De feestelijke volheid van diepe solidariteit

Dominicus Gent

Viering van zondag 29 augustus 21

De feestelijke volheid van diepe solidariteit

 

Van harte welkom op deze laatste zondag  van de grote vakantie.  Vreemde tijden zijn het,  het gaat op veel vlakken objectief niet goed: de gezondheid, de economie, de vrijheid en ontplooiing, de veiligheid van velen staat onder druk. En onze aarde kreunt.  En toch komen we hier samen om te vieren: omdat het mag, omdat het  kan, omdat het moet zelfs om het vele goede en waar en schone te blijven zien dat van het menselijk bestaan een feest maakt. We zijn blij dat we dit hier met velen kunnen delen, telkens opnieuw naar het lichtend voorbeeld van Jezus. Daartoe steken we de Paaskaars aan.

Een vonk van hoop in onze nacht, een wenkend licht dat op ons wacht, en warmt’ in hart en ogen… We zingen: De Geest van God waait als een wind…

 

De vreugdevolle volheid van diepe solidariteit

Toen we een paar weken geleden de viering voorbereidden, waren er net twee beelden in de media verschenen die ons allebei ferm hadden geraakt. Het eerste beeld was een item in het journaal: dat iemand de moeite had genomen om met een auto vol ijsjes (een echte kreemkar!) naar de verwoeste Ardeense dorpen te rijden en die daar uit te delen, tot grote ontroering van de mensen daar. Een klein kreemke, begot, en dat dat zoveel positieve kracht kon doen stromen. En het tweede beeld was dat van onze bronzen marathonmedaille, Abdil, die helemaal vol van wat hij gedaan had, vertelde dat zijn moeder hem op haar sterfbed had gevraagd om iets terug te doen voor België, als dankbaarheid voor de kansen en de vrede die het gezin hier had gevonden. En nu kon hij dat eindelijk doen, België een groot cadeau geven.

Het eerste cadeau is klein, het tweede groot, maar allebei zeggen ze iets gelijkaardigs: wat een feest is het als aan mensen iets uitzonderlijks wordt gegund. Hoezeer worden ze daardoor nog meer mens. Eerste hulp en solidariteit zijn nodig, je laat mensen niet aan hun lot over. Maar het echte leven stroomt maar terug als er ook weer volheid wordt gevoeld, als mensen als persoon erkend en geraakt worden in hun diepte en verbondenheid. Dat kreemke zegt (en ze had ook aardbeien mee, geloof ik): kom, laten we samen weer genieten van dat volle rijke leven van ons, zelfs al is er zoveel ellende gebeurd. Die medaille zegt stil maar toch duidelijk: wat een ongelooflijk cadeau is een land waar vrede heerst, waar kinderen naar school kunnen, waar ze hun talenten kunnen ontplooien en boven zichzelf uitstijgen. En voor Abdil en voor ons zegt die medaille ook: wat een onmetelijke liefde van een vader en moeder die zo lang en hard naar die vrede hebben moeten zoeken, voor zichzelf maar vooral voor hun kinderen.

Dat is de vreugde en de dankbaarheid die wij zagen in de twee genoemde voorbeelden, en waarover we vandaag wilden vieren. Want ergens zit in het samen vieren hetzelfde verlangen naar een vol, gedeeld, gul leven. Ergens zit in een viering dezelfde dankbaarheid, dezelfde diepe vreugdevolle verbondenheid. Het is moeilijk om daar een woord voor te vinden dat alles zo’n beetje samenvat wat in het woord eucharistie vervat zit. We hebben hier een specialist Grieks aan de piano, hij zal mij niet tegenspreken als ik zeg dat ‘eu’ ‘goed’ betekent en ‘charis’ ‘geschenk’. En dat het Griekse ‘eucharistein’ ‘danken’ betekent. Tel ik deze drie woorden op (goed, geschenk en danken), dan kom ik bij het woord ‘feest’. We vieren feest als iets goed is, als we ervoor wil danken en dat aan iedereen zeggen, en iedereen daarin willen betrekken. De evangelieverhalen verhalen van overvloed die beloofd wordt, via de stijlfiguur van de tegenstelling, die werkt altijd: lege netten/overvolle netten, 5 broden en een paar vissen/ manden vol want het kan niet op, jaren blind of ziek/volledig genezen… De evangelieverhalen vertellen effectief een blijde boodschap. Zo’n kreemke vertelt de boodschap dat, hoe erg ook de situatie, de volheid van proeven en smaken en lachen niet weg is. De fiere medaille brengt hulde aan onze instituties en aan iedereen die er dag in dag uit zich voor inzet, onderwijs, politie, gezondheid, voedsel in de winkel, treinconducteur in de wagons, etc. Laten we nooit vergeten, zeggen ze, dat het leven een feest moet zijn, dat we die volheid aan elkaar kunnen geven, als we het maar doen met een groot hart. In dezelfde zin stond er in DS een artikel van Marc Reynebeau over Lourdes: dat het unieke van Lourdes niet is dat er af en toe een wonder gebeurt, maar wel dat er zoveel wonderen gebeuren. Hoeveel mensen krijgen daar niet de troost die zij of hij zoeken, die zij of hij verdienen, de aandacht en de letterlijke aanraking die hen weer mens maken.

Onze viering als feest. Ik stel mij soms voor hoe dat moet gegaan zijn op dat laatste avondmaal. Die spanning die er zeker was, want het zag er allemaal niet goed uit. Die onzekerheid: hoe lang zal het allemaal nog duren, vooraleer de arrestaties komen. En dan staat diezelfde man die ze nu al een tijd volgen op, en begint zelf elk van hen apart te bedienen met wijn en brood. Alsof niet hij maar zij het belangrijkste zijn op dat moment. Die persoonlijke aandacht voor elk van hen moet hen diep hebben geraakt.

Feest is als iemand het gevoel krijgt dat zij of hij weer meetelt, gezien is als mens, niet alleen als slachtoffer. Feest is als we dat feesten samen kunnen doen. En helemaal ontroerend feestelijk is het, reddend is het, als die persoonlijke aandacht gebeurt in momenten van grote problemen…

 

Johannes 2:1-11

We lezen in het evangelie van Johannes over een trouwfeest waar het dreigt mis te gaan in een schijnbaar onbelangrijk materieel detail. `Er is geen wijn meer’, net als men goed in de sfeer gekomen is. Geen hongersnood natuurlijk, maar toch. Het gaat gepaard met scha en schande naar de gasten toe, die op een uitbundig feest mochten rekenen.  Je doet hen tekort op zo’n moment heel publiek en voor de ogen van het bruidspaar.  Je wil het toch echt niet meemaken dat jij diegene bent  die extra zuinig was en zich misrekend heeft. Het laat een wrange smaak na, iets wat men zich nog lang zal herinneren over wat een genereus feest had moeten zijn, de start van een nieuw en vruchtbaar leven. We lezen het overbekende verhaal.

Twee dagen later was er een bruiloft in het dorp Kana in Galilea. Jezusʼ moeder was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren uitgenodigd. Op zeker ogenblik raakte de wijn op. Jezusʼ moeder hoorde het en ging het Hem vertellen. ‘Laat Mij met rust,’ antwoordde Hij. ‘Het is mijn tijd nog niet.’ Zijn moeder zei tegen de bedienden: ‘Doe wat Hij u zegt.’ Er stonden zes grote aarden kruiken, elk met een inhoud van zoʼn honderd liter. Die werden bij bepaalde gelegenheden met water gevuld, zodat men zich volgens de Joodse voorschriften kon wassen. Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul al die kruiken met water.’ Toen zij dat gedaan hadden, zei Hij: ‘Schep er nu wat uit en laat de ceremoniemeester ervan proeven.’ Zij gaven ervan aan de ceremoniemeester, die niet wist wat er gebeurd was. Hij proefde van het water dat wijn was geworden en riep de bruidegom. Hij zei tegen hem: ‘Wat een lekkere wijn! Hoe is het mogelijk! Iedereen schenkt eerst de goede wijn en als de mensen dronken beginnen te worden, pas de minder goede. Maar u hebt de beste wijn voor het laatst bewaard.’ Zo liet Jezus in Kana in Galilea voor het eerst zien wie Hij was. Daar toonde Hij zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.

In de aanloop naar het wrange einde van het feest loopt dan toch helemaal anders af.  De verwachte afgang maakt plaats voor een onverwachte apotheose.  Dat die er komt is niet het werk van 1 mens. Het is te danken aan de attentheid en actie van Maria, die het probleem ziet aankomen en het wil helpen voorkomen. Het is te danken aan Maria’s vertrouwen in haar zoon, en zijn bereidheid/kunst om te helpen. Het is te danken  aan die zoon, die na enige aarzeling en op vraag van zijn moeder toch iets probeert,  aan de knechten die de gigantische reinigingsbakken nog eens wilden vullen met honderden liters water – op het einde van zo’n lange dag. Zonder Maria –  wiens zaak het inderdaad niet was – was het feest ongetwijfeld zeer pijnlijk geëindigd.  Maar die aandacht en inzet voor elkaar – meer dan men redelijker wijze kan verwachten – maakt het einde nog mooier dan gedacht. Het smaakt als de beste wijn.

En we leren dat wie we ook zijn – hoe beperkt ook onze materiële middelen – we sleutels in handen hebben om  scharnier momenten te doen kantelen. Soms is een veelzeggende blik genoeg. Maar een sterke weg daartoe ligt ook in ons netwerk, in het opgebouwde vertrouwen in hen en in ons. Daarin huist onvermoede kracht om leven ten goede te keren.  Het is een kans maar zoals elke kracht en macht ook een verantwoordelijkheid. Niet voor niets worden  alle Reuzegommers  voor de rechtbank gedaagd in de zaak van Sandra Dia: ze hadden het draaiboek van de doop in handen maar deed niets om het drama te voorkomen.

Het verschil tussen feest of geen feest wordt gemaakt door mensen die attent zijn voor de noden van anderen, zich betrokken weten en de inspanning niet uit de weg gaan.  Het drama dat zich in Afghanistan afspeelt  doet evenzeer een beroep op ons inlevingsvermogen en onze solidariteit. Grote dreigende wolken hangen over een volk.  En toch mogen we te midden die humane crisis van epische proportie, nog lachen om het mooie en goede en grappige dat het leven ook te bieden heeft. Het wordt zelfs belangrijker dan ooit om dat te blijven zien, om het huppelende meisje voor ogen te houden.  In zo’n perspectief wordt water wijn. Wordt het aardse hemels en het menselijke Goddelijk hoe dan ook. 

Daartoe worden wij opgeroepen: dat ik aarde zou bewonen … om te gaan een weg van dagen , liefdes weg die ooit zal leiden naar een menselijk bestaan.

 

Tafeldienst

Laten we aan tafel gaan, en feest vieren rond het ontroerende gebaar van breken, delen, uitdelen, niemand vergeten, iedereen meenemen. Zolang deze kleine gebaren tussen mensen blijven doorgaan, waar ook ter wereld, in welke vorm dan ook, alleen of samen, zolang blijft de bijbelse droom van bevrijding levend. Deze woorden zijn daden: wat ze zeggen, doen ze ook…

We doen dit in verbondenheid met de mensen uit onze gemeenschap die hier vandaag niet kunnen zijn. In verbondenheid met de zieken in het ziekenhuis hier tegenover ons. In verbondenheid met deze buurt, met de eenzamen in deze stad, met de mensen van Afghanistan, met al wie op de vlucht is. Voor hen steken we het kleine solidariteitskaarsje aan.

En tenslotte doen we dit in verbondenheid met onze lieve doden, op de weg die zij gingen gaan wij verder. En we hopen dat een grotere Liefde hen opneemt…

 

*

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.