VIERING: 9/11 als symbool versus “liefde bewaren tot het duizendste geslacht”…

Dominicus Gent

Viering van zondag 11 september 2022

Geweld versus “liefde bewaren tot het duizendste geslacht”…

 

WELKOM

Goede morgen allemaal, in levende lijve of op afstand met ons verbonden. Welkom.
“Blijft dit doen om mij te gedenken” zei Jezus. Hij is het die ons samenroept. In het licht van de paaskaars bidden we om Zijn aanwezigheid hier en nu.

(aansteken paaskaars)

Wie oud genoeg zich herinnert zich beslist wanneer en hoe het nieuws binnenkwam van de vliegtuigen die zich 21 jaar geleden in de WTC-torens boorden. Sinds 2001 roept deze datum, nine eleven, herinneringen op aan ongeziene terreur, het startschot van nieuwe golven van wereldwijde ontwrichting, geweld en tegengeweld.

Het liturgisch leesrooster voorziet vandaag het evangelieverhaal van de verloren zoon, als het ware een kristallisatietekst van wat verzoening zou kunnen zijn…. Bij de voorbereiding van deze viering leek die tekst ons iets te snel over heel wat heen te springen. Wij verkozen daarom stil te staan bij de tekst uit het eerste verbond op dat leesrooster, een tekst uit Exodus, een nine eleven-tekst van alle tijden.

We zingen de viering open met een confronterend en appellerend lied. De tekst van de bevrijdingstheologe Dorothee Sölle noemt de terreur van toen en nu bij naam én laat het tegengeluid horen van de vrede waarop we hopen. De andere melodie, het andere ritme tussen de strofen van terreur en de keerverzen van vrede zijn een manier om ook biddend die tegenstem tot de onze te maken.

Openingslied 

Hoelang nog gaan wij over straten
die de dood heeft geplaveid
hoelang nog ademen wij gassen
van hogerhand voor ons bereid
hoelang nog geven wij slechts wapens
aan een kind dat vraagt om brood
hoelang nog is geweld ons heilig
wanneer het onze macht vergroot.
Wij willen zingen van Gods vrede
de nieuwe stad Jeruzalem
wij zullen zien hoe in uw straten
de armen lachend gaan.

Hoelang marcheren wij op wegen
die de dood heeft aangelegd
hoelang nog leren wij te haten
een volk dat voor zijn vrijheid vecht
hoelang nog voeren wij een oorlog
tegen boeren zonder land
hoelang nog plund’ren wij de aarde
geven wij gif aan dier en plant.
Wij willen zingen van Gods vrede
de nieuwe stad Jeruzalem
wij zullen minnen in uw poorten
de bomen langs de kant

Hoelang nog blijven wij gehoorzaam
aan de planners van de dood
hoelang beroven wij de armsten
van hun grond en van hun brood
hoelang nog stelen wij de dagen
van hun korte levenstijd
hoelang nog zijn wij blind voor liefde
is in ons alles haat en nijd.
Wij willen zingen van gods vrede
de nieuwe stad Jeruzalem
wij zullen drinken uit uw bronnen
o god gerechtigheid.

tekst: Dorothee Sölle; muziek: Mark Joly

WOORDDIENST

Ex. 32, 7-14

Toen sprak de heer tot Mozes: ‘Ga nu naar beneden, want het volk dat u uit Egypte hebt geleid, is tot zonde vervallen. 8Ze zijn nu al afgeweken van de weg die Ik hun had voorgeschreven: ze hebben een stierkalf gemaakt, ze buigen zich daarvoor neer, ze dragen er offers voor op en schreeuwen: “Israël, dit is de god die u uit Egypte heeft geleid.” ’ 9Ook sprak de heer tot Mozes: ‘Ik zie nu hoe halsstarrig dit volk is. 10Laat Mij begaan, dan zal Ik hen in mijn brandende toorn vernietigen. Maar van u zal Ik een groot volk maken.’ 11Mozes trachtte de heer zijn God gunstig te stemmen en vroeg: ‘Waarom, heer, zou U uw toorn laten woeden tegen uw volk, dat U met grote kracht en sterke hand uit Egypte hebt geleid? 12Waarom zou U de Egyptenaren laten honen: “Hij heeft ze laten gaan met de boze opzet ze in de bergen te laten omkomen en ze van de aarde weg te vagen.” Laat toch uw toorn niet langer tegen hen woeden. Zie af van het onheil waarmee U uw volk bedreigt. 13Denk aan uw dienaren Abraham, Isaak en Israël, aan wie U onder ede beloofd hebt: “Ik zal uw nakomelingen talrijk maken als de sterren aan de hemel, en heel het land waarover Ik heb gesproken zal Ik uw nakomelingen voor altijd in bezit geven. Het zal voor eeuwig hun erfdeel zijn.” ’ 14Toen zag de heer af van het onheil waarmee Hij zijn volk had bedreigd.

 

1

In de lezing uit het eerste testament blijkt hoe actueel de thematiek is van woede, vernedering, vergelding, wraak, ontrouw, …. Er is niets nieuws onder de zon!
Het volk dat door God weggeleid wordt uit slavendom, veilig door de woestijn trekt met eten en drinken als het nodig is, slaagt er niet in om de dankbaarheid en focus te houden als de vertegenwoordiger van die God er even niet meer is.
Nog voor Mozes terug beneden komt na zijn tocht op de berg om de richtlijnen van God te ontvangen, hoort hij al van God dat het volk een stierenbeeld gemaakt heeft uit goud en bezig is dit te aanbidden en offers te brengen. Het volk, dat hij voor korte tijd alleen liet, en dat ook niet verder kon trekken ondertussen, werd heel snel afgeleid van de tocht en de discipline daarvoor. Het is wellicht des mensen dat het materiële, ondanks de woestijnomgeving, snel belangrijk werd, en hun hart, zoals onze moderne harten, viel voor blingbling, goud, een beeld, iets materieel buiten zich zelf.
En God ontsteekt in woede! Hij gaat echter, zoals ook bij Abraham over Sodom en Gomorra, in gesprek. Laat mij dit volk vernietigen, zegt hij tegen Mozes. Mozes laat zich niet omver blazen maar toont zich een waardig tegenstander. In de dialoog die volgt slaagt hij er in om God te laten afzien van zijn voornemen. Hij pleit voor het volk en God luistert naar hem! In de dialoog, in het gesprek, kan een andere oplossing gevonden worden dan vernietiging en wraak.
Ik verwonder mij erover dat God zo woedend reageert. God krijgt hier zeer menselijke gevoelens toegedicht. Deze reactie is zeer herkenbaar, begrijpelijk zelfs. Misschien wordt dit beschreven om ons te confronteren met een problematiek die wellicht zo oud is als de mensheid en waar we tot op vandaag geen antwoord op kennen en zeker niet toepassen. Wat Mozes doet, in dialoog gaan, is op dat moment een afwenden van een catastrofe. Maar het is geen sluitende oplossing, slechts een begin en een uitstel van geweld.
Op vele plaatsen in de Bijbel, een rode draad in de geschiedenis van de mensen, gaat het over kwetsuren die aan anderen aangedaan worden en vervolgens een ketting van reacties. Dit is zo op heel kleine schaal, tussen mensen. Dit is op wereldschaal, in alle culturen, religies, bevolkingen terug te vinden. Altijd is het ergens elf september, oorlog, aanslagen, schietpartijen. Die ketting van geweld kan alleen doorbroken worden als degene die dit geweld aanricht zich in het hart laat raken, vergeving vraagt en alles in het werk zet om goed te maken wat aan leed aangericht werd.
Het is de grootste menselijke uitdaging om ons hiermee uiteen te zetten. De God uit het eerste testament toont zich bereid met mensen in gesprek te gaan. Dit is een heel belangrijke handreiking om het destructieve van woede om te zetten in levenskracht. We zullen het ook vandaag niet oplossen, maar kunnen die gedachte meenemen in ons bewustzijn en in ons omgaan met de mensen in onze nabije en verre omgeving.

We zingen een lied over deze Bijbelpassage: het lied van de Naam.

O Heer God erbarmend genadig lankmoedig
rijk aan liefde rijk aan trouw
bewarend liefde tot het duizendste geslacht.

Wij gingen met andere goden
uit zilverlingen gesmeed in de smidse
uit goud in het vuur van de ontrouw.
Wij torsten ze op onze schouders,
riepen ‘ga dan’ en ‘red ons’
– hun voeten konden niet gaan

O Heer God erbarmend genadig lankmoedig
rijk aan liefde rijk aan trouw
bewarend liefde tot het duizendste geslacht.

Andere goden: sprekende slangen,
ogenpaleizen, tuinen van haar.
Andere goden gaan ons voorbij
in stormwind en aardschok. Niet Gij
Andere staan
als blinde uren tussen de mensen. Niet Gij.

O Heer God erbarmend genadig lankmoedig
rijk aan liefde rijk aan trouw
bewarend liefde tot het duizendste geslacht.

tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen

 

2

Liefde bewaren tot het duizendste geslacht…. Als je ’t mij vraagt werkt het TV-programma Down The Road daaraan mee. De camera volgt zes jongvolwassenen met het syndroom van Down op een reis waarbij ze grenzen verleggen in meerdere betekenissen van het woord.
Bij aankomst in Thailand brandt het gezelschap kaarsjes in een Boeddhistische tempel voor een behouden reis. De 23-jarige Simon is onder de indruk.
“(…) is beetje Jezusachtig. Jezus was iemand die met heel veel vrede omging en dat bewonder ik wel.”
Het reisgezelschap gaat zitten en komt tot rust. De vertelstem zegt dat Simon overprikkeld raakt, dat hij de vele indrukken moeilijk kan plaatsen en dat het voor hem wat veel wordt. Simon huilt stilletjes. Saar, de begeleidster, komt naast hem zitten.
“Ça va man?”
“Ik weet het niet” snikt hij
“Waaraan denk je?”
“Aan het leven.”
“En maakt dat je verdrietig?”
“Ik denk het.”
(…)
“Ik wil gewoon heel graag vrede en die is er gewoon niet.”
(…)
Nadien -voor de camera- vertelt Simon verder:
“… dan denk ik aan die oorlogen die nu bezig zijn en dat vind ik echt niet OK. Ik wil gewoon vrede in de hele wereld. En ik snap niet waarom dat niet gewoon stopt. Waarom moet de wereld in oorlog zijn. Laat het gewoon stoppen. Vrede, dat is wat ik wil. Ok, dat is moeilijk, dat geef ik toe, maar ik geef het niet op. Ik vind dat het moet stoppen.
Overleg gewoon, komaan, gewoon overleggen en zie wat er kan voor een goeie afloop. Allee, ik vind dees echt nie normaal.”
Tussenin zien we Simon door het raam van de tempel kijken en met gesmoorde stem zeggen: “ik hou vol, dat heeft Jezus ook gedaan. Ik blijf wachten tot het zover is. Hou u goed, God.”

Simons analyse en zijn gebed raken me. Hij is een schakel in een lange keten van “Liefde bewaren tot het duizendste geslacht”.
Laat ik, laten wij ons vaak genoeg en steeds opnieuw raken door het abnormale van oorlog en de puurheid van de tegenstem en het vredesverlangen?

De uitzending werpt mijn generatie terug naar de jaren tachtig, een andere nine eleven-periode, de tijd van de bewapeningswedloop en plaatsing van kernrakketten – zelfs in ons kleine landje. In een Amerikaanse school vraagt Dorothee Sölle aan de kinderen wie schrik heeft voor de kernraketten. Allen steken hun hand op. Eén kind niet. Dorothee vraagt “Waarom ben jij niet bang?” “Omdat mijn mama en papa ertegen protesteren” antwoordt het kind. Zoveel heeft een kind nodig om niet wakker te liggen van het abnormale waar grote mensen mee bezig zijn: ouders die een tegenstem laten horen en zien, ouders die liefde bewaren tot het duizendste geslacht.

Dit jaar zou Bernard Benson 100 jaar worden. In 1981, tijdens die bewapeningswedloop verschijnt zijn overbekend ‘The Peacebook’, in meer dan 20 talen vertaald. Een kinderboek zou je op het eerste zicht denken. Dat mag…maar hopelijk lezen volwassenen die letterlijk of figuurlijk aan de knoppen zitten van de samenleving het ook.
Het boek verhaalt hoe ‘vredesdag’ ontstaan is (het is een verhaal, we hopen ooit die vredesdag effectief te mogen vieren)
Hoe mensen van de wereld een puinhoop maakten door enkel met zichzelf bezig te zijn en verslaafd raken aan bezit (elke tijd zijn gouden kalf). Hoe mensen die blingbling beschermen met gesofisticeerde wapens die miljoenen mensen kunnen doden. Hoe miljoenen mensen hun brood verdienen met wapens uitvinden, produceren en verkopen…
Voor kinderen is dat onbegrijpelijk. Zij horen op school dat miljoenen mensen honger lijden, dat er middelen zijn om dat op te lossen, maar dat kennis, geld en materiaal naar bewapening gaan in plaats van naar hongerbestrijding.
Op een middag zitten twee kinderen mee met hun vaders aan tafel met geleerden die voor de regering werken … Ze horen verhitte gesprekken over een megabom met uitstekende resultaten en aanvaardbaar-vernietigings-niveau, volledige vernietiging, … Het lijkt gekkemanspraat. De kinderen willen niet dood, ze willen leven. Ze besluiten moderne communicatiemiddelen in te zetten. Niemand let op de kleine jongen die de TV-studio binnenwandelt en op onbevangen heldere toon zegt: ik wil niet sterven, ik wil leven, alle kinderen willen leven, ook de grote mensen willen leven. Luister niet naar de gekkemanspraat, luister naar de kreet van het leven in jullie! Onze wereld mag niet doodgaan! Samen kunnen we ‘m redden!
Zijn kreet gaat de wereld rond – Hij gaat in gesprek met de presidenten van de drie machtigste landen en vraagt waarom ze geen vrede willen sluiten. ‘Je bent naïef jongen’ antwoorden die en ze putten zich uit in argumenten. De escalatie van angst en geweld stopt niet. De kinderen van de wereld gaan in hongerstaking en met hen heel wat volwassenen. Uiteindelijk beloven de presidenten hun uiterste best te doen en volgen ze het advies van het jongetje: met hun gezin naar de hoofdstad gaan van het land dat ze het meest vrezen. Dan zal hun land dat vijandig land niet aanvallen. Dat lukt. Wapens raken uit de mode. De sleutels van de dood waarmee presidenten atoomwapens op start kunnen zetten worden omgesmolten tot bladeren van het leven, die worden bewaard als gewijde symbolen. Er blijven weliswaar legerleiders die aan hun oude gewoontes verslaafd zijn en financiers en zakenlui die boos zijn omdat de lucratieve wapenfabrieken sluiten… maar ze zijn met niet veel en staan machteloos tegenover de vrede.
De achterflap van het boek vat de boodschap samen: ‘Waarom zou een kernoorlog in Europa onvermijdelijk zijn? Alles is mogelijk, óók de vrede, als vier miljard mensen die maar willen.’
(ondertussen zijn we bijna met dubbel zoveel maar de boodschap blijft dezelfde)
Iedereen is betrokken partij om liefde te bewaren tot het duizendste geslacht.

Bidden we dat de warmte van inspirerende mensen en verhalen ook in ons het vredesvuur aanwakkeren om nooit meer een ‘nine eleven’ van terreur te moeten meemaken.

Het gebed dat we gaan zingen verbindt onze individuele verlangens met die van de hele wereld. Het verlangen naar vrijheid, leven, gerechtigheid, geweldloosheid, vrede, …

Adem in mij

Gij adem van vrijheid adem in mij en in heel de wereld.
Gij stroom van leven stroom in mij en in heel de wereld.
Gij flits van een nieuwe wereld licht op in mij en in heel de wereld.
Gij donder van gerechtigheid dreun in mij en in heel de wereld.
Gij levend in geweldloosheid leef in mij en in heel de wereld.
Gij roos van vrede bloei in mij en in heel de wereld.
Gij frisse wind waai in mij en in heel de wereld.
Gij goddelijke aandrang doordring mij en de hele wereld.

tekst: Anton Rotzetter; muziek: Berre van Thielt

Inbreng gemeenschap

TAFELDIENST

Dank voor jullie inbreng. Laten we, zoals we meestal drie keer per dag thuis doen, aan tafel gaan. Laten we onze bekommernissen verwoorden en dan Jezus’ gebaren van breken en delen herhalen zoals Hij gevraagd heeft. 
We nemen deze en onze zorgen en dromen en leggen ze op de tafel en steken daarbij kaarsjes aan. We steken de kaarsjes aan voor alle mensen die ons voorgingen in de dood en die we soms zo missen, die ook onze voorbeelden zijn die ons kunnen inspireren. We steken ook de kaars van verbondenheid aan met allen die ergens aan tafel gaan om Jezus te gedenken.
Groot Mysterie, Gij zijt niet ver van ons, Gij kent onze gevoelens van woede, verdriet, onmacht. Gij verstaat de stomgeslagen mond en Gij zijt aanwezig bij alle mensen die niet gehoord en genegeerd worden. Bij allen die verlangen naar vrede en bij allen die zich daarvoor inspannen.

 

Gij die de stomgeslagen mond verstaat
van alle stervelingen die wij zijn,
wij roepen U de naam toe van een mens,
Jezus, de zoon der mensen, uw geliefde.

Nooit sprak een mens als hij,
in hem verstonden wij uw bestaan, de zin van ons bestaan.
Hij is uw woord geweest, hij heeft volbracht
alle gerechtigheid, een mens voor allen.

Om zijnentwil zie ons, dit uur bijeen.
Zie alle stervelingen van de wereld.
Waar onze doden zijn, verkoold, verwaaid,
vragen wij u hebt Gij hen nog gezien?

Waarom genadeloos vernietigd worden
de armsten van de wereld uw geliefden;
waarom wij die met weinigen bezitten wat allen toebehoort,
uw woord niet doen,

geen wereld maken die in vrede is,
Gij die ons hebt gezegd wat leven is:
te doen wat goed is,
recht, elkaar bevrijden.

Doen wat goed is: elkaar bevrijden van bezitsdrang, woede en geweld.
Die nieuwe wereld van gerechtigheid en vrede had Uw Zoon voor ogen toen hij op de laatste avond voor zijn dood met vrienden aan tafel zat.
Hij nam brood, zegende het, brak het en deelde het rond. Neem en eet hiervan, want dit is mijn lichaam gegeven voor allen.
Na de maaltijd nam hij ook de beker, zegende die en gaf hem rond. Neem en drink hier allen van, dit is mijn bloed, gegeven voor allen. Blijf dit doen om mij te gedenken en liefde te bewaren tot het duizendste geslacht

Gij die dit woord ons ingegeven hebt,
een bron van kracht en moed en zeker weten,
Gij die het licht in ons geschapen hebt,
dat niet de duisternis ons overmeestert,

dat niet het laatste woord is aan de dood –
Gij die tot hier ons vasthoudt in het leven
Gij die ons afgestemd hebt op uw stem
Gij die ons hebt geschapen naar U toe,

Gij die ons zocht nog voor wij om U riepen
Gij die gezegd hebt dat Gij ons zult vinden –
wij roepen U de naam toe van uw mens,
Israël, deze aarde, uw geliefde.

tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen

 

Onze Vader

Vredeswens
Laat ons elkaar bemoedigen in het stoppen van alle nine-eleven terreur dichtbij en veraf. Laat ons elkaar inspireren tot dialoog en overleg met betrekking tot zaken die er echt toe doen.
Moge Gods zegen op ons vredesverlangen rusten, opdat liefde bewaard wordt tot het duizendste geslacht
Geven we elkaar een teken van vrede.

Communie

 

ZENDING
Hier en daar worden wij opgericht,
kleine mensen,
kwetsbaar als we alleen staan,
maar in onze kracht als we samen gaan.
Gij gaat met ons mee
reikt ons inspiratie
om woede om te vormen tot levenskracht.
Zegenen we elkaar met tekenen van hoop om
de weg van vrede te gaan.

Lied:Tekenen van hoop  

Als hier of daar een vrouw wordt opgericht
en zich rechtop gekomen warmt in licht,
wordt weer een stukje schepping afgemaakt:
zij is tot haar bestemming aangeraakt.

Als ergens eens een man tot vrede komt
en zich niet langer in de strijd vermomt,
dan weer is het de levenskracht die wint:
hij durft het aan met zachtheid, als een kind.

Als in de buurt twee mensen samengaan
en elk het aandurft niet alleen te staan,
dan wint de liefde weer van angst de strijd:
zo komen mensen tot barmhartigheid.

Als wij hier samen delen onze kracht
en leren hoe de minste wordt geacht,
dan bouwen wij weer verder aan het Rijk
en mogen daarmee zijn aan God gelijk.

tekst: Gea Boessenkool; muziek: Berre van Thielt

 

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.