Witte Donderdag 2016

Dominicus Gent

Witte donderdagviering

24 maart 2016

 

Welkom aan elk van jullie op deze Witte Donderdagviering.

Zelfs al is het midden in de week, dit wordt geen door-de-weekse viering. Zeker niet dit jaar, nu we de gruwelen van de voorbije dinsdag nog vers in ons geheugen hebben. We willen doorheen dit samenzijn alle slachtoffers van geweld, of het nu hier of ver weg van ons gebeurde, in ons hart meedragen, en samen de hoop levend en werkzaam houden dat het kan: een wereld op weg naar Pasen.

We steken daarom de Paaskaars aan, waarmee we de aanwezigheid van de Eeuwige onder ons willen symboliseren. Dat zijn kracht, zijn licht ons moge bezielen en ons leiden naar een nieuwe aarde en een nieuwe hemel. Dat wijzelf een lichtpunt mogen zijn in deze wereld. Daarom geven we het licht door zodat de kaarsjes op de tafels aangestoken kunnen worden.

Deze week herdenken we het laatste hoofdstuk in het leven van Jezus van Nazareth. De evangelisten willen ons daarbij nog eens zeer duidelijk aanreiken waar het bij Jezus op aan kwam, wat zijn boodschap inhield. Dit wordt in de evangelies sterk gesymboliseerd door twee handelingen van Jezus bij die laatste maaltijd met zijn vrienden: nl. de voetwassing en het delen van brood en wijn.
Rond deze twee symbolen willen we deze avond stilstaan en bezinnen.

Lezing: Johannes 13, 4-17

Jezus stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van de leerlingen te wassen en droogde ze af met een doek die hij omgeslagen had. Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze:”U wilt toch niet mijn voeten wassen Heer?”
Jezus antwoordde:” Wat ik doe begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.” “O nee,” zei Petrus “mijn voeten zul je niet wassen, nooit!” Maar toen Jezus zei “Als ik ze niet mag wassen , kun je niet bij mij horen” antwoordde hij: Heer dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd.” Hierop zei Jezus: “ wie gebaad heeft hoeft allen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal. ” Hij wist namelijk wie hem zou verraden.

Deze week is er een van her-denken en her-inneren.
Her van: iets dat vroeger heeft plaatsgevonden terug onder de aandacht brengen, her-inneren. Dit doen we niet vrijblijvend, we zoeken of die gebeurtenis ons misschien vandaag kan raken, ons leven richting kan geven.
En dat we dit ieder jaar opnieuw doen heeft iets van een leerproces. Wij mensen leren traag, leren door voortdurend terug te proberen, opnieuw te beginnen. De leerlingen van Jezus waren niet anders. In de evangelies treffen we af en toe een verwijzing naar het feit dat de leerlingen niet begrepen wat Jezus boodschap inhield. Ook in deze lezing. De leerlingen zagen Jezus als een icoon, zoals in de viering van vorige zondag aangegeven, maar ook als een idool. Een icoon is iemand die ons tot voorbeeld strekt, die ons een richting toont. Een idool is iemand die we bewonderen, maar die we idealiseren, in wie we onze dromen en verlangens projecteren. De grens is soms wazig tussen beide.
Ze projecteerden hun eigen verwachtingen, dromen in Jezus. Menselijke verwachtingen van verlossing van de verdrukking ,van gezien te worden, van belangrijk te worden, van de vraag wie er het belangrijkste is, wie het liefst gezien…. Jezus zal, in hun droom, een nieuw rijk vestigen waarin zij mee aan de macht zullen zijn en dan is het verleidelijk te denken aan de postjes.

Jezus kent zijn vrienden en wil hen duidelijk maken dat het daarover niet gaat. Hij doet dat niet met een preek, maar hij doet iets onverwachts. Want soms zijn gebaren beklijvender, duidelijker dan woorden.
Jezus doet zijn bovenkleed uit (ontdoet zich van zijn ‘status’als Rabbi) en wast de voeten van zijn leerlingen. Een werkje voor de slaven. Maar wel een werkje dat verlichting brengt na een tocht door zand en stof. Een daad van zorg voor de ander. De zorg voor de ander is belangrijker dan je titel.
Dat dit weerstand en onbegrip oproept zien we bij de reactie van Petrus. Zelfs dan heeft hij nog niet door waarover het gaat. Dat het nieuwe rijk er een van dienstbaarheid, van solidariteit moet zijn, een andere wereld dan wat we tot nu toe kennen. Ik hoef dit jullie niet uit te leggen, we komen daarrond elke zondag samen. Ook wij zullen wel “obstakels” in onszelf tegenkomen die ons verhinderen om ten volle Jezus te volgen. Daar is niets mis mee zolang we kunnen groeien en leren en de hoop niet opgeven dat het anders kan. We willen deze avond een teken stellen dat we dat voor ogen willen houden, dat het geen loze woorden zijn, door bij twee mensen de voeten te wassen. Ondertussen is er tijd om rustig te “verinnerlijken”.

 

1-IMG_2858-001

 

Lezing: Lucas 22,14-20 24-30

Toen het zover was, ging hij samen met de apostelen aanliggen voor de maaltijd. Hij zei tegen hen:
“Ik heb er hevig naar verlang dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd dat mijn lijden aanbreekt. Want ik zeg jullie: ik zal geen pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God.”
Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en zei: “Neem deze beker en geef hem aan elkaar door. Want ik zeg jullie: vanaf nu zal ik niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot het koninkrijk van God gekomen is.” En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit , brak het brood , deelde het uit en zei: “Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw , om mij te gedenken;”
Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: “Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten,is het nieuw verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.
Toen ontstond er onder hen onenigheid over de vraag wie van hen de belangrijkste was. Jezus zei tegen hen: “Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie de macht heeft laat zich weldoener noemen. Laat dat bij jullie niet zo zijn! De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar.
Want wie is belangrijker, diegene die aanligt om te eten of diegene die bedient? Is het niet diegene die aanligt? Maar ik ben in jullie midden als iemand die dient.
Jullie zijn in al mijn beproevingen steeds bij mij gebleven. Ik bestem jullie voor het koningschap zoals mijn Vader mij voor het koningschap bestemd heeft, jullie zullen in mijn koninkrijk eten en drinken aan mijn tafel, en zetelen op de troon om recht te spreken over de twaalf stammen van Israël.
Het verhaal over die laatste avond dat Jezus met zijn vrienden samen was heeft mij altijd geboeid
en mij ook gelukkig gestemd. Zelfs toen ik nog een klein kind was en nog niet alles begreep.
Die avond van de paasmaaltijd is voor mij een beetje een Godsgeschenk. Een geschenk dat ik samen met jullie allen en met zovelen op onze aardbol niet verloren kan laten gaan.
Ik verklaar mij nader.

Jezus gaat met zijn vrienden aan tafel, een oud Joods gebruik op de sederavond, een avond niet zoals zovele andere, waarin gevierd en herdacht wordt dat de Israëlieten het slavenhuis van de Farao konden ontvluchten met de steun van JWH, de vrijheid tegemoet.
Samen de Tafel dekken, versieren en alles klaarmaken om dan samen te kunnen eten en drinken staat symbool voor de kracht van solidariteit, voor bevrijding uit de verdrukking.

Zo moet het ongetwijfeld ook aangevoeld zijn door al die mensen met wie Jezus aan tafel ging: mensen aan de rand van de maatschappij, door de heersers aan de kant geschoven, uitgerangeerd, die er nu wel bij mogen horen. Een mens die samen met hen at, tijd maakte om ook eens naar hun kant van het verhaal te luisteren en op die manier het signaal gaf: niemand verdient het om met “push-back” geconfronteerd te worden, om onder schamele zeilen, met kleine kinderen in de modder te moeten leven, om honger te moeten lijden of om zelfs in ons land met 50 euro per week te moeten rondkomen.
Wij zijn gelijken, wij zijn allen kinderen van de Moeder/Vader; geschapen naar Haar/Zijn beeld.
“Haar/Zijn woord is ons neergelegd in den beginnen als een bron van weten” zo zongen we daarnet samen. Als was het om te zeggen: Wees je bewust van het goddelijke bevrijdende dat in je eigen ziel ingegoten zit, dat in ieders wezen ingegrift zit. Vertrouw erop dat in ieder de kracht huist om op te staan, en te kiezen voor het leven, tegen alles wat doodt en klein houdt in!

Daartoe en daarom gaf Jezus ons een geschenk, een simpel gebaar: het delen van brood en wijn. Hij zag hoe het anders kon: hart boven hard. Jezus begreep dat het nodig was om de volgende stap te zetten en het centrum van de macht te confronteren met wat Hij begrepen had.

Om te weten en te voelen voor wie en waarom Hij dit doet, zocht hij voedsel in dit intense moment van samenzijn, in wat Zijn laatste avondmaal zal zijn. In woord en daad en samenzijn zal Hij de essentie van Zijn boodschap, de reden van ons bestaan nog eens uitdrukken: brood en wijn zijn voor elkaar.

We zijn blij dat ook wij hier mogen samenkomen om Zijn geschenk telkens opnieuw te ontvangen en te proberen er iets moois mee te doen. Niet alleen in herinnering aan Hem en de gebeurtenis van die avond, maar ook om de kracht van de geëngageerde gemeenschap telkens weer aan den lijve te voelen en door te geven. We plaatsen ons in de geschiedenis van uittocht en bevrijding en blijven eraan schrijven hoe groot de wereld ook is geworden.

Graag wil ik jullie uitnodigen om echt samen te tafelen. Door een en ander aan elkaar te vertellen en elkaar te beluisteren. Om je leven te delen, om te versterken wat in je leeft op deze avond van Zijn en onze paasmaaltijd.
We geven de micro gewoon aan elkaar door en wie graag iets deelt of een gebed formuleert kan dat rustig in de kring brengen.
We zingen ons tafelgesprek in met de korte acclamatie: “Keer u om” We zingen het nogmaals ongeveer halverwege ons gesprek en aan het einde.

Inleiding tafelgebed

We zitten samen aan tafel met brood en wijn. Vandaag nog meer dan anders een teken ons gegeven, een teken om telkens opnieuw te doen, om te herinneren waar het op aankomt. We doen dit nooit alleen, we zijn samen met hen die er vanavond niet bij kunnen zijn, met allen waar ook ter wereld die deze avond rond de tafel zitten om Jezus’ laatste maaltijd te herdenken. We zijn verbonden met een lange keten van mensen die ons graag zagen, die ons leven richting gaven, maar die er niet meer zijn. Speciaal denken we aan al die mensen voor wie deze week een lijdensweg is van dood of bang afwachten, van pijn en onbegrip voor zinloos geweld. Voor hen allen steken we de kaarsjes aan.
Mag ik vragen dat bij het zingen van de tweede strofe de mensen bij wie het brood en de wijn voor hen staan deze mee omhoog heffen.

Onze Vader

Vredeswens

Elke zondag geven we elkaar het brood en de wijn door. Laat dit vandaag een duidelijk teken zijn dat we willen delen met elkaar, dat we geloven dat het kan, een wereld waar er vrede heerst, in ons hart, in de maatschappij, waardoor er iets nieuws kan groeien.
We kunnen dit duidelijk maken met een blik, een woord van vrede.

Communie

Duiding apostelsoep met brokken

Er zijn verschillende tradities ontstaan rond het laatste avondmaal dat Jezus en zijn vrienden gebruikt.
Zo organiseerde men in de vorige eeuwen een maaltijd voor twaalf oude, arme mannen waarbij verse boter als pronkstuk op de tafel stond. Het gebruik van boter was in de vasten verboden.
Maar je kon ook dispensatie krijgen en dan kreeg je een boterbriefje. Vaak deelde men op Witte Donderdag koeken of stukken brood uit aan de armen.
Die stukken worden apostelbrokken genoemd.
In Duitsland, maar ook in Nederland wordt “apostelsoep” gegeten, een reinigende soep waarin verschillende kruiden worden verwerkt. Reinigend om het kwaad uit het lijf te verwijderen en om herboren Pasen te vieren? We kregen het recept van Paule en Ingrid kookte voor ons apostelsoep. Graag nodigen we jullie allen uit om het avondmaal af te sluiten met het samen drinken van apostelsoep met apostelbrokken. (*voor recept, zie onderaan)

Zegening

 

*

APOSTELSOEP MET APOSTELBROKKEN
45 gr boter – 4 lente-uitjes – 50 gr bloem – halve liter melk – halve liter groentenbouillon – halve liter crème fraîche – 2 handjes kervel – 1 handke zevenkruidenblad (uit de tuin) – 4 sneetjes witbrood – peper en zout
smelt boter in soeppan
bak de grof gesneden uitjes op laag vuur
strooi bloem erover en roer
voeg al roerend langzaam bouillon toe
blijf roeren tot je een gladde saus bekomt
voeg water toe en laat 5 min zacht doorkoken
ondertussen regelmatig roeren
roer dan crème bij, en de gehakte kruiden
laat halve min koken
op smaak brengen met peper en zout
leg in elk bord een snee brood
schenk soep erover

 

*

foto’s Guido Vanhercke (kerkje Cantabria)