Verbeelding en werkelijkheid (1)

Dominicus Gent
Viering van zondag 12 juni 2016
Verbeelding & werkelijkheid (1)

Inleiding

Welkom in onze zondagsviering. Een viering waarin we, zoals elke zondag, elkaar willen bemoedigen en naar elkaar willen luisteren in het delen van ons zoekend verstaan van Zijn boodschap.

Laten we ons eerst stellen in het licht van de Paaskaars, baken voor ons denken – verbeelden- voelen en doen. Aanstekelijk vuur voor onze verbeeldingskracht en onze talenten.

Vandaag is het de eerste viering in een reeks van drie waarin we het willen hebben over de verhouding tussen verbeelding en werkelijkheid.
Bij de aanvang van de voorbereiding leek mij dit een heel moeilijke opdracht. Ik, vrouw met de beide voeten nogal stevig op de grond, die voor alles een redelijke uitleg wil en zoveel mogelijk wil plannen wat er zal gebeuren, ik besefte onvoldoende hoe ook mijn verbeelding en die van anderen mijn en hun werkelijkheid kan en mag openbreken. Ik gebruik wel veel de uitdrukking ‘oh, dat spreekt tot de verbeelding’ en dan voel ik mij mezelf zoiets als ‘dat maakt indruk op mij, dat raakt mij, dat raakt mijn verwondering en soms ook bewondering aan’. Zo overkwam het mij onlangs in de Zuidpoort, een vereniging waar armen aan het woord komen. Ik ging naast Gaston zitten in de tuin en bood hem een tas koffie aan. We genoten van de zon. Het duurde niet lang of Gaston begon mij in alle openheid zijn hele levensverhaal te vertellen, met alle ups en downs en vooral met de kracht van iemand die ondanks alle tegenslagen er bleef in geloven dat het wel beter zou worden.
Zijn verhaal sprak tot mijn verbeelding.
Op zijn vraag wat ik ervan vond, antwoordde ik: “Gaston, ik ben niet anders dan jij.”
En toen werd het even stil en hij keek in mijn ogen. We hebben ons nog een pot koffie uitgeschonken en we voelden allebei dat we met onze verbeelding in elkaars werkelijkheid waren binnengebroken.

Verbeeldingskracht, een rijkdom aan ideeën, iets kunnen zien dat er nog niet is… helpt ongelooflijk om te kunnen inschatten wat anderen denken, voelen en wensen. Het zorgt ervoor dat wij onszelf en anderen kunnen begrijpen.
Ook als wij hier samen delen onze kracht en leren hoe het minste wordt geacht, bouwen wij weer verder aan het Rijk en mogen daarmee zijn aan God gelijk.
Zingen we met dit lied de viering open.

Bijbellezing

[25] Daarom zeg Ik jullie: maak je niet bezorgd over wat je zult eten of drinken om in leven te blijven, en ook niet over de kleding voor je lichaam. Is het leven niet meer dan het eten, en het lichaam niet meer dan de kleding? [26] Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien niet en oogsten niet, je hemelse Vader voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan vogels? [27] Wie van jullie kan met al zijn zorgen een el toevoegen aan zijn leven? [28] En wat maak je je bezorgd over je kleren? Leer van de lelies op het veld hoe ze groeien. Ze werken niet, ze spinnen niet. [29] Maar Ik zeg jullie: zelfs Salomo met al zijn pracht en praal ging niet gekleed als een van hen. [30] Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag staat en morgen in de oven wordt gegooid, zo kleedt, hoeveel te meer kleedt Hij dan jullie, kleingelovigen? [31] Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken? Wat zullen we aantrekken? [32] Want naar dat alles zijn de heidenen op zoek. Jullie hemelse Vader weet wel dat je dat allemaal nodig hebt. [33] Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan krijg je dat alles erbij. [34] Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal zich wel bezorgd maken over zichzelf. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

Lied

Blijf niet staan bij het verleden,
zie Ik ga iets nieuws beginnen,
het is al begonnen,
zie je het niet…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overweging

Als het over verbeelding en werkelijkheid gaat, moet ik misschien eerst en vooral hulde brengen aan de werkelijkheid. Het is goed dat we de afgelopen eeuwen die werkelijkheid hebben kunnen ontdekken in zijn kracht en pracht, en afstand hebben gedaan van bijgeloof, hel en verdoemenis, mensen die meer waard zijn en mensen die minder waard zijn, van God gegeven macht, dogmatisch denken, enz. Ons kritische verstand en onze kennis zijn een vruchtbare weg gebleken om de wereld effectief beter te maken, nog altijd beter te maken.

Maar misschien speelt in ons leven verbeelding een veel grotere rol dan we beseffen, en moeten we die verbeelding ook de eer geven die ze toekomt. Mijn stelling is dat verbeelding een kracht is die inbreekt in de bestaande werkelijkheid, om haar te veranderen. Kijk naar onze zondagsvieringen. Wat doen wij hier anders, op zondag, dan verder proberen kijken dan wat is, kijken naar wat nog niet is, een gerechtigde wereld, een wereld waar ook de geringen gezien worden, een wereld van vrede. We denken erover na, we laten ons inspireren door het oude boek, we zingen erover, we wensen elkaar zelfs expliciet de vrede, hoewel we weten dat dat geen toverformule is. Niets is een toverformule, maar al die verhalen, al die magnificats, al die psalmen, al die grote woorden, al dat gedeelde brood & wijn breken bij ons binnen, laten ons niet los, veranderen ons, laten ons weggaan met kracht en een uitzicht. Een uitzicht hebben is misschien wat elke werkelijkheid nodig heeft, want we weten hoe zwaar de realiteit kan zijn voor mensen. Als ik hier al zovele jaren kom, dan is dat mede door dat uitzicht. Ik herinner me de eerste keer dat ik naar de zondagsvieringen kwam, nu zoveel jaar geleden. Jos ging voor en hij had het over het Rijk Gods. En ik zag iemand bezig die sprak met een hele diepe overtuiging, ik was onder de indruk van zijn woorden en van hoe hij het zei, en vroeg nadien aan de vriendin die mij mee had getroond naar hier: wat bedoelt Jos toch, met dat Rijk Gods. En zij legde het mij kort uit, die droom van mensen over een andere wereld, en sedertdien heeft die droom mij nooit verlaten.

Verbeelding als aanjager van de werkelijkheid, het is niet uitsluitend eigen aan godsdiensten, het is algemeen menselijk. Ouders dromen van hun kinderen, de ondernemer droomt van zijn zaak, de kunstenaar van zijn werk, Thierry ziet al de tafel voor zich voor hij hem maakt. Het stadstheater NTGent maakte een toneelstuk met de jongeren van Wagenschot, een school waar heel moeilijke jongeren opgevangen worden en nog kansen krijgen op groei. U moet zich dat voorstellen: voor een toneel moet je echt leren samenwerken, je medespeler vertrouwen. Je overgeven, net wat voor die jongeren zo moeilijk is. Wat moet dat dan zijn voor zo’n jongere, als hij of zij voelt dat de verbeelding van regisseur en medespelers en acteurs van NTGent dat allemaal in hem of haar zien, en dat komt er dan nog uit ook. Stel u de blik van die leerkrachten daar voor: ze zien plots een ander kind, de jongen waarmee ze constant in de clinch lagen, blijkt nu onvermoede krachten en diepten in zich te hebben. Of hoe verbeelding de werkelijkheid zelfs op zijn kop kan zetten, helemaal kan openbreken…

Want niets ergers dan een verstarde werkelijkheid, die niet meer beweegt, omdat ze niet meer gelooft dat dat kan, omdat ze geen verbeelding meer heeft. Mijn ouders kwamen niet goed overeen in hun huwelijk, en ik heb mijn moeder zo vaak horen zeggen over mijn vader: ik ken hem, ge moet mij niets vertellen, hij is zo. Die drie woorden maakten mij opstandig, elke keer als ik ze hoorde: ik ken hem… Het woord geloven is voor mij in de eerste plaats van toepassing op deze wereld, op de mensen: geloven dat er meer in hen zit dan ze soms zelf beseffen, geloven dat verandering mogelijk is, groei, rust, schoonheid. Dat is nooit een zekerheid, maar daarom wil ik erin geloven. Geen vooroordelen, maar openheid die verbeelding is. Zoals Jezus zich liet verrassen door de mensen die hij ontmoette: de vrouw die zijn vooroordeel door elkaar schudde door te spreken van de kruimels van de tafel voor de hondjes, de Romeinse honderdman die een lid was van de bezettende macht maar zoveel diepmenselijkheid toonde dat het Jezus ontroerde. Mieke gaf tijdens de voorbereiding voorbeelden vanuit het werkmilieu: hoe werknemers geneigd zijn om vast te houden aan wat ze altijd al deden, maar hoe de verbeelding om te zeggen “Kom laten we eens kijken hoe we het anders en misschien beter kunnen doen”, hoe dat vruchten afwerpt… Soms is het ook de macht die verandering tegenhoudt, en dan is verbeelding zelfs een maatschappelijk en politiek wapen.

De ouwe Plato had het over de idealen: in elk van ons zit, meestal vaag en onduidelijk, een idee van hoe het idealiter zou moeten zijn, als een vonkje goddelijk besef, zegt hij. En dat maakt mensen onrustig, altijd maar weer proberend, zoekend om het beter te doen. Je kan wat Plato zegt op alles toepassen, zelfs op deze viering. Ook nu hebben we geprobeerd om het zo goed mogelijk voor te bereiden, zelfs al kunnen wij niet, en kan niemand, opsommen wat een ideale viering is, wat je daarvoor dan nodig hebt, wat daarvoor moet gebeuren. Maar als iets dan werkelijk goed is en dat ideaal benadert, dan herkennen wij mensen dat onmiddellijk, dan heb je die grote dankbaarheid die over ons komt. Het gaat, in de verbeelding, dus over heel hard je best doen, je heel open stellen en nooit vergeten dat een mens het meeste en het schoonste krijgt in zijn leven. Dat was misschien wat Jezus bedoelde toen hij de lof zong van de vogels: ze zaaien en maaien niet, maar kijk eens naar wat ze hebben gekregen…
Maar om die volheid, die vrede te krijgen: eerst hard werken. Altijd hard werken. De vogeltjes werken trouwens ook hard…

Maar is verbeelding dan altijd onschuldig? Ik denk aan de verpletterende verbeelding in Duitsland in de jaren dertig, die ideeën over volk en bloed en duizendjarig rijk en minderwaardige rassen. Die massabijeenkomsten waar duizenden blinkende uniformen en laarzen samen Sieg Heil roepen. Ook grote woorden, net als onze vrede en gerechtigheid. Grote verbeeldingen, als ik ze zo mag noemen, hebben soms veel slachtoffers gemaakt: proletarisch paradijzen, fundamentalistisch religieuze verbeelding van de vroegste tijden tot vandaag, bankenparadijzen, enz.
Verbeelding moet klein blijven, moet de individuele mens blijven zien en benoemen, zoals Jezus deed met Zacheus, de tollenaar in de boom, zoals de romanschrijvers in het begin van vorige eeuw deden, toen ze geen adellijke of burgerlijke vrouwen als hoofdpersoon namen, maar een klein verkracht boerenmeisje met haar dromen, wat Cyriel Buysse deed in zijn roman Het recht van de sterkste. Verbeelding moet zo klein zijn als de gebaren van brood en wijn straks, bij de tafeldienst. Verbeelding moet zo klein zijn als een luisterend gesprek in de Zuidpoort of de gevangenis of Tele-Onthaal, dat twee mensen samenbrengt, al zijn ze nog zo verschillend. Verbeelding moet de droom zijn van een kleine ondernemer, niet van een multinational die aast op overnames. Verbeelding is de hand van een schilder of tekenaar, die jaar na jaar probeert om vast te leggen wat in zijn of haar hoofd tekeer gaat. De schoentjes die Paul geschilderd heeft van vluchtelingen, dat is verbeelding die mij elke keer weer oproept en mijn hart wakker houdt. Verbeelding is de passie van Christine van Broeckhoven die maar blijft zoeken, met haar team van jonge onderzoekers, naar de werking van dementie en alzheimer, en het geld van haar voordrachten niet voor haarzelf houdt, maar in een pot steekt om daarmee nog meer onderzoekers te kunnen betalen. Verbeelding is misschien ook Angela Merkel die zegt: wir schaffen das, zelfs al valt nu iedereen over haar heen en verwijt haar een veel te grote verbeelding, een stommiteit, een politieke fout van jewelste. Waarom vermeld ik toch Merkel, hoewel ik tevoren kritische woorden sprak over grote verbeeldingen? Omdat ik vind dat vandaag de politieke leiders en de media te weinig verbeelding hebben: ik mis visie, ik mis ver vooruitkijken, ik mis uitzicht die hoop geeft aan mensen.

Ik weet wel dat een viering geen politieke discussie is noch verdraagt, laat ik daarom vlug terugkeren naar de kleine verbeelding van Jezus die een mens haar of zijn waardigheid teruggaf, gewoon door te blijven luisteren en verder te kijken dan de heersende moraal, en zelfs te verdedigen als men een vrouw veroordeelde voor zogenaamd overspel (dat bij mijn weten toch altijd met twee gebeurt). Maar wat Jezus kon, dat kan mijn Willibrordbijbel nog altijd niet: in de tussentitels van de bewuste evangeliepassages worden die vrouwen nog altijd “de overspelige vrouw” genoemd, of “de zondige vrouw” (denk aan de vrouw die Jezus’ voeten kwam inoliën met die dure olie). In plaats van verbeelding te tonen en als titel te schrijven: de vrouw die in haar waardigheid van mens werd hersteld, of: de vrouw die zich eindelijk begrepen voelde in haar verdriet…

 

1-vluchtelingen 148

Inleiding op  op het tafelgebed

Hij die er niet meer is, de mens die wij in herinnering brengen, Hij heeft ons een teken gegeven tot Zijn gedachtenis. We delen het brood, we drinken de wijn, we zingen Zijn gebed om bescherming. En meer dan louter woorden kunnen, dragen deze gebaren ons, geven ze ons de vrede waarop we roepen.
Laten wij bij dit delen van brood en wijn ook verbonden zijn met alwie vandaag er niet bij kan zijn. Maar ook verbonden met alwie, waar ook ter wereld, hun weg zoeken en gaan.
Steken wel al de kleine kaarsjes in de schaal aan om ons te verbinden met onze lieve doden en ons te herinneren hoe zijn hun weg zijn gegaan.

Tafelgebed: Die naar menselijk gewoonte met een eigen naam genoemd werd..

Onze Vader

Vredeswenslied

Geef mij vrede, zet mij open, giet de onrust uit mij leeg
dat de adem mij verovert, grote adem van wat leeft.

Geef mij vrede, laat mij stromen, samen met wat stromen moet
laat uw grote schoonheid komen, leer mij zeggen: het is goed.

Communie

Slotlied: Nu nog met halve woorden zien en horen wij, maar…
*

Kerkje in in de velden van Borgloon, gemaakt van Cortenstaal en lucht… Een ontwerp van het Vlaamse kunstenaarsduo Gijs Van Vaerenbergh