De kromgebogen vrouw (een opstandingsverhaal)

 

 

Dominicus Gent

Viering van zondag 7 mei 2017

DE KROMGEBOGEN VROUW

(eerste in een reeks opstandings- en verrijzenisverhalen)

 

Welkom u allen in deze zondagsviering, nog steeds in de Paastijd.  Die veertigdagen na Pasen, die betekenisvolle periode, want veertig is een getal dat wijst naar volheid, vervulling.  De periode waarin van alles duidelijk kan worden.  Deze periode is er om te achterhalen hoe die afschuwelijke dood van Jezus toch het geloof voedde bij die eerste leerlingen dat de liefde sterker is dan de dood.  En hoe wij daar sterker van worden.

Maar laat ons eerst de stilte opzoeken met elkaar.

Stilte nu.
Deze bijeenkomst moge ons geven kracht.
Dat wij niet wanhopen aan ooit vrede op aarde.

Stilte nu.  Voor U.
Stilte zingen.
Hoor dan.

Hoor dan wie ?
Mij – wie mij ?

Die deze mens ben
die hier neerligt
nietig
die wil opstaan
ander mens wil zijn
nieuw ik.

Naar U, Levende,
klimt mijn ziel.

U vertrouw ik:
dat Gij zijt.

U verlang ik
ooit te zien.

Door de nacht heen
zien Uw ogen

Mij.

Op U wachtte ik
levenslang.

Elke dag weer
zoeken mijn ogen

Jou.

 

De vier evangelisten maken van het leven van Jezus een chronologisch verhaal. Zoals in een biografie.  Zij plaatsen de getuigenissen over de verrijzenis uiteraard op het einde.  Maar in werkelijkheid zijn deze getuigenissen voor hen de oorsprong, het feitelijk begin van hun project.  

De leerlingen van Jezus en hun groeiende groep aanhangers bleven na die verscfhrikkelijke kruisdood van Jezus regelmatig samenkomen.  Zij beleefden een periode van duisternis: wat moesten zij met hun leven aan nu Jezus vermoord was.  Maar zij bleven samen.  Zij deelden hun herinneringen.  Zo brak stilaan een overweldigende ervaring door.  Alles wat Jezus aan liefde, betrokkenheid, verbondenheid in hen had opgewekt was tussen hen aanwezig, zelfs meer dan ooit.  Die verschrikkelijke kruisdood had daar in een periode van lange duisternis geen einde aan gemaakt.  Een centrale en immense ervaring. De leerlingen kregen het mysterieuze gehalte van die ervaring maar niet tenvolle uitgedrukt.  Tenzij dit met deze woorden: zij geloofden dat zijn persoon terug leefde.  Nog altijd zijn wij naar de juiste woorden op zoek. 

Die niet-beëindigde liefdevolle aanwezigheid van Jezus: daar ging het om.  Die aanwezigheid willen de evangelisten in de talloze verhalen, parabels, redevoeringen voor hun gemeenschap opnieuw vormgeven.  Telkenmale zitten andere aspecten van het verrijzenisgeloof in die evangeliestukken vervat.  Zo verstaan zij vanuit dit geloof op een nieuwe wijze wat ziekte en genezing is, wat zonde en vergeving is, wat bezetenheid is en verlossing.

Ik noemde op: ziekte en genezing, schuld en vergeving, bezetenheid en bevrijding.  Deze thema’s vormen onderwerp van onze vieringen in deze verdere Paastijd. 

Vandaag staan wij stil bij een genezingsverhaal, volgende week een verhaal van vergeving, tenslotte daarna een verhaal over bevrijding uit bezetenheid.  Telkenmale proberen wij aan de hand van deze verhalen iets op te lichten van het verrijzenismysterie waarvan de eerste leerlingen zo vervuld waren.

Lucas 13, 10-17

Eens onderrichtte Hij op sabbat in een der synagogen, (11) toen er plotseling een vrouw kwam die bezeten door een geest, achttien jaar lang ziek was; zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. (12) Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij zich en sprak: ‘Vrouw, ge zijt van uw ziekte verlost.’ (13) Hij legde haar de handen op en op hetzelfde ogenblik richtte zij zich op en verheerlijkte God. (14) Geërgerd, omdat Jezus op sabbat genas, nam nu de overste van de synagoge het woord en sprak tot het volk: ‘Zes dagen zijn er waarop gewerkt moet worden. Komt u dus op die dagen laten genezen en niet op de sabbatdag.’ (15) Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Huichelaars! Maakt niet ieder van u op sabbat zijn os of ezel van de voederbak los, om hem naar de drinkplaats te voeren? (16) En behoorde dan deze vrouw, nog wel de dochter van Abraham, die niet minder dan achttien jaar lang door de duivel is kromgesloten, niet van die boeien bevrijd te worden op de sabbatdag?’  (17) Toen Hij dit zei, stonden al zijn tegenstanders beschaamd. Maar heel de menigte verheugde zich over al de heerlijke daden die Hij verrichtte.

 

Een verhaal over een vrouw, kromgebogen, verkrampt. Niet in staat zich op te richten en licht te zien. Kromgebogen: door ziekte ? Door de omstandigheden waarin ze leeft ? In het verhaal van Lucas is het wel duidelijk dat er meer aan de hand is. Het is een verhaal over een vrouw én over een volk.

  1. Laten we beginnen bij het begin:

Een vrouw, zonder kracht, kromgebogen, niet meer in staat zich op te richten. Blind geworden – of gemaakt – voor haar eigen waardigheid. Jezus ziet haar en helpt haar overeind. De overste van de synagoge protesteert want het is sabbat. En op sabbat wordt niet gewerkt. Want genezen is werken. Daar zijn 6 werkdagen voor. Jezus is het daar niet mee eens. Is de sabbat niet bij uitstek de uitgelezen dag om de vrouw haar waardigheid te laten hervinden? Om haar kracht te geven opdat ze leven kan? De sabbat is er immers voor de mens, staat in dienst van de menselijkheid, de mens is er niet voor de sabbat.

En is het alleen deze ene vrouw die opgericht wordt, die bevrijd wordt van wat haar in de grond boort? Staat ze niet voor alle vrouwen, voor alle mensen die kromgebogen door het leven moeten? Jezus noemt de vrouw ‘een dochter van Abraham’. Dan weten we het wel. Het lijkt er op dat zij staat voor het onderdrukte joodse volk, voor alle dochters van Abraham, tot op vandaag.

  1. Een tijd geleden sprak ik met A. n.a.v. het overlijden van haar vader. 7 maanden tussen een eerste vage klacht en zijn heengaan. Een tumor, kwaadaardige cellen waar geen enkele therapie tegenop kon. Vader en dochter, allebei huisarts. Ze hadden niet veel woorden nodig om de ernst te beseffen. Maanden lang is A. dagelijks langs geweest bij haar vader. Een half uur rijden. Na een drukke werkdag, op zon- en feestdag, de zorg voor een gezin met twee kinderen.

En A. vertelde: de eerste dagen en weken waren ze de pedalen kwijt, wisten met hun verdriet – angst – boosheid geen weg. Behalve vader. Hij troostte, gaf moed en aanwijzingen, relativeerde. Geen dag, geen uur, geen minuut heeft hij geklaagd. Nooit ‘waarom ik’, nooit ‘foert’ gezegd. Zelf de laatste maand nog zelf gezorgd voor patiënten. Het is goed, zegt A., dat ik – vooral samen met ons moeder – heb kunnen zorgen voor vader. De laatste week heeft ze hem nog kunnen vertellen van haar prille zwangerschap. Nieuw leven. Oneindig dankbaar was hij, haar vader.

  1. De kromgebogen vrouw, is het alleen die ene vrouw die door Jezus opgericht wordt? Of staat ze voor alle vrouwen die opgericht worden uit onderdrukking? A. en haar vader, is het alleen dit gezin dat in de laatste levensfase een bijzonder intense en waardevolle ervaring kent? Of mag het staan voor alle mensen die recht hebben op zorg, nabijheid en kwaliteit van leven en sterven?

De context van het evangelie van Lucas is belangrijk. Als Lucas zijn evangelie schrijft, zo’n 40 jaar na de kruisdood van Jezus, weet hij dat de romeinse overheersing nog hard zal toeslaan. De Galileeërs, verzetsstrijders die zich met buitensporig geweld verzetten tegen de romeinse uitbuiting worden bloedig klein geslagen. Nauwelijks iets blijft nog over van het Joodse koninkrijk. Jezus had het bij het rechte eind als hij die Galileeërs dwaalgeesten en ‘zondaars’ noemt. Geweld en bloedige aanslagen bieden geen zicht op beter leven. Tot op vandaag. Syrië, Afghanistan, Iran. Afrika.

Jezus kiest uitdrukkelijk voor geweldloos verzet. De zachte kracht. Niet onnozel of zweverig maar uitermate duidelijk. Hij heeft een scherp oog voor onrecht, onderdrukking, mensonwaardige omstandigheden. En hij haalt uit naar de plegers –bestendigers – van onrecht. Huichelaars noemt hij de hogepriesters. Hypocrieten.

Die zachte krachten waartoe Jezus oproept, brengen mij terug bij A.  Ik ben ervan overtuigd dat de patiënten van A. in goede handen zijn. Vol zorg en aandacht. En vakkennis. Zal de zorg voor haar vader haar aanmoedigen om nog nauwgezetter en betrokkener om te gaan met haar patiënten. Zal zij haar stem laten horen waar middelen en mensen ontbreken om goede zorg te leveren. Het gebeurt. Vandaag. Er zijn mensen die opstaan vanuit een heilige verontwaardiging en onrecht aankaarten. Medicijnen wordt duurder voor de patiënt, chronisch zieken worden geculpabiliseerd. Dit wordt vandaag aangeklaagd vanuit een hartstocht voor gerechtigheid. Opdat de vrouw die gebogen gaat onder het Romeinse schrikbewind uitzicht op goed leven krijgt. Opdat elke mens die tot op vandaag zorg nodig heeft menswaardige zorg krijgt.

  1. Verhalen van opstanding – verrijzenisverhalen. Zo tussen Pasen en Pinksteren.

Wat mag dat dan wel zijn?

Dat de kromgebogen vrouw, nadat Jezus haar zag en aangeraakt heeft, zich omdraait en kaarsrecht haar weg verder zet? Misschien.

Ik denk eerder dat er zo op het eerste gezicht niet veel verschil zal zijn tussen voor en na.  Niet geschikt voor één of ander remakeprogramma op de televisie. 

Maar wie haar écht aankijkt zal wel degelijk verschil zien. Haar blik zal niet meer ten gronde gericht zijn maar naar toekomst, naar leven. Omdat de omstandigheden keren. Een eerste belangrijke voorwaarde. Maar ook omdat ze binnen in zichzelf de kracht vindt om op te staan. Opstaan is misschien met hulpmiddelen – een wandelstok, een rolstoel. Of iemand die naast haar staat en haar bij de hand neemt. In een samenleving waar wetten en leiders zich richten naar de minsten en de kleinsten. Waar mensen zichzelf kunnen zijn en alle kansen krijgen.

Opstanding – verrijzenis. Het kan, soms doorheen dodende gebeurtenissen. Waar mensen elkaar nabij zijn: een vriend, een arts, een partner, een trouwe bezoeker, een gemeenschap. Of waar iemand zich in herkent: een getuigenis, een boek of wat dan ook. Duister en dood worden niet weggenomen. Geen hocus pocus.

Ik vind het mooi klinken. Het is niet gewoon maar opstaan. Het is opstaan – maar over de beweging heen. Opstanding houdt voor mij ‘belofte’ in. Ik word geraakt. Iemand raakt mijn diepste kern en zet mij in beweging. De kromgebogen vrouw wordt door Jezus in beweging gezet, opgericht. Ze is aangeraakt en liet zich aanraken. Want in haar leeft geloof. Geloof in goed leven. Opstanding is hier: zich oprichten, middenin dit leven. Straks aan de tafel van brood van wijn. De tafel waar we de zachte krachten delen. Dit uur dat ons voedsel geeft om vol hartstocht mee te bouwen aan het rijk der hemelen.

 

Tafeldienst         

Opstanding: geraakt zijn tot in de diepste kern en in beweging gezet, gedragen in de liefdevolle aanwezigheid van anderen.  Bewogen zijn tussen jezelf en de ander en daar een groot mysterie ervaren.  Zo ook in het delen van brood en wijn, deze dag en alle andere dagen.

Dit vieren wij hier met onze volle aandacht ook gericht naar mensen die hier vandaag niet zijn, ook gericht naar die talloze slachtoffers van onze wereldsystemen, in Syrië, Latijns-Amerika, Afrika en ook hier in Gent.

Denken wij daarbij aan hen die in het intentieboek een gedachte hebben opgetekend.

En denken wij tenslotte aan onze geliefde doden die ons de weg wezen naar het geloof. 

Als wij weer het brood gaan breken, dat Gij, Heer, ons geeft
leer ons ean met haar te delen die geen deel van leven heeft