Gezamenlijke viering Rabotkerk en Dominicus Gent
Zondag 6 juli 5025
Twee aan twee gezonden, wereldwijd
Licht dat ons aanstoot in de morgen
Licht dat ons aanstoot in de morgen,
voortijdig licht waarin wij staan
koud, een voor een en ongeborgen,
licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen
zo zwaar en droevig als wij zijn
niet uit elkaars genade vallen
en doelloos en onvindbaar zijn.
Licht, van mijn stad de stedehouder,
aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder,
draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen
of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen
en elk zijn naam in vrede draagt.
Alles zal zwichten en verwaaien
wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien
en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen
zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren,
licht, laatste woord van Hem die leeft.
tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen
Aan God, de Enige en Eeuwige,
die Haar woord in ons heeft gelegd.
Aan de ene Mens, de man van Nazareth,
onze tochtgenoot ten leven.
Aan de Geest die ons bijeen brengt,
ons bezielt en inspireert,
dragen wij dit uur op.
Wetend dat Gij ons samen brengt
Gij die ons vrede wenst
laten we ook anderen de vrede wensen
Genade, barmhartigheid en vrede zij met jullie
van God onze Schepper en Bevrijder
en van Jezus Christus, zijn Zoon, onze Broeder
in de gemeenschap van de Heilige Geest. Amen
Kyriegebed
Goede God,
Wij danken u voor dit samenzijn,
met twee en meer – in uw naam.
We weten ons geroepen zoals die 72 van toen.
Wij vinden hier inspiratie voor
kleine en grote daden van goedheid,
dankzij elkaars voorbeeld en
dat van Jezus, uw zoon,
en van velen die in zijn spoor zijn gestapt.
We zien ook dat het niet altijd
loopt zoals we hoopten.
Bij ons niet en ook elders niet.
En vragen om ontferming.
We bidden voor de nood van de wereld
waar zo vaak zoveel niet lukt…
We bidden voor de slachtoffers van oorlog en geweld,
in Gaza en de Westbank, in Oekraïne, in Soedan.
Voor de mensen in Syrië, Afghanistan, Congo, Haïti, de Sahel-regio:
landen die kampen met een ongekende humanitaire crisis.
We bidden voor de mensen in de steden dichtbij,
ook hier in Gent, waar achter deuren en ramen
zich schrijnende situaties afspelen.
Voor de mensen die zorg nodig hebben,
Voor de mensen die leven in eenzaamheid
in een context van overvloed.
We bidden voor de schepping, deze aarde
waar grond woestijn wordt; gletsjers afsmelten; bos verdwijnt;
waar mensen en dieren slachtoffer zijn van deze vernieling.
Heer, ontferm u over ons en onze aarde.
LIED
De wijze woorden en het groot vertoon
de goede sier van goede werken
de ijdelheden op hun pauwentroon
de luchtkastelen van de sterken
al wat hoog staat aangeschreven
zal Gods woord niet overleven
hij wiens kracht in onze zwakheid woont
beschaamt de ogen van de sterken.
Zijn woord wil deze wereld omgekeerd:
dat lachen zullen zij die wenen
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft
dat dorst en honger zijn verdwenen –
de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn
die geen vader was zal vader zijn
mensen zullen an’dre mensen zijn
de bierkaai wordt een stad van vrede.
Wie denken durft dat deze droom het houdt
een vlam die kwijnt maar niet zal doven
wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt
al komt de onderste steen boven:
die zal kreunen onder zorgen
die zal vechten in ’t verborgen
die zal waken tot de morgen dauwt –
hij zal zijn ogen niet geloven
tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Bernard Huijbers
Gij, Allerhoogste,
Wij danken u dat gij ons samengebracht hebt
in tegenwoordigheid van elkaar en van u
om ons uw liefde te openbaren.
Open door uw Geest ons verstand en ons hart
voor uw bevrijdend woord.
Door Jezus Christus, onze Heer en broeder.
Amen
Jesaja 66:10-14
Laat allen die Jeruzalem liefhebben
zich met haar verheugen en juichen om haar,
laat allen die om haar treuren
nu samen met haar jubelen.
Aan haar vertroostende moederborst
zullen jullie drinken en verzadigd worden,
haar rijke, volle borsten
zullen je zogen en verkwikken.
Want dit zegt de HEER:
Ik laat de vrede als een rivier naar haar toe stromen,
de rijkdom van alle volken als een overlopende beek,
en jullie zullen ervan drinken.
Je zult op de heup gedragen worden
en worden gewiegd op haar schoot.
Zoals een moeder haar zoon troost,
zo zal Ik jullie troosten;
in Jeruzalem zul je troost vinden.
Wat jullie daar zien, zal je hart verblijden,
je botten zullen gedijen als het jonge groen.
De HEER zal zijn dienaren zijn macht tonen
en zijn vijanden zijn verbolgenheid.
Lucas 10:1-20
Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die Hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar Hij van plan was heen te gaan. Hij zei tegen hen: ‘De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders; vraag dus de eigenaar van de oogst of Hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen. Ga op weg, en bedenk wel: Ik zend jullie als lammeren onder de wolven. Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand. Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” Als er iemand woont die de vrede liefheeft, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je terugkeren. Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet, genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.” Maar als jullie een stad binnengaan waar je niet welkom bent, trek dan door de straten en zeg: “Zelfs het stof van uw stad dat aan onze voeten kleeft, schudden we van ons af en laten we bij u; maar bedenk wel: het koninkrijk van God is nabij!” Ik zeg jullie: het lot van Sodom zal op die dag draaglijker zijn dan het lot van die stad. Wee Chorazin, wee Betsaïda, want als in Tyrus en Sidon de wonderen waren gebeurd die bij jullie gebeurd zijn, dan waren de inwoners van die steden allang, gehuld in een boetekleed, in het stof gaan zitten en waren ze tot inkeer gekomen. Wanneer het oordeel komt, zal het lot van Tyrus en Sidon draaglijker zijn dan dat van jullie. En jij, Kafarnaüm, dacht jij tot in de hemel verheven te worden? In het dodenrijk zul je afdalen! Wie naar jullie luistert, luistert naar Mij, en wie jullie afwijst, wijst Mij af. En wie Mij afwijst, wijst Hem af die Mij gezonden heeft.’
De tweeënzeventig keerden vol vreugde terug en zeiden: ‘Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam.’ Hij zei tegen hen: ‘Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen! Bedenk wel: Ik heb jullie de macht gegeven om slangen en schorpioenen te vertrappen en om de kracht van de vijand te breken, zodat niets jullie kan schaden. Verheug je er echter niet over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is.’
LIED
Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is,
En mij toevertrouw,
En het licht niet haat.
Preek van dominee Heleen Ransijn. Zij is straatpastor in Gent, houdt daarover een blog bij: https://stadspredikant.gent/index.php/een-stadspredikant-voor-gent/
Geliefde mensen van God,
De lezingen die we zojuist gehoord hebben, die doen mij denken aan twee buitenlandse reizen die ik ooit gemaakt heb. De één is al 27 jaar geleden en de andere was een week of vier geleden.
Die van 27 jaar geleden was naar Palestina. Het was de allereerste keer dat ik daar kwam en – heel eerlijk gezegd – ik was nog helemaal niet zo bezig met de politieke situatie daar. Ik was bezig aan mijn afstudeeronderzoek aan de theologische faculteit in Utrecht, in Nederland. Dat onderzoek ging over godsdienstonderwijs op een school waar moslimkinderen en christelijke kinderen samen in de klas zaten. Dat is een situatie die in Palestina ook nogal eens voorkomt. Daarom was ik uitgenodigd – samen met nog een aantal mensen uit de Nederlandse onderwijswereld – voor een studiebijeenkomst, georganiseerd door een christelijke Palestijnse organisatie. Maar naast die studiebijeenkomst vonden onze gastheren en gastvrouwen het ook essentieel dat wij de politieke situatie van dichtbij zouden meemaken. Dus kwamen we in Hebron – waar toen al een groot deel van de stad door Israëlische kolonisten bezet werd. We kwamen in Ramallah om met mensen van de Palestijnse regering te spreken. En we kwamen ook in Jeruzalem.
Wat me heel goed bijgebleven is van dat tripje naar Jeruzalem – en wat ik toentertijd erg schokkend vond – waren de checkpoints. Als Europeanen konden wij zó erdoor, maar de Palestijnen in ons gezelschap moesten door een ellenlange procedure heen. Wat me ook bijgebleven is, waren de gewapende soldaten die je overal in de stad zag. En dat gevechtsvliegtuig dat langdurig boven de Tempelberg vloog. Heel intimiderend allemaal, en ik vermoed zomaar dat het ook zo was bedoeld. Heel verwarrend ook. Was dit nu Jeruzalem, de heilige stad voor joden, christenen en moslims?
Hier stonden hartverwarmende ontmoetingen tegenover. Zoals met de beheerders van de Al-Aqsa-moskee, waar wij op voorspraak van onze Palestijnse vrienden hartelijk verwelkomd werden. En niet te vergeten ons bezoek aan de Rotskoepelmoskee. We waren net daarvóór in de Heilig Grafkerk geweest waar het een komen en gaan van mensen was. De heiligste plaats van het christendom, maar ik werd er voornamelijk onrustig van. De Rotskoepelmoskee was daarna een oase van rust en van heiligheid – ik heb er geen ander woord voor. Ook deze dingen gebeurden in Jeruzalem.
Deze reis naar Palestina was voor mij het begin van een jarenlange betrokkenheid bij de mensen daar. Zeker toen ik een tiental jaren later voor vier jaar werkte bij een organisatie die in Nederland aan bewustwording werkte over de situatie daar. Nog steeds heb ik warme contacten met Palestijnen én met Israëli’s die betrokken zijn bij mensenrechtenorganisaties en vredesgroepen. Palestina, en iedereen die haar oprecht vrede toewenst, heeft mijn hart. Jullie zullen je kunnen voorstellen dat ik de huidige toestand in de Gazastrook maar ook op de Westelijke Jordaanoever hartverscheurend vind. Ik ben blij en dankbaar dat zóveel mensen in Europa en daarbuiten de straat op zijn gegaan om op te roepen tot een einde aan het bloedbad dat gaande is in de Gazastrook. Maar ik lig er ook letterlijk wakker van. Een heel volk wordt uitgemoord of het leven onmogelijk gemaakt. Dat mag je met recht genocide noemen, volkerenmoord. En het ergste is, dat het al zo lang gaande is. Al jaren en jaren vóór 7 oktober 2023 wordt het leven van de Palestijnen getekend door Israëlische overheersing. Dat is sinds 27 jaar geleden alleen maar erger en ondraaglijker geworden.
En tegen deze achtergrond krijg je dan een Schriftlezing voor je neus die allen die Jeruzalem liefhebben oproept om zich met haar te verheugen en te juichen om haar, en allen die om haar treuren oproept om nu samen met haar te jubelen. Dat is een schril contrast. Dan helpt het wel om dat contrast eens heel kritisch te bekijken, zoals dominee Eefje deed in de laatste Kerkbrief. Daarin zegt ze onder andere: ‘Allereerst moeten we zeggen dat binnen het jodendom verschillend gedacht wordt over de staat Israël als een door God gewenste en gewilde situatie. Anton Goodman, een orthodoxe jood binnen de organisatie Rabbis for Human Rights, zegt over Jeruzalem: “Joodse teksten identificeren Jeruzalem als een stad van alle mensen die samen kunnen komen om God te aanbidden. De realiteit op de grond vandaag is totaal verschillend van deze visie.” En in de woorden van theoloog Kleijs Kroon: “Het ‘beloofde land’ was reeds in Bijbelse tijd geen doel, maar begin van bevrijding uit het ‘diensthuis’.
Uiteindelijk gaat het om een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, en een nieuw Jeruzalem.” De verhalen over het beloofde land, zo zegt dominee Eefje zelf, worden ons verteld zodat we ons losmaken uit angstenland, uit alles wat ons bindt en gevangen houdt. Op weg gaande met deze bevrijdende God zal de wereld zich vernieuwen.’ Tot zover dominee Eefje in de Kerkbrief.
Het Jeruzalem waar de profeet Jesaja zo poëtisch over spreekt heeft dus in wezen niets te maken met het huidige Jeruzalem waarover zoveel strijd wordt gevoerd. Dit is niet het Jeruzalem van gewapende soldaten en gevechtsvliegtuigen. Het is wél, misschien, het Jeruzalem waar een Islamitische heilige plaats ook door een volgeling van Jezus Christus als een plaats van heiligheid ervaren kan worden. De heilige stad waar vrede en recht als een rivier stromen. Het nieuwe Jeruzalem waarin mensen uit alle windstreken komen om het leven te vieren. Dat is nog steeds een visioen dat ons hoop kan geven in deze donkere tijd waarin dat nieuwe Jeruzalem zó ver weg lijkt.
Mensen uit alle windstreken – daar klinkt ook de echo van door in de evangelielezing. Daarin stuurt Jezus 72 leerlingen op weg. Nu staan getallen in de Bijbel maar zelden op zichzelf – meestal staan ze ergens voor. Dat getal 72 staat, Bijbels gezien, voor de hele wereld. Niet alleen het oude volk Israël, maar alle volken. Het is als het ware een voorproefje van wat er zal gebeuren na Pinksteren, als de navolging van Jezus zich verspreidt tot de grenzen van de aarde. Het geeft ook een richting aan voor die navolgers van Jezus. Een grondhouding, zo je wilt. Je zou het kunnen noemen: een grondhouding van kwetsbaarheid, van vertrouwen en van vrede. Kwetsbaarheid: als lammeren onder de wolven, zonder de zekerheden van geldbuidel, reistas en sandalen en zonder de vleierij van uitgebreide begroetingen onderweg. Vertrouwen: dat je onderweg te eten en te drinken zult krijgen. Vrede: door heil en zegen aan te bieden aan het huis waar je binnenkomt. Bij die kwetsbaarheid hoort overigens ook dat die vrede niet altijd aangenomen zal worden. Dan moet je, zo zegt Jezus, óók duidelijk durven te zeggen dat het zó niet kan zijn in de wereld zoals God die wil, in het Koninkrijk van God.
En die grondhouding van kwetsbaarheid, dat vertrouwen en die vrede waar Jezus zijn leerlingen toe oproept: die doet mij dan weer heel erg denken aan die andere buitenlandse reis, die van vier weken geleden. Dat was een bijeenkomst in Duitsland van Europese gemeenschappen van de Catholic Worker-beweging. Een beweging die – net als Palestina – al jaren mijn hart heeft. Een beweging van gelovige christenen die zich met heel hun leven inzetten voor die wereld zoals God die wil, voor dat Koninkrijk van God. Zij doen dit door gastvrijheid te bieden aan mensen zonder dak boven hun hoofd of aan vluchtelingen, met of zonder verblijfspapieren. Daarbij leven ze in gemeenschap, vaak zonder persoonlijk bezit, zoals ook vanouds de kloostergemeenschappen een gelofte van armoede kennen. De mensen van de Catholic Worker durven erop te vertrouwen dat zij, als arbeiders voor het Koninkrijk, te eten en te drinken zullen krijgen. Daarnaast zijn zij actief bij acties vóór vrede en tegen militair geweld, vóór de aarde en tegen alles wat haar bedreigt. Zij zijn daarbij principieel geweldloos. Kwetsbaarheid, vertrouwen en vrede tekenen het leven van de beweging. Je zou ze kunnen zien als rechtstreekse erfgenamen van die 72 die in het evangelie door Jezus worden uitgezonden. Misschien is hun radicaliteit voor velen van ons téveel gevraagd. Nochtans is het voor mij hoopvol dat er zulke mensen bestaan. Dát het kennelijk mogelijk is om – ook in onze donkere en gewelddadige wereld van 2025 – om in onze tijd de navolging van Jezus Christus zó consequent handen en voeten te geven.
Geliefde mensen van God: het bestaan van een beweging als de Catholic Workers, én ook het bestaan van zoveel mensen die zich inzetten voor vrede en recht in Jeruzalem, in Israël en Palestina: dat geeft mij hoop dat dat nieuwe Jeruzalem er toch nog ooit van zal komen. Dat het visioen van Jesaja niet tevergeefs opgeschreven is. Dat een grondhouding van kwetsbaarheid, van vertrouwen en van vrede geen hersenschim is maar werkelijkheid kan zijn. Een werkelijkheid die ons een voorproefje geeft van het Koninkrijk van God. Waarin Jeruzalem geen stad meer is van gewapende soldaten en gevechtsvliegtuigen, maar een stad van vrede. Waarin het land dat nu nog wordt getekend door moordend geweld, een heilig land mag heten. Waarin wat wij voor onmogelijk houden, tóch mogelijk blijkt.
Moge het zo zijn.
