WITTE DONDERDAG 2023

Dominicus Gent

Witte Donderdag

6 april 2023

Goede avond en van harte welgekomen op dit bijzonder samenzijn.
De paascyclus begint vanavond – deze avond – een avond anders dan alle andere.
Rond de feestelijk gedekte tafel gedenken we het bijzonder gebaar dat Jezus stelde.
Hij deelde brood en wijn met zijn intieme vrienden. Ook met wie hem zou verraden.

En we brengen dat andere gebaar in herinnering: Jezus wast de voeten van zijn vrienden.
Zijn wat niet kan, doen wat ondenkbaar is, dood en verrijzenis. Het gebeurde toen in Jeruzalem, het gebeurt vandaag overal in deze wereld, hier in dit uur van samenzijn.
We steken nog een keer deze paaskaars aan. Licht dat ons een jaar lang vergezelde in ons zoekend vieren. Licht ons nabij in dood en verrijzenis. Licht in dit huis, zomaar een dak boven wat hoofden.

 

WOORDDIENST

Dit dak boven onze hoofden…dit huis dat een levend lichaam wordt … waar we rond de tafel eeuwige woorden beluisteren en het wonder mee-maken van breken, delen en zijn wat niet kan.

Witte donderdag is altijd bijzonder voor onze gemeenschap. Wat in elke zondagviering weliswaar symbolisch aanwezig is, doorleven we op deze bijzondere weekdag met meer aankleding en sprekende beelden. Onze tafel van brood en wijn -op hoge poten- is vanavond onderdeel van de grote tafel waarrond we verzamelen om binnen te gaan in de sterke verhaaldynamiek van onze traditie.

Ik vertel u niets nieuws wanneer ik zeg dat joodse mensen een bijzondere relatie hebben met geschiedenis. Geschiedenis is voor hen geen verleden dat voor eens en altijd voorbij is. Scharniermomenten worden zorgzaam her-in-nerd in hun volste betekenis: ze worden hier en nu herbeleefd, doorleefd.

Mogen we vragen om recht te staan? Stel je voor: je bent een Hebreeër in Egypte, je leidt een slaven-bestaan zonder uitweg. Je bent moe en kleingemaakt, je kinderen uitgeput en zonder toekomst, er wordt meer gehuild dan gelachen. Ondanks overleg en goddelijke tussenkomsten -de sprinkhanenplaag, de mislukte oogsten- blijft onze dagelijkse pijn en vernedering. Het is genoeg geweest: wij zijn toch ook mensen? De onderhandelingsfase met farao is voorbij, het besluit is genomen: we trekken de stekker er uit, we verlaten dit slavenland, we gaan op weg naar een plek waar goed leven en samenleven mogelijk is. Niemand moet achterblijven, we gaan samen, vannacht nog, hou je klaar… smeer met een bosje hysop lamsbloed op je deurposten zodat je gespaard blijft van Gods woede; eet brood zonder desem en het gebraden vlees van het offerdier. Eet staande -met je reiskleren aan- zodat je de uittocht niet mist.
We gaan terug zitten.
Na uittocht en doortocht door zee en woestijn komt intocht in het land van melk en honing…. Men vergeet niet waar men vandaan komt: elke lente opnieuw vertelt en herbeleeft men staande rond de tafel het verhaal van uittocht, doortocht en intocht. Een levende her-in-nering die een dam opwerpt tegen verknechtend, leeg en eenzaam leven.

Op de avond van een mooie lentedag zit ook Jezus -eeuwen later – met zijn vrienden aan tafel om Pesach te vieren, om als het ware uit de tijd te ontsnappen en die bevrijding uit verknechtend Egypte te herbeleven. Hun gedachten en lijven midden Romeinse bezetting midden een verstikkend en discriminerend religieus klimaat met uiterlijk tempelvertoon en leeg formalisme dwars op Gods liefdesdroom. Meer en meer beseft het tafelgezelschap hoe exodus ook in hun context opnieuw te dóen staat wil leven -die naam waardig- mogelijk zijn. Jezus toonde hen onderweg Gods overstelpende liefde en het verzet -de uittocht- uit alles wat mensonwaardig is.
In het leven van hun geliefde vriend krijgt die oude opstandsgeschiedenis tegen onrecht eigen kleur en glans – al weten zij dan nog niet van Jezus’ lijden en dood die een nieuwe geschiedenis in gang zal zetten-. Het ongedesemd brood van de voorvaderen en het bloed aan de deurstijlen krijgen een nieuwe betekenis: “Dit is Mijn lichaam en Mijn bloed voor jullie, deel het met elkaar en blijf dit doen om Mij te her-in-neren”.

En weer zoveel eeuwen later: wij allen -uitgenodigd in de Gentse Blaisantkerk-, in een geglobaliseerde en geseculariseerde wereld. Wij hebben weet van armoede, miserie en slavernij die niet alleen onszelf maar ook de aarde waardig leven ontzegt: bewapening, blokdenken, bezitsdrang, geldhonger, prestatiedwang, consumptieverslaving, die grote voetafdruk, …
We herkennen het verlangen naar verandering ten leven, en kiezen om in die oeroude liefdesdynamiek te staan. Samen ontsnappen ook wij vandaag aan de tijd, zijn we aanwezig in reiskledij achter onze deuren, zitten we aan tafel bij Jezus en de twaalf… en brengen die laatste avond in herinnering: dankbaar ontvangen wij opnieuw de tekenen van brood en wijn waarin Hij herinnerd wil worden. Wij zien opnieuw hoe Hij de voeten van zijn vrienden wast als antwoord op het dispuut wie de belangrijkste is. We horen zijn woorden van overstelpende liefde en wijsheid. We zien Judas die de tafel verlaat. We gaan met de Jezusgroep mee naar Olijvenhof en dommelen met zijn leerlingen in slaap… We zien Judas met een bont militair gezelschap. Hij kust Jezus – het afgesproken teken voor zijn gevangenneming. Petrus hakt een oor af, Jezus hecht een oor. Een raadselachtige naakte jongeman vlucht weg, de soldaten nemen Jezus mee. We volgen stiekem -samen met Petrus-, en warmen ons aan het vuur dichtbij waar ze Jezus ondervragen. We worden herkend als volgeling, … maar ontkennen… tot de haan kraait. 

Elke evangelist plantte het gebeuren van die laatste avond anders in onze herinnering – we luisteren naar Johannes die een passage aan tafel beschrijft

Evangelielezing Jo 13, 1-17
Het paasfeest was ophanden. Jezus wist dat zijn uur gekomen was: nu zou Hij de wereld verlaten om naar de Vader te gaan. Voorheen hield Hij al van degenen die Hem in de wereld toebehoorden, maar nu zou Hij hun zijn liefde betonen tot het uiterste. 2Het gebeurde tijdens een maaltijd. De duivel had inmiddels iemand ertoe aangezet Hem over te leveren: Judas, de zoon van Simon Iskariot. 3Jezus, die wist dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God gekomen was en naar God zou teruggaan, 4stond van tafel op, legde zijn bovenkleren af en bond een linnen schort om zijn middel. 5Daarna goot Hij water in een waskom en begon Hij de voeten van zijn leerlingen te wassen. Hij droogde ze af met de schort om zijn middel. 6Zo kwam Hij bij Simon Petrus. ‘Heer,’ zei deze, ‘gaat U mij de voeten wassen?’ 7Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Wat Ik doe, daar heb je nu geen begrip van; later zul je het begrijpen.’ 8Petrus hield vol: ‘Nooit in der eeuwigheid zult U mij de voeten wassen!’ Maar Jezus zei: ‘Als Ik je voeten niet mag wassen, hoor je niet bij Mij.’ 9‘Heer,’ zei Simon Petrus toen, ‘dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd.’ 10Maar Jezus antwoordde: ‘Wie in bad is geweest, is helemaal gezuiverd; buiten de voeten hoeft hij niets meer te wassen. Zo zijn ook jullie gezuiverd – hoewel niet allemaal.’ 11Hij wist namelijk wie Hem zou overleveren; daarom zei Hij: ‘Jullie zijn niet allemaal gezuiverd.’ 12Toen Hij hun voeten had gewassen en zijn bovenkleren had aangetrokken, nam Hij weer aan tafel plaats en zei: ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb? 13Jullie noemen Mij meester en Heer, en terecht, want dat ben Ik. 14Welnu, als Ik, jullie Heer en meester, jullie voeten heb gewassen, dan behoren jullie ook elkaar de voeten te wassen. 15Ik heb jullie het voorbeeld gegeven: je moet doen zoals Ik voor jullie heb gedaan. 16Waarachtig, Ik verzeker jullie: een knecht is niet meer dan zijn meester, en een gezant niet meer dan degene die hem zendt. 17Nu je dat weet: gelukkig ben je als je er ook naar handelt.

 

Je zou verwachten, die laatste keer dat Jezus met zijn leerlingen aan tafel zit, dat mag al eens een mooi stukje proza opleveren. Wie waar plaats neemt, wat er op de tafel komt, hoe brood en wijn geschikt staan. Het zou vandaag een themanummer kunnen zijn van een glossy magazine.
Niets daarvan in het evangelie volgens Johannes. We hoorden het net met eigen oren.
‘Het gebeurde tijdens een maaltijd’ en ‘hij stond van tafel op’. Het tafereel wordt geschetst in amper tien woorden. Daarmee moeten we het doen. Het is alsof Johannes ons dringend iets anders te vertellen heeft, iets van een heel andere orde dan het tafelgebeuren.
Het evangelie volgens Johannes dateert van een kleine eeuw na Christus. In elk geval na Marcus, Mattheüs en Lucas. En in die tijd moet er behoefte geweest zijn om een ander inzicht over Jezus’ handelen te beschrijven. Niet het breken van het brood noch het delen van de wijn krijgt hier de aandacht. Jezus staat op, legt zijn kleren af en wast de voeten van zijn vrienden.
Dat daar en toen iemand de voeten werd gewassen was een welkom en noodzakelijk gebruik. (open schoenen, aardewegen, vuilnis alom). Ik ga ervan uit dat dit gebeurde bij aankomst, vóór de gasten gingen aanliggen. Lijkt me logisch. Echter, in ons verhaal hebben Jezus en zijn leerlingen zich al geïnstalleerd. Wil Johannes de gebruikelijke voetwassing optillen naar een ander niveau? Vindt Johannes dat hij al genoeg gezegd heeft dat Jezus het brood is om van te leven? Wat is zijn boodschap voor de gemeenschap van toen én voor ons samenzijn vandaag?
Jezus doet hier het werk van de slaaf, de laagste slaaf. Ik kan mij voorstellen dat de leerlingen helemaal van hun melk zijn bij deze handeling. Met Petrus voorop. Stel je voor. Jezus, rabbi en leermeester, naar wie ze allemaal opkijken. Dat dóe je toch niet? ‘Nooit in der eeuwigheid’ zegt Petrus. Hij zal zich nooit de voeten laten wassen door Jezus. En zal hij evenmin de voeten van anderen wassen? De beide standpunten lijken me ongemakkelijk. Misschien, wat mij betreft, nog het meest vanuit het ‘ondergaan’. Toelaten dat iemand zich voorover buigt, je voet ter hand neemt, vuil wegwast, zorgvuldig droogt. Is dat ook de reden dat ik echt geen fan ben van het ritueel op Witte Donderdag? Voor mij te veel uit de context, niet meer voor nu. En toch. Het beeld van de paus die de voeten wast van gevangenen of van vluchtelingen. Het raakt me. Die oude man die neerbuigt/knielt voor mensen die veroordeeld zijn, voor mensen die gevlucht zijn uit soms vreselijke omstandigheden. Die oude man die zich buigt en dan (hoop ik) opkijkt en elk van hen aankijkt. Zou dat de boodschap van Johannes kunnen zijn? Zien, opzien en gezien worden. Geen aanziens des persoons, geen meerdere en mindere. In de leefwereld van Johannes moet dit ongezien geweest zijn. Voor sommigen zelfs niet te verteren. Het was een oproep om radicaal te kiezen voor de minsten en de kleinsten. Deze keuze stond haaks op wat de machthebbers van toen voor ogen hadden. En vandaag?

Ik denk dat waar de voetwassing bij Johannes voor staat vandaag bijzonder actueel is. En ook urgent! Zoveel mensen die, overal op deze wereld, niet gehoord – gezien – gekend zijn. Die leven in vaak mensonterende omstandigheden. Die de meest elementaire zaken – water, brood, een dak boven het hoofd – moeten ontberen. Wie knielt voor hen neer, wie is dienend nabij? Wie is zo goed als God?
Ze zijn er. Zeer zeker. De mensen die dag na dag, soms uur na uur, het brood zijn dat we hier vanavond mogen breken en delen. De hardcore activist én de mens die in alle bescheidenheid en eenvoud mensen nabij is. Ze zijn er. De mensen die zich toevertrouwen aan die droom van deze wereld omgekeerd.

 

Hij zal zijn ogen niet geloven die denken durft dat deze droom het houdt.
Ons samenzijn vanavond is een teken én een engagement. We verbinden ons ertoe mensen te zien en te horen, de minsten en de kleinsten eerst – de mens in nood. Want daar waar mensen zich gehoord en gezien weten – zo goed als God zijn voor elkaar – daar is goed leven mogelijk.
Wie is de mens voor wie ik neerbuig, wiens voet ik neem, het vuil wegwas, afdroog?
Vanavond gebruiken we geen water en zeep, geen handdoek.
Toch wil ik iedereen uitnodigen om van iemand de voeten te wassen.
Van iemand, een toevallige passant.
Van iemand van wie je de grote nood kent.
Van iemand, ver of dichtbij, slachtoffer.
Van iemand die misschien niet bij machte is hulp te ontvangen.
Van iemand …

Op het scherm zullen we zo dadelijk enkele ‘voetwassingen’ zien. De voetwassing uit het Johannesevangelie, gezien door het oog van een kunstenaar. Een schilderij, een foto, een tekening.
Michaël zal piano spelen.
En aan ’t eind wil je misschien iets delen over de mens die je in gedachten had, de mens die jij gezien hebt. Dat zou fijn zijn.

TAFELDIENST

Ze waren aan zoveel gewoon geraakt,
de discipelen van Jezus,
maar wat hij die voorlaatste avond deed,
was van het vreemde teveel:
hij stond op
en waste hun het stof van de voeten.

De wereld op zijn kop,
de rollen omgekeerd,
de meester en de knecht,
de eerste en de laatste,
hoger en lager,
de orde van het fatsoen was gestoord.

Was dit de averechtse nieuwe orde?
Was hij daarvoor opgestaan?
Hij zou er in ieder geval aan ten onder gaan.
Hij zal dit gebaar maar één dag overleven.
Hij deed het verkeerde wonder.
Hij daagde uit
wat hij het allerminst bedoelde.

Maar vooral,
hij vroeg om het ook te doen,
om ook zo te bestaan,
om de grote droom van grootheid te begraven
en de les te leren van het leven:
de dienaar is meer dan de meester,
de toegewijde is meer dan de gewijde.

Op witte donderdag is de handdoek
belangrijker dan de stola.
Zo wordt het heilig sacrament ingesteld.

Neerwaartse opstanding,
een groot geheim.
(naar tekst uit Frans De Maeseneer – ‘Gods Mensenzoon’)

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.