VIERING : DIEPER & LIEVER ZIEN… (HEMELVAART 2024)

Dominicus Gent

DIEPER & LIEVER ZIEN… (Viering van Hemelvaart)

Donderdag 9 mei 2024   

 

 

Welkom op deze viering van Hemelvaart. Een feestdag. Hoe kan weggaan en loslaten een feest zijn? We zullen daar in deze viering voorzichtig op proberen te antwoorden.

We kunnen ook niet anders dan voorzichtig proberen te begrijpen. Een viering is, elke week weer, een oefening in hoop, voedsel voor ons vertrouwen, gevuld worden met de warmte van niet alleen te staan in het leven.

Laten we de Paaskaars aansteken, ook een blijvend teken van ommekeer dat mogelijk is…

We vieren vandaag ook onze tachtigjarigen, en we bieden hen straks een etentje aan. Wat een genot om bekende gezichten te zien die we lang niet zagen…

Over oud worden lees ik woorden van Oosterhuis, mogen ze klinken als een gebed:

Wij waren jong, we werden oud
maar voor de liefde niet te oud.
Lange liefde is een touw, zevenmaal getwijnd.
Neem de tijd voor liefde, ogenblik voor eeuwigheid.
Liefde geef ons nog wat tijd,
deze dag, voor liefde.

(Oosterhuis, Thom Jansen)

Laten we deze woorden zingen.  

 

WOORDDIENST   

We luisteren naar het Hemelvaartverhaal. Lucas profiteert ervan om bij de aanvang van Handelingen van de Apostelen te refereren naar de inhoud van zijn eerste boek, zijn evangelie. 

Metz kathedraal Hemelvaart

Handelingen 1, 1-14

Het eerste boek, dat ik geschreven heb, Teófilus, ging over alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft  2tot aan de dag waarop Hij zijn opdracht gaf aan de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, en ten hemel werd opgenomen.  3Na zijn sterven toonde Hij hun met vele bewijzen dat Hij in leven was. Hij verscheen hun gedurende veertig dagen en sprak met hen over het Rijk Gods. 

 4Terwijl Hij met hen at, beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten maar de belofte van de Vader af te wachten, “die gij van Mij vernomen hebt:  5Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest.”  6Toen zij eens bijeengekomen waren stelden zij Hem de vraag: “Heer, gaat Gij in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen?”  7Maar Hij gaf hun ten antwoord: “Het komt u niet toe dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld.  8Maar gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde.”  9Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.  10Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen nastaarden, stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen,  11die zeiden: “Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.” 

12Toen keerden zij van de berg, die de Olijfberg heet, naar Jeruzalem terug. Deze ligt dichtbij Jeruzalem op sabbatsafstand.  13Daar aangekomen gingen zij naar de bovenzaal waar ze verblijf hielden: Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeus en Matteüs, Jakobus, zoon van Alfeüs, Simon de IJveraar en Judas, de broer van Jakobus.  14Zij allen bleven eensgezind volharden in gebed samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders.

 

Dieper en liever zien…


Deze beeldvorming over de Aanwezige die Afwezige wordt -of de Afwezige die op andere manier Aanwezig komt-, hebben we vooral aan Lucas te danken. Bij Marcus vinden we een gelijkend verhaal, maar slechts als latere toevoeging bij zijn evangelie.

“Van verschijning naar verdwijning” zou een passende titel kunnen zijn: Jezus verschijnt, geeft een opdracht, belooft een helper en …verdwijnt. Een ingrijpend gebeuren in vier stappen:

De verschijning op hemelvaart is de laatste van een hele reeks: denk aan de vrouwen bij het graf, de twee van Emmaüs, Thomas, …. Momenten die het bewust worden van een onomkeerbare verandering markeren. “Hij opende hun verstand” schrijft Lucas. Het besef groeit dat Jezus’ verhaal niet dood loopt op het kruis, maar door loopt in het leven hier en nu.

De leerlingen krijgen een opdracht: getuigen worden, daarmee beginnen in Jeruzalem, midden het openbare leven … Daarna getuigen in heel Judea en Samaria en tot het uiteinde van de aarde.. Maw aan iedereen, overal in de toen gekende wereld.

Jezus onderkent de ernst van die opdracht en belooft een helper. Niet alleen bevestigt dit onherroepelijk dat ze zelf verantwoordelijk worden voor het Goede Nieuws maar ook dat ze er niet alleen voor staan. God zelf zal bij hen zijn: de Geest zal hen kracht geven.

De vierde stap is Jezus’ verdwijning…. Niet voor het eerst, maar wel voor het laatst. Jezus verdwijnt definitief uit ons ‘zien’. Hij verdwijnt tastbaar en letterlijk uit zicht, hij houdt ons niet vast op de plek van ontmoeting.

En toch is er die onvervreemdbare diepe ervaring dat Hij voorgoed bij ons is.

De weg van verschijnen naar verdwijnen begint en eindigt met twee mannen in witte kleren die verrassende vragen stellen. Aan het graf vragen ze de vrouwen “Waarom zoekt u de levende bij de doden?” en terwijl de leerlingen nog naar de hemel staren klinkt hun vraag: “Wat staan jullie daar toch naar de hemel te kijken?”…

Die twee vragen markeren dat je kan vastzitten in een manier van kijken, over wat dood en leven is bijvoorbeeld, over wat ons te doen staat. De vragen nodigen uit tot anders kijken, anders zien, … niet in bovennatuurlijke betekenis maar als een dieper en liever zien,….

Aan deze gedachte bleven we haken.

Eind april nodigden we Hendrik van Moorter uit rond ‘spiritualiteit van het ouder worden’. Hij is lekendominicaan en psychiater en leert ons anders kijken naar ouder worden. Je kan het leven zien als een trap of als een lijn.

“Opgaan, blinken en verzinken” zijn de drie fasen wanneer je uitgaat van een levens-trap.

Het is de dominante kijk in onze samenleving: een winst-verlies- of medisch deficit-model. Je vordert op de levenstrap naargelang je meer en meer beantwoordt aan de dominante maatschappelijke waarden: kracht & schoonheid, snelheid, presteren & nuttig zijn, zelfstandig & autonoom zijn. Wanneer je die waarden niet meer haalt, trager, afhankelijker wordt bv.,  ben je over je ‘hoogtepunt’ heen en begint de trap naar beneden die eindigt in het graf.

Dat is een vrij negatieve kijk op leven en op ouder worden in het bijzonder, zowel voor de ouder wordende zelf als voor haar omgeving die als het ware enkel last mag verwachten met een nabije in deze levensfase.

Hendrik opent de deur naar een andere manier van kijken en denken: het leven als levensloop die meandert doorheen de leeftijden die ons gegeven zijn. Hij baseert zich daarvoor o.a. op de principes van Erikson waarbij de mens in elke levensfase -tot op hoge leeftijd-  specifieke ontwikkelingstaken te vervullen heeft. Wanneer die taken lukken, of wanneer mislukte taken in een latere fase alsnog opgenomen worden, zet men belangrijke stappen naar een goede oude dag.

Ook bij de oudsten onder ons herkennen we elementen van zo’n goede oude dag.

Ze staan meer contemplatief in het leven.

Velen vinden vrede in het alleen zijn want weten zich deel van een groter geheel, voelen zich één met het universum.

Wie in het reine komt met zijn ouders en/of voorouders kan mildheid voor hen opbrengen en liefdevoller kijken naar de mens in het algemeen.

Humor speelt een belangrijke rol en helpt mentaal gezond oud worden.

Hendrik verduidelijkt dat bij een goede oude dag niet alles meer rond het ‘ik’ draait, dat het ‘ik’ zich transformeert door in het reine te komen met het verleden.

Wie de negatieve kanten van dat verleden kan verwerken komt tot aanvaarding van het eigen unieke leven. Er groeit wijsheid en tevredenheid.

Wie ouderen nabij is merkt echter ook het omgekeerde bij zij die er niet in slagen het verleden te plaatsen: wanhoop, verbittering, afkeer van zichzelf en doodsangst.

Anders kijken is een opdracht voor elk van ons, alert worden voor wat leven gevend is in welke situatie dan ook… Het bekende in vraag durven stellen of door anderen laten bevragen. Anders kijken heeft alles te maken met een passie om dieper en liever te zien wat rondom is. Wie erin slaagt ziet dagelijks wonderen gebeuren: de zon blijft opkomen ondanks een kankerdiagnose, oorlog, eenzaamheid, ontmoediging…, zoveel mensen wijden zich toe aan concrete mensen, taken, doelen en idealen… zo wordt lijden opgeschort of dragen mensen het samen.

Laat ons het lied van alle dagen zingen om de diepte en kracht te voelen van een leven waarin we anders leren kijken.

 

Lied van alle dagen

Nooit hoorden wij andere stemmen dan de onze.
Nooit waren er handen die doen
wat handen niet kunnen,
nooit andere goddelozer mensen dan wij.

Maar er was daglicht,
alle dagen, wat ook gebeurde,
alsof wij liepen over een onzichtbaar weefsel
oven de afgrond gespannen,
dat niet scheurde.

Nooit werd iemand weggetild uit de tijd.
Maar soms even
wordt lijden opgeschort
of dragen mensen het samen
zo zouden wij moeten leven.

Tekst: Huub Oosterhuis Muziek: Antoine Oomen

 

 Over samen oud worden…


Straks, na de viering, nodigen we onze tachtigjarigen weer uit voor een etentje, en twee weken geleden stonden hier vooraan twee enthousiaste jongeren die zeiden: ik wil meelopen in dit oude spoor van bevrijding en goed leven voor allen. We kijken om en we kijken vooruit, en daar zit soms zeventig jaar tussen (en zelfs tachtig, want er zijn ook felle negentigers bij ons). Wonderlijk toch dat inspiratie en gedrevenheid niet ophouden als mensen oud worden, maar doorgegeven worden aan nieuwe, jonge krachten. Is dat dan wat Jezus de Geest noemt, dat niet kapot te krijgen vuur, dat waait waar het wil en het beste in mensen naar boven haalt? Als we hier in de viering zingen over dat vuur, en vanuit dat vuur, dan staan wij hier blijkbaar niet alleen, maar samen met ontelbare anderen die voor ons – in de twee betekenissen van voor – dat vuur brandende hielden en doorgaven. Daarom is zo’n viering ook altijd een moment van grote dankbaarheid. En de tachtigjarigen in Dominicus belichamen voor ons, letterlijk dan, dat krijgen en dat doorgeven, en wij zijn zo dankbaar voor hun vuur tussen en voor ons…

Tegelijk wil ik hier bidden. Want schoon oud worden is niet iedereen gegeven.

Ik wil bidden voor wie verbitterd oud wordt, dat zij of hij zachtheid kan ontmoeten die niet veroordeelt…

Ik wil bidden voor wie te eenzaam oud wordt, letterlijk niemand meer ziet, soms zelfs de eigen kinderen en kleinkinderen niet meer.

Ik wil bidden voor wie diep ontgoocheld is over haar of zijn voorbije leven, zich schaamt, nog altijd oude pijn voelt woekeren, geheimen meedraagt die met niemand gedeeld kunnen worden…

Ik wil bidden voor wie zichzelf verliest in dementie, in ziekte, in te grote aftakeling…

Ik wil bidden voor wie een te pijnlijk oud lichaam moet dragen…

Ik wil bidden voor wie als oude mens zich zinloos voelt, zich verloren voelt, zich niet meer begrepen voelt…

Ik wil bidden voor wie het wachten teveel wordt, wie alleen nog dood wil gaan, dat het sterven zacht mag zijn, een goede vriend die je komt omarmen…

 

Zou het helpen voor iemand te bidden? We vragen het soms tijdens de inbreng, een gebed voor iemand die het nodig heeft. Monniken wijden er hun leven aan, bidden midden in de nacht voor wie wakker ligt en niet meer kan bidden.
Zou het helpen voor iemand te bidden? Helpen is hier niet het juiste woord. Zoals diep luisteren naar iemands leed dat leed ook niet oplost, zo zal voor iemand bidden dat leed ook niet oplossen. En toch zal het helpen, zoals echt beluisterd worden ook een zeer diepe ervaring van verbondenheid  kan zijn. Er gaat een liefdeskracht door deze wereld, en als we voor iemand bidden helpen we die verbondenheid te herstellen, al is het maar een beetje. Maar in de liefde, dat weten we, zijn kleine beetjes groot…
Daarom: laten we ook bidden voor onszelf, dat we goed omringd en ondersteund schoon oud mogen worden, onze eigen Hemelvaart…

Laten we prachtige woorden zingen, oude woorden van Jesaja, maar hoe nieuw zijn ze telkens voor ieder van ons: blaadje “En ik blijf je dragen”

 

Lied  – En ik blijf je dragen  

En ik blijf je dragen
tot je oud en grijs bent,
zo was het en zal het zijn
ik neem je op mijn schouder
ik leid je van de afgrond
mijn eerstgeborene
kostbare mens van mij

T Guido Vanhercke (naar Jesaja 46) – M Mark Joly

 

Tafeldienst

Welkom aan tafel, Eeuwige, Gij die ons blijft dragen.

Met grote dankbaarheid gaan we in op uw uitnodiging aan de tafel van herinnering, de tafel van breken en delen.

Dankbaar weten we ons in goed gezelschap nu zovelen van de alleroudsten uit onze gemeenschap erbij kunnen zijn om ons in hun aanwezigheid en wijsheid te laten delen.

Voor allen die niet meer onder ons zijn steken we de kaarsjes aan in de doopschaal.

Hoe pijnlijk het gemis vaak is, er is ook dankbaarheid om de ervaring van verbondenheid met onze doden over de grenzen heen van tijd en ruimte. We denken ook aan alle slachtoffers van oorlog en geweld en bidden dat ze allen in Uw hand geborgen mogen zijn.

Rond deze tafel vieren we de verbondenheid met allen die waar ook ter wereld leven geven aan ouderen en zieken, aan buurten, bewegingen, verenigingen en families.

 

 Gezegend, Eeuwige, Gij, reddende God!

In de nacht klonk uw stem, sprak uw hart
In de nacht brak het donker op uw woord van licht.

Een dag ongeweten, een uitzicht dat wenkt,
roept Gij wakker voor ons.

Opstaan, vertrouwen en gaan zullen wij naar de morgen,
zingen om U het lied van alle reisgenoten:

Heilig, heilig, heilig, zullen wij U zingen
Heilig, heilig, heilig, moeten wij U noemen,

met heel de schepping mee uw grote daden roemen!
Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!

Zegen van Godswege,
Hij die komt gezegend met de Naam van Hem!

 

    Reddende God,

    dankbaar zijn we bijeen om leven en sterven van Jezus uw zoon in herinnering te brengen.

    Hoe hij die avond brood zegende, brak en deelde, zeggende:

    “Dit is mijn lichaam, neem en eet ervan, het wil Leven zijn voor allen.”

    Hij nam ook de beker met wijn, zegende die en gaf hem rond:

    “Dit is mijn bloed, drink ervan, het wil Leven zijn voor allen.

    Blijf samenkomen, blijf brood en wijn delen, word mijn levend lichaam, een nieuwe mens.”

 

Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!
In de nacht bleef Gij trouw aan het volk van uw Liefde,

aan de Zoon van uw hart.
Uit het geestloze dal van de duizenden doden

hebt Gij hen tot leven gebracht.
Gezegend, Eeuwige, Gij, reddende God,

om de Zoon van uw liefde.
Hij, onze geboorte, een nieuwe dag.

T Sytze de Vries M Willem Vogel