Welke Jezus verwachten wij… (1e zondag advent)

 Dominicus Gent

Viering van zondag 1 december 19

Welke Jezus verwachten wij…?

(1e zondag Advent)

          

Vandaag is het de eerste zondag van de advent. De donkerste tijd van het jaar breekt aan. Vier weken lang laten we het licht groter worden in de Adventskaarsen maar ook in ons hart. Elk jaar spreken we dat verlangen en de verwachting naar licht in ons leven en samenleven uit. Welke verwachting lezen we in het evangelie van Mattheus? Welke verwachting durven wij laten groeien in de 25 dagen tot Kerstmis? Hoe doen we dat? In deze viering zetten we de woestijn centraal vanuit de Bijbel en onze eigen ervaringen. We verwelkomen het licht van de paaskaars en ook de eerste adventskaars.

En we zingen het lied van het verloren land: neerdalen als dauw uit de hemel, als regen uit zware wolken zal de gerechte…

 

Het Jezusbeeld van Matteüs

Wie de evangelist Matteüs is, weten we niet. Maar het is wel opvallend en duidelijk dat hij Jezus inschrijft in de joodse geschiedenis.

Het ganse geboorteverhaal is geconstrueerd, opgesteld vanuit oudtestamentische verwachtingen en verhalen uit de joodse tradities. Te beginnen met de stamboom tot en met de vlucht naar Egypte, omwille van Herodes de hele Sinaïwoestijn door om daarna de weg die het joodse volk ging vanuit Egypte, de woestijn door richting Juda opnieuw te doen. Wat er rond Jezus geboorte feitelijk is gebeurd, weten we niet. En blijkbaar de auteur van het Matteüs-evangelie ook niet maar hij heeft wel een visie op wie Jezus is. En hij ziet hem als degene die de belichaming is van het mooiste en krachtigste in de joodse geschiedenis: de Thora en het verbond van Jahwe met het volk van de Thora. In Jezus wordt Gods belofte vervuld: God is er is voor mensen, komt mensen nabij, is en blijft hen nabij. Zo hebben Matteüs en zijn gemeenschap Jezus’ leven, doen en laten begrepen. En in deze verstaanscontext modelleren ze Jezus als de nieuwe Mozes, de nieuwe leider van het volk wiens zending zich echter niet beperkt tot het joodse volk maar een missie naar alle volkeren is, een universeel aanbod.

Welke verwachting spreekt dit evangelie uit?

Het is de verwachting samen te leven volgens de Thora : rechtvaardig, gastvrij en solidair met de zwaksten. Een wetgeving die deze waarden waarborgt. Op deze Thora legt Jezus met zijn hele leven en ook met de Bergrede bijzondere accenten van zachtmoedige, barmhartige, vreedzame verhoudingen en omgang. Waar zo geleefd wordt, is het Rijk der hemelen nabij. Dit is een programma voor gemeenschappen die van elkeen een persoonlijke bekering, een transformatie van binnenuit vraagt. Het doopsel door Johannes de Doper getuigt van die noodzaak en de bereidheid om dit te doen. Deze dooptraditie wordt na Pinksteren verdergezet. De doop bekrachtigt de noodzaak tot ommekeer en getuigt met het geloof in de verrijzenis eveneens van de effectieve mogelijkheid tot transformatie.

Het Matteüsevangelie spreekt de verwachting uit van het rijk der hemelen dat nabijkomt wanneer mensen leven in het spoor van Jezus, volgens de Thora en Bergrede.

Als ik het zelf zo samenvat, lijkt het mij nogal saai: alsof we met een handboek uit het verleden, met aanwijzingen en wijze voorschriften van lang geleden nu gewoon maar alles moeten uitvoeren. Het is goed bedacht en wij hebben maar te doen. We moeten maar zien hoe ons te bekeren om onze samenleving te organiseren en te veranderen, want het rijk der hemelen lijkt helemaal niet nabij. Op die manier bekeken is het ook een beetje ontmoedigend alsof het beste achter ons ligt. Als we hierbij blijven steken, missen we de essentie.

Het evangelie verwoordt namelijk het omgekeerde: het goede is altijd toekomst. En alleen het goede heeft toekomst. De essentie is toch dat we verder gedragen worden door een geschiedenis die ons vandaag oproept om ons in vertrouwen open te stellen voor wat zich hier en nu aandient, aan hindernissen, aan geweld en onrecht, aan mogelijkheden én kansen om persoonlijk en gezamenlijk en maatschappelijk georganiseerd, vanuit een creatieve vrijheid scheppend betrokken te zijn op alle leven en waar nodig te werken aan radicale ommekeer van ons leven en samenleven.

Een constant gegeven in die geschiedenis is de woestijn. 40 jaar trekt het joodse volk door de woestijn vooraleer het land binnen te gaan, 40 dagen verblijft Jezus in de woestijn vooraleer hij zijn missie begint. Blijkbaar is die woestijntijd fundamenteel voor de vorming van een volk rond samenlevingsregels, voor het opstellen van een grondwet en voor het scherpstellen van de keuzes die daarbij moeten gemaakt worden.

De confrontatie met beslissende keuzes in zijn leven worden ook door Jezus in de woestijn gemaakt. We kennen het verhaal van de bekoringen door de duivel. De woestijn kan ongetwijfeld metaforisch begrepen worden maar vandaag willen we toch ook de aandacht vestigen op het bijzondere van dit type geografie.

Van Marie-Ann leerden we dat bijbelse verhalen kunnen fungeren als venster, spiegel en icoon. Een verblijf in de woestijn kan dankzij het feit dat er zoveel afwezig is op eenzelfde wijze werken: als venster, spiegel en icoon. Hierop zal Hilde verder ingaan.

Als persoonlijke schakel tussen de lange joodse traditie en de nieuwe messiaanse toekomst plaatst Matteüs in zijn evangelie Johannes De Doper.

Evangelie: Mt 3:1-12  

In die tijd trad Johannes de Doper op en predikte in de woestijn van Judea: 2“Bekeer u, want het Rijk der hemelen is nabij.” 3Deze toch is het die de profeet Jesaja bedoelde, toen hij zeide:

Een stem van iemand die roept in de woestijn:
Bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.

4Johannes nu droeg een kleed van kameelhaar en een leren gordel om zijn lenden. Zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing. 5Toen trok Jeruzalem, Judea en heel de Jordaanstreek naar hem uit 6en zij lieten zich door hem dopen, terwijl zij hun zonden beleden.

7Maar toen hij vele Farizeeën en Sadduceeën zag komen om gedoopt te worden, sprak hij tot hen: “Adderengebroed, wie heeft u voorgespiegeld, dat ge de dreigende toorn kunt ontvluchten? 8Brengt dus vruchten voort die passen bij bekering, 9en neemt niet een houding aan alsof ge bij uzelf zegt: Wij hebben Abraham tot vader! Waarachtig, ik zeg u, dat God de macht bezit voor Abraham uit deze stenen kinderen te verwekken! 10Reeds ligt de bijl aan de wortel van de bomen. Elke boom dus die geen goede vrucht draagt, wordt omgekapt en in het vuur geworpen. 11Ik doop u met water, opdat ge u bekeren moogt; Hij die na mij komt, is sterker dan ik, en ik ben niet waardig Hem van zijn sandalen te ontdoen. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. 12De wan heeft Hij in zijn hand en Hij zal zijn dorsvloer grondig zuiveren; zijn tarwe zal Hij in de schuur verzamelen, maar het kaf verbranden in onblusbaar vuur.”

Johannes: vanuit de woestijn in Judea verkondigt hij goed nieuws: het koninkrijk der hemelen is op handen.

Ondanks zijn radicale taal weet hij mensen aan te spreken, in hen het verlangen naar een ander en beter leven te wekken. Hij grijpt hierbij terug naar de oude prachtige visioenen van de profeten. 

En hij citeert Jesaja: een stem roept in de woestijn, bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht.

Recht maken wat niet gerechtig, niet rechtvaardig is. Met het oog daarop doopt hij in het water. Opdat mensen zich daartoe zouden bekeren.

Johannes is op en top een woestijnmens geworden, want hij komt uit een vrome priesterfamilie in Jeruzalem. Hij leeft op een heel sober dieet en heeft een min of meer extremistisch voorkomen. Hij schuwt radicale uitspraken niet: Adderengebroed, wie heeft u voorspiegeld, dat ge de dreigende toorn kunt ontvluchten? Brengt dus vruchten voort die passen bij bekering (…) Reeds ligt de bijl aan de wortel van de bomen. Elke boom die geen goede vrucht draagt, wordt omgekapt en in het vuur geworpen.

Hij heeft de veiligheid van alles wat vertrouwd is, achtergelaten om in de desolate eenzaamheid van een woestijn te leven. Toch biedt hij een hoopvol en toekomstrijk verhaal. Ontledigd en onthecht staat hij als een doorkijk, een venster op de profeten uit zijn joodse geschiedenis, Elia in het bijzonder. Als een spiegelende confrontatie staat hij voor zijn tijdgenoten en elkeen van ons. Wat staat ons te doen om paden recht te maken? Welke bekering heb ik nodig? En als een icoon brengt hij ons opnieuw binnen in de wereld waar God tastbaar aanwezig is.

 

Een ontmoeting met de woestijn in oktober

Langer dan een jaar geleden, groeide bij enkele mensen een verlangen om een stiltetocht te maken in de woestijn. In oktober dit jaar vertrokken we voor tien dagen naar Zuid-Marokko om te wandelen in de woestijn. Aansluitend bij het verhaal van Johannes De Doper wilden Antoinette en ik iets inbrengen van onze ervaringen. We proberen woorden te geven aan wat er met ons gebeurde, wat het met ons deed. Proberen, want het is broos en kwetsbaar, blijft ook een beetje onvatbaar en is voor elk van ons natuurlijk ook anders geweest.

Een van de ervaringen is dat we vaak het gevoel hadden om te wandelen in Bijbelse verhalen. Je wandelt over rotsen of door zand, naast bepakte dromedarissen, geleid door 5 Berbers, in hun mooie, meestal blauwe, gewaden. Een eindeloze lege horizon, afgeronde duinen, blauwe lucht en hier en daar een boom, die een welkome schaduwplek betekent. Je rust daar tijdens de middaghitte en het wordt een levendig beeld hoe drie vreemdelingen naar de tent van Abraham wandelen, hoe je uiteraard deze mensen het levensnoodzakelijke water en voedsel en beschutting aanbiedt. Gastvrijheid betekent in deze omstandigheden het verschil tussen leven en dood. Ook aankomen bij een waterput waar de dromedarissen kunnen drinken en de flessen gevuld worden, waar je je kan verfrissen aan de bron: het krijgt een diepere betekenis. Wassen is niet mogelijk onderweg,  daarvoor is het water te kostbaar. Een ontmoeting in een herdershut met twee zusjes, een oudere en een kind, geeft  een beeld van hoe deze verblijfplaatsen wellicht in de loop van eeuwen weinig veranderd zijn: opgestapelde stenen en een dak van dadelpalmbladeren. We worden er gastvrij ontvangen met een kop thee. Op blote voeten gaan we binnen en zetten ons op het tapijt in de ene kleine leefruimte. De wereld van de Bijbel: schaarste, voeten wassen, eten en drinken delen, gastvrijheid, de woestijn als een plek van afzondering en loutering en schuilen, is tastbaar. En hoe zou het zijn hier veertig jaar lang rond te dwalen?

’s Nachts slapen onder een flonkerende sterrenhemel maakt de belofte van God aan Abraham: uw nageslacht zal talrijk zijn als de sterren aan de hemel, heel zichtbaar. Telkens komen verhalen, woorden, liederen die we hier in Dominicus zingen, naar boven.

Heel ontroerend was de zorg die we kregen van onze begeleiders: elke ochtend werd alles wat we meehadden opgeladen op de dromedarissen, zonder een vuiltje achter te laten, en elke middag werd een plek gecreëerd om te eten en te rusten, tapijt, kussens en matrassen om op te liggen, en als er geen boom was, werd een tent opgezet. Zo werd onder de felle middagzon een onleefbare plaats een plek om te rusten. Telkens kregen we verse groenten en fruit en dagelijks vers gebakken brood. Na het rusten werd alles weer opgeladen en stapten we enkele uren verder naar een plek om te overnachten. De schaduwen werden lang en snel werd het donker op de slaapplaats, we hadden maar korte tijd om een slaapplek te installeren onder de sterrenhemel en daarna bij elkaar te komen in de tent die ondertussen weer opgezet was. In een stuk wildernis werd een leefbare plek gecreëerd en bewoonbaar. Een scheppingsverhaal….

Even ontroerend was ook de zorg van de groep voor elkaar. Ik was een van de mensen die meest last had van de uitzonderlijk hoge temperaturen. Er was onvoorzien een hittegolf. Ik mocht ervaren hoe ik gewoon kwetsbaar mocht zijn, mij niet sterk moest houden, en mij helemaal overgeven als een klein kind dat het niet meer weet, maar vertrouwen heeft dat voor haar gezorgd wordt. Dit mogen ervaren is een groot geschenk. Geen paniek rond mij, wel ondersteuning op alle mogelijke manieren. En dit geborgen weten was bij elk van ons voelbaar. Zo expliciet op een ander aangewezen zijn en daarop mogen vertrouwen is een basiservaring en het is vermoedelijk de grond van alle bijbelse leefregels die het volk in zijn geschiedenis ontwikkeld heeft.  Zorg goed voor jezelf, zo zorg je best voor de groep, was één van de adviezen die we bij het begin van de tocht van Ahmed kregen en dat was zo.

Wij waren op totaal onbekend terrein en moesten volledig vertrouwen op onze begeleiders. Zij kenden de weg, konden de dromedarissen met zachtheid hun werk laten doen, wisten de bronnen zijn, hadden de kennis van voedsel vers houden en brood bakken en gezond eten klaarmaken…. Wij hadden al onze energie nodig om het stuk weg te gaan en de hitte te doorstaan.

Tien dagen lang enkel stappen of gedragen worden, de ogen gericht op de horizon die weids was, een beperking van kleuren: bruintinten de aarde, blauwtinten de hemel en af en toe een groene boom. Geen zorgen dan de zorg om de groep en onszelf. In het moment zijn en liederen neuriën die opkomen en in je hoofd blijven klinken, liederen die in ons geankerd zijn.

Af en toe vingen we ook een glimp op van onze begeleiders die aan het bidden waren. Hoe fysiek dat uitgedrukt wordt midden in die grootse leegte en hoe ontroerend dat knielen.  Het is een andere manier om hun geloof uitdrukking te geven, gevat in heel mooie gebaren.

Zitten op tapijten om te eten, slapen op een matras op de grond, dicht bij de natuur, de grond en de hemel schept een andere verbondenheid tussen de tochtgenoten, begeleiders en de omgeving. Er is groot respect voor de basishandelingen van het leven en daar wordt veel aandacht en zorg aan besteed. Er is geen luxe, maar wel kwaliteit en liefdevolle aandacht. Je komt bij essentie van het leven, het wegvallen van alles wat ons bezighoudt, verstrooit, zorgen geeft, kwaad maakt, ….

Het licht blijft misschien het meest bij: de komst van het licht ’s morgens, boven een duin, was elke dag opnieuw een wonder. Je werd gewekt door het licht en de opkomst van de zon. Overdag was de zon zeer fel,  de einder was blauwig, we moesten onze ogen goed beschermen. En ’s avonds was het licht warm en ging glorieus onder, het was zeer prominent aanwezig overdag. ’s Nachts was er de wassende maan die bijna vol was toen we naar huis kwamen.

Welke verwachting heb ik na deze ervaring? Eigenlijk verwacht ik moeilijke tijden, door klimaatverstoringen en alle gevolgen die dit zal meebrengen. De positieve verwachting is het vertrouwen dat er genoeg geïnspireerde mensen zullen zijn die de handvaten nog hebben om hier doorheen te komen, dat ze elkaar hierbij zullen steunen en helpen en elke dag een onleefbare plek leefbaar maken.

 

TAFELDIENST

Welkom rond de tafel

Hier staat de tafel van mensen die hun eigen zoeken naar geluk laten doorkruisen

Door het gelaat van de vreemde, kwetsbare en gekwetste andere.

Een tafel waaraan we allen genodigd zijn,

Waar elkeen gehoord en gezien mag worden

En tot haar recht mag komen.

 

Rond deze tafel voeden we onze honger naar vrede

Onze dorst naar liefde

Zo gedenken we het laatste avondmaal van Jezus

 

Verbonden met allen die lijden aan onwaardige verhoudingen

Verbonden met allen die opstaan tegen onrecht

Verbonden met allen die strijden om menswaardigheid

Met bekende en onbekende tochtgenoten

Verbonden met allen van wie we onderweg afscheid hebben genomen, onze lieve doden.