Rituelen 2

Dominicus Gent

Viering van zondag 15 januari 2017

Rituelen 2

 

Welkom in de tweede viering over rituelen. Rituelen zijn belangrijk. Zij regelen de omgang van mensen met elkaar, en ook de omgang met God. Waar buigen wij voor? Waar knielen wij voor? Wat vraagt en dwingt ons tot eerbied en toewijding? Waar ga je voor?

Er zijn, in de bijbel, twee soorten rituelen, twee vormen van godsdienstigheid. Er zijn rituelen die God en mensen dienen, dat heet: godsdienst.   En er zijn rituelen, ook in naam van God uitgevoerd, maar die echt menselijk samenleven en de band met God toch niet dienen. In bijbelse taal: de rituelen voor de afgoden. De bijbelse verhalen getuigen van een moeizame zoektocht naar het onderscheid tussen afgodendienst en godsdienst.

Laten we bij het begin van ons wekelijkse ritueel in dit ‘huis van samenkomst’, God vragen om hier aanwezig te komen. Dat wij u horen mogen, met hart en ziel.

Wees hier aanwezig, woord ons gegeven
dat ik U horen mag, met hart en ziel.
Wek uw kracht en kom ons bevrijden.

 

Inleiding op de lezing

Het boek Exodus beschrijft een strijd tussen: de rituelen en de dienst aan de afgoden, en de rituelen en de dienst aan God. We lezen enkele fragmenten .

Lezing Exodus 15

“Na de doortocht door de zee, hieven Mozes en het volk een lied aan, ter ere van Jahwe. Mirjam, de profetes, een zus van Aaron, pakte haar tamboerijn en alle vrouwen volgden haar, dansend en spelend op de tamboerijn.   Mirjam zong het refrein: “ Zing voor Jahwe, want Hij is de hoogste: paard en berijder dreef hij in zee. “  

Toen sprak God tot Mozes: “Ik ben Jahwe, uw God, die u heeft weggeleid uit Egypte, het slavenhuis. Gij zult geen andere goden hebben , ten koste van Mij. Gij zult geen godenbeelden maken van goud of zilver, gij zult u voor hen niet buigen.”

Hoofdstuk 32

Toen Mozes wegbleef op de berg en niet naar beneden kwam, verdrong het volk zich om Aäron en eiste: “ Kom, maak een god die voor ons uit kan gaan. Want wij weten niet wat er aan de hand is met die Mozes, de man die ons uit Egypte heeft geleid. “Aaron antwoordde hen: “ Laat uw vrouwen, uw zonen en uw dochters de gouden ringen afdoen die ze in de oren dragen en breng die hier.”Toen deden allen hun gouden oorringen af en brachten die bij Aaron.Deze nam ze in ontvangst, bond ze in een buidel en maakte er een stierebeeld van. Toen riepen ze uit: “ Dit is de god die u uit Egypte heeft geleid.”

Toen Aaron dat zag bouwde hij voor het beeld een altaar en hij   liet bekend maken: “ Morgen is er een feest ter ere van Jahwe.” De volgende morgen droegen zij in alle vroegte brand- en slachtoffers op. De mensen gingen zitten om te eten en te drinken, daarna gaven zij zich aan feestelijk vermaak over.

Toen Mozes van de berg afdaalde, zag hij het stierebeeld en het gedans. Hij werd razend en smeet de stenen platen tegen de voet van de berg aan stukken. Toen Mozes zag dat het volk zich te buiten was gegaan – Aaron had hen hun gang laten gaan – ging hij aan de ingang van het kamp staan en riep: ‘Wie voor Jahwe is, hierheen!” Toen al de levieten zich bij hem voegden, zei hij: ‘ Zo spreekt Jahwe, de God van Israël. Doorkruis het kamp van poort tot poort en sla iedereen neer.” De levieten deden wat Mozes hen bevolen had, en zo kwamen er die dag ongeveer drieduizend mensen om.

Op het einde van het boek Exodus:

Toen voerden ze het hele werk precies zo uit, zoals het bevolen was door Jahwe.   Zij stelden de woning op en de tent van de samenkomst, met de ark en de stenen tafels. God daalde neer en Zijn aanwezigheid vulde de tent van de samenkomst.

 

Het boek Exodus opent met die ontroerende geloofservaring: dat  waar mensen uit onderdrukking of verslaving opstaan om vrij te worden voor elkaar: dat God daar te vinden is.  Zo’n opluchting na angst en benauwdheid, zo’n nieuw begin in mensen is vol van God. De zang en dans onder leiding van Mozes en Mirjam zetten de toon: zo kan het zijn. En dan volgt een schets van een samenleving waarin iedereen meetelt; ze zijn niet ziek, ze hebben water te drinken en voedsel voor allen en er zijn bekwame organisatoren, maar toch lijkt deze vrijheid niet te volstaan.

Hun leider Mozes blijft te lang weg. Zij voelen zich aan hun lot overgelaten. Een gevoel van onbehagen en onveiligheid groeit. Hoe moet het verder in deze crisistijd waar het perspectief zoek is geraakt?   Dan spreekt de onderbuik van die massa, vanuit een diep verlangen om zelf, en voor zichzelf, een God te maken.

Aaron – die in de populariteitspoll uitstekend scoort –   geeft de mensen wat ze vragen.   Hij roept op om al hun goud samen te leggen. Dat goud hadden ze namelijk afgetroggeld van de Egyptenaren,toen ze er wegtrokken.   Van dat gestolen goud smelt Aaron een glanzend afgodsbeeld.   Voor deze afgod is er echt enthousiasme: mensen schenken hun waardevolle bezittingen er aan weg. Dat ritueel bezweert hun angst. Het is zo plezierig. Het versterkt het groepsgevoel. Mensen dansen en zingen en feesten, rond hun eigen zelfgemaakte afgod. En daarbij, ze doen toch niemand kwaad?

Toch is de achterdocht in de bijbel tegen afgoden zo sterk.   Waarom?  Typisch voor deze afgoden van macht en hebzucht is de verdrukking, kleinering en verachting van mensen.   Een afgodsritueel  is dus ‘samenzweren tegen God’, een God die de bondgenoot van mensen wil zijn. Afgodendienst is een ritueel van mensen die zich vrijwillig opsluiten in de eigen groep en het eigen plezier, het ritueel  van populistische leiders die beweren veiligheid te schenken, zonder solidariteit te durven vragen.

Er is een Mozes nodig om hun illusie te doorprikken: ze zijn uit de smeltoven van Egypte weggehaald om Gods volk te worden, niet om te buigen voor afgoden die hen weer terugvoeren naar vormen van slavernij en onvrijheid.   De bijbelse kritiek is fel: deze afgod is ‘maar een rund dat gras eet’, ‘een ding dat niet luistert en ook niet tot hen spreekt.’ Deze afgod is God niet. Mozes wendt hun verlangen af van dat ding, en richt hun verlangen weer naar de toekomst : naar echte vrijheid, liefde en barmhartigheid.

Het aantrekkelijke van de afgoden is van alle tijden, en ook voor ons zo herkenbaar, wanneer mensen hun gedachten en hun energie richten op het verwerven van geld, roem, hebzucht ten koste van zwakkeren. Heel onze wereldeconomie en onze cultuur zijn ervan doordrongen. Maar ook in ons eigen leven kan iets tot een afgod worden, als je iets verabsoluteert en daaraan dan je tijd, je geloof en al je energie schenkt.   Maar je trapt erin, zegt de bijbel, je loopt vast, het maakt niet vrij.

God of de afgodendienst: het is in de bijbel een fundamentele kwestie, een kwestie van leven of dood. Het gewelddadige karakter van Mozes’ straffend optreden roept veel vragen op, waarop we hier nu niet dieper kunnen ingaan.   Is misschien dat verlangen van Mozes naar een ‘onmiddellijke realisatie van die rechtvaardige wereld hier en nu’ zelf ook uiterst gevaarlijk?   Of kunnen we dit optreden vergelijken met verzet tegen dictaturen, tegen bezettingen en schendingen van mensenrechten, tegen het nazisme ? Zijn gewelddadige acties daartegen misschien wel te begrijpen, omdat het onrecht zo hemeltergend is?

Waarschijnlijk herkennen wij wel gemakkelijker de halfslachtige houding van Aaron. Hij staat voor de mens die zich heeft zich laten gaan voor de afgod, en anderen daarin zelfs meegetrokken heeft. Toch wordt hij niet gedood. Aaron staat voor de mensen die zich, ondanks de verleiding door afgoden, toch kunnen en willen omkeren naar God.

Het boek Exodus eindigt, na de moeizame strijd tussen de afgoden en God, zo mooi. Het volk keert zich naar God, en God laat zich bekeren tot  dit volk. God komt onder de mensen wonen, in de tent van de samenkomst.   En alweer blijken er dan  rituelen nodig om deze ‘God onder ons’ te eerbiedigen: de rituelen rond het altaar, de kist met de 10 richtlijnen ten leven,   het manna als symbool van eten voor allen. De hogepriester Aaron – de hele joodse traditie van de tempel met haar organisatie en offers symboliseert- voor even verzoend met de mystieke profetische tradities. Mozes, Mirjam en Aaron weer samen.

Deze verhalen inspireren ons op om onze aandacht af te wenden van de glorieuze, glanzende goden waarmee ego’s en machthebbers zich groot wanen en ons toe te wenden naar de mensen die deze glorie het meest ontberen.   Als mensen elkaar tot liefde en barmhartigheid zijn, dan zij zijn het die stralen, zoals Mozes.   Zo worden mensen het mooiste beeld van die geheimzinnige God.

Is dat woord te hoog gegrepen voor ons?   Is het mogelijk dat wij dit woord herkennen en het samen volbrengen?

2

Ik zou even een profane omweg willen maken over rituelen.

Want het zit in de mens ingebakken om zich al of niet op een rituele wijze uit te drukken in symbolen. Wat zit woordenloos uitgedrukt in de talloze graffiti aan muren, bussen, trams en in WC’s ? Hoe is restaurantbezoek voorwerp van rituelen die met allerlei tafelversieringen en gebruiken een idee van gezelligheid aanwakkeren.

Zo creëren de talloze supporters hun voetbalhelden tot symbolen van leven dat uitstijgt boven hun eigen alledaagse leven. En gezien zij met zeer velen samen zijn, voelen ze zich dan niet als enkeling helemaal opgenomen in een groter geheel van de supporterschare rond hun ploeg ?

Helaas, veel populaire rituelen refereren naar leven met mensen die winnen en verliezen. Zoals de vele optochten achter vlag en vaandel, referend naar overwinningen van een bevolkingsgroep over een andere. Vele van dergelijke symbolen hebben een stevig impact op mensen.

Wat zou het mooi zijn als het volgende ooit zou gebeuren op het einde van een wereldkampioenschap voetbal. De laatste televisiebeelden van zo’n tornooi zijn deze van de winnende ploeg die triomfantelijk voor de supportersschare en voor de wereld de beker in de hoogte steekt. Als deze overwinningscermonie eens zou verlengd zou worden nl. een ceremonie waarin de winnende ploeg de beker terug afgeeft, die als het ware terugschenkt aan de wereldgemeenschap als een eerbetoon aan de schoonheid van de gezamenlijk beleden voetbalsport. Een beker waarrond alle andere deelnemers zich verenigen in zang en dans met in hun kielzog de fans en de politieke leiders die er aanwezig zijn.

Ach, een mens mag eens dromen. In de bijbel noemen ze dat visioenen.

Zo zou zo’n beker symbool kunnen worden van een mooie voetbalsport in de toekomst, waarrond de wereldgemeenschap zich kan terugvinden.   Zo’n beker zou dan geen symbool meer van een prestatie van een overwinnaar in het verleden. Het zou geen half afgodsbeeld worden in de tempel van een of andere nationale voetbalfederatie. Neen, de beker zou ook symbool staan voor de bijdrage van de verliezer aan de voetbalsport vaak even mooi en wezenlijk is.

Ik kom dan nu terug op het religieuze symbool.

En dit laatste is de eerste aanzet van elk religieus symbool, nl. dat het de kracht heeft om wie dan ook in elke gemeenschap verbinden.   En dat het ritueel verenigt niet rond een bepaalde verdienste van mensen maar wel om wie de mens is, elke mens die niet te vatten is. Een religieus symbool werkt als het ons met elkaar verbindt en ons helpt om elkaar te bejegenen als mensen die ieder een geheim in zich dragen. Daarin bestaat de echte liefde: dat zij het verstaat opnieuw het onverwachte bij elkaar naar boven te halen. Want ik denk dat dat een goede omschrijving is als we zeggen dat we allen schepselen van God zijn, geheim van goddelijkheid.

Een goed ritueel symboliseert bij uitstek het leven van de toekomst. Het maakt onze hunker zichtbaar naar een toekomst waarin verwezenlijkt geraakt datgene wat God nu reeds gelegd in mensen heeft. Een goed ritueel doet goesting krijgen naar toekomst en dat wordt mooi uitgedrukt als we zeggen “het woord dat ik jou geef is niet de zwaar, is niet te hoog, je kunt het volbrengen”.

Het woord dat ik jou geef
is niet te zwaar,
is niet te hoog,
jij kunt het volbrengen.

Laten we dan nu aan tafel gaan.

Brood en wijn op deze tafel samengebracht om te breken en te delen,
een gebaar waarin we voor elkaar samenbrengen alles wat voedend is

om ons bijwijlen onzekere bestaan aan te kunnen,
om zichtbaar te maken hoe we er in dit leven voor elkaar kunen zijn
Een gebaar aangereikt door Jezus in de uren voor zijn dood

Mag in het gebaar van breken en delen van het brood en de wijn
die we hier op deze tafel aanbrengen
ons hart openbreken naar elkaar
en naar alle mensen die ons nodig hebben.

En nemen wij, verenigd rond dit brood en deze wijn,
in gedachten
– de intenties die in het intentieboek vermeld zijn;
– het vuur en de kracht van de mensen in tal van gemeenschappen overal ter wereld om hun situatie in handen te nemen
– de levende herinnering van onze geliefde doden die wij op onze weg meedragen

Zingen wij, tegen de gouden afgoden in: ‘Gezegend de onzienlijke,’   tegenover de glans van macht en eigenwaan in: ‘gezegend de verborgene’… zingen wij over het licht dat ziende maakt.

 

Gezegend, Gij.

Met brood en wijn legt Gij het leven

in onze handen, dat het vrucht mag dragen.

Hier rond vormen wij gemeenschap.

Gezegend, Gij.

Gij hebt mensen voor elkaar geschapen

om elkaar lief te hebben, om voor elkaar te zorgen, om bij elkaar te zijn.

Gij hebt ze tijd van leven gegeven

tijd van onbezonnenheid, tijd van loutering,

de lange weg die we moeten gaan,

met onze dromen, met onze grenzen.

Maar dat we hem niet alleen moeten gaan.

Dat we ons leven kunnen krijgen en weggeven aan elkaar.

Dat er mensen zijn die blijven opkomen voor de minsten,

optrekken met wie veracht is in de ogen van de wereld,

meezwerven tot het uiterste, soms over de grens,

en niet ten onder gaan.
Met hen voor ogen

komen wij op het spoor van Eén

die levens uit hun schaduw viste,

die overeind bleef tot het laatst,

Jezus, godsmens, broeder.
Zo doodnatuurlijk als hij had geleefd

brak hij, de laatste keer aan tafel, brood

en zei toen onverwacht:

‘dit is mijn lichaam voor u’

en toen liet hij een beker drinken en zei

‘dit is mijn bloed, het nieuw verband

 

Onze Vader

Vredeswens

Wie wij ook zijn, rijk of arm, voorzien van kleine of grote diploma’s, grote of kleine invloed, leiding gevend aan de top of actief aan de basis, allen hebben wij een onvervangbare inbreng.
Niet door onze verworvenheden in het verleden maar in het geven en ontvangen van de stroom die tussen mensen vloeit.
In deze goddelijke stroom komt de vrede als een zegening mee in ons hart.
Wensen wij elkaar die vrede toe.

Slotgebed

Laat dit ritueel van samenkomst ons allemaal tot zegen zijn.

Zegen ons, zodat wij onze verlangens richten naar wat echt eerbied vraagt.

Zegen de mannen en de vrouwen die niet buigen voor de afgoden.

Zegen onze moed wanneer we niet knielen voor macht en hebzucht.

Zegen ons lichaam.

Maak ons vrij en solidair voor elkaar en voor de zwaksten.

Doe lichten over ons uw aangezicht.

En geef ons vrede.