichtgestopt.
Mijn adem opgekropt.
Mijn hart van leegte zwaar.
Ik ben nog niet geboren.
Ik ben niet, ik. Niet waar.
Hoor. Maar ik wil niet horen.
Zou ik uw woord verstaan,
ik moest uw wegen gaan,
U volgen hier en nu.
Ik durf niet zijn geboren
en leven toe naar U.
Hoor, roept Gij in mijn oren
en jaagt mijn angst uiteen.
O stem door merg en been
verwek mij uit het graf.
Uw mens opnieuw geboren.
O toekomst, laat niet af.
Tekst: Huub Oosterhuis , muziek: Antoine Oomen
Een huis van iedereen
We zongen zonet: ‘O stem door merg en been/verwek mij uit het graf./Uw mens opnieuw geboren.’ Graf en geboorte. Ze staan in de laatste strofe van het lied op drie woorden van elkaar. Pasen en Kerstmis. Ze kunnen niet zonder elkaar.
Ik bezondig mij vandaag aan het oneigenlijk gebruik van een evangelietekst. Waarom deze tekst van Johannes op deze eerste zondag van de advent? Terwijl die eigenlijk bedoeld is voor de Paastijd?
Omdat je Pasen en Kerstmis nooit kan loskoppelen van elkaar? Omdat we ook tijdens elke adventsviering en de vieringen in de kersttijd tijdens de tafeldienst zijn dood en verrijzenis blijven herdenken?
Of misschien ook omdat ik hou van de bijzondere literaire stijl van Johannes? Hij is de patroonheilige van schrijvers, schilder, beeldhouwers, typografen… Ik voel me door hem aangesproken.
Maar misschien ook omdat in de tekst sprake is over geruststelling, vertrouwen. Over een vorm van wonen, van plaats voorzien, van huizen en kamers… en dat dit zo mooi aansluit bij het thema van Welzijnszorg.
Ik verbind aan deze tekst 2 thema’s:
– Kerstmis en Pasen vallen op één dag en
– Een huis van iedereen, het eerste adventsthema van Welzijnszorg:
Een huis van iedereen
Er wordt nogal geworsteld met de vertaling en dus ook met de interpretatie van die tweede zin in de Bijbeltekst. In de Statenvertaling lees je ‘In het huis mijns Vaders zijn vele woningen’. In de oecumenisch Nieuwe Bijbelvertaling staat ‘In het huis van mijn Vader zijn veel kamers’. En in Willebrord: ‘In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen’.
Over het begrip ‘Vader’ is er duidelijkheid. ‘Vader’ is de typische manier waarmee Jezus God aanspreekt. Vandaag mag dat ook ‘Moeder’ zijn. Door God zijn vader/moeder te noemen, wordt duidelijk dat Jezus de zoon van God is. Wanneer zijn volgelingen God een Vader mogen noemen, zijn zij zonen of dochters, en dus kinderen van God. Dat is een verwantschap die een verantwoordelijkheid in zich draagt, een opdracht. Maar ook belofte, hoop en verwachting.
In het huis mijns Vaders zijn vele woningen... In de Griekse betekenis van ‘woningen’ wordt geen woonhuis bedoeld, maar eerder een verblijfplaats, of hooguit een logeeradres. Het is verwant aan een werkwoord dat betekent ‘blijven’, of ‘verblijven’. En als het op onderdak slaat, duidt het gewoonlijk een tijdelijke verblijfplaats aan. Een verblijfplaats is altijd tijdelijk. De oproep voor een goede verblijfplaats voor iedereen is een rechtvaardige eis.
In het huis van mijn Vader zijn veel kamers… Kamers zijn steeds met elkaar verbonden. Rechtstreeks of via gangen. Kamers kunnen knusse plekken zijn, waar je rust kan vinden. Maar het zijn ook ruimtes waar je bij elkaar kan aankloppen, op verhaal kan komen, de tafel delen. Iedereen geconnecteerd. De oproep voor verbonden wonen is rechtvaardig.
In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen… Ruimte is een mooi begrip. Het is zowel fysiek als spiritueel. Het klinkt open. Elkaar ruimte geven om op adem te komen. Er is voldoende ruimte voor iedereen. Die ruimte beschikbaar stellen is een rechtvaardige oproep.
Het huis van God is een huis van iedereen. De oproep van Welzijnszorg bracht me bij deze tekst van Johannes. De tekst weerklonk spontaan in mijn hoofd. Ik lees in het oneigenlijk gebruik van deze lezing voor de Paastijd dus ook adventswoorden. Dat is de brug naar het tweede thema.
Kerstmis en Pasen vallen op één dag
De tekst uit het evangelie van Johannes die we zonet beluisterden is een tekst die gelezen wordt op de 5de zondag na Pasen. Het komt uit de afscheidsrede van Jezus. Waarom dan deze tekst op de eerste zondag van de advent?
Kerstmis en Pasen vallen op één dag. Ik las deze quote in een Kerstoverweging van Hendro Munsterman, een Nederlandse theoloog. En ik lees dit ook op een, wellicht oneigenlijke wijze, in de tekst van Johannes.
Laat uw hart niet verontrust worden. Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. Maar Ik kom terug om u op te nemen bij mij. OK, het zijn afscheidswoorden, maar ze houden ook een belofte in van verwachting en wederkomst. Van nabijheid en verbondenheid. Van solidariteit en ‘ik zal er zijn’. Steeds weer nieuwe en opnieuw…
Munsterman stelt dat Kerstmis geen verjaardagsverhaal is, maar wel een verrijzenisverhaal. Christus werd mens om de mensheid te herstellen, te herscheppen. Dat is waar Kerstmis over gaat. Het is de verrijzenis van de schepping. We hebben iets om naar uit te kijken.
Dat weerklinkt voor mij heel sterk in deze tekst van Johannes. De aankondiging van iets nieuw, fris en pril. Van geboorte, verwachting en verrijzenis tegelijk. Kerstmis en Pasen vallen op één dag. Dat is een sterk beeld.
We hebben iets om naar uit te kijken. Om dat te vatten moet er tijd over gaan. Daarvoor is er deze aftel- en opbouwtijd. Advent is een tijd waarin we de schepping opnieuw doen verrijzen. Waarin een nieuwe tijd wordt aangekondigd. Waarin we uitkijken naar het licht dat keert. Waarin aan een huis van God gebouwd wordt. Waar we de wereld beschouwen als ons vastgoed en waar we allemaal tijdelijke huurders zijn. En waarin we iedereen ruimte gunnen om te verblijven. Verbonden, geconnecteerd, gedragen, veilig, gastvrij, rechtvaardig.
Tafelgebed
Heel wat mensen hebben geen deftige woning of zelfs een woonadres. Laat staan dat ze comfortabel aan een tafel kunnen aanzitten. Wij hebben geluk dat we elke zondag uitgenodigd worden aan deze tafel van de gemeenschap om brood en wijn te delen. Steken we daarom eerst het solidariteitskaarsje aan om de mensen die geen dak boven het hoofd hebben, thuisloos zijn, in armoede leven onze solidariteit te tonen. Denken we ook aan mensen die vandaag over de hele wereld ditzelfde gebaar van breken en delen beleven, aan zij die ziek zijn en zij die moeten werken.
Vergeten we onze lieve doden niet. Zij zijn van het duister in het Licht van de Ene mogen treden . We steken ook voor hen een kaarsje aan.
Gezegend de onzienlijke
gezegend de verborgene
gezegend de levende
dag liefde die dorstig maakt
licht dat ziende maakt.
Gezegend mensen die goed zijn
de hand die niet slaat
de mond die niet verraadt
de vriend die zijn vriend niet verloochent.
Gezegend zij de vrouw voor de man
en de man voor de vrouw
en oud voor jong
en sterkt voor zwak.
Gezegend is de nieuwe mens
voorbij de dood,
die in ons spreekt,
die in ons zucht en kreunt,
die in ons leeft
Jezus Messias.
De avond voor zijn dood,
voor hij zelf gebroken werd,
gaf Jezus zijn vrienden
een teken van leven.
Hij zegende brood, dankte en brak het.
Als brood gebroken wordt, zei hij
dan wordt liefde uitgedeeld,
dan worden mensen gered en bewaard.
Doe dit ook, vergeet elkaar niet,
blijf dit doen.
Vergeet mij niet,
laat me jullie nabij zijn
in dit brood.
Hij nam een beker met wijn,
dankte opnieuw en liet hen drinken.
Jullie dorst is groot, zei hij,
dorst naar erkenning, naar gerechtigheid,
lichaamsdorst.
Geef elkaar te drinken,
zoals het bloed het lichaam te drinken geeft.
Zo heb ik jullie liefgehad,
als mijn bloed.
Drink van mij,
vergeet mij niet,
laat me jullie nabij zijn.
Zo waren zij elkaar nabij
tijdens dit afscheid.
Zo zouden zij elkaar terugvinden,
toen en nu en voor altijd,
in deze gedeelde gebaren van vrede.
Die zich gegeven heeft,
zich nemen laat,
die wordt gebroken,
uitgedeeld van hand tot hand,
als brood gegeten.
Gezegend wie,
door angst gelouterd,
aan de dood voorbij,
leven in licht,
opnieuw geboren.
Gezegend de onzienlijke
gezegend de verborgene
gezegend de levende
dag liefde die dorstig maakt
licht dat ziende maakt.
Tekst: Huub Oosterhuis
Muziek: Bernard Huijbers
Onze Vader,
die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome, uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen.
Vredeswens
Ik draag dit gebed van vrede op
Aan alle mensen die worden vergeten,
Die niet worden genoemd
Omdat ze leven aan de rand van onze maatschappij.
Ik draag dit gebed van vrede op
Aan alle mensen die het moeilijk hebben en weinig toekomst zien,
Aan alle mensen die niet meer kunnen hopen op een veilige en goede thuis.
Ik draag dit gebed van vrede op aan U, God
Niet als bewijs van eigen vroomheid
Maar omdat ik niet anders kan
Dan bidden tot U,
Uit naam van al die mensen die zelf geen woorden vinden.
Amen
LIED
Dit huis vol mensen,
weet Jij wie het zijn?
Ik mag het hopen.
Heb Jij ons geteld,
ken Jij ons bij naam?
Dan ben je de enige…
Tekst: Huub Oosterhuis, Muziek: Antoine Oomen
SLOTOVERWEGING
(Een gedicht van Kris Buckinx)
Ze zijn onbetaalbaar,
zij die een neus hebben
voor de kleine noden van hun buren,
zij die maar een half woord
nodig hebben om te verstaan,
zij die altijd iets extra in de ijskast hebben
voor een plotse gast.
Ze zijn onbetaalbaar,
zij die steeds weer
de vinger op de open wonde leggen,
zij die geduld opbrengen
voor altijd weer dezelfde vragen,
zij die tegen beter weten in
toch maar opnieuw beginnen.
Ze zijn onbetaalbaar,
zij die achter regels en wetten
de mens zien, ook de sukkelende,
zij die begrip opbrengen
voor hen die zich de derde keer stoten,
zij die willen geloven dat mensen
op hun manier echt hun best doen.
Ze zijn onbetaalbaar
zij die met open ogen leven
en met een open hart,
die weten dat zelfs rechtvaardige wetten
mensen niet altijd tot hun recht laten komen.
Ze zijn on-be-taal-baar
zij die met vreugde gerechtigheid beoefenen
God zal hen tegemoetkomen.
SLOTLIED
We zingen deze viering uit
met een adventslied
dat zingt van hoop en licht
dat komen zal…
De nacht loopt ten einde,
de dag komt naderbij!
Het volk dat woont in duisternis
zal weten wie zijn heiland is,
Onverwacht komt van heinde en ver
de mensenzoon, de morgenster.
Tekens aan sterren, zon en maan,
hoe zal de aarde dat bestaan?
Zo spreekt de Heer: verheft u vrij,
want uw verlossing is nabij.
De nacht loopt ten einde,
de dag komt naderbij!
Wanneer de zee bespringt uw land
en slaat u ’t leven uit de hand,
weet in uw angst en stervenspijn:
uw dood zal niet voor eeuwig zijn.
Ziet naar de boom die leeg en naakt
in weer en wind te schudden staat,
de lente komt, een twijg ontspruit,
zijn oude takken lopen uit.
De nacht loopt ten einde,
de dag komt naderbij!
Een twijgje, weerloos en ontdaan,
zonder gestalte, zonder naam.
Maar wie gelooft verstaat het wel,
dat twijgje heet Emmanuël!
Die naam zal ons ten leven zijn,
een zoon zal ons gegeven zijn.
Opent uw poorten metterdaad,
dat uw Verlosser binnengaat.
de nacht loopt ten einde,
de dag komt naderbij!
Tekst: Huub Oosterhuis
Muziek: Bernard Huijbers
*
Foto’s: G.Vanhercke
Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)
Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.