Uitvaartviering van Lieve Borremans
Maria Goretti-kerk, dinsdag 12 juni 2018
1 BEGROETING KIST
“Welkom Lieve. Ontelbare keren ben jij hier zelf de kerk binnengestapt. Nu dragen wij jou hier binnen, voor de laatste keer.”
2 LIED
Welkom aan Jan, aan de familie van Lieve, aan de vrienden, aan de tochtgenoten van Dominicus Gent.
Laten we, voor al de woorden en gebaren die nog zullen volgen, deze afscheidsviering voor Lieve openzingen tot symbolische ruimte, met een lied dat Lieve zelf gekozen heeft. Een lied over leven als onderweg zijn met vele tochtgenoten, omdat ooit een gloed van liefde ons heeft aangeraakt. En Lieve heeft aangeraakt. En wij allen, op zoek naar die liefde die bron van leven is, naar de grootste van alle beloftes: “Ik zal er zijn”…
Zingen we samen voor Lieve, en voor elkaar: “Vroeg in de morgen, donker was het nog, zijn wij gegaan een keer, met niets dan in ons hart “Ik zal er zijn…”
3 WELKOM & LICHTRITUEEL
We nemen vandaag afscheid van een schoon mens. Lieve was, net als Jan, een combinatie van strijdvaardigheid en zachtheid, en dat maakte haar sterk.
En ze was wonderlijk lichtvoetig, Lieve, niet alleen letterlijk, maar ook zoals ze kon genieten van wat het leven haar bood.
En ze was een vrouw met een groot talent voor vriendschap. Iedereen die ooit met Lieve in contact kwam, kreeg met haar een band, of het nu de jonge familiehelpsters waren in haar huis toen ze daar alleen was, of de oude strijdmakkers van vroeger. Lieve: gulheid en warmte, aandacht en zorg, strijd en inkeer.
Wat kunnen we dan beter doen dan heel deze viering in het teken te stellen van een grote dankbaarheid.
Laten we daarom bidden:
Gij Ene,
Gij Nabije,
Dankbaar zijn we dat we Lieve mochten kennen.
Dankbaar zijn we voor een leven dat zo verbonden was,
met andere mensen, de kleinsten het eerst.
Dat verbonden was met alle kleuren van uw schepping,
met alle zintuigen die een mens heeft om te leren vol leven.
Dankbaar zijn we voor al die mensen die zich
niet neerleggen bij het bestaande onrecht,
maar in hun hoofd en handen en voeten dromen
van een wereld waar het echt goed leven is,
voor iedereen.
Zo was Lieve.
Zo mochten wij haar kennen.
Zo mochten iets zien van U in haar
iets van de naam van God “Ik zal er zijn”
iets van de naam van Jezus “hebt elkander lief”
iets van de Geest, die bron is van kracht.
Daarom steken we de Paaskaars aan,
het licht dat onze hoop uitdrukt
dat de dood en de vernietiging
niet het laatste woord hebben.
En we steken ook de kaarsen aan rondom de kist.
Zo leeft Lieve verder in het licht dat we van haar meedragen,
en in het Licht dat haarzelf heeft gedragen,
haar lange leven lang.
En om de strijdvaardige Lieve te eren
steken we nu al het kleine kaarsje aan
waarmee we elke zondag onze verbondenheid uitdrukken
met allen die in Jezus’ spoor werken aan de grote droom
van het Rijk Gods van rechtvaardigheid en liefde.
En we zingen tot het licht, voor haar, en voor ons allemaal hier verzameld:
zoals de kaarsen haar nu omringen, vriendelijk en veilig als een mantel, moge zij opgenomen zijn in een Vrede die alles overstijgt…
Zo vriendelijk en zo veilig als het licht, zoals een mantel om mij heen geslagen, zo is mijn God…
En tenslotte leggen we een steen op de kist, met haar naam, om hem nooit te vergeten…
5 HET VERHAAL VAN LIEVE
Getuigenis van broer Jan over Lieves jeugd
“Ik was zeker 24 of 25 jaar, het was tijdens een sollicitatiegesprek, dat ik doorhad dat Zus niet de voornaam van ons Zus is. Ook nu nog is de voornaam van Tante Zus, naast de naam van de vader van Mozes, een klassieke vraag in onze fameuze quizzen voor de jongste generatie van de familie.
De cruciale rol van ons Zus in mijn leven begon al bij mijn conceptie. Ik geloof en hoop niet dat zij erbij was. Toen ze met Kerstmis 1944 haar eerste communie deed heeft ze extra gebeden voor een broertje of een zusje. En het wonder geschiedde. Bijna 8 jaar na haar geboorte en na een ganse wereldoorlog stapte ik 9 maanden later op de wereld of op het veld. Kwatongen beweren inderdaad dat het ook 9 maanden na de voorlaatste titel van KV Mechelen was. Maar laten we het bij haar houden. Het is tenslotte haar feest vandaag. Het wonder was nog groter omdat ik in de ganse familie de eerste jongen was en weldra dan ook nog eens bleek wat een geweldige jongen.
Het was in elk geval een wonder maar ik weet niet of het ooit officieel alsdusdanig zal erkend worden bij haar eventuele heiligverklaring. Temeer dat zij later toen haar gebed niet verhoord werd bij het overlijden van haar lievelingstante een bidprentje van Maria Goretti kapot heeft gescheurd. Dat blijft onder ons.
Voor ons blijft het een wonder. Op dat moment kwamen haar talenten bovendrijven. Zij had onmiddellijk het gevaar van de situatie door: ouders en grootouders waren zo zot van mij dat van een degelijke opvoeding niet veel in huis zou komen. Daar moest zij inspringen.
Voor mij was dat wel even schrikken. Ik herinner mij de 1ste vrijdag dat ik thuiskwam uit het moederhuis. Ik was ’s maandags geboren. Wij waren toen nog een zeer katholieke familie en aten ’s vrijdags altijd vis, zonder groenten, maar omdat te compenseren kregen wij daarna een bordje chocoladepudding. Die vrijdag was het juist rog en ik lustte dat niet zo en in mijn onschuld was ik daarna op mijn bordje pudding gevlogen en in het midden beginnen te scheppen. Zij onmiddellijk stop en een hele uitleg over beleefdheid en dat het etiket voorschreef voorzichtig aan de zijkant te beginnen.
Er waren daarna nog een paar zulke haast onnozele voorvalletjes, waaruit zowel haar verantwoordelijkheidsgevoel als haar liefde voor haar broers bleek.
Ze is me eens vergeten op de papschool, maar feitelijk heb ik dat achteraf maar gehoord.
Er was eens een incident met een wedstrijd waaraan ik deelnam, maar dat is zo banaal en plat dat ik aarzel om dit hier in zulk hoogstaand en exclusief gezelschap van godgeleerden, bijbelexegeten en universitairen te vertellen. Omdat ik weet dat ons Zus wel akkoord is dat ook die hoogwaardigheidsbekleders eenvoudig en met de voeten op de grond blijven, hier het verhaal. Verwacht nu niks speciaals of aangebrand. Zoals nu “duurzaam” en “biologisch” was in die jaren, “gezondheid” het modewoord. Het waren de jaren vijftig. Met de jeugdbeweging hadden wij toen een wedstrijd georganiseerd onder het motto “boeren is onbeleefd maar heel gezond”. Ik moest daar thuis voor oefenen waarop ons moeder en vooral ons Zus verontwaardigd reageerden. Ik had vrij vlug door dat dit gespeeld was. Daarmee heb ik niet gezegd dat zij ook begonnen. Ik huiver als ik daaraan denk. Bij mij is de gewoonte stilaan verdwenen nadat ik getrouwd ben met een boerendochter, die mij leerde dat “oprispingen” het juiste woord is.
Later wanneer ons Zus begon uit te zwermen mocht ik soms als chaperon optreden. Ik herinner me haar verblijven in Evere en Molenbeek. Ik was fier met haar een voor mij nieuwe wereld te ontdekken. Komt daar bij dat zij iemand was waarmee je op straat kon komen. Zij zelf beweerde dat zij van koninklijke bloede was en dat er bij haar geboorte een toevallige verwisseling was gebeurd met prinses Josefien-Charlotte. Daar werd mee gelachen maar toch. Zij had een bijna aristocratische aisance over zich die gepaard ging met een ”spontaniété proletarienne”.
Het andere geslacht. Het zal u misschien verwonderen maar ik was op dat vlak een laatbloeier. Ons Zus was voor mij onzijdig: het geslacht der engelen. Haar schoolvriendinnen waren voor mij iets te oud. De ene uitzondering die me eens uitschold voor “een grote nul” omdat ik op mijn 16de nog met de knikkers speelde, werd eruit gekiept. Terwijl ik daar nu aan terug denk, misschien wilde die mij verkrachten of nog erger als dat al bestaat. In elk geval heeft ons Zus daar mijn leven gered.
Toen ik jaren later in Leuven was verzeild en af en toe thuis liet doorschemeren dat daar precies toch zo iets als meisjes waren, werd ons Zus ingeschakeld. Op een middag zaten we in de Alma in een gans gezelschap iets te drinken toen iemand opmerkte dat we niet moesten omkijken maar dat een BOB’er ons zat te bekijken. Met een zonnebril, achter de Standaard met 2 gaten ingeknipt in een lange gabardine zat daar ons Zus. Ze was toevallig in de buurt en kwam eens kijken of ze mij niet zag. Heel het gezelschap moest zich voorstellen. Moet nu wel oppassen dat ik niet begin te verwarren met mijn toen aanstaande schoonmoeder die hetzelfde deed onder het mom van een Jefkes processie en die toen nota’s nam van de huisparochies van alle jongens in het gezelschap.
Toen dan later de uitverkorene eens bij ons thuis in Mechelen was zogezegd om mijn thesis te typen, was ons Zus daar ook. Toen het op mijn kamer te lang stil bleef. We zaten te luisteren op radio Europe naar de Russische inval in Praag, kwam Zus, zogezegd op vraag van moe, op de deur kloppen en vragen dat alles goed was. Het is zo stil en we waren ongerust dat je misschien gestikt bent.
Een paar maanden later riep zij de familie bijeen. Ze was “geselecteerd” voor een wetenschappelijke enquête, en de enquêteur vond haar antwoorden geweldig interessant. Hij bleef maar doorvragen en tot slot zelfs ten huwelijk. Het was een pronte en propere jonge man, gestudeerd, jezuïet en werkzaam als priester-arbeider in ACEC. Ik had daar vroeger wat aandelen van gehad, maar dat had er niets mee te maken. Ons akkoord vroeg ze niet echt. Zo zijn we niet. Toch gaven we het onder twee voorwaarden. Jean-Marie wordt Jan en de confraters worden maten eventueel met kameraden als tijdelijk tussenstadium. Van toen is het mijne Jan. Ik blijf onze Jan.
Voor mij tevens het moment om te besluiten met het citaat dat in de gazet heeft gestaan over de fameuze moord in Tienen: “dit is het einde van mijn lied, de rest dat ken ik zelve niet”.
Dankuwel.
Vriend Dani spreekt over Lieves verdere leven
Beste Jan, beste familieleden en vrienden,
Begin jaren zeventig leerden mijn vrouw, ondertussen zelf overleden, en ik, Lieve en Jan kennen. Zij woonden toen pas in Gentbrugge. In die voor ons soms moeilijke dagen was hun gastvrije huis een welkome toevlucht. Ook vele anderen genoten er gastvrijheid. Het werd een vriendschap voor het leven.
Hoe was Lieve en wat mogen we van haar niet vergeten?
In welke wereld werd zij maatschappelijk assistent en een volwassen vrouw?
Kerk en wereld waren eind jaren vijftig grondig aan het veranderen en in beide heerste een groot optimisme.
In de kerk: Johannes XXIIIe was in 1958 paus geworden; het concilie opende ramen en deuren voor de wereld, bevrijdingstheologie brak door; Pedro Arrupe werd in 1965 Generaal van de Jezuieten; priester-arbeiders, door Pius XIIe verboden wegens te links, konden weer. Ook de kerk waar we ons bevinden vindt haar oorpsrong bij jezuieten die zich in deze volkswijk vestigden.
In de wereld: dekolonisatie en militante bevrijdingsbewegingen, bewustwording van de zgn. ‘derde wereld’, vredesbeweging, feminisme, burgerrechten voor zwarten, anti-autoritaire ontvoogding uit instituties, linkse maatschappijkritiek waren overal.
Over haar eigen spirituele weg vertelde Lieve op 29 april ll. in de viering. (te lezen op www.dominicusgent.be).
Aanvankelijk verzette zij zich tegen de ervaring tot iets geroepen te zijn dat anders en ruimer was dan haar beroepsleven bij de rechtbank in Brussel. Het was hààr gevecht met de engel. In Brussel werd zij aangetrokken door de levenswijze van ‘de kleine broeders en zusters’ van Charles de Foucauld; zij leerde er jezuieten priester-arbeiders kennen. Zij trok een jaar naar Luik om er in een fabriek te werken.
Zij huwde met Jan in 1970; ze kwamen in Gent wonen waar Jan in de Acec ging werken.
Lieve was bij de initiatiefnemers om in Gent, naar het voorbeeld van Antwerpen (Hugo Ongenae en Flor Fischer) ook in Gent een Volkshogeschool ‘Elcker-ik’ op te richten. Lieve werd er de vaste, dragende kracht van en de financieel verantwoordelijke. Elcker-ik had, (heeft, in Antwerpen nog altijd), als doel de sociale strijd te ondersteunen met informatie, sensibilisering en vorming. Haar rol heeft er o.m. in bestaan Elcker-ik voor een ondermijnend anarchisme te behoeden.
Hoe kan ik Lieve als mens kenschetsen?
Zij had veel kwaliteiten: zij was vriendelijk, vol humor, zij lachte graag en hield van lezen, van eenzame wandelingen en mooie muziek; en zij genoot ervan om bij mensen te zijn. Ik denk dat ze weinig vijanden had.
Maar, centraal stonden m.i. twee kenmerken: Lieve was zachtmoedig én tegelijk radikaal.
Haar zachtmoedigheid was geen meegaande braafheid; zij was scherpzinnig genoeg en beschikte over een radde tong om zich in discussies te laten gelden. Die zachtmoedigheid zou men aangeboren kunnen noemen; maar dan doet men onrecht aan de verwondering waarmee Lieve naar de mensen en de wereld keek en zich vragen bleef stellen. Haar ‘zachte moed’ kwam voort uit haar liefdevol begrip voor de mengeling van goed en kwaad in deze wereld en uit haar onvoorwaardelijk vertrouwen.
En Lieve was radicaal. Ja, tegenwoordig is dit woord te mijden. Lieve was radicaal in de oorspronkelijke betekenis van dat woord: tot in de wortel. Haar engagement wortelde in haar besluit Jezus van Nazaret na te volgen. Zij behoorde tot een generatie katholieke christenen die, biddend en handelend, ontdekten dat de bijbel, ook het NT, niet over een hiernamaals, maar over déze wereld gaat. Menselijkheid, vrede, solidariteit, gerechtigheid zijn het werk van allen die er daadwerkelijk naar streven. Christenen doen dat niet vanzelf beter. Lieve bewonderde het engagement van haar vrijzinnige, communistische en socialistische vrienden, ze werkte met hen samen en hield van de open gedachtenwisseling met hen.
En nee, ik ga haar niet heilig verklaren.
Maar haar dankbaarheid voor en haar radicaal vertrouwen op het Mysterie van ons leven zullen voor velen een voorbeeld blijven.
Dank u, Lieve.
Getuigenis van neef Pieter
Lieve heeft veel gezien. Ze had een goed oog: scherpe en heldere blik.
Ze keek, zoals ze zeggen, verder dan haar neus lang was. Ze zocht het buiten Mechelen. Ze ging studeren en ze deed dat met verve. Ze keek verder dan Brussel, waar ze – zo is mij verteld – in het paleis aan de slag kon als gezelschapsdame van koningin Fabiola. Maar ze keek verder en ging werken in het fabriek. Ze kon zien wat mensen meemaakten, wat ze doorleefden en wat dat met hen deed. En dat voedde Lieves gevoel voor rechtvaardigheid, en haar gevoeligheid aan onrecht. Ik denk dat je mag zeggen dat dit een van haar drijfveren was heel haar leven lang, een bron van energie om het op te nemen voor wie benadeeld wordt, een stem geven aan wie het minder goed kan verwoorden. Mensen verbinden. Een brug zijn.
Ze zag ook veel van de wereld, samen met Jan. Ze bezochten plekken die weinig toegankelijk waren, en ze deden dat decennia voor die bestemmingen hip werden. Ze kon kijken vol verwondering, met fierheid; maar evengoed verbolgen, kwaad. Altijd met een open blik, bereid om de werkelijkheid niet te verbloemen en bereid om te zoeken naar een manier om zichzelf te verhouden tot wat ze zag. Ze kon in de diepte kijken, door schijnbare vanzelfsprekendheid heen, doorheen gêne of onzekerheid; diep in de ziel van mensen. Dat is een gave.
Lieve heeft veel geluisterd. Ze had een goed oor. Een gesprek met Lieve kon als muziek zijn, het resoneerde. Het kon heftig zijn, gedreven wanneer er onrecht in de wereld was (vaak), maar ook traag verkennend, onderzoekend, wanneer Lieve naar je luisterde als vriend als je zelf zoekend was naar een puzzelstuk in je leven. Ik heb weinig afwijzing gehoord in Lieves woorden, maar ze praatte je niet naar de mond, hoewel ze behoedzaam was, was ze kritisch. Ook al sprak je elkaar niet vaak; ze was nabij.
Er zijn veel anekdotes; ik denk dat we er allemaal hebben; ik geef er een paar die ik meeneem: haar liefde voor katten (Inti was de eerste kat denk ik), tot half de jaren 80 het avontuur om buiten op de koer naar het toilet te moeten gaan (‘ik moet naar de koer’ kreeg daar betekenis’), de ontdekking van de Kastart aan de Sint Lucas kunstschool in Gent in 1990 (die ook vandaag nog even goede spaghetti serveert als toen); Lieve die alle ziekenhuizen van Gent afbelde (omdat ik vergat te komen eten toen ik op kot zat in Gent); haar liefde voor haar beide broers; haar liefde en eindeloos respect voor Jan en Jan zijn werk voor de vluchtelingen; haar boycot om met mij in de Veldstraat bij patisserie Bloch een taartje met koffie te gaan eten (wegens grote vereenzelviging van Lieve met de Palestijnse zaak). En ook het interieur in de Verbroederingsstraat: een heerlijke plaatje voor een vintage jaren 70 catalogus.
Lieve kon ook bijzonder genieten. Dat kon ze van een lekkere maaltijd, een glas wijn, een goed gesprek. Maar ook van op haar eentje op stap te gaan door haar geliefde Gent met haar musea. Ze bleef er enthousiast van worden. En kritisch. Ze hield van cultuur. Ze hield van kunst en van het geloof. Maar altijd op een menselijke maat. Ze kon genieten van de schoonheid, maar ze was zo wijs om niet te zoeken naar perfectie. Dat is misschien de belangrijkste les die ze me leerde.
Was Lieve een dromer? Dat weet ik niet. Misschien, in het opkomen voor haar idealen. Maar ze was zo bijzonder realistisch. Ze ging weinig uit de weg, ook haar einde niet. Ze sprak erover. Open. Heel sterk.
Ook vorige week zelfs, vond ze nog een beetje kracht om te genieten. Ze nipte van een glas Leffe – ze had zo’n zin in een pint bier fluisterde ze – en daarover zei ze: “Wouw. Formidabel”.
En die woorden vatten ook Lieve.
6 LIED
We zingen nog een lied dat Lieve gekozen heeft: Het lied van Maria (Oosterhuis-Joly). Vooral omwille van de laatste woorden koos ze dit lied.
Schoot die niemand draagt, aanvang woest en leeg, nog geen man kent mij, nog geen kind mijn naam… Engel, laat mij niet alleen gaan, tot waar alles is volbracht…
7. EVANGELIELEZING
Mat 21, 28-31
Wat denkt ge van het volgende? Een man had twee zonen. Hij ging naar de eerste toe en zei: Mijn zoon, ga vandaag werken in mijn wijngaard. 29 Goed vader, antwoordde deze, maar hij deed het niet. 30 Toen ging hij naar de tweede en zei hetzelfde. Deze antwoordde: Neen, ik wil niet; maar later kreeg hij spijt en ging toch. 31 Wie van de twee heeft nu de wil van zijn vader gedaan?” Ze zeiden: “De laatste.” Toen zei Jezus hun: “Voorwaar, Ik zeg u: de tollenaars en de ontuchtige vrouwen gaan eerder dan gij het Rijk Gods binnen.
1 Kor. 13, 8-13
8 De liefde vergaat nimmer. De gave der profetie zal verdwijnen, tongen zullen verstommen, de kennis zal een einde nemen. 9 Want ons kennen is stukwerk en stukwerk ons profeteren. 10 Maar wanneer het volmaakte komt, heeft het onvolmaakte afgedaan. 11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, dacht ik als een kind; nu ik man geworden ben, heb ik het kinderlijke afgelegd. 12 Thans zien wij in een spiegel, onduidelijk, maar dan van aangezicht tot aangezicht. Thans ken ik slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals ik zelf gekend ben. 13 Nu echter blijven geloof, hoop en liefde, de grote drie; maar de liefde is de grootste.
8 OVERWEGING
Beide bijbelfragmenten werden ons door Lieve getipt. Mensen die haar al lang kennen weten dat het fragment uit Mattheüs een bijzondere betekenis had voor haar. En het stukje uit de brief van Paulus schreef ze voor ons op een briefje voor ze opgenomen werd in het ziekenhuis. Voor mocht ze niet meer wakker worden…
De twee zonen bij Mattheüs gaan verschillende wegen. Eén loopt in de pas. Hij antwoordt routinematig. Zou hij de vraag van zijn vader wel écht gehoord hebben? De andere zoon heeft onmiddellijk een antwoord klaar: geen denken aan om klakkeloos te doen wat zijn vader hem opdraagt. En toch – hij denkt na – keert hij op zijn eerste beslissing terug – en gaat hij aan de slag in de wijngaard. Kort door de bocht zouden we kunnen zeggen dat er enerzijds de ‘vromen’ zijn, mensen die mooi binnen de lijntjes kleuren en anderzijds degenen die zich ogenschijnlijk niet storen aan allerlei normen en regeltjes maar een eigen weg gaan en bewust keuzes maken.
En is het dan, zo op het eerste gezicht, mensen aan te zien of ze tot deze of gene groep behoren? En als je dan deel uitmaakt van die ene groep, maak je dan vanzelfsprekend de juiste keuzes? Doe je dan vanzelf het goede?
Het hoeft geen betoog dat het complexer is dan de voorgestelde opdeling. Dat wist Lieve als geen ander en dat heeft ze met velen van ons gedeeld. Lieve had het talent om mensen te zien doorheen en over conventies en uiterlijkheden heen. Hoe vaak vertelde ze niet over vrienden en vriendinnen die ‘van een ander gedacht’ (los van God en gebod) zijnde, zich onbaatzuchtig en met een groot hart inzetten voor een rechtvaardiger wereld. Voor Lieve was rang noch stand, kleur noch uitzicht van wezenlijk belang om mensen echt te zien. Niettegenstaande ze zelf graag net en mooi voor de dag kwam (halsketting – sjaaltje – een beetje rouge en een streepje oogschaduw) was het uiterlijke bijkomstig en niet belangrijk genoeg om mensen op te taxeren. Wat mensen doen, hoe en waarom: met veel openheid, waardering en interesse kwam Lieve mensen tegemoet. En bevestigde ze mensen (vrouwen) in hun kracht.
Zou dat het Rijk Gods zijn waar Mattheüs het over heeft? Hier en nu werken aan een wereld waar gerechtigheid zegeviert? Zien en gezien worden, kennen en gekend zijn. Van aangezicht tot aangezicht, zegt Paulus.
9 VOORBEDEN
Lieve had een groot hart voor de minsten en de kleinsten, voor mensen met grote en kleine noden, voor toevallige passanten en oude getrouwen, voor gekende en onbekende mensen en dingen, voor grote talenten en onvermoede gaven.
We bidden, voor wat Lieve ter harte ging:
– Voor mensen die leven in armoede, dichtbij en veraf
– Voor mannen, vrouwen en kinderen op de vlucht
– Voor de velen die leven in onveilige omstandigheden, in oorlogssituaties. In het bijzonder de Palestijnse bevolking in Gaza
– Voor de mensen in WZCentra en ziekenhuizen: zij die zorg moeten ontvangen en zij die zorg verlenen. Voor de bewoners met dementie.
– Voor de vrouw of de man die alleen door het leven gaat, voor hen die iemand missen aan hun zijde.
– Voor allen die vriendschap geven, en zorg, en liefde
Gij Eeuwige,
Wees ons nabij.
Hoor ons aan.
Wij bidden u.
(piano)
10 TAFELDIENST
Jaren heeft Lieve hier op zondag met ons eucharistie gevierd, de goede boodschap van breken en delen. Een andere weg is er niet. Lieves leven, samen met Jan, stond in het teken van die diepe solidariteit. Kracht geboren laten worden uit kwetsbaarheid. Overvloed geboren laten worden uit delen.
Zo was ook het leven van de man Jezus: luisteren, nabij zijn, helend aanraken, niet weglopen voor de vele zorgen van mensen, maar stelling nemen, dwars door conventies zien naar het hart van mensen, niet bang zijn voor tegenspraak en tegenstand.
Die bereidheid om je te laten raken door de mens die je ontmoet, dat is eten en drinken, daarvan leven mensen, daarmee genezen mensen, veranderen ze, worden ze groter. Als we vandaag dit brood breken en deze wijn delen, dan gedenken we niet alleen de mens Jezus, maar ook Lieves inzet en overgave, en de inzet en overgave van zovelen die de wereld verder duwen en dragen op de weg van de vrede.
Als tafelgebed zingen we: Gij die weet wat in mensen omgaat…
11 ONZE VADER
12 VREDESWENS
13 COMMUNIE
(Ria Cabus zingt a capella een sefardisch lied – Ignace speelt piano)
14 AFSCHEIDSRITUEEL ROND HET LICHAAM
Wij staan hier rond het lichaam van Lieve, de laatste keer dat we haar zo dicht bij ons hebben. Wij hebben herinneringen opgehaald, we hebben haar geëerd en geprezen, bij ons verdriet hebben we dankbaarheid gelegd, dat we haar mochten kennen. Wij hebben haar toevertrouwd aan een grotere Liefde, aan die gloed van Liefde waarover we zongen in het begin van de viering.
Elke week steken wij kleine kaarsjes aan in de doopschaal met water, voor onze lieve doden. In die schaal liggen stenen met hun naam op. De dag na haar overlijden vond ik toevallig de steen die Lieve voor zichzelf had klaargemaakt: er staat het hart met kruis op van de spiritualiteit van Charles de Foucauld, die Lieve zo dierbaar was. En nog een enkel woord, in grote letters: het woord JA! We leggen die steen, met Lieves naam, in de schaal waar twee dagen geleden nog nieuw leven werd gedoopt, met de naam Oscar.
Lied: Blijf geborgen in je naam, wees als een mens gezegend…
15 IN PARADISUM
16 KLEINE RECEPTIE ROND JAN EN FAMILIE