VIERING : ZIJN HEMEL VERDIENEN…

Viering in Dominicus-Gent samen met de Rabotkerk

Zondag 24 augustus 2025

 

Aan iedereen van harte welkom in deze viering: de mensen van de Rabotkerk, de mensen van De Brug in Lier, de mensen thuis voor hun scherm en de dominicusgemeenschap hier aanwezig. We zijn dankbaar en blij omwille van een jarenlange samenwerking en ook een kleine traditie om af en toe samen te vieren.

We steken de Paaskaars aan en bidden:

Wees hier aanwezig,
licht in ons midden,
vlam van ons leven.
Dat wij herleven.
Vriendelijk licht
doe ons elkaar zien
zoals Gij ons ziet.
Licht op ons
zodat Gij
ons aan te zien zijt.

 

Lied: Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig

Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
en hoe onzegbaar ons nabij.
Gij zijt gestadig met ons bezig,
onder uw vleugels rusten wij.

Gij zijt niet ver van wie U aanbidden,
niet hoog en breed van ons vandaan.
Gij zijt zo mens’lijk in ons midden
dat Gij dit lied wel zult verstaan.

Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen
en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven
dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.

Gij zijt in alles diep verscholen,
in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen,
met hart en ziel aan ons getrouwd.

Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig
tot wij in U volkomen zijn.

T Huub Oosterhuis M Slaat op de trommels

Hier in deze beschutte ruimte is het goed om samen te komen, om al het goede te koesteren,
om zingend op adem te komen, te genieten van de mooie muziek, de hopelijk deugddoende tekten, rust te zoeken. Soms zou je de wereld buiten willen sluiten, het nieuws even niet te horen, maar kan dat wel? Want we komen van buiten, we nemen ons leven hier mee naar binnen en straks worden we weer uitgezonden. Juist hier is er een plaats om ons te uiten, om onze verdriet en zorgen te delen, om onze twijfel en onze boosheid om wat er in de wereld gebeurd, maar ook in ons eigen leven of in dat van de mens naast ons.
We voelen ons vaak machteloos in de ongelijke strijd om gerechtigheid.
Het enige dat we allemaal kunnen doen is die roep om gerechtigheid om vrede stem te geven,
We bidden God om ontferming, we zingen de hemel open, omwille van die wereld en al die mensenkinderen in nood.

 

Bidden om ontferming, lied Wij roepen u God

Wij roepen U, God: ons leven verloopt!
Uw scheppingslicht wordt hier langzaam gedoofd.
Als ons zienderogen geen toekomst meer wacht,
wat blijft ons voor morgen dan eeuwige nacht?

Hebt Gij niet vanouds uw grenzen gesteld
aan chaos en dood, aan wapengeweld?
Gij kiest ons het leven als enige zorg.
Gij staat met uw liefde voor ons allen borg.

Wij roepen om moet, om daadkracht die telt,
die weet van protest, en alle geweld
ontwapent met liefde, met hoop, met geloof.
Zo hebt Gij aan mensen de toekomst beloofd!

Wij bidden voor hen die voor moeten gaan:
dat waarheid alleen voor alles zal gaan.
Aan allen die recht doen, aan wie vrede sticht,
geeft Gij U te kennen vol leven en licht.

Gij die ons begin vanouds zijt geweest:
verhoor ons gebed en adem uw Geest
in allen die zoeken naar vrede en recht.
Aan hen is uw liefde toch blijvend gehecht.

T Sytze de Vries M Willem Vogel

 

Lezing: Luc, 18-36

18 Een hooggeplaatst persoon vroeg hem: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 19Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, behalve God. 20U kent de geboden: pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 21De man zei: ‘Aan dat alles heb ik me sinds mijn jeugd gehouden.’ 22Toen Jezus dat hoorde, zei Hij: ‘Nog één ding ontbreekt u. Verkoop alles wat u hebt en verdeel de opbrengst onder de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg Mij!’ 23Toen de man dat hoorde, werd hij diepbedroefd. Hij was namelijk zeer rijk.

24Toen Jezus zag dat de man zo bedroefd werd, zei Hij: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan. 25Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 26Daarop zeiden zijn toehoorders: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 27Jezus zei: ‘Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.’ 28Toen zei Petrus: ‘Maar wij hebben alles wat we bezaten achtergelaten om U te volgen.’ 29Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die huis of vrouw, broers of zussen, ouders of kinderen heeft achtergelaten omwille van het koninkrijk van God, 30zal reeds in deze tijd het veelvoudige ontvangen, en in de tijd die komt het eeuwige leven.’

 

Lied: Schriftlied

Die chaos schiep tot mensenland,
die mensen riep tot zinsverband,
Hij schreef, ons tot bescherming,
zijn handvesten ontferming.
Hij schreef ons vrij, met eigen hand.

Schrift die mensen-oorsprong schrijft.
Woord dat trouw blijft.

Dat boek waarin getekend staan
gezichten, zielen, naam voor naam,
hun overslaande liefde,
hun overgaande liefde,
hun weeën die niet overgaan.

Schrift die mensendagen schrijft.
Licht dat aanblijft.

Zijn onvergankelijk testament:
dat Hij ons in de dood nog kent –
de dagen van ons leven
ten dode opgeschreven,
ten eeuwig leven omgewend.

Schrift die mensentoekomst schrijft.
Naam die trouw blijft.

T Huub Oosterhuis M Antoine Oomen

1

Onlangs vernamen we dat Bill Gates, de grote man achter Microsoft zijn vermogen weg geeft. Althans bijna toch. 1% van zijn vermogen een slordige 2 miljard, houdt hij nog om voldoende hamburgers te kunnen eten. Maar in de komende twintig jaar zal zijn stichting maar liefst 200 miljard investeren in het uitbannen van vermijdbare geboortesterfte, het uitroeien van dodelijke infectieziekten en het bevrijden van mensen uit de armoede. Het is broodnodig, aldus Gates. Het zal wel zijn. USaids is drooggelegd en stond in voor een 60 miljard per jaar aan hulp voor de allerarmsten en dus is er nog een manco van een slordige 1000 miljard voor de komende 20 jaar. Hopelijk zullen anderen volgen, want het zal nodig zijn.

Ik vroeg me af of Bill Gates een hedendaags voorbeeld is van een rijke leidsman waar Jezus tegen zegt: verkoop alles, verdeel het onder de armen. Is dit een poging om de armoede de wereld uit te helpen? Of is het een vorm van filantropie, goed-doenerij, die niets aan de daadwerkelijke ongelijkheid tussen arm en rijk veranderd? Want als éne man al zijn rijkdom weggeeft dan komt er enkel een arme bij en daarom kun je beter iets achter de hand houden. In die zin herkennen we ook Bill Gates wel, ook wij geven wel, maar houden genoeg over om ons leven verder te zetten.

Ik zal eerlijk zijn, ik worstel met die tekst. Net als de omstanders vraag je af, of je het ooit goed kunt doen. Toch wil ik mezelf en u niet zo droevig naar huis te laten gaan, zoals de man in het verhaal.
Het valt mij wel op dat Lucas veel belang hecht aan het thema rijk en arm. Diverse verhalen heeft hij toegevoegd die juist dit thema behandelen: de arme Lazarus, Zacheus de tollenaar, om er maar een paar te noemen. In dit verhaal spreekt hij ook niet zomaar over een man maar over een overste, een leider. Iemand dus die het voorbeeld moet geven en ook een mens met macht, ook machtsverhoudingen spelen bij Lucas een rol.

Lucas lijkt in zijn Evangelie te suggereren dat het Koninkrijk Gods pas zal aanbreken als de rijken bereid zijn hun rijkdom op te geven. Vrijgevigheid is niet enkel een plicht, het moet in je vel snijden. Dit is overigens niet enkel christelijk geïnspireerd denken. Peter Singer, zelf atheïst is ook een pleitbezorger voor een vrijgevigheid die de gever iets mag kosten. Wil je daadwerkelijk de armoede de wereld uithelpen, zo zegt hij, dan moeten we onze bezittingen weggeven tot dat het weggeven van iets extra’s de gever meer geluk kost dan het een ontvanger oplevert. Dat betekent dat we – gezien de hoeveelheid armoede op de wereld – het overgrote deel van onze bezittingen zouden moeten schenken. Singer beseft dat dit misschien wat veel gevraagd is, maar het geven doet pas echt iets aan de onrechtvaardigheid als de gever hierdoor schade lijdt: moreel of financieel.

De man in het verhaal ijkt hier niet toe bereid, en het verhaal laat zo pijnlijk zien dat we structuren en wetten nodig hebben om dit waar te maken. Maar Jezus gaat ook nog in op een andere kant. De leidsman zijn eigenlijke vraag en wens is om het eeuwig leven te beërven. Vaker zien we dat vertaald met eeuwigheidsleven, maar het gaat eerder over de tijd die komt, de toekomende tijd. Hij is blijkbaar niet tevreden met het goede leven dat hij leeft, hij eist als het ware ook de toekomst op en de goede werken zijn daarbij een middel geen doel.
Hij wil zijn hemel verdienen, zeggen wij. Jezus legt uit dat God niet volgens deze wereldlijke maatstaven werkt. Gods toekomst, de hemel of het Koninkrijk, hoe je het ook noemen wilt, behoort aan wie niets hebben. Zalig wie arm is, want voor hen is het Koninkrijk. De man hoort tot zijn grote spijt dat je de hemel, de toekomst niet kunt beërven zoals een stuk land, omdat dit nu eenmaal een zaak van God is. We worden enkel meegevraagd mee te werken aan die droom, Jezus te volgen naar een toekomst die nog uit staat, zonder toezegging op succes.

Misschien is dat ook wel wat we moeten horen. We weten vaak niet welke impact onze daden hebben voor de toekomst. En vaak zien we ook geen vooruitgang, niet in armoedebestrijding, niet op de weg van vrede. Dat mag ons echter niet weerhouden het goede te blijven nastreven en die toekomst aan God over te laten. Sölle zei ooit in een interview: toen ze in een stemming van hopeloosheid was en het gevoel had dat het allemaal zinloos was, dat we nooit iets zouden bereiken, vertelt een vriend haar van de kathedralen die in de Middeleeuwen gebouwd zijn. De meeste zijn gebouwd in de loop van tweehonderd jaar, sommige zelfs in driehonderd jaar. Dus de bouwers aan die kathedralen hebben in grote meerderheid nooit het gebouw klaar gezien. Zij hebben er nooit kunnen bidden, zij hebben nooit kunnen opkijken naar de ramen of naar andere schoonheden van dat werk waar zij hun leven aan besteedden. Deze vriend zei toen tegen haar: wij bouwen een kathedraal van vrede, maar misschien zullen wij die ook niet zien. We zullen sterven vóórdat die voltooid is. En toch gaan we door met hem te bouwen, ook al zullen we nooit in dat gebouw wonen.

Toch wordt ons ook hier en daar een blik gegund op die toekomst. Soms heel even, daar waar gedeeld wordt, daar waar een mens zich geeft voor een ander met liefde.
Dan weten weer hoe het eruit moet gaan zien. En daar moeten we het mee doen.

 

Lied: Woord dat ruimte schept

Woord dat ruimte schept, toekomst,
wijd licht land waar gerechtigheid
als rivieren stroomt waar een wijnstok
bloeit tegen klippen op –
even is het waar en dan is het weg.
Toon mij niet vergeefs wat mijn ziel verlangt
geef dat ik volhard in uw vergezicht.

Woord dat ruimte schept, toekomst,
wijd licht land waar gerechtigheid
als rivieren stroomt waar een wijnstok
bloeit tegen klippen op –
even is het waar en dan is het weg.
Toon mij niet vergeefs wat mijn ziel verlangt
geef dat ik volhard in uw vergezicht.

T Huub Oosterhuis M Antoine Oomen

2

Vandaag blijf ik haken aan de eerste vraag die de rijke man in het begin stelt: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’
Het lijkt een echo van de vraag enkele weken geleden die door een wetgeleerde gesteld wordt en waarop in een tweede reactie Jezus het verhaal van de barmhartige Samaritaan vertelt.
Maar beide keren beantwoordt Jezus de vraag allereerst met een verwijzing naar de Thora. Daar staat wat je moet doen. Toch stellen beiden, de wetgeleerde en de man van aanzien, zich niet tevreden met dit antwoord en dringen verder aan.
Ik blijf echter hangen bij de eerste vraag: wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?
Wat bedoelden zij, indertijd, met het eeuwige leven? Bedoelen zij met eeuwig leven: een leven na de dood?
Wat maakt dat die vraag in hun ontmoeting met Jezus zo voorop ligt?

In elk geval spreken ze met hun vraag de overtuiging uit dat het eeuwig leven -wat dat ook moge betekenen- te maken heeft met hun gedrag. Met wat zij doen en wat zij niet doen. Er is blijkbaar een verband tussen het nu en het ‘eeuwige’ en tussen wat ik nu doe en ‘het eeuwige’.

Dat is eigenlijk al merkwaardig. Als ik vandaag de vraag gesteld krijg: Gelooft gij in een hiernamaals of is het met de dood gedaan? Amen en uit? Een vraag die zowel gelovigen als ongelovigen stellen. Als ik die vraag krijg, dan hoor ik daarin voornamelijk het verlangen naar een verlengstuk van het individuele leven over de dood heen. Het verband met het persoonlijk gedrag is -nadat hemel, vagevuur en hel op de schop gingen- verdwenen. De relatie tussen NU en eeuwig en tussen mijn manier van leven NU en eeuwig, is er niet meer. Het lijkt een vraag naar een soort Tomorrowland zonder dure ingangstickets.

Verderop in het evangelieverhaal wordt het eeuwige leven gelijkgesteld aan het binnen gaan in het koninkrijk van God. En dat is een duidelijke aanwijzing wat met eeuwig leven bedoeld wordt. Het hele optreden van Jezus gaat over het aanwezig brengen van het koninkrijk van God. Het is het project van de Thora: een samenleven in vrede omdat en opdat eenieder tot haar recht kan komen. Het koninkrijk is geen afgebakend territorium, in eigendom van wie macht heeft. Begrensd en beheerst door wie geweld mogen uitoefenen en toegang geven of ontzeggen. Het koninkrijk zijn al die plaatsen waar kwetsbare mensen ademruimte wordt gegeven, waar de minsten voorrang krijgen, waar anonieme slachtoffers een naam, doden een gezicht krijgen. Het koninkrijk zijn al die momenten waarin mensen protest aantekenen tegen wie verknecht, rooft, doodt.

Binnentreden in het koninkrijk, deel krijgen aan het eeuwige leven, gebeurt NU of het gebeurt niet.
Mag ik vandaag de vraag aan Jezus over deel hebben aan het eeuwige leven, begrijpen als: hoe kan ik leven op een manier dat ik mij geborgen mag weten in Gods liefde? Hoe kan ik Gods creatieve liefde die mij draagt, uitdragen en delen met wie zorg ontberen? Hoe kan ik er toe bijdragen dat de goddelijke scheppingskracht de wereld van aanschijn verandert?

Bij die focus op de eigen inzet en betrokkenheid wil ik een kanttekening maken. Laat je moreel kompas niet afhangen van succes of gewenst resultaat. Doe wat je moet doen. Dat was ook de boodschap van Dimitri Van den Meersche, professor internationaal recht ivm Gaza.
Hij stelt:
1. België kan nog veel doen.
2. Misschien zal dat het beleid niet veranderen maar dat weet je niet op voorhand. Dat is onvoorspelbaar. Het kan een dominosteen zijn die andere doet vallen.
3. Maar ook als het geen effect zou hebben en we als land ook zelf negatieve gevolgen mogen verwachten, dan nog is het onze plicht om dat te doen. Als we nu de internationale wetgeving niet toepassen dan maken we ze haar waardeloos voor het samenleven.
Laat je moreel kompas niet afhangen van successen of gewenst resultaat. Doe wat je moet doen. En je kan veel doen.

Mogen we in de solidaire liefde deel krijgen aan de veerkracht en creatieve energie die mensen in beweging houdt en daarin eeuwig leven ontdekken.
Want binnentreden in het koninkrijk en deel krijgen aan het eeuwige leven, gebeurt NU of het gebeurt niet. Maar we mogen hopen dat we in die dynamiek van liefde, geborgen blijven in God, niet alleen NU maar eeuwig.

 

3 Inbreng, te beginnen met Nancy

Nancy Say Kana kwam een aantal jaren geleden onze kerk binnen. Ze is psychologe en was bezig met haar doctoraatsthesis over de rol van gewapende conflicten op straatkinderen in Congo. Door de corona tijd was het project achterop geraakt. Ze was in die tijd teruggekeerd naar Ituri en kon zich niet concentreren op haar onderzoek. In plaats daarvan startte ze een project. Ze is intussen afgestudeerd en werkzoekend, maar vandaag zal over haar project vertellen en wat haar gaande houdt.

 


 TAFELDIENST

We zijn uitgenodigd aan de tafel om Jezus van Nazareth te gedenken. Dank om de bekers met wijn, het brood en het intentieboek naar de tafel te brengen. Dit is de tafel van ontmoeting, met mensen, bekenden en onbekenden, dichtbij en veraf. Dit is de tafel van verbondenheid met de velen die op dit moment in het spoor van Jezus’ leven zichzelf geven aan anderen. Voor hen steken we het solidariteitskaarsje aan. Dit is de tafel van verbondenheid met allen die ons voorgingen, onze geliefde overledenen, voor wie de kaarsjes in de doopschaal aansteken.

Lied rond de tafel: Wie heeft brood genoeg

Wie heeft brood genoeg voor zo grote hongerige menigte?
Wie heeft brood genoeg voor zo grote hongerige menigte?

Woord dat zegt wat liefde is,
en weer zegt: de aarde delen,
recht is liefde, brood voor velen-
God is brood is mensenrecht?
Woord van God, God in ons, hou aan.
Eeuwig woord, alle-dagen-woord,
doe ons verstaan.

Hongerdood genoeg voor zo grote goddeloze menigte.
Hongerdood genoeg voor zo grote goddeloze menigte.

Hand die kan wat liefde is,
maar niet doet: de aarde delen,
nieuwe levensbomen telen-
God de hand die mensheid voedt?
Hand doe god, God in ons, hou aan.
Kinderhand, grote-mensenhand,
breng dood tot staan.

In de nacht waarin Jezus werd overgeleverd
heeft hij brood in zijn handen genomen en dank gezegd.
Het aan zijn vrienden uitgedeeld met de woorden:
Neemt en eet
dit is mijn lichaam voor u.
Doet dit tot mijn gedachtenis.

Zo nam hij ook de beker,
sprak een dankgebed uit en zei:
Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed,
dat voor u en voor allen wordt vergoten.
Telkens als gij deze beker drinkt
zult gij het doen tot mijn gedachtenis.

Moge het delen van dit brood en deze beker
ons sterken in de hoop
dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood en recht en liefde is
genoeg voor allen.

Mensen-geest genoeg voor zo grote mens-geworden menigte.
Mensen-geest genoeg voor zo grote mens-geworden menigte.

Geest die weet wat liefde is,
en volvoert: de aarde delen,
hoeveel liefde zal het schelen
Of er god of niet-god is?
Mens, doe goed, God in ons, hou aan.
Levensgeest, alle-mensen-geest,
vuur liefde aan.

Wie is God genoeg voor zo grote hongerige menigte?
Wie is God genoeg voor zo grote hongerige menigte?

T Huub Oosterhuis M Antoine Oomen

 

Vredeswens

Alleen het brood dat we samen delen, voedt.
Alleen de wijn die we samen drinken, geeft vreugde
Alleen de strijd die we samen voeren, brengt bevrijding.
Alleen de vrede die we doorgeven, kan de wereld vredevoller maken.
Verlies de moed niet
Geef elkaar de vrede door van hand tot hand: vrede en alle goeds.

Zegenbede

Moge God ons zegenen met onrust
over gemakkelijke antwoorden
halve waarheden, oppervlakkige reacties
zodat er diepgang is in onze harten.

Moge God ons zegenen met boosheid
over onrechtvaardigheid
onderdrukking en uitbuiting van mensen
zodat we werken voor rechtvaardigheid en vrede.

Moge God ons zegenen met tranen
die we plengen voor hen die lijden
door pijn, verstoting, honger en oorlog
zodat we onze handen zullen uitstrekken tot troost.

En moge God ons zegenen met zoveel
dwaasheid dat we geloven
een verschil te kunnen maken in deze wereld
zodat we doen waarvan anderen zeggen
dat het onmogelijk is!!!

 

Slotlied: Ik zie de hemel opengaan

Ik zie de hemel opengaan,
de aarde in het licht
van mensen die elkaar zien staan,
Gods eigen aanzicht.

Ik zie de wereld omgekeerd,
het laagste bovenaan,
het ongeziene in het licht
uit niets groeit Gods bestaan

Ik zie het lang beloofde land,
waar alles wordt gedeeld,
van grond tot licht, van steen tot brood,
wij zijn Gods evenbeeld.

Ik zie een stad van puur kristal,
de leugens zijn voorbij.
Wij leven in doorzichtigheid,
Gods waarheid leven wij.

Ik zie de aarde vol sjaloom,
de ongeest weggeleefd!
Ontmaskerd staan wij voor elkaar
en zie de vrede leeft.

T Jan van Opbergen M A.R. Reinagle