Een erfenis van hoop?! (1)

Dominicus Gent

Viering van zondag 29 september 2019

Een erfenis van hoop ?!

(1)

 

Dit huis vol mensen
weet jij wie het zijn?
ik mag het hopen –
heb jij ons geteld?
ken jij ons bij name?
dan ben je de enige…

 

Er is de voorbije week heel wat te doen geweest over de emotionele en boze toespraak van Greta Thunberg op de klimaatconferentie in New York. Ik wil daar niet een zoveelste commentaar aan toevoegen. Er enkel vragen naast leggen: herkennen we de wanhoop van jonge en van minder jonge mensen? En hoe gaan we daar mee om?

Uit de voorbije vieringen over onmacht bleek telkens weer hoe belangrijk het is, in die onmacht de hoop levendig te houden. Niet met antwoorden, of beloftes die je niet kunt waarmaken omdat je het nu eenmaal niet in de hand hebt, maar door er te zijn, door te luisteren, …. dat is heel wat. Dat is onvervangbaar.

Is dat voldoende?

In Davos zei diezelfde Greta: ik wil jullie hoop niet, ik wil niet dat jullie hoopvol zijn, ik wil dat je de angst en paniek voelt die ik elke dag voel. En dan wil ik dat je handelt.

Zonder concrete en ingrijpende gedrag- en koerswijziging, is de hoop gebakken lucht en daar hebben we er al meer dan genoeg van.

Toch blijft hoop voor ons van vitaal belang. Is onze hoop meer dan het westerse vooruitgangsgeloof dat eigenlijk zelf ook mee verantwoordelijk is voor de huidige ecologische crisis en al wat die dan weer veroorzaakt?

Hoe kunnen we hoop koesteren en voeden? Dat is  een evangelische opdracht. Hoe kunnen we die hoop ook waar maken in ons leven?  Hoe kunnen we die hoop aanreiken aan onze wereld die snakt naar perspectief, naar uitzicht.

De komende zondagen gaan we vanuit verschillende invalshoeken hierop verder door in een reeks vieringen die we genoemd hebben: een erfenis van hoop.

Want zo zien we de christelijke traditie: als een bijzonder rijke erfenis die ons fundamenteel hoop aanreikt.

Vandaag is het dus de eerste zondag in die reeks. En in aanloop naar volgende vrijdag 4 oktober, wanneer de kerk officieel geopend wordt; vandaag staan we stil bij de enorme schatten van het materiële christelijke erfgoed. Waaronder uiteraard ook dit kerkgebouw.

Het is niet onze aard, het zit niet in ons DNA om als Dominicus Gent erg veel belang te hechten aan uiterlijkheden en materiële zaken. 

De Mensenzoon had geen steen om zijn hoofd op te leggen. We zijn ons zeer zeker bewust van het feit dat het hart van het evangelie niet klopt in de schoonheid of het comfort van gebouwen en kunstwerken. Het klopt in onze verhoudingen onderling, in onze relatie met alle mensen en met de ganse wereld die we schepping noemen, en zo ook met haar schepper. Niet enkel de Mensenzoon had geen steen om zijn hoofd op te leggen, met hem vandaag vele duizenden daklozen, alleen al in onze steden.

Vandaar dat we die rijke erfenis van materieel christelijk erfgoed, de schitterende kerken, de prachtige gezangen, de schitterende composities, de muziek en haar instrumenten, aan de schilderijen, de glaskunst, de mozaïeken, de fresco’s, de beeldhouwwerken, ook in relatie tot de mensen willen zien. In relatie tot de architecten, kunstenaars, ambachtslieden, die elke tijd opnieuw uitdrukking geven aan hun geloof. En wiens werk en kunstschatten, al die eeuwen gratis en vrij toegankelijk openstaat voor iedereen. 

Materiële zaken zijn nooit zo maar te herleiden tot puur materie. Ze dragen geschiedenis, een religieuze en een sociale geschiedenis van allen die er op één of andere manier toe bij gedragen hebben.

Dat geldt uiteraard ook voor dit gebouw. En daarom willen we graag Diane aan het woord laten. Zij was er bij toen deze kerk gebouwd werd.

In haar jeugd woonde Diane op de Blaisantwijk. Waar nu de Blaisantkerk staat stonden kleine, verwaarloosde huisjes. Mits enige moeite kon je met je hand de dakgoten aanraken.

Twee paters Jezuïeten woonden in de wijk en verzorgden de eredienst op zondag in een tot kapel omgetoverde refter.  In deze ‘rode’ wijk wilden ze een kerk bouwen. Om dit project letterlijk van de grond te krijgen was geld nodig, veel geld. Er was honderdduizend frank nodig om van start te mogen gaan. Een groepje parochianen trok de kar om dit bedrag te verzamelen. Jonge mensen werden er op uitgestuurd om in alle parochies in Oost-Vlaanderen geld op te halen voor dit project. Bijna twee jaar lang werd Diane, samen met een viertal jongeren, op zondagmorgen afgezet aan één of andere parochiekerk van het bisdom Gent. Daar stonden ze na elke mis, soms vier missen na mekaar, klaar om de giften te ontvangen.

Diane weet niet hoeveel geld hun inzet precies heeft opgebracht. In elk geval werd de kerk gebouwd op de plek waar eens de kleinste woningen van de buurt stonden.

Toen ze trouwde, verhuisde Diane naar een naburige wijk waar ze zich samen met haar echtgenoot engageerde. Enkele jaren geleden keerde Diane, samen met de Dominicusgemeenschap, terug naar de kerk op de Blaisantvest. De cirkel is rond.

Voor de Dominicusgemeenschap is het een cadeau dat Diane (haar echtgenoot Roger en nog enkele andere mensen) ons tot op vandaag herinneren aan de geschiedenis van deze plek. We kregen hier niet zomaar een dak boven onze vieringen. We mogen ons invoegen in een traditie, in de weg die reeds vóór ons werd gegaan.

 

Wij gaan de weg van de oude woorden,

van overlevering,

die wij van onze ouders hoorden,

in eigen luisterkring,

verhalen uit geloof geboren

om onze weg te gaan,

en tekens die ons veel beloven,

als wij ze nieuw verstaan.

 

Wij zijn een schakel van de keten,

verbintenis van hoop,

mensen op zoek naar beter weten,

oprechte levensloop.

Er is een God aan onze zijde,

die zegt: zo ga je goed.

Wel één die roept door alle tijden:

zoek verder, het komt goed.  

Evangelielezing Lucas 4, 16-21

16 Hij kwam ook in Nazareth, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, 17 werd hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat:
18 ‘De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven, 19 om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’
20 Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. 21 Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’

 

Verhalen uit geloof geboren om onze weg te gaan. Wat Diane ons vertelde is zo’n verhaal dat we meenemen op onze weg als gemeenschap. En Diane op haar beurt heeft andere verhalen meegenomen En de verhalen uit de bijbel – uit het eerste en tweede testament – zijn op hun beurt weer gegroeid uit de lange traditie van mensen onderweg. Mensen die (aan)geraakt werden of genoodzaakt om op weg te gaan naar een nieuwe horizon met kansen op goed leven voor allen.

Maar laten we even stilstaan bij wat NN net las uit het evangelie volgens Lucas. Jezus krijgt de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd en wat hij voorleest is toch bijzonder. Kort maar krachtig. Een soort intentie, een programma. Het zijn niet alleen woorden of mooie voornemens. Lucas getuigt van wat hij in zijn tijd zag gebeuren. De ommekeer die voelbaar werd. Kleine, onderdrukte mensen, de armsten en gekwetsten worden gezien. Toen – en nu – mogen mensen zich inschrijven in een beweging van hoop én van daadkracht.

Toen en nu. Nadat Jezus de boekrol teruggeeft zijn alle ogen op hem gericht. Spannend! De woorden van Jesaja, woorden uit de traditie, zijn voldoende gekend bij de aanwezigen in de synagoge. Jezus kennende, zal hij het daar niet bij laten. En inderdaad. Jezus richt het woord tot de toehoorders: Vandaag hebben Julie deze schrifttekst in vervulling horen gaan. Vandaag! ‘Vandaag’ in de tijd van Lucas. ‘Vandaag’ in onze tijd, op zondagmorgen in de vernieuwde Blaisantkerk.

Toen en nu is het een gegevens kans, een bijzondere gelegenheid om die bijbelse erfenis van hoop handen en voeten te geven. Handen en voeten die het opnemen voor de zieke mens, de arme, de mens die troost nodig heeft, de mens op de vlucht, de mens in nood.

De Blaisantkerk – toen, nu en morgen – geeft stem aan het verhaal van opstanding, wijst ons de richting naar gerechtigheid en vrede, richt onze blik op de hoop die ons aangezegd is. Dit mogen we elke zondag opnieuw vieren. We mogen hier inspiratie, moed en kracht opdoen om ons in het leven van alledag in te schrijven in de verrassende beweging van hoop, de weg van de man uit Nazareth.

Deze kerk geeft ook symbolisch onderdak aan de engagementen, de inzet van velen uit onze gemeenschap elders in deze stad of in de wijde omgeving. Zo ook biedt ze beschutting en inspiratie aan Thope, de organisatie die een echt dak zoekt voor mensen op de vlucht. Zodra het plan groeide om deze kerk te verbouwen kwam er vanuit de gemeenschap een oproep voor een engagement voor de vele dakloze mensen.  Thope zoekt letterlijk een dak, een huis voor kwetsbare mensen – vaak vluchtelingen. Thope heeft zich ingeschreven in die beweging van hoop, erfenis van hoop die we hier ter sprake brengen.

Volgende week vieren we de feestelijke heropening van de kerk.  Vele handen (en hoofden) hebben deze verbouwing mogelijk gemaakt. Nieuwe wegen dienen zich aan. Michel Alboort, trouwe klant op zondag, heeft mee vorm gegeven aan dit project. Hij zal ons iets vertellen over wat dit voor hem betekent en hoe dit erfgoed zich kan inschrijven in een hoopvolle toekomst.

 

Blijf niet staan bij het verleden
Klamp je niet krampachtig vast
aan de tijd die is vergelden
aan het leed dat moest doorleden

aan het kleed dat niet meer past.

Open je ogen, je oren, je deuren
Zie, er gaat iets nieuws gebeuren
iets wat iedereen verrast.

Ja, ik ga iets nieuws beginnen
iets wat diep in de aarde broeit.

Als een bron zal het ontspringen
om mijn glorie uit te zingen,

in de dag die openbreekt.

Open je hart en je ogen, je oren
Zie er wordt iets nieuws geboren

zaad dat sterft en zaad dat groeit.

Blijf niet staan bij wat in ’t donker
van de eeuwen is vergaan.

Steden die in puin verzonken,
hele werelden verdronken
hier en daar een steen bleef staan.

Open je deuren, je oren, je ogen,
Zie, er is iets nieuws ontloken
Richt je op en neem het aan.

 

Tafeldienst

Uitnodiging aan de tafel.

We weten ons vol vertrouwen

ingebed in de lange traditie van hoop op leven voor allen.

We zijn dankbaar voor de eenvoudige gebaren van

brood breken en wijn delen.

En we weten ons verbonden met allen die zich

overal in deze wereld verzamelen rond

eenzelfde tafel van breken en delen.

Verbonden met allen die het spoor volgen

van Jezus van Nazareth.

In gedachten nemen we mee,

de mensen die er vandaag niet bij kunnen zijn.

De zieken en zij die zorgend nabij zijn.

De mensen aan het werk.

En we gedenken allen die ons voorgingen,

wiens naam geschreven staat op de steen en in ons hart,

onze lieve doden.

 

Gezegend zijt Gij, levende God, omwille van Hem, de zoon van de mensen,

woord en gestalte van uw heerlijkheid, beeld en gelijkenis van uw trouw,

die werd vernederd en gebroken, die werd verheven in uw licht,

die wordt gehoord, die wordt geleefd, die komen zal in deze wereld,

die ons een nieuwe naam zal geven, die onze weg is door de dood,

die wij herkennen, die wij verkondigen hier in het breken van het brood.

 

Slotlied

Als hier of daar een vrouw wordt opgericht
en zich, rechtop gekomen warmt in licht,
wordt weer een stukje schepping afgemaakt:
zij is tot haar bestemming aangeraakt.

Als ergens eens een man tot vrede komt
en zich niet langer in de strijd vermomt,
dan weer is het de levenskracht die wint:
hij durft het aan met zachtheid als een kind.

Als in de buurt twee mensen samengaan
en elk het aandurft niet alleen te staan,
dan wint de liefde weer van angst de strijd:
zo komen mensen tot barmhartigheid

Als wij hier samen delen onze kracht
en leren hoe de minste wordt geacht,
dan bouwen wij weer verder aan het Rijk
en mogen daarmee zijn aan God gelijk.