Allerzielen: gedachtenisviering

Dominicus Gent

Allerheiligen en Allerzielen 2016

Gedachtenisviering

 

Allen bijzonder welkom op deze viering van Allerheiligen en Allerzielen. Mensen van dichtbij, mensen van veraf die wij graag bij deze gelegenheid opnieuw ontmoeten. Dank om op onze uitnodiging te zijn ingegaan.

We komen vandaag samen om hen te gedenken die ons zoveel hebben gegeven, die nog zoveel leven voor zich hadden, en die we nu voorgoed moeten missen.

Op dagen zoals deze wordt het gemis scherper aangevoeld en is het goed om samen te komen, om verdriet te delen, ons te laten dragen door elkaar, door tekens te stellen, door samen te zingen, door samen stil te zijn.

Laten we de paaskaars aansteken, als teken van onze verbondenheid met Jezus van Nazareth. We verwelkomen in ons midden de Levende, het Licht dat ons doet zien en ons warm houdt en verbindt ook over de dood heen.

“Het leven trekt smalle kringen, die deinen van

Morgen tot avondrood, maar wijder, veel wijder

deint onze dood, met duizend herinneringen”

 

1-img_3713

Graan

Al wat een mens zegt en doet

is als zaad in de aarde.

Het gaat niet verloren,

doet onzichtbaar zijn werk

en op een dag

treedt het aan het licht

zoals een bloem

opschiet uit de grond:

stralend koren dat naar het licht reikt.

Zou het zaad al weten van het koren?

Ook koren sterft maar niet voorgoed.

Het verandert en wordt graan in de aren

tot het wordt gemaaid.

Het sterft opnieuw

maar gaat toch niet dood,

het wordt mensen tot brood

en houdt hen in leven.

Zou het koren al weten van het brood?

Mensen sterven maar gaan niet verloren.

Zij veranderen

voor een nieuwe werkelijkheid

waarvan zij nu nog niet weten,

alleen hopen, dromen, vermoeden

en in voorzichtige woorden praten

in verhalen van overleven.

(Yvonne van Emmerik,
Zaaien in tranen, Dabar-Luyten, 1998)

 

Overweging 

Een uitvaartdienst wordt gewoonlijk afgerond met een ritueel. De kist met het verstilde lichaam – schamel overschot – wordt besprenkeld met doopwater en bewierookt als teken van waardering en van dankbaarheid. En in het gebed waarmee we afscheid nemen zeggen we: wij bidden dat je met blijdschap wordt onthaald aan de andere kant van de oever. Alsof we de dode een goede reis wensen naar een land van vrede en geluk. We beseffen wel dat we niets weten over dat ander land. Of het er is en wat het zou kunnen betekenen.

Laten we het dan maar houden bij datgene waar we wel enigszins zicht op hebben. Dat is dat wij, levende mensen, worstelen met vragen die tegen de grens van leven en dood aan botsen. Want dat is wél iets wat ons bezig houdt. Dat het er niet rechtvaardig aan toe gaat in deze wereld. “De wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel” dichtte Vondel al in de 17e eeuw. Maar wij hebben daar niets bij in te brengen, wij staan niet in voor een rechtvaardige verdeling van wat mensen te beurt kan vallen. Het lijkt wel of het noodlot zinloos toeslaat. Bestaat er dan iets als een uiteindelijke gerechtigheid? Bij zoveel onrecht en zinloos lijden dat we rondom ons zien. Wordt er ooit iets goed gemaakt? We weten het niet. Of er iets komt hierna? Of we onze geliefden zullen terugzien zoals soms wordt gezegd. We weten het niet. We kunnen niet zeggen “het is zus of zo”. Niemand weet het.

Maar er is ook een ander “weten”. Een weten dat van diep uit ons geweten opduikt, telkens weer. We weten namelijk heel goed wat betekenis geeft aan ons leven hier en nu. Wat we ter harte nemen afgezien van de vraag of er iets na de dood komt of niet. We beseffen : de wereld gaat verder. In goede hoop of in cynische onverschilligheid. Hierin laten we ons meenemen door het voorbeeld van wie ons voorgingen. Ze zijn een licht op ons pad. Ze hebben een spoor getrokken dat ons toelaat verder te gaan. Een riem onder het hart. Zij houden een ander weten wakker dan de feiten die we dagelijks te verwerken krijgen. Het “weten” van de hoop.

We stellen vast dat er veel onrecht en lijden is in deze wereld. Te veel. Dat kan niemand ontkennen. Maar er zijn tekenen van hoop. Hoop ondanks alles. Hoop laat zich niet dood maken. Hoop is als het kleine meisje waarover Charles Péguy schrijft, dat aan beide handen het geloof en de liefde vooruit trekt naar de toekomst. Dat er geloof is verbaast me niet zegt God en evenmin dat er liefde is. Maar dat er hoop is en dat het dat kleine meisje is dat de hoop belichaamt, dat verbaast me , zegt God. Dat maakt dat er weer toekomst is.

Neen, wij zijn niet in staat om een rechtvaardige wereld te bouwen. Dat is teveel voor ons. Maar we kunnen wel een steen verleggen. Alleen maar een steen. Klein of groot is niet belangrijk. Iedere steen, ieder steentje telt. Daarom leggen we de stenen op tafel. Bouwstenen van een vertrouwen dat levenden en doden omvat. Bouwstenen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

De hemel is niet enkel later, ons leven is niet enkel hier en nu. De hemel overspant de geschiedenis, ons leven is deel van een boek waarin wij een bladzijde mogen schrijven. We worden gedragen door het verleden en dragen iets bij aan de toekomst. We zijn deel van een groter geheel. Het beeld dat Johannes in het boek Openbaring ophangt (zoals we zo dadelijk zullen horen) gaat zowel over zijn situatie toen als over de onze vandaag. Volgelingen van Jezus staan onder druk. In de tijd van Johannes (auteur van de Apocalyps) staan ze onder druk van het Romeinse rijk. We schrijven dan 95-96 van onze tijdrekening. De keizercultus hoorde bij de vaste waarden van de samenleving. Er niet aan deelnemen was een daad van majesteitsschennis. Voor het gevoel van de auteur van de Apocalyps wordt de samenleving volgens Romeinse normen vergeleken met overspel, weelde en praalzucht. Christenen moesten kiezen wie ze vereren: de keizer of de vermoorde profeet uit Nazareth. Het is vandaag niet anders.

De ziener Johannes (auteur van de Apocalyps) vertrouwt er op dat de gemeenschap die zich aansluit bij Jezus van Nazareth nu reeds werk maakt van een nieuwe hemel en aarde, waar geen kinderen meer gedood of misbruikt worden, waar geen tranen uit wanhoop meer worden geweend, waar geen enkele vorm van dood sterker is dan de levensvreugde en de hoop die we met elkaar delen.

Het visioen van Johannes roept een grote tweestrijd op. Deze tussen goed en kwaad, leven en dood. We mogen dat vertalen als de keuze waar we zelf voor staan. Wat we beluisteren is beeldende visionaire taal die mensen moed wil inspreken. Vandaag mogen we ons laten bemoedigen door de geliefden die we moeten missen maar die ook hun bladzijde geschreven hebben in het boek van de hoop.

 

Lezing Apocalyps 21, 1-6 (X )

[1] Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer. [2] Ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, vanuit God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid. [3] Toen hoorde ik een luide stem, die vanaf de troon riep: ‘Dit is de tent van God bij de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. [4] Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer bestaan; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.’

     [5] En Hij die op de troon zetelt, zei: ‘Zie, Ik maak alles nieuw.’ Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf deze woorden op, ze zijn betrouwbaar en waar.’ [6] Toen zei Hij tegen mij: ‘Ze zijn vervuld! Ik ben de alfa en de omega, de oorsprong en het einde. Wie dorst heeft zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water dat leven geeft.

 

Gij die het sprakeloze bidden hoort

Gij die het sprakeloze bidden hoort
achter de woorden die wij tot U roepen.
Gij die de mensen ziet als geen mens.

Gij die Uw woord in ons hebt neergelegd
in den beginne als een bron van weten.
Gij die ons hebt geschapen naar U toe.

Wek onze kracht, vuur onze hartstocht aan,
heradem ons dat wij in U volharden.
Doe lichten over ons Uw lieve naam.

 

img_3716

 

Ritueel van de stenen 

Jaren terug zijn we er mee begonnen, de naam van een overledene uit onze gemeenschap op een steen te schrijven en in de schaal met het doopwater te leggen. Elke zondag bij de tafeldienst steken we met het licht van de paaskaars de drijfkaarsjes aan die in deze schaal tussen de stenen liggen. Wij lieten ons hierbij inspireren door het joodse gebruik om bij het bezoek aan een graf een steentje achter te laten, geen bloemen.

We gedenken vandaag de namen van allen die ons in hoop en vertrouwen zijn voorgegaan. Mensen die in de voorbije jaren in het KUC en de Dominicusgemeenschap korte of langere tijd onze bondgenoten zijn geweest en niet meer onder ons zijn. Ook de namen van al onze geliefden willen we hier en nu aan de vergetelheid onttrekken. Hun leven en hun namen leggen we teder in de handen van de Ene die geen mens aan de vergetelheid prijsgeeft.

Mag ik u vragen de naam van de overledene die u wil gedenken vooraan te noemen en een steen op de tafel te leggen. Sommigen hebben nu zo’n steen met de naam van uw familie of vriend of vriendin bij zich. Anderen niet, zij kunnen een steen uit de mand vooraan nemen, alvorens de naam te noemen.

foto-allerzielen-2016-2 

Laten we bidden in de stilte van ons hart

voor kinderen zonder ouders

voor ouders zonder kinderen

voor onschuldige slachtoffers op de weg

voor mensen gedood door rampen

voor mensen gefolterd, vermoord

voor mensen nog levend al dood

voor rechtelozen, radelozen

voor allen met de dood voor ogen

voor stervenden

voor overlevenden

 

Blijf geborgen in je naam. Wees als een mens gezegend.

 

Ritueel van het licht 

Gij licht uit licht

bewaar hen, bewaar ons.

Dat zij die ons in de dood zijn voorgegaan

mogen zijn in uw licht.

Dat uw licht schijnt in de wereld

om onverdraagzaamheid te bannen,

om onrecht en lijden ongedaan te maken.

Dat wij onszelf laten leiden door uw licht

om elkaar tot gids te zijn

om elkaar tot troost te worden.

(Theelichtjes worden nu door een paar mensen naast de stenen op tafel geplaatst.)

 

Je kan tranen wenen omdat ik er niet meer ben.
Of je kan glimlachen omdat ik geleefd heb.

Je kan je ogen sluiten en smeken dat ik thuiskom.
Of je kan je ogen openen en kijken naar wat ik achterlaat.

je kan leeg zijn omdat je mij nu niet ziet.
Of je kan vol zijn van de liefde die we samen hebben gedeeld.

Je kan je rug toekeren naar morgen en in gisteren leven.
Of je kan morgen gelukkig zijn omdat er gisteren was.

Je kan aan mij denken: enkel en alleen dat ik er niet meer ben.
Of je kan mijn gedachtenis koesteren en ze voor eeuwig laten leven in je hart.

Je kan je geest sluiten, leeg zijn, opstandig, je rug naar alles toekeren.
Of je kan doen wat ik zo graag zou willen dat je doet: je ogen openen, glimlachen, liefhebben en verder stappen… met mij

Inleiding tafelgebed 

We staan rond de tafel van herinnering. Door Thierry gemaakt met hout uit alle continenten. Hout dat al een heel lange geschiedenis heeft, dat al eerder gebruikt werd en stukken voor het eerst gebruikt nieuw hout. Een tafelpoot waarin ook de wandelstok van Guus is verwerkt.

De tafel van herinnering aan Jezus, op wie wij ons leven afstemmen, die ons richting geeft. Die ons blijft inspireren om ons eigen leven zo te leven dat we een verschil maken voor mensen die nauwelijks kunnen leven. Die ons blijft uitnodigen om in ons leven creatief te zijn in het scheppen van leefruimte voor leven dat bedreigd wordt. Die ons leert hoe dit enkel mogelijk wordt in breken en delen, hier en nu en wereldwijd. Het is aan deze tafel dat wij de namen noemden van onze overleden geliefden. Het is rondom deze tafel dat wij hen gedenken en hun gedachtenis toevertrouwen aan de belofte “Ik zal er zijn”.

 

Vredeswens

Er is vandaag meer ingetogenheid wanneer we elkaar vrede toewensen. We doen het in het besef van de eindigheid van ons bestaan. Met de herinnering van onze geliefden in ons hart. Tegelijk in het besef van wat we hier en nu voor elkaar kunnen betekenen. Moge de hemel ons allen overspannen en bewegen tot vrede. Wensen we dit elkaar toe.

Communie

Bezinning als slot 

Al het rouwrumoer rondom jou is verstomd,

De stoet voorbij is, schuifelende voeten,

Dan voel ik dat er een diepe stilte komt,

En in die stilte zal ik jou opnieuw ontmoeten.

 

En telkens weer zal ik je tegenkomen,

We zeggen veel te gauw, het is voorbij.

Hij heeft alleen je lichaam weggenomen

Niet wie je was en ook niet wat je zei.

 

Ik zal nog altijd grapjes met je maken, we

Zullen samen door het stille landschap gaan

Nu je mijn handen niet meer aan kunt raken

Raak je mijn hart nog duidelijker aan.

(Toon Hermans)

foto-allerzielen-2016-1

 

*

foto’s Guido Vanhercke (Treurend ouderpaar, Käte Kollwitz, Duits soldatenkerkhof Vladslo-Diksmuide – Käte Kollwitz verloor haar zoon in de oorlog…)

foto’s viering Jo Van Hoorde