Dominicus: blijvende inspiratiebron

Dominicus Gent

Viering van zondag 18 september 2016

    Dominicus: blijvende inspiratiebron

 

Goedemorgen en welkom op deze viering.

Sedert mensenheugenis zoeken mensen naar zin en betekenis,
naar wat hen te doen staat in dit leven.
Naar wegwijzers.
Woorden, tekens, mensen die hen voorgingen
en hen tot inspiratiebron zijn.

Soms worden de gekende wegen verlaten
en wagen mensen zich op onbekend terrein

met enkel hun geloof en overtuiging dat dit het beste is.
Dat ze zo trouw blijven aan wat diep in hen leeft.

Wij willen ons hier elke zondag, in het licht van de Paaskaars,
laten raken door woorden van lang geleden.
Woorden en gebaren die telkens weer actueel zijn als we ze goed verstaan.

Steken we bij het begin van deze viering, met de Paaskaars, ook de kaars aan van “800 jaar dominicaanse spiritualiteit”.

bruno   Giordano Bruno

De feestelijkheden rond “800 jaar Dominicanen” hebben een hoogtepunt meegemaakt in Antwerpen vorig weekend. Binnenkort beginnen de initiatieven in Gent (voordrachten Dominique Colin, Antoinette Van Mossevelde en Bernard de Cock; kerstzingen. Zie kalender). Als onderdeel daarvan hebben we hier in Dominicus Gent een vieringreeks die het leven en werk van belangrijke en boeiende Dominicanen belicht…

In het vooruitzicht van deze viering vroeg ik vorige donderdag aan de tafelgenoten op een statistisch symposium of ze wel eens van Giordano Bruno hadden gehoord. Ietwat tot mijn verrassing antwoordden mijn 2 buren prompt ja. Zowel voor de fotograaf – een oud belastingsambtenaar uit Luxemburg – als voor de wetenschapper uit Rostock (het vroegere Oost-Duitsland) was Bruno een symbool van de onafhankelijke denker die passioneel naar waarheid zoekt en blijft spreken over wat waar is, ook al ligt dat (helemaal) niet goed in zijn omgeving en bij het grote publiek.

Diezelfde dag lees ik hoe de ongelovige David Van Reybrouck in De Standaard een gebrek aan diepgang en opportunistisch populisme aanklaagt bij de grote politieke leiders van vandaag: zij zeggen wat de kiezers graag willen horen. Daar tegenover citeert hij onder meer paus Franciscus in zijn encycliek Laudate Si: `Wij moeten opnieuw voelen dat wij elkaar nodig hebben, dat wij een verantwoordelijkheid hebben jegens de ander en de wereld, dat het de moeite waard is goed en eerlijk te zijn‘, Karen Armstrong die met haar pleidooi voor mededogen de muren tussen religies overstijgt en de Dalai Lama die durft zeggen:`Op sommige dagen denk ik dat het beter zou zijn indien we geen religies meer hebben. Alle religies en alle heilige schriften dragen potentieel geweld in zich. Daarom hebben we een seculiere ethiek nodig voorbij aan alle godsdiensten.’

Van Reybrouck komt tot de conclusie dat religieuze leiders vandaag interessanter zijn dan politieke. Zelfs voor goddelozen.

Dat woordje vandaag staat er niet voor niets: de kerk en ook de orde van de Dominicanen hebben doorheen de eeuwen niet alleen een doortastend zoeken naar kennis en waarheid mogelijk gemaakt maar hebben het ook gehinderd en in golven doodgedrukt. Grote gelovigen hebben aan de inquisitie meegewerkt, nog grotere gelovigen hebben ze ondergaan.  Tot die laatste groep behoort Giordano Bruno, bekend als een Italiaanse Dominicaan, filosoof, wiskundige, poëet en astroloog, geboren in Napels in 1548. Hij belichaamde het UGent-motto `durf denken’ (meer dan men hier soms voor lief zou aannemen) en was zijn tijd daarin ver vooruit. Met zijn ongezouten en niet aflatende standpunten werd hij uiteindelijk levend verbrand in Rome in 1600.

Als novice hield Giordano Bruno al niet van ballast: alle heiligenbeelden wou hij weg en alleen het naakte beeld van Christus zou hij voor ogen houden. Wiskunde en poëzie waren ontleedinstrumenten waarmee hij alles in vraag stelt en tot scherpe diepe inzichten in de natuurlijke en religieuze wereld kwam

Vertrekkend van de nieuwe ideeën van Copernicus zag hij bijvoorbeeld in dat de aarde rond de zon draait en vele sterren als zonnen functioneren. Op religieus vlak ontkende hij meerdere `essentiele’ elementen van de Katholieke leer, waaronder de maagdelijkheid van Maria, de transsubstantiatie (het geloof dat het gedeelde brood het fysieke lichaam van Christus wordt), de drie-eenheid, de Goddelijkheid van Christus en de eeuwige verdoemenis. Op vele punten had hij gelijk, maar op vlak van gelijk krijgen was hij niet meteen een voorbeeld.

Hij verbleef 11 jaar bij de Dominicanen maar werd uiteindelijk geëxcommuniceerd, door zowel de Katholieke kerk als de Calvinisten en de Lutheranen. In de tempels van de wetenschap verging het hem niet veel beter. Hij gaf les in Padua, Venetië, Genova, Milaan, Parijs, Oxford, ,,, maar werd even vaak weer aan de deur gezet.

In zijn kritisch zoeken naar wat echt en essentieel is, heeft hij een stuk weg gebaand voor denkers algemeen en vele Christenen. Ik weet mij persoonlijk enorm schatplichtig aan die voorgangers. Hoe vreselijk zou het zijn als we op dat vlak nog in de donkere middeleeuwen zaten, of zoals op nog zoveel andere plekken in de wereld waar zeker een vrouw niet zelf mag nadenken, laat staan spreken.

Dan zouden we moeten zijn als in dat grapje over de marketing: wanneer je een marketeer vraagt hoeveel 2 + 2 is, vraagt die eerst aan jou `welk cijfer had je zelf in gedachten’. Of zoals op het symposium donderdag, toen een collega terloops aangaf dat de naamgeving van een concept verkeerd was, maar hij zweeg erover want anders moest hij tegen de stroom opvaren. Deze gemeenschap hier staat duidelijk in de zelfdenkende uitgesproken traditie. Bruno zou zich hier wellicht best thuis voelen vandaag. Anderzijds zou zijn totale onverschilligheid voor wat zijn boodschap teweeg brengt bij anderen, en de onwankelbare overtuiging van het eigen grote gelijk dan weer minder goed staan.  Zijn gevoel voor eerlijkheid was echter onmiskenbaar en daar begint het mee. Zijn denken en doen werden duidelijk niet bepaald door wat het hem kon opleveren in de maatschappij of de vriendenkring, maar door wat echt en wezenlijk is. En met die gedachte slaan we vlot de brug naar Dominicaanse theologen van deze tijd.

Het is diezelfde drive die anno 2016 aan de basis ligt van het geloof dat Timothy Radcliffe beschrijft in zijn boek `What is the Point of Being a Christian?’ (Waarom Christen zijn) en in zijn pleidooi: `the case for God’. De contouren van de context zijn nu omgedraaid. De maatschappelijke evidentie van God is in de evidentie van `niet God’ overgegaan. Timothy, de Britse Dominicaan en theoloog die van 1992-2001 Magister was van de orde van de predikheren, staat met beide voeten in onze Westerse maatschappij. Hij weet dat God hier niet goed in de markt ligt, dat vele Westerlingen niet kunnen begrijpen dat je vandaag nog in een God gelooft en anderen zich afvragen: wat brengt het op?   Sommige godsdiensten en religieuze strekkingen beloven gelovigen van alles: rijkdom of gemoedsrust of de hemel. Voor hem als gelovige ligt de reden van het zoeken naar God hier en nu in het bestaan van God zelf. En jawel, als het bestaan van God echt significant is, dan zal het ook een impact hebben op het leven van een mens. Het zal een verschil maken. Maar of het voor ons leven iets opbrengt is dan een gevolg en geen oorzaak van het bestaan of ons zoeken naar God. Het kan gerust – zoals bij de wetten van het milieu en de Club van Rome- uitmonden in een `inconveniënt truth’, een oncomfortabele waarheid, om welke intrinsieke reden dan ook. Echter, voor wie waarachtig en duurzaam in het leven wil staan, is er geen weg naast het zo goed mogelijk onder ogen zien van de werkelijkheid voorbij het eigen gelijk, elkaar te helpen verstaan wat is en kan zijn en binnen dat gegeven keuzes te maken, te leven en te sterven. Zelf kiest Radcliffe voor een onderzoeksfocus op de promotie van sociale rechtvaardighied en mensenrechten. Het verschil dat het evangelie maakt is dat het ons leert fundamenteel vrije mensen te zijn, omdat we uiteindelijk geroepen zijn om niet bang te zijn, de waarheid te spreken en Jezus achterna zelfs ons leven te geven voor wat echt de moeite waard is.

Lezing uit Mat.15, 21- 28

En weer vertrok Jezus; hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit de streek afkomstig was:” Heb medelijden met mij Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon. “ maar hij keurde haar geen woord waardig. Zijn leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen hem dringend:” Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen.” Hij antwoordde: “ Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk Israël.” Maar zij kwam dichterbij, wierp zich voor hem neer en zei :” Heer , help mij!” Hij antwoordde:” Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.” Ze zei: “Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen;” Toen antwoordde Jezus haar: “U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren.” En vanaf dat moment was haar dochter genezen.

IMG_1788    Dominicus: blijvende inspiratie

In het stukje evangelie van daarnet is Jezus op het eerste gezicht geen man van de dialoog: een vrouw van de “verkeerde kant” die je iets vraagt is het antwoorden niet waard. Maar door haar manier van aandringen en van antwoorden keren Jezus woorden terug naar hem en transformeren hem: hij ziet haar plots als een medemens, spreekt haar aan met U, en willigt haar wens in. Het is in deze lezing alsof Jezus zelf bekeerd wordt. Zijn sociale bewogenheid die beperkt was tot de eigen clan, breekt hier open naar anderen. Jezus verlaat hiermee de gevestigde gedachte over wie “beter” was en wie “minder”, over wie het wist en wie de bal mis sloeg.

Ik vind dit steeds een sterk stukje evangelie: omdat het zo menselijk is en ons laat zien dat de boodschap van Jezus zelf ook in evolutie was, groeide, en dat een gesprek zelfs Jezus tot andere gedachten kon brengen.

Groeien in geloof door in dialoog te gaan, door de gekende paden te verlaten als de tijdsgeest dat vraagt, sociaal bewogen, geen onderscheid tussen rang en stand, een authentiek zoeken naar een adequate vertaling van de Blijde Boodschap door blijvend te studeren, door blijvend open te staan: zich vrij voelen om te mogen denken: al deze woorden en waarden zijn beleefd gedurende 800 jaar Dominicaanse geschiedenis.
Maar ook weten en openstaan voor het feit dat het woord dat je spreekt naar jou terugkeert en je transformeert. Dat het woord zaaien misschien niet het belangrijkste is, maar zorgen voor de oogst. Geloven dat het woord al geplant is in een mens en zoeken naar wat in de mens al aanwezig is om dat te laten openbloeien is eigen aan de Dominicaanse spiritualiteit.
Mannen en vrouwen, waarvan er enkele hier in de vieringen vermeld werden, drukten zo hun stempel op hun tijd.

Dat was niet alleen zo in het verleden. Als we hier vandaag samenzijn, dan is dat voor een groot deel te danken aan deze mentaliteit van “de paters van’t KUC” : Jos (die er vandaag om gezondheidsredenen niet bij kon zijn en waaraan ik beloofde een kaarsje als symbool van zijn aanwezigheid aan te steken), Ignace, Bernard en Guus, en later Martin. Ze hadden in 1982 de openheid om in dialoog te gaan met oud-studenten die zich niet meer thuis voelden in de klassieke parochies, die het evangelie dicht bij het leven van nu wilden brengen, eigentijds. Zij doorbraken de gevestigde structuren en zochten nieuwe invullingen, in samenspraak met “leken” die evenveel te zeggen kregen. Zij gaven vertrouwen, geloofden dat het kon dat ook niet gewijden wel iets zinnigs konden vertellen over die blijde boodschap, vanuit hun eigen ervaringen, hun eigen studie… Ze gaven de omkadering om deze vieringen mogelijk te maken.
En elk van hen droeg zijn eigen steentje bij, naar godsvrucht en vermogen, naar eigen mogelijkheden en talenten. Zang, filosofische beschouwingen, humor, gevatheid, een ander licht laten schijnen op teksten zodat die aanspreken, resoneren in mensen;…
Elk van hen heeft zijn eigen invalshoek die bijdraagt tot de diepgang, de verrijking van de vieringen: Derde wereld, anders geaardheid, nieuwe godsbeelden en mensbeelden, muziek, de nuchtere kijk en wat die toch overstijgt…
Ik wil hen vandaag, in naam van ons allen, speciaal bedanken om wat ze hier mogelijk gemaakt hebben voor ons: levensnabije vieringen, vertrouwen geven aan mensen om wat in hen aanwezig is te ontdekken, te laten groeien in dialoog en nabijheid. En in alle bescheidenheid…

Een welgemeend Dank je wel.

 Inleiding tafelgebed

En laat ons dan aan tafel gaan, bereid om voedsel en aandacht te delen met elke mens die er nood aan heeft, ter nagedachtenis aan Jezus van Nazareth.

Gezegend zij Gij God, om het levend woord van Mozes en de Profeten waaraan gij ons deel hebt gegeven door Jezus. Wij danken u hiervoor en de vele mensen die – soms tegen de stroom in – zelf durfden te denken.

Jezus noemende gedenken wij hen en ook onze geliefde doden die ons op pad zijn voorgegaan.

Dank dat gij uw gemeenschap bijeen roept,

hier en waar ook ter wereld rond de tafel van brood en wijn die gedeeld willen worden. Ook in verbondenheid met die wereld ontsteken we een kaarsje.

Schenk ons de moed om te bljven spreken over de rijkdom van de aarde die tot voedsel dient voor elke hongerende mens. Maak dat wij het onrecht durven benoemen, mogelijkheden zien en dat de grootmachten als Monsanto-Bayer hun verantwoordelijkheid voor die bron van leven nooit ondergeschikt maken aan hun eigen profijt

Kom over ons met uw Geest.

 

*

Zaterdag 10/9 vierde de Dominicaanse gemeenschap van zusters, paters, leken van België haar 800 jaar aanwezigheid, inzet, uitstraling met een plechtige eucharistieviering in de prachtige St Pauluskerk, de oudste dominicaanse kerk van de Lage Landen, nu schitterend gerestaureerd. Met de bisschop van Antwerpen Johan Bonny en magister van de orde Bruno Cadorè.
Je kan deze viering integraal bekijken op de webstek www.dominicanen.be – 800 jaar Dominicanen.
Aan het einde van de viering werden nog twee boeken voorgesteld: “Predikbroeders in woord en daad. Dominicanen in Vlaanderen in de 20ste eeuw”. En “Saint Dominique, homme de l’ Evangile “ (Dominique Collin)