Dominicus Gent
Viering van zondag 10 maart 2019
Holy Guacomole!
Op de eerste zondag van de vasten zetten we naar algoede gewoonte de campagne van Broederlijk Delen in de kijker. Net zoals Johannes De Doper oproept om gehoor te geven aan de Torah roept Broederlijk Delen op om tijdens deze vastencampagne gehoor geven aan de oproep van de boerenbevolking in Guatemala. We helpen hun noodkreet mee verspreiden, meer zelfs: we willen hun oproep versterken.
Maar eerst steken wij de paaskaars aan. Het is een teken van Gods Licht. En ook een oproep om er ons in deze veertigdagentijd aan te herinneren dat wij ons kunnen omkeren. Een gidslichtje voor een levensstijl ten dienste van een leefbare en solidaire wereld waar eenieder tot haar en zijn recht mag komen.
En weer zullen slaven uit ons geboren om bevrijding schreeuwen. Meer dan ooit is in deze vastenperiode ons de vrijheid van spreken aangezegd. Met dit Uittochtslied zingen we deze viering in.
Bijbellezing : Lukas 3:21-22 en 4:1-13
Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiedde het dat de hemel openging en de heilige Geest in lichamelijke gedaante, als een duif, over Hem neerdaalde, en een stem uit de hemel sprak: ‘Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.’
Vervuld van de heilige Geest ging Jezus weer weg van de Jordaan. Hij werd door de Geest naar de woestijn gevoerd, waar Hij veertig dagen verbleef en door de duivel op de proef werd gesteld. Gedurende die dagen at Hij niets en toen ze voorbij waren, kreeg Hij honger. De duivel zei nu tot Hem: ‘Als Gij de Zoon van God zijt, beveel dan aan die steen daar, dat hij in brood verandert.’ Jezus gaf ten antwoord: ‘Er staat geschreven: De mens leeft niet van brood alleen.’ Daarop voerde de duivel Hem omhoog en toonde Hem in een oogwenk alle koninkrijken der wereld, en de duivel sprak tot Hem: ‘Heel dat machtsgebied zal ik U geven, want het is mij in handen gesteld en ik geef het aan wie ik wil. Als Gij dus in aanbidding voor mij neervalt, zal het in zijn geheel van U zijn.’ Toen antwoordde Jezus hem: ‘Er staat geschreven: De Heer uw God zult Gij aanbidden en Hem alleen dienen.’ Daarna bracht de duivel Hem naar Jeruzalem, plaatste Hem op de bovenbouw van een tempelpoort en sprak tot Hem: ‘Als Gij de zoon van God zijt, werp U dan vanaf deze plaats naar beneden; want er staat geschreven: Aan zijn engelen zal Hij omtrent U het bevel geven U te beschermen en zij zullen U op de handen nemen, opdat Ge uw voet niet zult stoten aan een steen.’ Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er is gezegd: Gij zult de Heer uw God niet op de proef stellen.’ Toen gaf de duivel al zijn pogingen om Hem te verleiden op en verwijderde zich van Hem tot de vastgestelde tijd.
Eerste overweging : veertigdagentijd
Het is een bekend verhaal dat meestal gelezen wordt bij het begin van de veertigdagentijd. De bekoringen van Jezus in de woestijn. Aan wie zal hij gehoor geven? Voor wie zijn catechismus kent is dit een zuiver retorische vraag. Maar ook een miskenning van de mens die hij geweest is. Hij is niet geboren in de hemel, kamer 7, maar waarschijnlijk in Nazareth. Uit gewone joodse ouders. In een nogal turbulente tijd. Het land bezet door de Romeinen, met opstootjes om de haverklap. Aangewakkerd door een aantal geradicaliseerde vechthanen. En nu onder de indruk van het optreden van Johannes die mensen oproept gehoor te geven. Gehoor geven aan de Torah, of aan de roepstem waarmee ze naar de heilige Naam verwijzen. De roepstem die Naam gemaakt heeft. De roepstem die geschiedenis maakt. Bescheiden maar vasthoudend.
Het bekoringsverhaal brengt meteen een aantal elementen samen die een grotere samenhang oproepen. Er is sprake van een doopsel van bekering, ook voor Jezus dus, en van de Geest die hem de woestijn instuurt en de duivel die hem op de proef stelt. Een spannende plot. Lucas geeft te kennen dat het maken van een andere keuze door Jezus tot de reële mogelijkheden behoorde. De verleidingen staan er niet zomaar om eventjes de draak te steken met de duivel. Neen, het gaat om de realiteit van de weg die Jezus gekozen heeft als een mogelijkheid naast andere. Er deden genoeg verwachtingen de ronde die meer geïnspireerd waren door wereldse of politieke verwachtingen.
Lucas plaatst ons met beide voeten midden in de joodse spirituele wereld. Woestijn betekent oefentijd. Ervaring opdoen met wat er echt toe doet. Oefenen in het gehoor geven aan wat van wezenlijk belang is. Wat je als individu en als gemeenschap moet leren om goed en gelukkig te leven.
De drie bekoringen die Jezus overkomen zijn verwijzingen naar telkens terugkerende verleidingen die zich ook reeds tijdens de woestijntocht voordoen. Weggevlucht uit Egypte, het land van onderdrukking kiezen ze voor de vrijheid. Maar ze komen niet meteen terecht in het land van belofte. Integendeel. Woestijn betekent honger en dorst. Zoals dat vandaag op zoveel plaatsen het geval is. Zoals het heel de geschiedenis door reeds het geval is. Mensen roepen om eten en drinken. En meteen staart de verleiding je aan om jezelf goed te voorzien van wat je kunt verzamelen. Het manna dat ze krijgen in de woestijn is niet alleen een geschenk uit de hemel; het is meteen ook de verleiding om op te potten voor jezelf, voor de dag van morgen en de dag daarna ook nog. Nochtans heeft Mozes duidelijk gewaarschuwd dat niemand meer mag nemen dan nodig is voor één dag. En hij is daarbij nog heel royaal geweest door te zeggen dat wie grote honger heeft wat meer mag nemen dan wie maar weinig nodig heeft. Ieder volgens eigen behoefte: Mozes heeft de kloosterregel van Augustinus goed gelezen. Niet ieder heeft dezelfde behoefte. Het woord dat gehoord wil worden spreekt van, het recht op voedsel om te bestaan maar niet op het mateloos oppotten ervan. Daarom komen de boeren in Guatemala met recht en reden op om een stuk grond te bebouwen en wordt de mateloze bezitsdrang van wie reeds meer dan voldoende heeft, aangeklaagd.
De tweede verleiding: “alle koninkrijken van de wereld, ik kan ze geven aan wie ik maar wil”. Het is de droom van Israël een politieke grootmacht te worden. Of moet het een bekoring, een verleiding genoemd worden! Het wapengekletter, de onderdrukking van de slaven, de uitbuiting van de boeren, het innen van onterechte belastingen, het is schering en inslag. De oosterse koningen en machthebbers die mede de geschiedenis van de joodse gemeenschap bepalen zijn niet bepaald zachtaardige misdienaars. De Assyrische krijgsheren, de Egyptische farao’s, de Babylonische heersers, noem ze maar op: ze dromen niet van een grote vreedzame politieke Unie à la Teresa May! En dat willen de machthebbers in Israël hen nadoen. “Wij moeten ook een koning hebben en een tempel en de processies die erbij horen. En we moeten onze nationale feestdagen in ere herstellen. En al die vreemde vrouwen moeten hier buiten. Alleen de echte joden mogen het land terug binnen”. Macht is de verleiding die gemakkelijk voert naar geweld en grootheidswaan. Dat is de weg terug naar Egypte, het slavenbestaan. Die roep dient te worden weerstaan. Er bestaan bescheidener vormen van samenleven en samenwerken die aandacht hebben voor ieders verzuchtingen. Samenlevingsvormen die meer de kwaliteit van het samenleven op het oog hebben.
De derde verleiding. Het valse vertrouwen. Mozes is in de woestijn op de berg bij God waar hij de stenen tafelen ontvangt. Maar hij blijft weg. Te lang naar de goesting van de mensen. De mensen roepen tot Aaron: “maak ons een god, een god die voor ons uitgaat, want wat er met die Mozes is gebeurd is weten we niet”. En Aaron verzamelt alle sieraden en gouden voorwerpen, hij smelt die in het vuur en giet ze tot een stierkalf. En hij bouwt een altaar om offers te brengen. Mozes komt terug naar beneden en daar ontstaat een botsing. Er ontbrandt een ingewikkeld conflict tussen Mozes, Aaron, God zelf en het volk. Duidelijk is dat God zich niet laat gebruiken als sluitstuk op menselijke verlangens of begeerten. De God als noodoplossing waardoor we gerust gesteld worden dat het allemaal wel goed komt. God is geen verlengstuk van onze willekeurige verlangens en behoeften. Hij duldt geen ruilhandel met hem. Geen “do ut des”: gezien mijn prestaties heb ik recht op gezondheid of geluk met mijn kinderen of partner. Hij nodigt uit gehoor te geven aan de roepstem die spreekt van een wereld waar ieder mens als volwaardig wordt beschouwd en ook zo wordt behandeld. Dat is een beroep op onze verantwoordelijkheid.
Tweede overweging : Broederlijk Delen
(Via de megafoon)
Hallo horen jullie mij? Dit is een megafoon. Het instrument wordt doorgaans gebruikt om een grote groep mensen toe te spreken. Niet echt nuttig hier, maar wel plezant. Het zorgt er duidelijk voor dat mijn stem versterkt wordt. Dit jaar is de megafoon het symbool van de Broederlijk Delencampagne. Om praktische redenen schakel ik nu over naar de microfoon.
De drie verleidingen uit de evangelielezing die Ignace gebruikte zal ik ook inzetten om het thema van de vastencampagne toe te lichten… En net zoals Jezus kunnen ook wij keuzes maken. Geven wij gehoor aan de verleiding om op te potten? De verleiding van de macht? De verleiding van het valse vertrouwen?
• De verleiding om op te potten
Grond en klimaat zijn in Guatemala ideaal voor de teelt en export van rietsuiker, bananen, palmolie en koffie. 57 % van die landbouwgrond is in handen van 2 % van de grote commerciële landbouwbedrijven. Chiquita klinkt u wellicht bekend in de oren. De oogst wordt geëxporteerd en de winst wordt opgepot door de grootgrondbezitters en buitenlandse stakeholders.
Een grote groep boeren bezit heel weinig grond. Gemiddeld heeft een kleine boer 0,6 hectare grond in gebruik. En dat is te weinig grond om zelf van te leven. Ze huren die kleine lapjes grond van de grote landeigenaars. Zo zijn ze zijn afhankelijk van het werken voor de grootgrondbezitters en het dure voedsel op de markt.
Boeren hebben recht op voldoende opbrengst van eigen kweek. Geven wij gehoor aan die oproep of laten we toe dat de grootgrondbezitters en multinationals zelf verder oppotten?
• De verleiding van de macht
Tussen 1944 en 1954 was er onder president Guzmàn een aanzet tot landhervormingen. Daar staken de machtige voedingsmultinationals, de militairen en de VS een stokje voor. Guatemala werd opnieuw een bananenrepubliek. De macht schuwde geen geweld. 100.000 boeren vluchtten voor de burgeroorlog. Ook vandaag, 20 jaar na het vredesakkoord van 1996 blijft er een grote ongelijkheid op het vlak van grondbezit. Het opgerichte grondfonds ‘Frontierras’ is sterk gepolitiseerd en dat leidt tot corruptie en bevoordeling van de grootgrondbezitters.
In 2018 nog werden achttien mensenrechtenverdedigers vermoord. Zij verzetten zich tegen mijnbouw, houtkap, energieprojecten en agro-industrie op hun grondgebied.
De EU is één van de belangrijkste handelspartners van Guatemala en verschillende Europese bedrijven investeren in het land. Dat moet prioritair gekoppeld worden aan de bescherming van mensenrechtenverdedigers en de strijd tegen de straffeloosheid in Guatemala.
Is deze politieke en maatschappelijke realiteit in Guatemala een ver van ons bed verhaal of geven we de ngo’s en activisten onze volle steun?
• De verleiding van het valse vertrouwen
Kan het cynischer? Naast goud en zilver bevat Guatemala grote nikkelvoorraden. En die grondstof is broodnodig voor de opslag van groene energie. Voor de batterijen van onze elektrische auto’s, fietsbatterijen en opslag van groene stroom. Daaraan verdienen vooral Amerikaanse en Canadese multinationals dik geld.
Onze energiekeuzes kunnen wel eens ten koste zijn van het ecologische evenwicht in Guatemala. Ondanks alle propaganda van de bedrijven leidt de nikkelontginning voor de lokale bevolking vooral tot verarming en conflict. En als neveneffect is er ook de vervuiling van de watervoorraden met gezondheidsproblemen tot gevolg.
Vinden we het vanzelfsprekend dat de grond beroofd en vervuild wordt en gaan we mee in het machtsspel van de multinationals? Is het voor ons een luxeprobleem of betekent onze luxe een probleem voor de bevolking van Guatemala? Aan wie geven we ons vertrouwen?
Broederlijk Delen laat mensen van vlees en bloed aan het woord.
Via de getuigenis van Cesar brengt Broederlijk Delen de onrechtvaardige grondverdeling in Guatemala onder de aandacht. Cesar verdient te weinig om zijn gezin in haar basisbehoeften te voorzien. Samen met zijn vrienden beslissen ze om een verwaarloosde, leegstaande plantage te bezetten en ze gaan de strijd aan met de eigenaar aan om deze grond te verwerven.
Leonarda is de andere centrale figuur in de campagne van Broederlijk Delen. Zij en haar gemeenschap gingen enkele jaren geleden de strijd aan. En met succes. Sinds enkele jaren kunnen zij zich de eigenaar noemen van hun eigen gronden. Nu bewerken ze de gronden om ze, na jaren verwaarlozing, weer vruchtbaar te maken. Het is grond om van te leven.
De boerengemeenschappen in Guatemala strijden voor een beter leven. We kunnen hun stem versterken zodat hun roep voor een duurzame toekomst gehoord wordt. De vastentijd is woestijntijd, is oefentijd in het maken van keuzes. Tijd om onze relaties te herstellen. Het is tijd om solidair de link te blijven leggen tussen ons leven en het leven van mensen overal.
Tafelgebed
We delen brood en wijn – dienst van tafel – breken en delen
En we bidden
in onzekerheid en onmacht – hoe te gaan in deze wereld
In hoop – gevestigd op een stem die richting geeft en verenigt
en in herinnering – van wat ons al eens is aangezegd en voorgedaan
Zo roepen wij tot jou, Levende,
en stemmen ons op jou af
Wees gezegend
jij die licht en leven bent
voorbij de schaduw van dood
Levenslicht, Naam boven ons uit
Gezegend jij om mensen die jouw weg durven gaan
om zovelen die moed putten uit wat hen is aangezegd
woorden van goedheid en geluk: jij mag er zijn
jij – ook al aarzel je zelf – jij bent op de goede weg
Gezegend jij om die lange rij van mensen tot op vandaag
Zo zegenen wij dit brood en deze beker,
zoals ons is voorgedaan door Jezus van Nazareth.
die uitdeelde tot het laatst van zijn leven.
Doe als ik, zou hij hebben gezegd,
om voor altijd verbonden te zijn.
Zo bidden wij hem achterna
om hoop en richting,
om vrede en gemeenschap
tussen alle mensen
(Tafelgebed van Juut Meijer)
Onze Vader
Vredeswens
Wie zijn leven niet wil geven,
niet wil delen met zovelen,
met een ander, gaat verloren.
Wie wil geven, wat hij heeft,
die zal leven, opgegeten,
die zal weten dat hij leeft.
Elkaar de vrede geven, weten dat we leven.
Slotgebed
Wanneer je vast,
trek dan geen somber gezicht,
maar zalf je hoofd.
Wanneer je vast
zwaai dan de luiken
van je strakke denkbeelden wijd open
en laat een frisse wind naar binnen stromen.
Wanneer je vast
speur naar de wortels die je grond verharden.
En hak ze uit tot je eenieder
grootmoedig tegemoet kunt komen.
Wanneer je vast
bedenk hoe onvoorspelbaar
leven blijft verschijnen.
En koester deze aarde
tot in het kleinste dat ze voortbrengt.
Wanneer je vast
besef hoezeer je hoeder van je broeder bent.
Duld niet dat iemand iets ontbeert.
En word een mens van hoop
die onvermoeibaar, onvoorwaardelijk
een weg aanlegt naar opstanding.
(Kris Gelaude)