Allerzielen 2018

‘ALS HET STILLER WORDT, KIJK JE TERUG’

Allerheiligen in Dominicus Gent

1 november 2018

1
Goede morgen iedereen. Welkom op deze dag van Allerheiligen en Allerzielen.

Vandaag wou ik toch eventjes stilstaan bij het feest van Allerheiligen. Wees gerust ik zal de ellenlange litanie van heiligen niet afroepen maar wou toch enkele bedenkingen hierover kwijt.

Heiligen zijn mensen waarvan de betekenis van heilig zijn vaak aan ons ontsnapt. Welke binding hebben wij met hen? Wij roepen al lang de heilige Apollonia niet meer aan wanneer we tandpijn hebben maar spreken onze huismiddeltjes aan of raadplegen een tandarts. Idem voor de heilige Godelieve wanneer men keelpijn had…of de heilige Antonius, mijn oma draaide zijn beeld altijd om wanneer ze iets niet terugvond. Sommige van hen spreken ons meer aan zoals de Franciscus of Pater Damiaan. Hun daden en opofferingen zijn duidelijker en realistischer.

Het doel van de kolonie heiligen is bedoeld om aan de gelovigen een voorbeeld te stellen: hoe men als goed christen kon leven en zijn hemel verdienen. Wie wou daar niet bij horen?

Op 14 oktober is er een nieuwe heiligverklaring geweest van iemand die onze tijdsgenoot geweest is en niemand onberoerd gelaten heeft: Monseigneur Romero, aartsbisschop en mensenactivist.
Aanzien als communist door rechtse kringen in zijn land werd hij vermoord tijdens het voorgaan in een eucharistieviering. Zijn misdaad in hun ogen was dat hij droomde van een arme, humanitaire kerk die geen banden had met machtigen. Een Kerk die vrij was politiek, economie en militaire invloeden. Daarom ziet de paus in hem ook een model voor een Kerk die een kerk van de armen moet worden.

Monseigneur Romero vervulde een rolmodel en dergelijke heiligen mogen we koesteren om ons op te trekken aan hun idealen en te proberen om die toe te passen in ons leven. Behoren tot een groep mensen met dezelfde droom en idealen doet deugd en geef steun. We mogen fier zijn op deze nieuwe heilige en ik durf zeggen: Heilige Romero bid voor ons.

We steken de Paaskaars aan om die Ene, Vader, Moeder te visualiseren in ons midden en om het licht dat onze hoop uitdrukt dat de dood en de vernieling niet het laatste woord hebben.

Vandaag vieren we ook Allerzielen en gedenken we onze geliefden, familie, vrienden, onbekenden ….en dat doen we samen en dat kan deugd doen.
Mensen afstaan aan de dood is niet makkelijk. Afscheid gaat samen met pijn, verdriet, gemis….
Maar stilletjes aan moeten we dat leven loslaten om het de vrijheid te geven om een ander leven binnen te gaan.

Dit weekend was ik met vrienden eventjes in de abdij van West-Vleteren om de Vespers bij te wonen. Vanuit het gastenhuis wandel je een stukje door de tuin om voor de kerk aan de rechterkant het grafveld van de monniken te zien. Een grasperk bezaaid met vierkante sobere stenen waarop een kruisje en een naam vermeld staat.
Er was een nieuw, vers graf. De hoop aarde lag er nog rul en donker bij. Uit ervaring weet ik dat je telkens wanneer je op een later tijdstip hier voorbij wandelt, de hoop aarde afvlakt. Monniken worden niet in een kist begraven maar in hun Kovel (witte mantel). Het lichaam wordt zo aan de aarde toevertrouwd en de aarde neemt het beetje bij beetje in zich op. Op die manier herinner je je de mens die daar begraven ligt en neem je telkens opnieuw een beetje afscheid. Wanneer de aarde helemaal op niveau van het grasveld gekomen is wordt er een steen opgelegd met naam en een kruisje van de overledene. Zijn naam mag niet verloren of vergeten worden en wanneer je dan terug voorbijkomt lees je de naam, de namen van al die kleine heiligen.

 

2

Het leven trekt smalle kringen die deinen van morgen tot avondrood, maar wijder, veel wijder deint onze dood met duizend herinneringen.
De dood blijft als een muur waar we met zijn allen tegen aanlopen, jong of oud, rijk of arm. Hij bevangt ons als een raadsel. Daarom is het goed ons met elkaar te verbinden, gebaren, telkens te stellen en woorden te zoeken samen, in gemeenschap.
Samen stil worden in deze grote stilte kring in onze sacrale ruimte is een bewuste keuze.
Het heeft alles te maken met de belofte van een ‘Levende nabijheid’ over de dood heen.
Een belofte die ook klinkt in het evangelieverhaal dat we voor deze viering kozen.
Ik lees een verhaal vrij geschreven naar het Emmaüsverhaal in Lucas 24.

Ze waren weggevlucht uit de stad, konden er niet meer tegen, al die herinneringen, al die dromen… voorbij was het, over, voorgoed, dood is dood!

In Jeruzalem ging alles gewoon door net alsof er niets gebeurd was.

Sommigen herkenden hen als zijn leerlingen en natuurlijk lazen ze op hun gezichten de gestorven illusies. Maar wie durfde er iets over te zeggen? Doen alsof je niets weet, dat is beter.

Plotseling werden ze aangesproken door een vreemdeling

Vrij vlug had hij gemerkt hoe verslagen ze waren, volkomen gedeprimeerd! Voorzichtig informeerde hij naar de reden van hun bedrukte stemming… Stomverbaasd keken ze hem aan. Wist hij dan echt van niets?

Toen vertelden ze hem over Jezus van Nazareth. Hoe zij gehoopt hadden dat hij de man zou zijn die hen zou leiden en bevrijden; eindelijk iets nieuws!
Maar gisteren, zo zeiden ze, gisteren is hij vermoord, aan het kruis geslagen: dood! Alles voorbij, voorgoed verdwenen, weg alle dromen!

Een paar vrouwen zegden wel dat hij leeft, maar wij, wij hebben hem toch nog niet gezien.

De vreemdeling bleef staan en keek hen aan.

Hij nam nu zelf het woord en gaf uitgebreid tekst en uitleg: verhalen en voorbeelden over innerlijke kracht na kruis, over liefde en geloof over grenzen heen, over innerlijk licht dat niemand kan doven. Een mens en al wat hij aan hoop, geloof en liefde was hoeft niet te verdwijnen vanwege tegenwerking en tegenslag, vanwege mislukking en liquidatie door anderen, vanwege zijn dood.

Ze waren ook na dit lange en boeiende gesprek nog niet in de stemming voor een warm onthaal, maar toch boden ze hem gastvrijheid aan. In stilte maakten ze het eten klaar en gingen aan tafel.

De gast werd gastheer, Hij nam het initiatief van weleer: Hij sprak zegenende woorden uit over spijs en drank en over het samenzijn aan tafel. Hij nodigde hen uit om echt maal-tijd te houden: samen het brood breken en de beker delen.

Hun ogen ontmoeten hem voor het eerst. Ze voelden hun hart warmer worden. De kracht van diepe ontmoeting deed in hen iets herleven. De vele flarden van gesprek vielen samen in één nieuw en blikverruimend vergezicht.

Ze voelden de drang om weer op te staan: in beweging gebracht door een nieuwe energie. Ze haastten zich terug naar de stad, naar de anderen. En ook zij sloten zich nu aan bij allen die zeiden: Hij leeft nog, zijn Geest gaat door. Hij gaat met ons mee. Er gaat niets verloren. Zijn erfenis leeft in ons voort, zijn liefde duwt ons verder. Er gaat niets aan liefde en vriendschap verloren.

Wij zijn in staat om in verbondenheid Zijn Levende Nabijheid te ervaren over de grenzen van tijd en ruimte, over de grens van afwezigheid, ja zelfs over de grens van de dood heen. De doden in herinnering brengen in deze tijd van het jaar wil zeggen dat we de overledenen : onze vader, moeder zoon, dochter, buurvrouw, medestudent, partner, kleinkind, vriend, alle slachtoffers van natuurrampen – geweld en oorlog; dat we die overledenen opnieuw binnenbrengen.
Her-inneren als opnieuw aanwezig brengen in ons diepe innerlijke – in onze persoonlijke beleving en in de beleving van de gemeenschap.

Misschien moet je wel de oren en ogen van een kind hebben, van iemand die alles voor het eerst mag meemaken om deze evangelische belofte van nabijheid te mogen ervaren. Een belofte die ook ons doet herleven, die ook ons net als de Emmaüsgangers in beweging brengt door een nieuwe energie. Want Hij leeft nog, zijn Geest gaat door. Hij gaat met ons mee. Er gaan niemand of niets verloren. Zijn erfenis leeft in ons voor, Zijn liefde duurt verder.

 

3

Fluister haar

Je naam wordt nog wel genoemd
Maar anders
En ook minder.

Je naam is aan het vervagen
In het leven dat doorgaat –
Een ander zit al op je plaats.

Je naam wordt vaker niet genoemd.
Niet opzettelijk
Maar ongemerkt.

Onverwacht, ineens
Noemt iemand jouw naam
Alsof je er nog bent.

Je naam,
Jouw naam,
Geschreven in mij.

Noem haar,
Fluister haar,
Maar zwijg haar niet dood.

 

4 Het ritueel met stenen.

Jaren terug zijn we er mee begonnen, de naam van een overledene uit onze gemeenschap op een steen te schrijven en in de schaal met het doopwater te leggen.
Elke zondag bij de tafeldienst steken we met het licht van de Paaskaars de drijfkaarsjes aan die in deze schaal tussen de stenen liggen.
We lieten ons hiervoor inspireren door het joodse gebruik om bij het bezoek aan een graf een steentje achter te laten, geen bloemen.
We lieten ons inspireren door enkele mooie stenen meegebracht van een reis en we vonden betekenis in een korte tekst uit het boek Apocalyps:
‘Ik ben de Alfa en de Omega’ zegt God de Heer, ‘Hij die is en die was en die komt, de Alomvattende’. ‘Ik zal geven van het verborgen manna; en Ik zal een wit steentje geven en daarop gegrift een nieuwe naam, die niemand kent dan hij die hem ontvangt.’

We gedenken vandaag de namen van allen die ons in hoop en vertrouwen zijn voorgegaan. Mensen die in de voorbije jaren in de KUC- en Dominicusgemeenschap korte of langere tijd onze bondgenoten zijn geweest en niet meer onder ons zijn. Ook de namen van onze geliefden willen wij hier en nu aan de vergetelheid onttrekken.
Hun levens en hun namen leggen we teder in de handen van de Ene die geen mens aan de vergetelheid prijsgeeft.

Mag ik u vragen de naam van de overledenen die u wil gedenken te noemen en een steen in het midden van de cirkel te leggen? Sommigen onder u hebben nu zo’n steen met de naam van uw familie of vriend en vriendin op bij zich. Anderen niet, zij kunnen dan een steen uit de mand nemen, alvorens de naam te noemen.

De voorganger sluit af met het neerleggen van stenen voor de talloze onbekende en vergeten doden.

 

5

We zingen het lied voor al wie gestorven is :
‘Blijf geborgen in je naam, wees als een mens gezegend’.

 

6

Ritueel van het licht

Gij licht uit licht
bewaar hen, bewaar ons.
Dat zij die ons in de dood zijn voorgegaan
mogen zijn in uw licht.
Dat uw licht schijnt in de wereld
om onverdraagzaamheid te bannen,
om onrecht en lijden ongedaan te maken.
Dat wij onszelf laten leiden door uw licht
om elkaar tot gids te zijn
om elkaar tot troost te worden.
(Theelichtjes worden nu door een paar mensen naast de stenen op tafel geplaatst.)

 

7 

Inleiding tot het tafelgebed.
Het is tijd om aan tafel te gaan. We staan allen in een cirkel rond de tafel van verbondenheid, van herinneringen. Aan een tafel waar iedereen zijn plaats mag vinden om Hem te gedenken die ons vooraf is gegaan. Hij gaf ons een teken om Hem niet te vergeten om elkaar te vinden bij het breken van brood en delen van de wijn.

 

8
Verstilling
Tijd van overgang.
Tijd van overgave.

De levenskracht keert zich naar binnen,
Maakt zich los van de vorm
En wordt onzichtbaar…..

Verstilling.
De natuur geeft zich over
Aan het onzichtbare
En vertrouwt….

(Marleen Weusten)