Over familie…

Dominicus Gent

Viering van zondag 5 september 2021

Over Familie

 

Kom storm,
scheur de wolken van treurigheid open,
Laat ons de zon zien.

Kom levensadem,
adem in ons,
opdat we onze graven verlaten
en opstaan uit traagheid en angst.

Kom vuur,
ontdooi het ijs in onze harten,
maak ons open voor U en voor elkaar.

Kom Ene, Eeuwige,
verwarm ons en breng ons tot leven,
stuw ons voort met zachte kracht.

 

En zingen we ons tot gemeenschap met het lied Welkom

Dit huis is een huis waar de deur openstaat,

waar zoekers en zieners, genood of gekomen,

hun harten verwarmen, van toekomst gaan dromen,

waarin wat hen drijft tot herkenning gaat komen,

de vonk van de Geest in hun binnenste slaat.

Dit huis is een huis waar gemeenschap bestaat,

waar zangers en zeggers bijeen zijn gekomen

om uiting te geven aan waar zij van dromen,

waardoor een beweging ontstaat die gaat stromen,

die nooit meer, door niemand, zich inperken laat

T: Margryt Poortstra     M: Tom Löwenthal

 

 Straks mogen we aanschuiven (tenminste wie ingeschreven is) aan een feestelijk gedekte tafel met lekker eten en drinken, goed gezelschap, fijne disgenoten. Het jaarlijkse familiefeest van Dominicus.

Familiefeest. Waarom noemen we dat gebeuren familiefeest? We zijn toch geen ‘echte’ familie van elkaar, geen bloedverwanten. We hebben geen gezamenlijke voorouders (wie weet 😊), we vinden elkaar niet in eenzelfde stamboom. En toch hebben we geen bezwaar tegen de term familiefeest. Want familie staat hier voor: verbondenheid, betrokken zijn op elkaar, vanuit een gedeelde inspiratie zin en betekenis zoeken, … Ook verantwoordelijkheid en zorg dragen dringt zich op. Zoals we het kennen uit de Bijbelse traditie, uit de overgeleverde en geleefde verhalen van Jezus en zijn leerlingen. Straks overwegen we het verhaal uit het evangelie volgens Matteüs waar Jezus vraagt: wie is mijn moeder? Wie zijn mijn broers en zusters?

Maar eerst de actualiteit. In de berichtgeving van de voorbije weken kwam ik het woord familie vaak tegen. Hele gezinnen en families werden gerepatrieerd uit Afghanistan.  Of niet. Familieleden raakten elkaar kwijt. Kinderen en ouders werden gescheiden. Een moeder, een vader, een oom geraakten niet op de luchthaven. Hele families in spanning, verdriet en zorg alom. Maar ook de grote vreugde van weer verenigd te worden. En het huppelende meisje op het tarmac.

Ook hier in het Gentse hebben families met verwanten in Afghanistan, in spanning gezeten. O.a. de familie van 2 minderjarige vluchtelingen van wie Johan D. voogd werd. We hebben Johan gevraagd om hier het verhaal te vertellen van deze Afghaanse familie.

(verhaal niet opgenomen omwille van veiligheid en privacy van de betrokkenen)

 

Lezing Matteüs 12:46-50

In die tijd, terwijl Jezus tot het volk sprak, gebeurde het dat zijn moeder en broeders buiten stonden om te trachten met Hem te spreken. Iemand kwam Hem nu zeggen: ‘Uw moeder en broeders staan daarbuiten en willen U spreken.’ Maar Hij antwoordde aan degene die Hem dit kwam zeggen: ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders?’ En met een gebaar naar zijn leerlingen zei Hij: ‘Ziedaar mijn moeder en mijn broeders; want mijn broeder, mijn zuster en mijn moeder zijn zij die de wil volbrengen van mijn Vader in de hemel.’

 

Broeders en zusters, (aha, zo heb ik al lang eens willen beginnen…)

We hoorden daarnet al twee verschillende verhalen over familie. Twee verhalen die op de twee uiteinden van een spectrum lijken te staan. Eén over hoe familiebanden, hoe bloedbanden over duizenden kilometers kunnen standhouden en zorg en bezorgdheid oproepen en één met een totaal andere benadering van het concept familie in het evangelie. Er zit blijkbaar nogal wat rek op de definitie van familie.

Mocht ik aan elk van u vragen wat bij u voor de geest komt bij het woord familie, dan ben ik er ook van overtuigd dat ik nog meer verhalen zou te horen krijgen dan dat er hier en thuis mensen zijn.
Iedere ervaring met familie is immers persoonlijk en ze kan alle richtingen uitgaan. Soms zijn er heel positieve verhalen te rapen, soms is het woord “familie” één dat we liever niet willen horen en bij nog anderen is het een en/en verhaal: ze doen het goed met een deel van de familie en liggen overhoop met een ander deel ervan. En dan heb je dat vreemde fenomeen van familie die je enkel nog ziet op huwelijksfeesten en begrafenissen… ze horen er bij want “Het is toch familie.”
Familie lijkt een raar beestje te zijn. Het vergt dus wel enig speurwerk om op de vraag van Annemie te kunnen antwoorden of en waarom we onze bijeenkomst een familiefeest kunnen noemen. Het lijkt een beetje af te hangen van de definitie.

Ik probeer kort een vijftal denkpistes uit. Aangezien loutere biologische verwantschap, bloedbanden alleen me een beetje pover lijken om de hele psychologie rond familie te kunnen verklaren, heb ik wat verder gezocht. Ik noem er een aantal, er zijn er ongetwijfeld nog meer te bedenken, u moet me straks maar aanvullen.

Een eerste piste: een mens wil van nature ergens bij horen, wil deel uitmaken van een groter verband, van een groep, niet alleen in het hier en nu, maar ook over de grenzen van tijd heen. Niets beters daarvoor dan familie: het is een groep waar je automatisch door je geboorte toe behoort en je krijgt meteen ook een hele geschiedenis mee en een stamboom. Je krijgt meteen gratis en voor niets een deel van je identiteit aangemeten. Dat is Jan van de bakker, dat is Mieke van die adellijke familie. Nog voor je het concept identiteit kent, heb je er al een. De groep geeft je identiteit, maar jij geeft ook een stuk identiteit aan de groep. Ook in onze taal weerspiegelt zich dat in uitdrukkingen als “Het zal je familie maar zijn” en “Dat komt in de beste families voor”.
En dan wij hier: zijn wij een familie waaraan we een stuk van onze identiteit ontlenen? Noemen we onszelf Dominicus-broeder of -zuster? Vinden we hierin zin en betekenis?

Een tweede piste die een sterke familieband verklaart: familie is de eerste omgeving waarin je als mensje terechtkomt. Het zijn die mensen die je als baby hopelijk koesteren en doen opgroeien, die je je eerste ervaringen met menselijke interactie doen krijgen, die je een eerste spiegel voorhouden, de eerste minimaatschappij waarin je mag opgroeien en leren, met veel verschillende mensen die je niet zelf hebt gekozen met dan nog elk hun kenmerken en gebreken. Zij zijn bij de eerste sleutelmomenten in je leven.
En wij hier dan: zijn wij een familie waarin we ons een spiegel laten voorhouden, vinden we hier een plaats om te leren en te groeien, om te zoeken en te falen en opgevangen te worden? Staan we elkaar bij in sleutelmomenten? Is dit een plek waar we mogen zijn wie we zijn, elk met zijn of haar schoonheid en onhebbelijkheden?

Ik doe lustig verder, ik zie het hier en daar al wat knetteren, een derde piste is dat familie een groep mensen is waarop je meestal kan terugvallen, ook al heb je het soms bijzonder bont gemaakt. Zo zie je vaak dat bij een scheiding één van de partners terug bij de ouders intrekt, al is het maar voor even. Dat is zeker niet alleen om praktische redenen. Niet alleen om snel een dak boven ‘t hoofd te hebben, maar ook om troost en terug vertrouwen te krijgen.
En wij hier dan: zijn we een familie die het kan hebben dat mensen niet perfect zijn, niet voldoen aan één of ander fake ideaalbeeld, maar die kijken naar hun broeder en zuster zoals die zijn, allemaal mensen zoals wijzelf.

Een vierde piste, we zijn er bijna, vond ik in twee persoonlijke ervaringen uit Afrika. De eerste was in Malawi waar we bij een onverwachts bezoek aan een vroegere bisschop verwelkomd werden door diens kleinzoon, zo zei hij het toch. Het was een katholieke bisschop, bovendien een (zwarte) witte pater van onbesproken reputatie en dus – 100% zeker kan een mens nooit zijn –vermoed ik dat het gewoon een typische Afrikaanse manier was om dichte verwantschap uit te drukken met de man.
En nog later in Senegal, toen ik op bezoek ging bij een vriend die daar werkt voor een NGO, vertelde hij me bij aankomst dat hij voor mij logies had voorzien bij zijn familie. Ik keek vreemd op, want de man is al jaren celibatair, maar zijn familie bleek een Senegalees gezin te zijn dat hem figuurlijk had geadopteerd. Hij werd er zo het wit schaap van de familie. Ze beschouwen elkaar dan ook als familie. Daar waar in Afrika de begrippen broer en zus en neef en nicht nogal overdrachtelijk en ruim mogen begrepen worden, is de band die tussen de familieleden bestaat zeer sterk. Tegelijkertijd daarmee kennen ze ook de plicht om voor die familie te zorgen. Als een broer op bezoek komt, dan zorg je daarvoor, ook al moet je jezelf daar dingen voor ontzeggen.
En wij hier dan: zijn wij ook zo’n Afrikanen? Zijn wij zo’n familie waarin voor elkaar gezorgd wordt? Ligt onze focus op de ander?

En dan tenslotte de vijfde piste: het evangelieverhaal van daarnet. Jezus is aan het prediken. Hij hoort dat zijn moeder en broers naar hem onderweg zijn. Ze zijn over hem bezorgd omdat hij een gevaarlijke weg gekozen heeft en willen hem ervan overtuigen ermee te stoppen. Dat kunnen we elders lezen. Hij repliceert echter met “Mensen die doen wat mijn hemelse Vader wil, die zijn mijn broer, mijn zus en mijn moeder, die behoren tot mijn familie.’
En wij hier, wij die ons christen noemen, behoren we tot zijn familie?

Ik heb veel vragen gesteld en diep nagedacht, en durf op de meeste ervan toch enigszins positief antwoorden. Het mag altijd wat meer zijn, natuurlijk, maar dat is in iedere familie wel zo. Er zijn goede en kwade dagen. Er zijn wellicht mensen die af en toe eens ontgoocheld raken, maar het globale bilan oogt voor mij wel positief. Ik voel verbondenheid met wat we doen en wie we zijn, verbondenheid over de weg die we samen proberen gaan in het spoor van Jezus. Ik zie inzet door velen om te bouwen aan een betere wereld, een visioen van het rijk Gods, elk met zijn of haar capaciteiten. Ik zie dat er gewerkt wordt voor vluchtelingen, voor mensen die het moeilijk hebben, voor een leefbare planeet, voor vrede overal waar die niet is, voor een dak boven ons en boven ieders hoofd. Ik zie en ervaar zorg, maar tegelijkertijd ook kritische bevraging. Ik zie hier allen evenwaardig, even waardig, broeders en zusters.

Laten we elkaar dus in die geest wakker houden, laten elkaar blijven bevragen en een spiegel voorhouden, zodat we niet indommelen in zelfgenoegzaamheid. Alleen zo zullen we nog verder groeien als familie. Alleen zo worden we een gemeenschap waarin verbinden en delen onze tweede natuur wordt.

 

Zingen we dit uit met het lied van schaarste en overvloed:

Waar staat een gedekte tafel?

Waar is brood dat ons verzadigt?

Zonder eten ga ik dood.

Wie, wie geeft mij van zijn brood?

Of heb ik genoeg voor velen

maar geen mens om mee te delen,

geen die naast mij zit of staat

en mijn brood mij breken laat.

Ben ik boordevol van woorden,

niemand vind ik, die mij horen,

niemand die mij kan verstaan,

geen waar ik naar toe kan gaan.

Ben ik leeg, ik hoor ze zwijgen,

hoor geen woorden dan mijn eigen,

Hoor geen mens die mij iets zegt,

ander die zich tot mij richt.

Mens is dorst en mens is honger,

mens is leven van verlangen,

wachtend tot iemand hem vindt

die zich geeft, die zich verbindt.

Heb ik alles, overdadig,

ben, dan nog, ik, onverzadigd

tot ik er van delen mag

met een die op iemand wacht.

T: Bernard Huijbers     M: Genève 1551

 

Inbreng gemeenschap

 

Tafeldienst

Als broers en zussen feestelijk verzameld rond de tafel van brood en wijn. In het voetspoor van Jezus van Nazareth die ons voorging in breken en delen. Opdat mensen elkaar mogen vinden en elkaar nabij zijn.

We weten ons hierbij verbonden met de mensen die hier graag zouden aanwezig zijn: de zieken, de ouderen, de mensen aan het werk. In verbondenheid met allen die bang wachten op hereniging met dierbaren. Voor alle mensen die een helpende hand aanreiken steken we het kaarsje van wereldwijde verbondenheid aan. En we gedenken onze lieve doden, …

 

Tafellied: Gezegend eeuwige

Gezegend, Eeuwige, Gij reddende God.

In de nacht klonk uw stem, sprak uw hart

In de nacht brak het donker op uw woord van licht

Een dag ongeweten, een uitzicht dat wenkt,

roept Gij wakker voor ons.

Opstaan, vertrouwen en gaan zullen wij naar de morgen,

zingen om U het lied van alle reisgenoten:

Heilig, heilig, heilig, zullen wij U noemen

Heilig, heilig, heilig, moeten wij U noemen

met heel de schepping mee uw grote daden roemen!

Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!

Zegen van Gods wege, Hij die komt met de naam van Hem!

Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!

In de nacht bleef Gij trouw aan het volk van Uw liefde,

aan de Zoon van uw hart.

Uit het geestloze dal van de duizenden doden,

hebt Gij hen tot leven gebracht.

Gezegend, Eeuwige, Gij reddende God.

Om de Zoon van uw liefde.

Hij onze geboorte, de nieuwe dag!

Toen Jezus de laatste keer aan tafel ging met zijn leerlingen,

gaf Hij hen een teken, dat hen voor altijd met Hem zou verbinden,

over de dood en de tijd heen.

Hij brak brood, zegende het,

deelde het rond.

Telkens je dit doet, zei hij,

zul je delen in mijn leven,

leef ik in jullie verder.

 

Hij nam ook een beker wijn, zegende hem

gef hem rond.

Telkens je dit doet, zei hij,

deel je van mijn bloed, mijn levenskracht.

Blijf je verbonden met de Vader

maak je nieuwe toekomst mogelijk.

Delen wij samen hier in zijn lichaam,

vinden wij leven eens en vooral in zijn bloed.

Voeg ons bijeen tot één levend lichaam,

tempel van liefde, oase van vrede, een woning voor U.

Dat onze dagen u zullen aanbidden en eren Uw Naam,

doen wie Gij zijt; Eeuwige, reddende God!

T: Sytze de Vries     M: Willem Vogel

Onze Vader

 

Vredeswens

Jezus heeft zijn vrienden familie genoemd. Een familie die doet wat de Hemelse Vader vraagt. Dat is vrede brengen, vrede bewerkstelligen onderling en in heel de wereld.
Wensen wij elkaar de vrede.

 

Communie

 

Slotlied, Lied om mee te gaan

 

Wij moeten gaan, aan ‘t lied van bevrijding

voegden we weer een eigen refrein,

zagen rondom de glans van herkenning

hoe we elkaar tot Verbondgenoot zijn.

Vonden het Woord, eerder gehoord

als nieuwe bron op eigen terrein.

Laten we gaan. Geloof in de zegen

die onze God steeds toegezegd heeft,

in niemandsland soms worstelend verkregen

maar die ons hoop, moed en waakzaamheid geeft.

Neem van hier mee, het vaste idee

Licht blijft de kern, vaak tastend beleefd.

Neem bij het gaan de mantel van vrede

die we behoedzaam om mogen slaan

Waarin de Naam vol kleur is geweven,

vage beschutting in mensenbestaan.

In de woestijn, vruchten en wijn:

vrede en zegen! Laten we gaan.

T: Gonny Luijpers     M: Herma Bulders

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.