VIERING : HOE VERBINDEN WIJ ONS MET ONZE AARDE…

Dominicus Gent

Viering van zondag 31 december 2022

Bidden voor de aarde (2)

 

Welkom op deze laatste viering van het jaar en tevens de tweede in de reeks over de aarde.
De blauwe aarde die ons draagt en voedt en in principe alles geeft wat we nodig hebben om te leven. Zelfs als het winter is, en er niets meer groeit op de velden, hebben we geleerd om vooruit te kijken, en voedsel op te slaan voor mindere tijden. Mais, kool, aardappelen, tarwe, noten en geconserveerd voedsel, de rijkdom van de zomer en herfst helpen ons om perioden van schaarste te overleven.

We kijken in deze dagen ook vooruit naar de toekomst, naar een nieuw jaar en hopen dat mensen genoeg vooruit denken om de aarde leefbaar te houden voor de hele schepping.

Als teken van ons geloof in de verbondenheid met wat ons overstijgt, de Ene, God, die ons telkens weer oproept om zorg te dragen voor mens maar ook voor de schepping, steken we de paaskaars aan.
En we zingen de oproep tot verbondenheid en verantwoordelijkheid tot zorg uit in het lied


Dat ik aarde zou bewonen,
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem

niet op vinnen onder water,
niet gejaagd en niet de jager,
niet op hoeven, niet met klauwen,
maar op voeten twee`

om de verte te belopen,
om de horizon te halen –
en met handen die wat kunnen: kappen,
ruimen, zaaien, oogsten;

 met een neus vol levensadem,
met een buik vol van begeren,
met een hoofd niet in de wolken,
wel geheven naar de zon

 om te overzien die aarde,
haar te hoeden als een kudde,
haar te dienen als een akker
en te noemen bij haar naam.

 Dat ik ben, niet meer of minder,
dan een mens, een kind van mensen,
een van velen, een met allen,
groot en nietig, weerloos vrij

 om te zijn elkaar tot zegen,
om te gaan een weg van dagen,
liefdes weg, die ooit zal leiden
naar een menselijk bestaan. 

T: Huub Oosterhuis   M: Tom Löwenthal

 

  Over een eco-spiritualiteit

Elke zondag dompelen we ons onder in een gemeenschappelijk uur waarin we vertrouwen en hoop voeden dat een grotere liefde het laatste woord heeft, sterker is dan alle vernietiging. En dat die liefde er is voor elk mensenkind: heb jij ons geteld, ken jij ons bij name, dan ben je de enige… Dat geloof is ons vertrouwd, we kunnen niks bewijzen maar we geloven in een reddende liefde. We zingen erover, we bidden ervoor, we zetten er ons voor in.

Maar geldt die redding ook voor de rest van het leven op deze wereld? In onze eerste viering voor de aarde zei iemand iets interessants: in tegenstelling tot het leed van mensen dat haar direct raakt, zei ze, gebeurt dat niet bij het leed dat de natuur en de andere levende wezens treft. Ze voelt niet direct met haar emoties dat andere geweld rondom ons, ze moet het eerst via haar verstand proberen beseffen.

Zijn wij iets fundamenteels kwijtgeraakt in de loop van de geschiedenis? Iets wat mensen die veel dichter bij de natuur leven wel nog hebben? Een spirituele verbondenheid die Franciscus van Assisië spontaan deed spreken van broeder zon en zuster maan, van broeder wind en zuster water, zelfs van moeder aarde, op een manier die zo authentiek is dat die woorden vandaag nog altijd klinken? Het gaat inderdaad over een andere spiritualiteit, denk ik, een die zich ook uitstrekt over plant en dier, over water en lucht, Het diep gevoelde besef van gekregen verbondenheid met al wat bestaat in deze wereld,  van gelijkheid, van familie zijn. Maar hoe bouwen we die op?

Net als voor die spiritualiteit die aandacht vraagt voor elke mens, kunnen we hulp zoeken bij die oude Bijbelteksten. In psalm 104 wordt de aarde beschreven als een eenheid waar alles samenhangt en alles een geschenk is. Daarom begint de psalm ook met de oproep om dit groot geschenk te loven en te prijzen.

Dan wordt de onderlinge samenhang beschreven:

‘U leidt het water van de bronnen door de beken, tussen de bergen beweegt het zich voort. Het drenkt alles wat leeft in het veld, de wilde ezels lessen er hun dorst. Daarboven wonen de vogels van de hemel, uit het dichte groen klinkt hun gezang. U bevloeit de bergen vanuit uw hoge zalen, de aarde wordt verzadigd en vruchtbaar: gras laat u groeien voor het vee en gewassen die de mens moet verbouwen.’ (10-14)

Het is de Ene die alle levende wezens voedsel geeft, en het is een goddelijke adem die alles tot leven brengt:  

‘Verberg uw gelaat en zij bezwijken van angst, ontneem hun de adem en het is met hen gedaan, dan keren zij terug tot het stof dat zij waren. Zend uw adem en zij worden geschapen, zo geeft u de aarde een nieuw gelaat.

Psalm 104 tekent de hele schepping als een gemeenschap. Elk schepsel heeft zijn plaats gekregen,  met bestaansmiddelen om elk op een eigen wijze te floreren, tot meerdere eer van God, zoals men vroeger zei. En de mens heeft tussen alle andere schepselen een bescheiden plaats. Zijn rol is het is om God te prijzen en zo vreugde te vinden  in het goede van de schepping. Die vreugde wordt letterlijk beklemtoond in de psalm:

‘Zo zal hij brood winnen uit de aarde en wijn die het mensenhart verheugt, geurige olie die het gelaat doet stralen, ja brood dat het mensenhart versterkt.’ (14,15) ‘Moge mijn lofzang de Eeuwige behagen, zoals ik mijn vreugde vind in hem.’ (34)

Mensen zijn niet nodig als heersers over of behoeders van de aarde. De aarde voorziet zelf in het voedsel voor al haar bewoners. Want scheppen is ook behoeden.  

Maar de vraag blijft: hoe laten we, in het spoor van psalm 104, een spiritualiteit groeien van en voor deze voedende, dragende, magnifieke aarde van ons? 

Ik merk vandaag een groeiende nood aan een dergelijke spiritualiteit. Volgens mij moeten drie dingen daar deel van uitmaken. Ten eerste een steeds sterkere bewustwording van de onderlinge verbondenheid van alles op deze wereld, en vooral dan van de onderlinge afhankelijkheid. Straks zullen we het er verder over hebben.

Ten tweede moeten we, zoals in de psalm, weer leren loven. Zoals de kleindochter van Jef en Annemie het zei in haar klas: mijn opa is tomatenboer… Blijkbaar is al dat planten en laten groeien tot rode prachtige tomaten voor haar nog een echt wonder. Al lovende zullen we beter die spirituele band beseffen waarover de psalm zingt. Kijk eens naar het filmpje dat over de boer in Bijlichten (https://bijlichten.be/boerin_en_boer/ ): daarin hoor je iemand die de scheppingsspiritualiteit echt elke dag beleeft. Het zal vreemd klinken voor wie puur rationeel denkt en spreekt, maar het is eigenlijk de poëzie van psalm 104.

Ten derde is dat we ons denken weer moreel moet worden. Georges Monbiot, de Engelse activist, zegt dat we een moreel kader nodig hebben om met de toekomst om te gaan. Karel Verhoeven, hoofdbaas van de De Standaard,verdedigt het voorbije klimaatarrest met de opmerking dat de overheid verplicht is tot  voorzichtigheid en zorg, dat ze de levens van haar burgers moet beschermen. En voor diegenen onder ons die nu denken: dat morele kader beluisteren en vieren wij toch elke week, en toch verandert  er blijkbaar zo weinig, zou ik de woorden willen laten horen van Fredo Desmet, een oud-leerling van mij, die op internet, in boeken en talks een levenswerk maakt van dit nieuwe zoeken. Zo beëindigde hij een recente talk in Amsterdam: “Vroeger geloofde ik dat we het systeem niet kunnen veranderen. Nu weet ik dat het wel kan. Wij zijn het systeem.”
(https://fredodesmet.substack.com/p/ons-manifest-of-toch-het-begin-ervan)

 

Ik wandel door Gods seizoenen

Ik wandel door Gods seizoenen,
het leven een nieuw begin,
een zegening, niet te noemen,
ik wandel, ik leef en ik zing

 Om alles wat wordt geboren,
het lied en het mensenkind
en niemand weet van te voren:
hoe ver waait het zaad op de wind?

Om alles wat wordt geschonken,
het leven, de nacht, het licht.
Het water welt uit de bron en
ik open mijn handen en drink.

Wij wand’len door de seizoenen,
vervulling een leven lang,
een zegening niet te noemen.
Wij zingen en zeggen dank.

T: Filip van de Wouwe   M: Vic Nees 

 

Kleine stappen van hoop 

De laatste decennia is het besef gegroeid hoe complex de relaties zijn van de aarde en haar bewoners, hoe verweven dieren, planten, bacteriën, schimmels met elkaar zijn en elkaar nodig hebben. En hoe we, onwetend, handelden alsof de aarde een voorraadkast is waar je naar believen eindeloos kan uit putten.
Door dit te beseffen groeide ook het inzicht dat we zorg kunnen dragen voor die aarde en haar bewoners. En ook op spiritueel vlak groeide het besef dat we niet de heersers, maar de behoeders zijn van deze aarde.

In Laudato Si geeft paus Franciscus 7 stappen die belangrijk zijn in de transitie naar een andere leven en mentaliteit.
De schreeuw van de aarde horen.
De schreeuw van de armen horen.
Een ecologische economie opzetten.
Met een eenvoudige levensstijl.
Aandacht voor een ecologische opvoeding.

Daarmee gepaard gaande ook een ecologische spiritualiteit ontwikkelen.
En de nadruk wordt gelegd op de betrokkenheid van de plaatselijke gemeenschap en op participatieve acties. 

Wij kijken graag naar natuurdocumentaires en bij velen zie je hoe de natuur en al wat er leeft door menselijke activiteit gereduceerd is tot een fractie van wat er ooit was. Want mensen hebben grond nodig om aan landbouw en veeteelt te doen. En dan heb je natuurlijk een conflict: menselijke behoeften en natuurbehoud staan dikwijls tegenover elkaar. Om nog maar te zwijgen van alle vernietigingen uit winstbejag.
En toch zie je in vele documentaires kleine of grote stappen gezet worden als mensen zich bewust worden dat ze ook hun eigen toekomst op het spel zetten door ongebreideld alle natuur te vernietigen. Dan komen er creatieve oplossingen, plaatselijke bewoners slaan de handen in elkaar en maken een mentaliteitsverandering door, en (belangrijk) zorgen tegelijkertijd dat er op een andere manier geld kan verdient worden. Dan zie je die 7 stappen concreet worden..

Ik geef een paar voorbeelden:

In China is er een enorm gebied (vele keren groter dan België) dat door eeuwenlange begrazing en ontbossing een dor droog landschap geworden was, waar mensen amper konden overleven door hun kudden schapen al wat probeerde te groeien op te laten eten. Het gele stof vloog in de rivier en waaide soms tot honderden km ver naar Peking. De overheid heeft op een bepaald ogenblik alle schapen verbannen, de mensen betaald en hen met kruiwagens, een schop en houweel terrassen laten aanleggen. Een werk van jaren. Op de bovenste  terrassen kwamen inheemse bomen en struiken, de laagste dienden als landbouwgrond. Nu, een dertigtal jaar verder, zijn er in de bovenste regionen weer bloeiende planten, insecten, vogels, kleine en grote dieren. Waait er geen geel stof meer die de gezondheid schaadt, hebben mensen een goed inkomen van de opbrengst van hun land, kunnen hun kinderen studeren. Ze hoeven geen grote rijkdom te hebben zeggen ze, maar zijn gelukkig dat ze nu goed en comfortabel kunnen leven en dat ze toekomstperspectieven hebben.

Op veel plaatsen werden de nesten van schilpadden geroofd en als delicatesse gegeten. Nu zie je de plaatselijke bevolking  de nesten beschermen, de jonge schilpadden helpen om naar de zee te trekken, en tegelijkertijd dat toeristen geld in het laatje brengen door aanwezig te zijn bij het nesten maken of bij het uitkomen van de jongen. Die bewoners voelen zich nu verantwoordelijk voor hun schilpadden en leren hun kinderen hoe ze zorg kunnen dragen en waarom ze zorg moeten dragen van hun plaatselijke rijkdom aan leven.

In Africa is er een firma die asse verzameld, die tot bolletjes verwerkt met andere ingredienten. Daarin steken ze zaadjes van inheemse planten en bomen. Zowel het verzamelen van de asse, van de zaadjes, het verwerkingsproces is in handen van plaatselijke bewoners. Die bolletjes worden in scholen en in gemeenschappen verdeeld en op creatieve manieren in de natuur gebracht om de ontbossing en verschraling van hun leefgebied tegen te gaan. Kinderen gaan met de school, in kader van een ecologische opvoeding samen op pad en schieten met katapulten de zaadjes in het rond. Of ze worden via kleine vliegtuigjes uitgestrooid. De asse zorgt ervoor dat de kiemende plantjes in het regenseizoen genoeg voedsel hebben om te starten.

Aan de kusten van Senegal worden mangroves gekweekt en zo met miljoenen uitgeplant, in de Sahara is men bezig een strook bomen aan te leggen van de ene kant van de woestijn naar de andere kant  om de woestijnvorming tegen  te gaan, in America wachten steden niet op nationale wetten om zelf al hun bewoners aan te zetten om afval te scheiden en om wat kan te recycleren… en zo zien we via de tv overal op de wereld mensen die een ommekeer maken in hun leefwijze, hun denken, hun samenwerking. Waar de mens zijn plaats terug inneemt in verbondenheid met wat hem omringt. Een credo, een geloofsdaad van betrokkenheid dat het kan, deze wereld anders, wij anders, wij samen.

Metamorfosen

Ik woon in de huid van een boom,
mijn voeten staan in aarde.
Mijn armen zwaaien naar de zon,
wie weet waar ooit het vuur begon
dat alle leven baarde.

Ik droom dat ik als water stroom
door beken en rivieren.
De stenen gaan met mij in zee,
zo neem ik alle eeuwen mee,
mij drinken mens en dieren.

Ik waai als een wolk langs de baai van
de maan en de sterren.
Ik jaag geen god geen hemel na,
langs alle wegen waar ik ga
groet licht mij al van verre.

T: Hein Stufkens   M: Bernard Huijbers

 

Tafeldienst  

Laten we aan tafel gaan. Als inleiding op deze eenvoudige maar zo diepe gebaren van brood en wijn lees ik wat op het rouwprentje stond van zuster Maria, die samen met Julienne vele jaren van Antwerpen naar Gent reed voor onze zondagsviering.  Onze dierbare Antwerpse zusters… Dit gebed is een prachtig voorbeeld van een spirituele verbondenheid met de hele schepping:

“God van mij
Jij bent voor mij leven dat steeds verder gaat
Jij bent voor mij gewoon dagelijks leven
Jij bent dagelijkse gebeurtenissen
Jij bent trouwe vrienden, toevallige ontmoetingen
Jij bent vergeving
              levende brief
              busseltje onkruid
              mieren die leven
              vaste grond
              krachtig water
              oase van rust
              stoel om in te rusten
Jij bent voor mij “Jezus” gaan en doen
Boek om te blijven lezen
God ik hou van je!

(Maria Slegers)

Laten we vanuit deze dankbare lofzang doen wat Jezus ons vroeg: brood en wijn delen, als voorbeeld van hoe er moet geleefd worden op deze aarde van ons.
We doen dat in verbondenheid: met wie hier vandaag niet kan zijn, met wie ziek is.
In verbondenheid met de verlorenen in deze stad, dat ook zij iets van de kerstvrede mogen terugvinden.

We doen dat in verbondenheid met onze lieve doden. Misschien bewaart de schepping hen wel, op een manier die ons te boven gaat.

En het solidariteitskaarsje laten we vandaag speciaal branden voor allen die, soms met gevaar voor eigen leven, zich inzetten voor onze moeder aarde…  

 

 Niemand heeft U ooit gezien.
Liefde is uw naam.

Brood des levens heet die knecht
die uw kind genoemd wordt,
Jezus, kind uit Nazaret.

Liefde, zegt Gij, is te doen.
Werk in ons, dat wij u doen.
Licht ons op, dat wij U zien.

Dat wij leven wat geleefd moet.
Dat wij doen wat moet gedaan:
recht voor ieder mensenkind,

brood voor ieder kind van mensen,
vrede en een nieuwe wereld.
En de dood zal niet meer zijn.

tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen

Wij gedenken Jezus, hoe hij brood brak die laatste avond van zijn korte leven, en zei: Zie, dit brood gebroken, zo geef ik mij niet tevergeefs, maar ten bate van een nieuwe wereld.

We gedenken hoe hij de beker wijn van hand tot hand liet rondgaan, en zei: Zie, deze wijn vergoten, een hersteld verbond ten bate van een nieuwe wereld.

Moge Jezus’ voorbeeld en kracht ons helpen om van deze wereld een huis van vrede te maken, lucht en water en licht, en schaduw van grote bomen.

 

Onze Vader en vredeswens 

Gebed Laudato Si 

Barmhartige God,

Schepper van hemel en aarde en alles wat in hen bestaat,
U schiep ons naar uw beeld en vertrouwde ons de zorg toe
voor heel uw schepping, ons gemeenschappelijk huis.

U zegende ons met de zon, het water en het weelderige land,
opdat er overvloedig leven zou zijn voor alles wat bestaat.
  ons verstand en raak ons hart,
zodat we het geschenk van uw schepping behoeden.

Wees onze hulp.
Maak ons bewust dat ons gemeenschappelijk huis niet alleen van ons is,
 maar van alle toekomstige generaties,
en dat het onze verantwoordelijkheid is om het te bewaren.

Geef dat we er mee zorg voor dragen
dat elk mens beschikt over voldoende voedsel en levensnoodzakelijke middelen.
Wees aanwezig in deze moeilijke tijden, vooral bij de armsten
en bij hen die het meeste risico lopen om achtergelaten te worden.

Zet onze angst, onze benauwdheid, onze gevoelens van isolatie om in hoop,
zodat we een echte bekering van het hart kunnen ervaren. Help ons om creatieve solidariteit te tonen
bij het aanpakken van de gevolgen van de wereldwijde pandemie.

Maak ons moedig in ons streven naar algemeen welzijn,
zodat we de veranderingen omarmen die nodig zijn.
Meer dan ooit kunnen we voelen dat we allemaal met elkaar verbonden zijn,
wanneer we met concrete inspanningen een antwoord bieden
op “de schreeuw van de aarde en de schreeuw van de armen”

 

De regen daalt neer

De regen daalt neer uit de hemel en gaat op in de aarde.
Vruchtbaar wordt de aarde en gewas brengt zij voort:
zaad voor de zaaier, brood voor alle dag.

 Zo klinkt het woord uit mijn mond.
Het keert niet vruchteloos weer;
het bewerkt wat ik wil en oogst mijn belofte:
vreugde op je weg, vrede bij thuiskomst. 

T: Andries Bogaert   M: Ad de Keyzer