Dominicus Gent
Viering van zondag 29 juni 2025
Verbondenheid als opdracht voor een actieve hoop
(bidden voor de aarde)
Goede morgen, aan iedereen in de kring en aan wie thuis volgt via de streaming. We brengen licht in deze ruimte, licht dat ons herinnert aan wie het Licht, de Waarheid en het Leven is. Licht dat ons elke dag gratis tegemoet stroomt van de zon en de mogelijkheid geeft dat er leven is op deze planeet aarde.
Midzomer is voorbij, St. Jan is gevierd en op deze vijfde zondag van de maand bidden we voor de aarde. We sluiten ook aan bij het thema van vorige zondag: ‘verbondenheid als opdracht voor een actieve hoop.’
We lichten graag 2 aspecten uit van verbondenheid.
We reflecteren over brood, gebakken uit graan; brood, dat over de hele wereld een bron van voedsel is. Het delen van brood is tegelijk de essentie van het aan tafel gaan zoals wij het elke zondag vieren.
En dat is meteen ons tweede aspect: het delen van dat brood. Samen eten en je leven delen, je verhalen, je verlangens en visioenen. Het is zo oud als de mensen zelf. Niet toevallig werd het door Jezus tot symbool van zijn lichaam. De maaltijd van brood als uiting van menselijkheid wordt geïnstitutionaliseerd tot symbool van geloof en zijn geestelijk voedsel.
Buiten zindert de zomer, rijpen de vruchten en zeker ook de granen. We brengen hier de graankorrel aanwezig in verschillende stadia: als graan, als aren die nu op de velden staan, als meel van de gemalen korrel, als brood door ons zelf gebakken.
Hier staat een tafel waaraan ons wordt voorgedaan, hoe wij genezen van heersen en misverstaan. Een tafel waaraan we zoeken wat echt bedoeld wordt met delen van brood en samen drinken van de beker.
We nodigen jullie uit om dit lied te zingen:
Hier wordt het land gezocht
Hier wordt het land gezocht
waar wij gelijken zijn,
niemand apart en geen
kleuren die minder zijn.
Hier wordt de tijd verhaast
dat wij elkaar verstaan, –
handen die wenken en
ogen die opengaan.
Hier wordt de Stem gehoord
die nog niet klinken mag:
mensen die hopen op
ooit hun bevrijdingsdag.
Hier staat een tafel waar
aan ons wordt voorgedaan,
hoe wij genezen van
heersen en misverstaan.
Hier is het woord van Hem
die ons geschapen heeft:
‘Waar is je broeder,
de mens die jou nodig heeft?’
T: Jan van Opbergen M: Jaap Geraedts
Lezing : Mt 14:13-21
Toen Jezus dit hoorde, voer Hij naar een eenzame plek. Hij wilde alleen zijn. Maar toen de grote groepen mensen dit hoorden, volgden ze Hem te voet uit de steden.
Toen Hij uit de boot stapte, zag Hij dat daar al een grote groep mensen was. Hij kreeg medelijden met hen en maakte alle zieke mensen gezond. Toen het avond werd, kwamen zijn leerlingen naar Hem toe. Ze zeiden: “Heer, het is hier eenzaam en het is al laat. Stuur de mensen nu maar weg. Dan kunnen ze naar de dorpen gaan om eten te kopen.” Maar Jezus antwoordde: “Ze hoeven niet weg te gaan. Geven jullie hun maar te eten.” Ze zeiden tegen Hem: “We hebben hier alleen maar vijf broden en twee vissen.” Hij zei: “Breng ze hier.” En tegen de mensen zei Hij dat ze op het gras moesten gaan zitten. Hij nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel en zegende ze. Toen brak Hij de broden in stukken. Zijn leerlingen deelden de stukken uit. Alle mensen aten tot ze genoeg hadden. Toen haalden ze de stukken op die waren overgebleven: twaalf manden vol. Er hadden ongeveer 5000 mannen gegeten. Vrouwen en kinderen waren daarbij nog niet meegeteld.
1
Het verhaal van de broodvermenigvuldiging is een fascinerend verhaal dat je terug vindt bij de 4 evangelisten. Een menigte die zo geboeid is door wat Jezus vertelt, door wie hij is, dat ze uur en tijd vergeten en ergens ver van de bewoonde wereld dreigen honger te lijden, of met een lege maag naar huis moeten gaan.
Voor mensen die de evangelies bestuderen is wel duidelijk wat de evangelisten met dit verhaal ons willen vertellen: namelijk een uitnodiging om je te engageren voor het Rijk Gods en hoe je dat kan doen.
Wat dat brood nu betekent, daar zijn in de loop der eeuwen veel interpretaties over geweest.
Brood staat voor sommigen voor het Woord Gods dat door Jezus doorgegeven wordt aan zijn leerlingen en toehoorders, of als een voorafbeelding van de Eucharistie: Jezus is dan het brood des levens. Het kan ook gewoon echt brood zijn, symbool voor wat we hebben, wat we zijn en een oproep naar solidariteit met hen die minder hebben.
Die verschillende betekenissen staan elkaar niet in de weg en kunnen gezien worden als verschillende lagen in dit verhaal.
Wat me opvalt in dit verhaal is dat het brood niet zomaar uit de lucht komt vallen. God komt niet tussen met een plotse toevoer aan eten. Ze zullen het zelf moeten oplossen. En dat zijn stappen die we zelf ook kunnen zetten als we willen werken aan die nieuwe wereld.
Er zijn een aantal factoren nodig om het ‘wonder’ of teken in gang te zetten. Ten eerste: de nood wordt gezien door de leerlingen. Ten tweede: Jezus doet beroep op de leerlingen om een oplossing te vinden. En ten derde: er is iemand, die, ondanks het feit dat 2 vissen en 5 broden lang niet genoeg zijn om iedereen eten te geven, toch wat hij heeft wil delen. En dat laatste vind ik bijna een wonder. Hij heeft het eten niet verborgen gehouden met de bedenking dat er niet genoeg is, of dat hij dan misschien niets zal overhouden en ook honger zal hebben.
Daar ligt voor mij de oproep om die wereld waar te maken waarin elk mens goed kan leven, een wereld waarin de Thora (voor ons de Tien geboden) de richtlijn is om samen te leven.
Om wat je hebt of kan te gebruiken om iets te veranderen.
En, alhoewel we op ons eentje niet zoveel kunnen doen aan onrecht, machtsmisbruik, uitbuiting, enz., zien we overal rondom ons mensen die hun brood en vissen delen. Die opstaan en eraan beginnen, niet wetend wat er zal gebeuren, maar geloven dat er iets moet gebeuren.
En uit die ene mens die opstaat groeit een beweging die mensen kansen op leven geeft. Ik denk concreet aan bv Thope, aan het Gentse Toontje dat kansarmoede bestrijdt, aan Greta Thunberg, aan mensen die ergens ter wereld een project beginnen in de hoop dat het toekomst geeft aan mensen. Ik denk ook aan wat ik las (in Otheo) over een Palestijns meisje van elf, Yaqeen, dat via Instagram filmpjes verspreidde over het dagelijks leven in Gaza, vol optimisme in moeilijke omstandigheden, waardoor ze kinderen in Gaza een hart onder de riem gaf. Ze kwam helaas om op 23 mei bij een raketaanval op hun huis. Maar ze blijft mensen inspireren dat op plaatsen waar het hopeloos lijkt er misschien toch iets kan om mensen hoop te geven.
Die verbondenheid groeit waar mensen de schouders zetten onder een project waarin ze geloven. Waarin elk zijn bijdrage kan leveren om iets te doen, om verandering te brengen, om van deze aarde een plaats te maken waar we elkaar tot zegen zijn. Zingen we dit uit in het lied
Dat ik aarde zou bewonen
Dat ik aarde zou bewonen,
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem
niet op vinnen onder water,
niet gejaagd en niet de jager,
niet op hoeven, niet met klauwen,
maar op voeten twee`
om de verte te belopen,
om de horizon te halen –
en met handen die wat kunnen: kappen,
ruimen, zaaien, oogsten;
met een neus vol levensadem,
met een buik vol van begeren,
met een hoofd niet in de wolken,
wel geheven naar de zon
om te overzien die aarde,
haar te hoeden als een kudde,
haar te dienen als een akker
en te noemen bij haar naam.
Dat ik ben, niet meer of minder,
dan een mens, een kind van mensen,
een van velen, een met allen,
groot en nietig, weerloos vrij
om te zijn elkaar tot zegen,
om te gaan een weg van dagen,
liefdes weg, die ooit zal leiden
naar een menselijk bestaan.
T. Huub Oosterhuis – M. Tom Löwenthal
2
Deze viering gaat over wat we broodnodig hebben. Voeding hebben we broodnodig. Ook vriendschap en aanraking hebben we broodnodig.
We zongen dit in het openingslied: ‘Waar is je broeder, de mens die jou nodig heeft?’
En de lezing vertelt ons ‘dat er genoeg was omdat ze samen zaten’.
Ze zaten niet samen omdat er genoeg was. Het was geen aangekondigd feest met catering. Maar omdat ze samen zaten, omdat ze elkaar inspireerden met ideeën, omdat ze hun voedsel deelden was er genoeg.
En daar is, zoals daarnet verteld werd, het wonder gebeurd.
Door elkaar te inspireren en te delen voelde de plek niet meer eenzaam. Want de mensen gaven er invulling aan. Ze stimuleerden elkaar.
Ze gingen niet eerst naar de winkel, maar ze gingen aan de slag met wat voorradig was.
Dan denk ik terug aan onverwachte bezoekjes en iets maken met wat je in huis hebt zoals een simpele ‘spaghetti aglio e olio’ met als ingrediënten pasta, look en olie.
De dankbaarheid voor wat er aanwezig was, het plezier om samen iets te maken, de warmte van het samenzijn en de vreugde van het delen vulde onze harten en magen.
Het lied vertelde ons “Dat ik ben, een van velen, een met allen, groot en nietig, om elkaar te zijn tot zegen”
Dit delen, iets voedzaam of lekker aan een ander geven, doet deugd.
Het doet deugd om dit te kunnen geven. Het is toch zoveel fijner om iets te koken wanneer er meer mensen mee-eten.
Het doet ook deugd om dit te ontvangen: je mag aan tafel aanschuiven of je wordt getrakteerd. Dan voel je je geliefd. Iemand geeft om jou. Je wordt gezien. Je hoort er bij. Het is ‘thuiskomen’.
Het valt mij op dat ik een meer voldaan gevoel heb na het eten wanneer ik samen met anderen eet. Ook de begroeting, het gesprek of de glimlach van de ober geven mij een verzadigd gevoel en vormen een extra saus. Eten delen is dus nog meer voedend.
Het kan ook zijn mij verbonden voelen met de vele mensen die een rol hebben gespeeld in het voedsel dat op mijn bord ligt. Dan denk ik aan de mensen op het land, de mensen in de verpakkingsindustrie, de mensen voor het transport, de mensen in de winkel, de mensen voor de bereiding. Ook bij 1 brood zijn zóvéél mensen betrokken!
Misschien kennen jullie het initiatief van Lets Save Food al? Dat is een project om eten te redden van de verspilling. Het voedsel wordt bij winkels en traiteurs opgehaald door vrijwilligers en wordt daarna uitgedeeld. Ze hebben verdeelpunten in Gent, Wetteren, Eeklo en Kortrijk. Wanneer ik thuis daarvan eet, dan denk ik aan het zweet van de vrijwilligers die dit voedsel met hun volgeladen bakfiets hebben opgehaald en de inspanningen van de vrijwilligers die het eten uitdeelden. Dat we allemaal met elkaar verbonden zijn, dat we een keten vormen en elkaar nodig hebben voor ons bestaan.
Elkaar ‘smakelijk’ wensen, elkaar handen geven, een zegen uitspreken over het voedsel, … zijn rakende gebaren die van deze broodnodige handeling een hemels ritueel maken.
Laten we dit bezingen met het lied van schaarste en overvloed:
Waar staat een gedekte tafel?
Waar is brood dat ons verzadigt?
Zonder eten ga ik dood
Wie, wie geeft mij van zijn brood?
Of heb ik genoeg voor velen
maar geen mens om mee te delen,
geen die naast mij zit of staat
en mijn brood mij breken laat.
Ben ik boordevol van woorden,
niemand vind ik, die mij horen,
niemand die mij kan verstaan,
geen waar ik naar toe kan gaan.
Ben ik leeg, ik hoor ze zwijgen,
hoor geen woorden dan mijn eigen,
hoor geen mens die mij iets zegt,
ander die zich tot mij richt.
Mens is dorst en mens is honger,
mens is leven van verlangen,
wachtend tot iemand hem vindt
die zich geeft, die zich verbindt.
Heb ik alles, overdadig,
ben, dan nog, ik, onverzadigd
tot ik er van delen mag
met een die op iemand wacht.
T: Bernard Huijbers M: Genève 1551
Uitnodiging tafelgebed
Wij mogen aan tafel gaan en ons brood delen, brood dat Ingrid voor ons bakte. Wil iemand het intentieboek naar voor brengen?
Groot Mysterie, wij kregen dit gebaar van delen van brood en samen drinken van de beker van Uw verbond met ons, om ons mens te weten tussen al uw andere schepselen.
Wij bidden voor onze moeder aarde, die op zoveel plaatsen uitgebuit, vergiftigd, gebombardeerd wordt.
Wij bidden voor de planten en dieren die mee lijden onder droogte, branden, woestijnvorming, overstroming, vergiftiging, …. en daar geen enkele verantwoordelijkheid voor dragen.
Wij bidden voor de ontelbare medemensen voor wie geen dagelijks brood is, geen zuiver water, geen huis om in te wonen, geen veiligheid, geen rust.
Wij bidden voor ons allen verbonden in deze viering, met onze talenten en zorgen, onze kracht en onze kwetsbaarheid, onze handen en voeten die vorm geven aan ons dagelijks leven.
Wij bidden voor alle mensen die, zoals wij, zich inzetten om de wereld te helen en steken het solidariteitskaarsje aan.
Wij bidden voor wie niet meer fysiek aanwezig is in deze wereld, maar in onze harten in dankbaarheid voortleven: onze lieve doden.
We nodigen jullie uit om samen het tafelgebed te zingen:
Als wij weer het brood gaan breken
dat Gij, Heer, ons geeft,
leer ons dan met hem/haar te delen
die geen deel van leven heeft.
Als wij van de feestwijn drinken
die Gij, Heer, ons geeft,
leer ons dan om te gedenken
wie een lege beker heeft.
Als wij samen in de kring staan,
om wat Gij ons geeft,
leer ons dan om vast te houden
wie geen hand in handen heeft.
Als wij weer de lofzang zingen
om wat Gij ons geeft,
leer ons dan voor hem/haar te roepen
die geen stem meer over heeft.
Als wij zo de toekomst vieren
die Gij, Heer, ons geeft
leer ons dan vandaag te zorgen
voor wie zelfs geen morgen heeft.
T: Wim van der Zee M: Arie Eikelboom
Van alle dagen op die avond, en van alle mogelijkheden, brood,
nam Hij brood en brak het en deelde het met zijn leerlingen:
Neem van dit brood en eet er van, dit is mijn lichaam.
Ook nam Hij de beker met wijn die op tafel stond en zei:
Drink deze beker, teken van een nieuw verbond.
Blijf dit doen om Mij te gedenken.
Onze Vader
Vredeswens
Laten we blijven bidden om vrede, om er te blijven aan werken. Om te blijven geloven dat het kan: dat we vrede kunnen bewerkstelligen rondom ons, en blijven hopen dat het kan vrede op grote schaal.
Brood uitdelen en wijn
Gebed of gedicht
Er is een mooie zegen voor bij de maaltijd die jullie misschien wel kennen. Laten we samen deze zegen uitspreken. Je vindt deze ook op jullie blaadje.
“Aarde droeg het in haar schoot,
Zonlicht bracht het rijp en groot,
Zon en aarde die ons dit schenken,
Dankbaar willen wij aan u denken.
Ook de mensen niet vergeten,
die het bereidden tot ons eten.”
We zullen straks de viering afronden met het toepasselijke lied “Brood voor morgenvroeg” van Bart Peeters. De tekst vind je op de blaadjes. Zing gerust mee! (https://www.youtube.com/watch?v=HHxo3OTRv6k
Maar eerst zingen wij samen onze vreugde en dankbaarheid uit voor onze aarde en de schepping met het lied : De steppe zal bloeien…
De steppe zal bloeien
de steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan vanaf de dagen der
schepping staan vol water, maar dicht
de rotsen gaan open.
Het water zal stromen,
het water zal tintelen, stralen,
dorstigen komen en drinken.
De steppe zal drinken.
De steppe zal bloeien.
De steppe zal lachen en juichen.
De ballingen keren.
Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde,
een voor een, en voorgoed.
die keren in stoeten.
Als beken vol water,
als beken vol toesnellend water
schietend omlaag van de bergen.
Met lachen en juichen –
die zaaiden in tranen
die keren met lachen en juichen.
De dode zal leven
de dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan
en onder stenen bedolven
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken
een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen
en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.
T. Huub Oosterhuis M: Antoine Oomen
