Zusterlijk & Broederlijk Delen (eerste Veertigdagenviering)

Dominicus Gent

Zondagviering 6 maart 2022

Broederlijk en zusterlijk delen

(Eerste viering van de Veertigdagentijd) 

 

Welkom allemaal in deze Blaisantkerk, welkom aan de gemeenschap thuis, achter de schermen.
Het is onwezenlijk om hier rustig samen te kunnen komen terwijl een vreselijke oorlog woedt.

Maar het is ook goed om de sprakeloosheid en de machteloosheid te delen. Laat ons samenkomen om elkaar te steunen en te troosten en vastberaden te doen wat goed is en wat moet.

God, Gij nodigt ons uit om samen een ‘sterke tijd’ te beginnen: de veertigdagentijd naar Pasen toe. In se geen droeve of zware tijd, maar een hoopvolle. Een tijd die samenloopt met het uitzien naar de lente, de belofte van nieuw leven, nieuw begin door niets of niemand te stuiten.
Net als de natuur kunnen we alle licht gebruiken, niet in het minst Uw licht voor allen in angst of op de vlucht en voor ons hier verzameld.
 
Wees hier aanwezig
Gij die ons licht zijt,
Gij die dorst en honger stilt,
Gij die slachtoffers niet in de steek laat.
Deel met ons Uw droom van wereldwijd partnerschap.
Wees hier aanwezig.
Inspireer ons.
Wek ons.
Blijf bij ons.

Zingend sluiten we aan bij de aanklacht tegen een duale wereld van schaarste en overvloed.
Maar daar doorheen zingen we ook van het wonder dat partnerschap vermag wanneer mensen elkaar als gelijken ontmoeten aan de tafel waar brood, woorden, mens-zijn gedeeld wordt.

We zingen het lied van schaarste en overvloed

 
Waar staat een gedekte tafel?
Waar is brood dat ons verzadigt?
Zonder eten ga ik dood.
Wie, wie geeft mij van zijn brood?
Of heb ik genoeg voor velen
maar geen mens om mee te delen,
geen die naast mij zit of staat
en mijn brood mij breken laat.

Ben ik boordevol van woorden,
niemand vind ik, die mij horen,
niemand die mij kan verstaan,
geen waar ik naartoe kan gaan.
Ben ik leeg, ik hoor ze zwijgen,
hoor geen woorden dan mijn eigen,
hoor geen mens die mij iets zegt,
ander die zich tot mij richt.

Mens is dorst en mens is honger,
mens is leven van verlangen,
wachtend tot iemand hem vindt
die zich geeft, die zich verbindt.
Heb ik alles, overdadig,
ben, dan nog, ik, onverzadigd
tot ik er van delen mag
met een die op iemand wacht.

Tekst: Bernard Huijbers – muziek: Genève 1551

 
“Mijn vader was een zwervende Arameeër” & De 25%-revolutie

Einde 2019 bezochten we de tentoonstelling ‘Crossroads’ in Brussel. Een tentoonstelling over de Middeleeuwen. Aan het begin van de tentoonstelling was er een kaart waarop de verschillende migratiestromen in het gebied van Europa en de Middellandse Zee te zien waren. Zo leerde ik dat onze Keltische roots eigenlijk ergens in centraal Europa liggen. Door de vele migraties werd de Europese bevolking op het einde van de middeleeuwen gekenmerkt door een grote culturele diversiteit.

De tekst ‘… mijn vader was een zwervende Arameeër’ uit Deuteronomium is u wel bekend. Die zullen we straks beluisteren. Geïnspireerd door die tekst zouden we zo ook ons eigen verhaal kunnen vertellen. De openingszin zou dan kunnen zijn: ‘Mijn vader was een zwervende Kelt’. Oké, het kan ook een Romeinse soldaat geweest zijn… of een Viking. Maar hij bracht ons hierheen op de samenvloeiing van Leie en Schelde. Hij gaf ons deze plek. Een land van belofte. Een prachtige stad, waar meer dan genoeg te eten is. Volgens de instructies in Deuteronomium moet je dan knielen en zeggen: ‘Heer, ik breng u de vruchten van deze overvloed die u ons gegeven hebt. Land en oogst om te delen, om recht te doen aan de vreemdeling, de weduwe en de wees.’ En dat is nog steeds actueel. Op deze plek vinden zwervende mensen hier nog steeds een thuis. Ik mag het hopen.

En is dat niet het verhaal van mensen op alle continenten? Groepen op weg naar ‘een land van belofte’. Uiteindelijk is iedereen op deze wereld toch op elkaar aangewezen. Door de vruchten van de overvloed te delen en te herverdelen, moet het mogelijk zijn om een evenwicht te vinden. En dat brengt ons ‘min of meer’ naadloos bij de campagne van Broederlijk Delen voor de veertigdagentijd.
De campagne van Broederlijk Delen wil ons inspireren om werk te maken van een duurzame wereld zonder ongelijkheid. En dat is een grote uitdaging. We stellen vast dat ons huidig economisch groeimodel desastreuse gevolgen heeft. Het systeem werkt niet. Een systeemverandering is nodig. Dat mensen daarmee reeds bezig zijn kan je zien in de documentaire van Broederlijk Delen op Youtube – https://www.youtube.com/watch?v=7GmpjVXvSPg&t=789s. In die documentaire komen verschillende doeners aan het woord. Op hun eigen manier stellen ze het bestaande systeem in vraag. Ze gaan op zoek naar alternatieven.

Oh, dat is toch maar een druppel op een hete plaat denk je dan… Het effect daarvan is toch verwaarloosbaar,…?
Maar er is goed nieuws. Volgens een studie van Science Magazine is er slechts een minderheid van 25 procent nodig om de samenleving te heroriënteren. Centraal in de campagne van 2022 staat die 25%- revolutie. Als we 25% van de mensen kunnen overtuigen om overvloed te delen en herverdelen, dan is dat genoeg om het 100% anders te doen. De campagne doet een oproep om mede-activator te zijn. Om game changer te worden. Eén op vier is voldoende om een fundamentele ommekeer in gang te zetten. Eén op vier, dat is toch haalbaar?

En hoe moet die revolutie dan gevoerd worden? De campagne focust op 3 domeinen:
Een eerste domein is het verdelen van de ecologische voetafdruk zodat iedereen kan genieten van een eerlijk aandeel in grondstoffen, water, gronden, natuur, biodiversiteit… ook de generaties die na ons komen.
Het tweede domein gaat over het herverdelen van de macht. Het is een pleidooi voor meer participatie zodat ieders stem telt en gehoord wordt, ook en vooral die van minderheden.
Het derde domein pleit voor het herverdelen de welvaart. Kwetsbare mensen mogen niet worden uitgebuit om de welvaart van enkelen in stand te houden. Iedereen heeft recht op toegang tot gezond voedsel, goed onderwijs, gezondheidszorg, ontspanning, huisvesting of technologie.
Als we met minstens 25% aan dezelfde kar duwen, dan kunnen we een betere, meer rechtvaardige wereld creëren. Eén op vier, dat is hoopvol en haalbaar.

Ook in Afrika en Latijns-Amerika maken velen al deel uit van de 25%-revolutie. BD plaatst enkele van die projecten in de kijker.
Ik stel deze projecten kort voor:
In Senegal is er JED (Jeunesse et Développement). Via opleidingen in agro-ecologie geven ze jongeren perspectief. De verworven kennis zetten ze in voor hun familie en gemeenschap.
Opgroeien in Gaza is niet makkelijk. Theatre Day Productions (TDP) is een sociaal artistiek project en geeft jonge Palestijnen een platform om zich uit te drukken, om samen te creëren.
In Colombia zorgen de mijnbouw en andere megaprojecten voor conflicten. En ze hebben een negatieve impact op de natuur. De Cinturón Occidental Ambiental (COA) is een collectief op het platteland dat jong en oud verenigt. Ze strijden voor een gezonde en veilige leefomgeving.
Als zij 25% van hun mensen kunnen inspireren, dan zal dat lukken. De komende weken horen we meer verhalen over deze projecten.
Zet mee de verandering in gang. Sluit aan bij de 25%-revolutie. Eén op vier, het is mogelijk.

En nu iets totaal anders… Of toch niet?
Laten we stilstaan. Even achteruitkijken om dan weer door te gaan. We keren even terug naar het tijdsgewicht van de tachtiger jaren. Het KUC in de beginjaren. De Internationale Nieuwe Scene treed op met Mistero Buffo. Nu 40 jaar verder. Bekijk het fragment dat jullie zo dadelijk op het grote scherm zullen zien met de ogen van vandaag. Mijn vader was een zwervende Arameeër, Kelt, Syriër, Filipino, Turk, Oekraïner… Op de vlucht om hier aan wat brood te geraken en om een simpele welstand te vergaren. Het verhaal is niet te stoppen. Het lied wordt nog steeds geleefd.  
https://www.youtube.com/watch?v=eQrgV6YELzc
Begin tot 2:01

 

Deuteronomium 26, 1-26
 
Wanneer gij zijt gekomen in het land dat Jahwe uw God u in eigendom geeft, wanneer gij het in bezit hebt genomen en er gevestigd zijt, dan moet gij de eerste veldvruchten die gij oogst in het land, dat Jahwe uw God u schenkt, in een korf doen en daarmee naar de plaats gaan, die Jahwe uw God zal uitkiezen om er zijn naam te vestigen. Gij moet naar de priester gaan die er in die dagen is, en hem zeggen: `Heden belijd ik voor Jahwe mijn God, dat ik in het land ben gekomen, dat Hij onze vaderen onder ede beloofd had.’ De priester neemt dan de korf van u aan en zet hem voor het altaar van Jahwe uw God. Dan moet gij, staande voor Jahwe uw God, zeggen: `Mijn vader was een zwervende Arameeër. Hij is met een klein getal mensen naar Egypte gegaan en, terwijl hij daar als vreemdeling verbleef, een groot, machtig, talrijk volk geworden. Toen de Egyptenaren ons slecht behandelden, ons verdrukten en ons harde slavenarbeid oplegden, hebben wij tot Jahwe, de God van onze vaderen, geroepen. En Jahwe heeft ons verhoord en zich onze vernedering, ons zwoegen en onze verdrukking aangetrokken. Hij heeft ons uit Egypte geleid met sterke hand, met uitgestrekte arm, onder grote verschrikkingen, tekenen en wonderen. Hij heeft ons naar deze plaats gebracht en ons dit land geschonken, een land van melk en honing. Daarom breng ik nu de eerste vruchten van de grond, die Gij, Jahwe, mij hebt geschonken.’ Dan moet ge die voor Jahwe uw God neerleggen, u voor Hem neerbuigen en samen met de levieten en de vreemdelingen die bij u wonen feestvieren, om al de weldaden die Hij aan u en aan uw huis heeft geschonken. Wanneer gij in het derde jaar, het jaar van de tiende, de gehele tiende van uw oogst volledig hebt afgestaan en aan de levieten, de vreemdelingen, de weduwen en de wezen hebt gegeven, en zij daar in uw stad volop van eten, dan moet gij voor Jahwe uw God verklaren: `Ik heb het heilige uit mijn huis weggedaan en het gegeven aan de levieten, de vreemdelingen, de weduwen en de wezen, zoals Gij mij geboden hebt. Geen van uw geboden heb ik overtreden of veronachtzaamd. Ik heb er niet in de rouwtijd van gegeten, het niet weggedaan, terwijl ik onrein was, en er niets van aan een dode geofferd. Ik heb gehoor gegeven aan Jahwe mijn God en alles wat Gij mij geboden hebt, ten uitvoer gebracht. Zie neer uit de hemel, uw heilige woning; zegen uw volk Israël en zegen de grond, die Gij ons hebt geschonken, het land van melk en honing, zoals Gij onze vaderen onder ede beloofd hebt.’ Heden gebiedt Jahwe uw God u deze voorschriften en bepalingen te volbrengen. Gij moet ze stipt ten uitvoer brengen, met heel uw hart en heel uw ziel. Gij hebt heden van Jahwe de verzekering gekregen, dat Hij uw God zal zijn, als gij tenminste zijn wegen gaat, zijn voorschriften, geboden en bepalingen onderhoudt en naar Hem luistert. En Jahwe heeft heden van u de verzekering gekregen, dat gij, zoals Hij beloofd heeft, zijn eigen volk zult zijn en al zijn geboden zult onderhouden. Daarom zal Hij aan u groter eer, faam en luister schenken dan aan de andere volken, die Hij geschapen heeft, en zult gij een volk zijn dat Jahwe uw God is toegewijd, zoals Hij beloofd heeft.

 

Boek jij bent geleefd, zeg ons hoe te leven
In mijn letters staat geschreven
dat alleen de geest doet leven.
Licht en adem is de geest.
Daarom ben ik neergeschreven:
dat jij zonder angst zult leven wat je leest.

Boek jij bent geleefd, zeg ons hoe te leven
Wou je leven met zovelen
hier op aarde, moet je delen:
licht en adem, geld en goed.
Wie maar leeft om meer te krijgen
die zal sterven aan zijn eigen overvloed.

Boek jij bent geleefd, zeg ons hoe te leven
Mozes heeft de weg gewezen,
hoor de woorden der profeten,
licht en adem zal er zijn
als je mens wordt zoals Jezus:
liefde als een mens aanwezig,
wijn van liefde, brood des leven zoals hij.

Boek jij ben geleefd, zeg ons hoe te leven
Niemand weet hoe jij moet leven,
nergens staat het opgeschreven.
Liefde tegen liefdespijn,
vriendschap tegen duizend vrezen,
zoet dat bitter kan genezen,
mens voor mensen, recht en rede,
licht en adem, heel veel leven mag je zijn.

Vrouw, waar is je broer? Mens, waar is je zusje?
’t Meeste van een mensenleven
wordt het minste opgeschreven:
hoe zij trouw zijn aan elkaar,
lijden, sterven, liefde leren
zouden wij dat ook proberen, werd het waar.

tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen

 

Boek jij bent geleefd, zeg ons hoe te leven…

Na zijn doopsel vast Jezus 40 dagen in de woestijn. Hij weerstaat er de verlokkingen van persoonlijke macht, bezit en aanzien met passages uit Deuteronomium, één van de Thoraboeken aan Mozes toegeschreven.
Jezus’ leven sluit daarmee aan bij de 40 woestijnjaren o.l.v. Mozes.
De essentie van leven en samenleven wordt gebald in het gebaar van herverdelen.
Veertig dagen van inkeer en ommekeer liggen voor ons, kans tot verfrissen van focus en meewerken aan Gods droom van gedeelde macht, bezit en aanzien. Geen duale wereld van gulle gevers en dankbare krijgers maar een wereld van partnerschap, dienstbaarheid en delen.

Boek jij bent geleefd. Mozes heeft de weg gewezen…

Het boek Deuteronomium -waaruit Jezus put om de duivel te weerstaan- bevat voorschriften voor wonen in het Beloofd Land. Mozes spreekt ze uit op de Nebo-berg van waaruit hij dat Beloofd Land kan zien waar hijzelf niet in mag. Joodse commentaren verduidelijken dat JHWH Mozes straft omdat hij in de woestijn op de rots sloég in plaats van tot de rots te spreken zoals JHWH had bevolen. JHWH wil dat de vijand met woorden en niet met fysiek geweld tot inkeer gebracht wordt…(in Oekraïne lukt dat alvast niet …).
Een andere verklaring -die mij ook aanspreekt- is, dat de reden op zich niet belangrijk is maar wel dat de Thora in het Beloofde Land centraal blijft en niet de persoon van Mozes. Een gedachte die aansluit bij het bekoringsverhaal: het komt niet aan op macht, bezit en aanzien van een individu -al heet dat individu Mozes-… Het gaat om de droom van een goed leven waarvoor Thora de bakens uitzet.

Boek, jij bent geleefd…daarom is het neergeschreven, dat jij zonder angst zult leven wat je leest

Het joodse volk is een volk van herinnering in de meest letterlijke betekenis: her-inneren, ver-inner-lijken van de geschiedenis van de voorvaders en -moeders: JHWH’s belofte die op weg zet – tot op vandaag. Egypte en slavernij ook in recente geschiedenis. Je zou van minder de angst terug voelen van je voorvaders en -moeders. Maar ook bevrijding en Beloofd Land.
Het joodse Pesachmaal bv. is een indringend belevingstheater dat de familie onderdompelt in belangrijke periodes van hun volksgeschiedenis. Het is geen afstandelijk ge-denken maar een aan den lijve ervaren dat aan de ribben plakt. Bij het Pesachmaal stelt het jongste kind vastliggende eeuwenoude vragen. Een belangrijke opdracht die het kind lang vooraf aanleert. Op de eerste vraag: “Waarom is deze avond anders dan alle andere?” antwoordt de familievader met het familieverhaal “Mijn vader was een zwervende Arameeër…”
Zwerver zijn, nooit ergens thuis maar uit handen gegeven aan natuurkrachten die geven en nemen; overgeleverd aan elkaar en aan de genade van JHWH. Zwerver zijn, dát is je identiteit. En als je ineens wél ergens gaat wonen, je gaat settelen blijf je her-inneren dat alles gekregen is om niet: het leven, de aarde en de vruchten ervan. Je gaat wonen in een land van melk en honing. Een beeld dat vreedzaam samenleven onderstreept tussen mens en dier, gratuite eetwaren waarvoor niet gedood moet worden.
Én dé bijbelse toetssteen voor leven naar Gods wil is je houding ten aanzien van vreemdelingen, weduwen en wezen. De zorg en het recht dat aan deze mensengroepen wordt gedaan katapulteert naar de essentie van bestaan, herinnert aan het zwerver zijn, aan het aangewezen zijn op elkaar, op JHWH’s genade, op leven dat de aarde schenkt.
Vlak voor het betreden van Beloofd Land en bij aanvang van onze veertigdagentijd wordt die zwerver-identiteit in her-innering gebracht: Toon je dankbaarheid, geef de eerste en beste vruchten van het om niet verkregen land, geef die aan JHWH zodat je nooit vergeet dat alles gekregen is en aan allen toebehoort.

Hoe ongewoon, hoe haaks staat dit op het exploitatiedenken en -handelen met betrekking tot land, bodem, aarde. De band van verwondering en dankbaarheid om de aarde en haar vruchten lijkt wel doorgeknipt.
We namen als het ware de houding aan van mijnontginners: we nemen uit de aarde -ook die ver van ons. We nemen tot uitputting van de bodem en haar rijkdommen, we gebruiken en werpen weg. We vernietigen de aarde, ons om niet gekregen cadeau. Ons leven is verworden tot stelen van onze broers en zussen hier en elders, nu en van toekomstige generaties. Hoe tegengesteld aan het bijbelboek kan leven zijn!

Boek, jij bent geleefd. Wou je leven met zovelen hier op aarde, moet je delen: licht en adem, geld en goed.

Midden vorige eeuw heeft de Vlaamse Kerk aan deze Veertigdagentijd een solidariteitscampagne gekoppeld. Aanvankelijk in de sfeer van liefdadigheid – met gevers en krijgers (die dank u moeten zeggen)-, is de campagne uitgegroeid tot een stevig onderbouwde oproep tot rechtvaardigheid via wereldwijd partnerschap. Wij hebben van elkaar te leren, er is geen Meerdere-mindere tussen mensen, er is vooral veel te delen. (Zuster- en )‘Broederlijk Delen. ‘Tot iedereen mee is’ zegt het logo.
We zetten daarnet al enkele zaken van de huidige campagne in de kijker. De volgende weken raken we nog meer vertrouwd met de drie partnerlanden, het wonder van de 25%-revolutie, de inzet van zoveel mooie mensen….want je zou het in ellendige tijden van oorlog bijna vergeten: de meeste mensen deugen.

Boek jij bent geleefd, ’t meeste van een mensenleven wordt het minste opgeschreven: hoe zij trouw zijn aan elkaar, lijden, sterven, liefde leren …….. Zouden wij dat ook proberen, werd het waar.

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.