Dominicus Gent
Viering van zondag 5 november 2023
BIDDEN VOOR DE AARDE 1
Welkom aan u allen.
Vandaag is de eerste viering in een reeks van vijf waarin we willen bidden voor de aarde. We zullen dat doen tot eind volgend jaar, elke maand dat er een vijfde zondag is. Voor wie nu zit de rekenen: vandaag hebben we omgewisseld met vorige zondag… 😉
We bidden en zingen elke zondag in de viering voor elkaar, voor de mensen die ons dierbaar zijn, met speciale aandacht voor wie vergeten wordt in deze wereld. Jezus deed het ons voor. Maar net als sommige delen van de wereld uiteen gescheurd worden door oorlog, is er ook een oorlog bezig tegen deze aarde van ons. En daarom, dachten we, moeten we ook bidden voor haar. Ze kan blijkbaar even gekwetst, even geschonden en onteerd worden als wij.
De bedoeling is dat deze meditatieve vieringen ons helpen te veranderen waar dat nodig is, en ons ook moed en hoop geven om verder deze aarde met al haar bewoners, met haar grote schoonheid, met haar zorg voor al dat leven lief te hebben…
Uitnodiging met de symbolen
We zitten in een cirkel. In het midden stellen we aanwezig wat ons vandaag bijeen brengt: enerzijds de zorg voor de aarde, anderzijds de symbolen van brood en wijn die ons gegeven zijn om Jezus te herdenken.
Overvloed. Het basisprincipe van de aarde. Dit ervaren we heel krachtig in de herfst met noten, kastanjes, appels, pompoenen.
Bloemen tonen een cyclus die zich herhaalt.
Een beeld van de aarde om haar tastbaar aanwezig te stellen. De aarde is de grond onder onze voeten en samen zweven we in de ruimte op deze unieke blauwe planeet.
We hebben dit alles in het midden neergezet, zodat we tijdens deze viering ons hier meer en meer bewust van kunnen worden. Bidden voor de aarde opdat het goed met haar komt is in de eerste plaats van haar houden. Als we van iets of iemand houden dan willen we die leren kennen, dan hebben we interesse en willen we samen zijn.
We gaan bidden voor onze geliefde aarde, opdat het goed komt met haar en al haar menselijke en niet-menselijke bewoners.
Paaskaars
We steken de Paaskaars aan om het licht aanwezig te laten zijn en we bidden een bewerking van psalm 111:
Psalm 111
Het begin van de wijsheid is danken:
zingen en laten zingen
wat ons niet in de steek laat.
Dan spreken grotere woorden
uit onze mond, richten
grotere handen onze blik.
De boom weet niet hoe groot
de bloem zal zijn die groeit,
wil alleen maar bloeien.
Het licht van de zon
kent de scheuren niet
in de wolken.
Maar ook gescheurd licht straalt.
Ook klein leven leeft.
Bewegen doet alles.
Uit Psalmbewerkingen van Guido Vanhercke
Lied: Dat ik aarde zou bewonen
Dat ik aarde zou bewonen,
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem
niet op vinnen onder water,
niet gejaagd en niet de jager,
niet op hoeven, niet met klauwen,
maar op voeten twee`
om de verte te belopen,
om de horizon te halen –
en met handen die wat kunnen: kappen,
ruimen, zaaien, oogsten;
met een neus vol levensadem,
met een buik vol van begeren,
met een hoofd niet in de wolken,
wel geheven naar de zon
om te overzien die aarde,
haar te hoeden als een kudde,
haar te dienen als een akker
en te noemen bij haar naam.
Dat ik ben, niet meer of minder,
dan een mens, een kind van mensen,
een van velen, een met allen,
groot en nietig, weerloos vrij
om te zijn elkaar tot zegen,
om te gaan een weg van dagen,
liefdes weg, die ooit zal leiden
naar een menselijk bestaan.
T: Huub Oosterhuis M: Tom Löwenthal
Moment van inkeer
In onze vieringen is geen kyrie, geen schuldbelijdenis. Wij wilden eenenveertig jaar geleden geen schuldbeladen kerk, geen godsbeeld van zonde. We wilden hoop en engagement vieren, gelovend dat elke inzet de wereld beter maakt. Dat Jezus en de bijbelse profeten het ons voordeden. Maar misschien is een moment van inkeer wel nodig als het over onze omgang met de aarde gaat. Er is al zoveel misgegaan, door blinde hebzucht en uitbuiting, dat alle evenwicht zoek is geraakt. Laten we daarom vandaag wel een kyrie zeggen samen, hopend op nieuw uitzicht, op nieuwe kracht.
We prijzen u God, voor de aarde die het leven in stand houdt. Door de planetaire cycli van dagen en seizoenen, vernieuwing en groei, opent u uw hand om alle schepselen hun voedsel op de juiste tijd te geven. In uw wijsheid hebt u het land een sabbat gegeven om te rusten. Maar tegenwoordig drijft ons leven de planeet buiten zijn grenzen. Onze vraag naar groei en een eindeloze cyclus van productie en consumptie putten onze wereld uit. De bossen worden uitgeloogd, de bovengrond erodeert, de velden bezwijken, de woestijnen rukken op, de zeeën verzuren, de stormen worden intenser. Mensen en dieren worden gedwongen te vluchten op zoek naar veiligheid. We hebben het land niet toegestaan een sabbat te vieren, en de aarde heeft moeite om te vernieuwen. En dus bekennen we:
God van barmhartigheid en gerechtigheid,
U zegt ons dat het land moet rusten, vrij van de productielast.
Allen: We bekennen dat we de aarde over haar grenzen duwen, we bekennen onze gebondenheid om steeds meer te verlangen.
U roept ons op om te stoppen met zaaien, snoeien en oogsten op manieren die de grond vernietigen.
Allen: We bekennen onze wrede consumptie van voedsel en energie.
U verzekert ons dat we kunnen worden gevuld met de opbrengst van het land.
Allen: We bekennen ons gebrek aan vertrouwen dat we kunnen gedijen binnen de grenzen van de aarde.
U bevestigt dat onze veiligheid in voldoende mate wordt gevonden.
Allen: We bekennen ons gebrek aan moed om de mythe van eindeloze groei te weerstaan.
U zegt ons dat het land niet permanent verkocht mag worden, want het is het uwe, en alles erop.
Allen: We bekennen dat we de schepping zien als gegeven, in plaats van als geschenk.
U roept ons op om genoeg fruit aan de wijnstok en in de velden achter te laten om onze buren en dieren te voeden en de aarde aan te vullen.
Allen: We bekennen dat we er niet in geslaagd zijn te delen wat we van de aarde ontvangen.
U roept ons op tot eerlijkheid en gerechtigheid.
Allen: We bekennen ons gebrek aan geloof en houden niet van u met ons hele hart en kracht en verstand, en niet van onze menselijke en niet-menselijke naasten als onszelf.
Verander ons van angst en wantrouwen
Allen: en bevrijd ons om ons een leven voor te stellen dat verzoend is met de aarde en alle schepselen, door het goede nieuws van Jezus, in wiens naam we bidden en delen.
De Geest helpt ons in onze zwakheid; want we weten niet hoe we moeten bidden zoals we zouden moeten. Maar diezelfde Geest komt tussenbeide met zuchten die te diep zijn voor woorden.
Allen: Amen.
(n.a.v een gebed van de Lutherse WereldFederatie, Jubilee for the Earth 2020)
Lied: Ik wandel door Gods seizoenen
Ik wandel door Gods seizoenen,
het leven een nieuw begin,
een zegening, niet te noemen,
ik wandel, ik leef en ik zing
Om alles wat wordt geboren,
het lied en het mensenkind
en niemand weet van te voren:
hoe ver waait het zaad op de wind?
Om alles wat wordt geschonken,
het leven, de nacht, het licht.
Het water welt uit de bron en
ik open mijn handen en drink.
Wij wand’len door de seizoenen,
vervulling een leven lang,
een zegening niet te noemen.
Wij zingen en zeggen dank.
T: Filip van de Wouwe M: Vic Nees
Jesaja’s visioen (65, 17-25)
Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; en aan wat vroeger is geweest wordt niet meer gedacht, het komt niet meer in de gedachten op: maar vreugde ga Ik voor u scheppen en jubel voor altijd; waarachtig, Jeruzalem wordt door Mij herschapen in een stad vol jubel met een bevolking vol blijdschap. Dan zal Ik jubelen om Jeruzalem en Mij verblijden om mijn volk; en snikken noch kermen worden er nog gehoord. Er is geen zuigeling meer aan wie slechts een kort leven beschoren is, en geen grijsaard die zijn leven niet voltooit, want de jongste sterft als man van honderd jaar, en wie de honderd jaar niet bereikt wordt als vervloekt beschouwd. Zelf wonen zij in de huizen die zij hebben gebouwd, en eten de vruchten van de wijngaard die zij zelf hebben geplant. Zij bouwen niet meer wat een ander zal bewonen en planten niets aan, waarvan een ander eten zal. Want de levensdagen van mijn volk zullen even talrijk zijn als die van de bomen, en mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun handen. Zij zullen zich niet moe maken voor niets, geen kinderen ter wereld brengen voor de verschrikking. Zij zijn een geslacht dat gezegend is door Jahwe, en hun nakomelingen met hen. Nog voor zij roepen zal Ik hen antwoorden, terwijl ze nog spreken zal Ik hen verhoren. Dan grazen de wolf en het lam eensgezind, de leeuw eet dan hooi zoals het rund, terwijl de slang zich voeden zal met stof. Niemand zal nog kwaad doen of onheil stichten op geheel mijn heilige berg, zo spreekt Jahwe.
Muziek
Overweging: over Marjolein van Heemskerk
Bij het voorbereiden van deze reeks van vijf vieringen bidden voor de aarde, namen we ons voor om telkens concreet te vertellen over een positief initiatief. Vandaag begin ik met iets te delen over een boek van Marjolijn Van Heemstra: In lichtjaren heeft niemand haast.
Ze start haar boek met het feit dat ze in de warme zomer van 2020 wakker ligt in haar appartement in Amsterdam, als moeder van twee jonge kinderen. Ze ligt wakker omdat ze geen koelte kan vinden en dus begint ze te zoeken op haar smartphone naar andere mensen die bezorgd zijn. Eén van de zaken die ze ontmoet is dat astronauten die in de ruimte waren allemaal heel ontroerd waren door het zien van de blauwe aardbol vanuit de ruimte, als een unicum dat nergens anders te zien was. Al deze astronauten namen nadien initiatieven om het milieu te beschermen.
Marjolijn is so wie so gefascineerd door de ruimte en de sterren en planeten. Ze beschrijft in haar boek hoe ze verschillende wetenschappers bezoekt en hen vraagt hoe zij denken dat je mensen kan motiveren om meer zorg voor de aarde te dragen.
Tegelijk merkt ze, als ze ’s avonds naar de sterrenhemel wil kijken, wat zoveel mensen in het verleden geïnspireerd maar ook de weg gewezen heeft, dat er in Nederland (net zoals in België) geen plaatsen zijn waar het donker genoeg is om de sterren te zien. Ze ontdekt dicht bij haar een klein bosje waar geen verlichting is en gaat daar ’s avonds een wandeling maken. Ze voelt hoe het donker haar bang maakt, zoals de meeste mensen. Maar ze gaat terug met haar kinderen en man en went aan het donker. Ze ontdekt ook dat dit bosje haar terug meer gevoel voor ruimte heeft.
In het boek bevraagt ze zichzelf over haar leven als jonge moeder, wonend in een wijk waar mensen elkaar minder kennen dan vroeger, nieuwkomers hun plek zoeken en oud en jong andere behoeften en verwachtingen hebben. Ze ervaart de wereld als niet verbonden en zoekt hoe dat zou kunnen.
Dan komt corona en het leven valt ook voor haar stil, ze kan niet meer uit huis gaan maar neemt via internet contact met onderzoekers over de wereld. Maar ze heeft ook contact met haar onderbuurman Bob die ze vraagt hoe hij het gevoel krijgt een ruimtevaarder op aarde te zijn. Hij geeft aan dat hij meest tot rust komt door te wandelen: dan geraak ik relaxed zegt hij en als je relaxed bent dan denk je ook na over de mensen die je dierbaar zijn en niet enkel over wat je nog allemaal moet doen. En als je dit wil uitbreiden dan neem je iemand mee.
Zo ontstaat bij haar de idee om een initiatief te nemen om meer verbondenheid in haar wijk te creëren. Het initiatief heet Nachtwacht. Je gaat ’s nachts wandelen in het bos en je neemt iemand mee. Op die manier groeit verbondenheid tussen de verschillende plaatsen van herkomst en generaties in de wijk.
Overweging: over dankbaar medeschepsel zijn
We kunnen niet bidden voor de aarde, als we niet in de eerste plaats bidden voor onszelf. Bidden voor een nieuwe blik, voor een nieuwe bescheiden blik. Want de aarde kan prima zonder ons, maar wij kunnen niet zonder de aarde. De aarde zorgt voor ons, mensen. Zonder lucht leven we niet, zonder water leven we niet, zonder de vruchten van aarde en bomen leven we niet. Wij zijn geen bezitters, zelfs geen rentmeesters van de aarde, maar niet meer of minder dan een van de vele medeschepselen. En leren denken als medeschepsel en ons gedragen als medeschepsel vraagt inkeer, ommekeer, bekering, om eens een oud woord te gebruiken.
Maar hoe doen we dat? Door meer aandacht te geven aan onze medeschepselen. Een bos is een gemeenschap, met onderlinge communicatie en zorg voor elkaar. Een plant heeft zulke delicate zintuigen, een dier kan denken, kan als de beste voelen, kan rouwen. Een handvol aarde bevat meer leven dan we voor mogelijk houden. En dat grote veelvoud op deze aarde reageert in evenwichten waar wij nog het begin van moeten leren kennen.
Aandacht en respect, hoe dat concreet wordt vertaald is ieders verantwoordelijkheid. Maar het begint in elk geval met een veel groter besef van die verantwoordelijkheid. Een alternatief scheppingsverhaal als psalm 104 zet de mens bescheiden tussen de andere schepselen, en van die plaats moeten wij ons constant bewust zijn.
En dat kan maar als er een tweede voorwaarde is vervuld. De innerlijke bekering moet echt wel komen uit dankbaarheid. Dankbaar voor dat water, dankbaar voor dat brood, dankbaar voor de onvoorstelbare rijkdom van die boom, van die bloem, van dat licht ’s morgens, van de lucht die ons trouw draagt, nu ook weer terwijl we hier zitten, en het niet beseffen dat we kunnen en mogen ademen. Dankbaarheid leidt tot vreugde, tot zeggen dat ons zoveel is gegeven, wat we met een oud woord loven noemen. Mijn vader stopte met het werk dat we samen aan het doen waren, wees mij waar hij naar keek, en zei: wat een schoon vogeltje hé. Ik ben die scène nooit vergeten, zie het allemaal nog voor mij. De psalmen loven, Job leert uit zijn ervaring dat mensen vaak opgesloten zitten in hun eigen miserie, en het zicht op het grote geheel missen. Daarom looft Jahweh zelf de grote aarde, en Job wordt er stil van, wordt uiteindelijk uit zijn klagen getild, kan eindelijk weer voelen en dankbaar zijn.
Paus Franciscus (met de naam van die andere Franciscus, die met de vogels sprak) schrijft in Laudato Si deze mooie en veelzeggende zin: “Elk wezen bezit zijn eigen goedheid en volkomenheid”. Dankbaar respect, als mens aan wie het gegund is te mogen leven tussen dat grote veelvoud aarde. Laten we elke dag weer denken aan het refrein van Genesis en zien “dat het goed was”. Zelfs al moeten we soms ook bidden “verlos ons van het kwade”, laten we altijd weer terugkeren naar dat vele gegeven goede in en rondom ons.
Lied: Metamorfose
Ik woon in de huid van een boom,
mijn voeten staan in aarde.
Mijn armen zwaaien naar de zon,
wie weet waar ooit het vuur begon
dat alle leven baarde.
Ik droom dat ik als water stroom
door beken en rivieren.
De stenen gaan met mij in zee,
zo neem ik alle eeuwen mee,
mij drinken mens en dieren.
Ik waai als een wolk langs de baai van
de maan en de sterren.
Ik jaag geen god geen hemel na,
langs alle wegen waar ik ga
groet licht mij al van verre.
T: Hein Stufkens M: Bernard Huijbers
Uitnodiging tafel
Laten we aan tafel gaan. Eten en drinken delen brengt niet alleen Jezus in herinnering, maar vat ook samen hoe er moet geleefd worden op deze aarde. We zetten brood en wijn in ons midden, we brengen onze geliefde doden mee door de kaarsjes aan te steken, en met het solidariteitskaarsje willen we beseffen dat er zoveel meer mensen zijn, soms met hele grote moed, die zich inzetten voor deze aarde en al wat er op leeft.
God, U die verborgen in elk mensenhart aan het licht komt in woorden en daden die bevrijden.
U bent onze kracht om deze oude aarde nieuw te maken, een nieuwe wereld met bomen tot in de hemel, waar water, schoonheid en brood, gerechtigheid is en genade, waar vrede niet hoeft bevochten, waar troost en vergeving is en mensen spreken als mensen.
Van U is de toekomst, kome wat komt.
Geef dat wij in de kracht van Jezus, uw dienstknecht, opengaan voor het visioen van vrede dat sinds mensenheugenis ons roept:
Jezus, die mens, gedenken wij, hier en nu, Hij, uw voorbeeldmens, weldoende liefde, brood uit de hemel, wijnstok wereldwijd vertakt.
Jezus, die mens, gedenken wij, hoe Hij het brood brak met zijn vrienden, die laatste avond van zijn korte leven op aarde en zei: ‘Zie, dit brood gebroken, zo geef ik mij niet tevergeefs, maar ten bate van een nieuwe wereld.’
Jezus, die mens, gedenken wij, hoe Hij de beker wijn van hand tot hand liet rondgaan en zei: ‘Zie, deze wijn als bloed vergoten, een hersteld verbond ten bate van een nieuwe wereld.’
Moge het delen van dit brood en deze beker ons sterken in de hoop dat Jezus leven zal in ieder van ons, als liefdeskracht om veilige buurten te bouwen, dat wij wonen in wijken van vrede, in schaduw van bomen.
Dat geen mensenkind meer sterven zal aan blinde woede of de hardheid van gesloten harten.
God, geef dat wij niet langer de aarde schenden of elkaar het licht ontroven, maar dat wij leven Hem achterna, Jezus, jouw gezalfde, onze voorbeeldmens. Dat wij in zijn voetspoor leven richting jouw nieuwe wereld.
( naar Pradip Smagge)
Vredeswens
Hoe meer verbondenheid, met elkaar, met het vele bestaan rondom ons, hoe meer vrede. Het is een ervaring die we allemaal kennen, en dat met zo’n diep verlangen diep in ons hunkert. Laten we daarom elkaar die vrede toewensen.
Muziek
Gebed Laudato Si
Liefdevol Mysterie,
aanwezig in heel het universum
en in het kleinste levende schepsel.
Gij die al wat bestaat met tederheid omgeeft,
stort over ons de kracht van Uw liefde uit
opdat wij het leven en de schoonheid beschermen.
Dompel ons onder in vrede
opdat wij als broers en zusters leven,
zonder iemand schade te berokkenen.
Moeder, Vader van de meest kwetsbare mensen,
help ons zien, horen, voelen, … wie onzichtbaar is,
degenen die op deze aarde vergeten worden.
Genees ons leven,
opdat wij beschermers zouden zijn van de wereld
en geen roofdieren,
opdat wij schoonheid zaaien
en geen vervuiling noch vernieling.
Raak onze harten
Die nog te vaak winst nastreven
ten koste van de aarde en de armen.
Leer ons de waarde van ieder medeschepsel
te ontdekken, met bewondering te beschouwen,
en te erkennen dat wij ten diepste één zijn
op onze weg naar Uw oneindige liefde en licht.
Dank U omdat Gij alle dagen met ons zijt.
Ondersteun ons, zo bidden wij U,
in het creëren van gerechtigheid, liefde en vrede.
(Gebed Laudato Si, bewerkt)
Slotlied: De regen daalt neer
De regen daalt neer uit de hemel en gaat op in de aarde.
Vruchtbaar wordt de aarde en gewas brengt zij voort:
zaad voor de zaaier, brood voor alle dag.
Zo klinkt het woord uit mijn mond. Het keert niet vruchteloos weer;
het bewerkt wat ik wil en oogst mijn belofte:
vreugde op je weg, vrede bij thuiskomst.
T: Andries Bogaert M: Ad de Keyzer
Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platform: http://Bijlichten.be
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!
Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.