Dominicus Gent
Viering van Pasen
zondag 16 april 2017
In de vroegte was het.
Zwijgzaam, met lemen voeten
gingen zij op weg
dwars door de doodse leegte.
Met in hun hart de volheid
van weleer.
En zie De dag
brak als een klaproos open.
Licht kwam hun tegemoet.
Want in de nevels van hun vragen
stond iemand aan hun zijde,
Hij, de gestorvene.
Zijn woorden ‘ Vrees niet ‘
lag als een mantel om hen heen.
(Kris Gelaude)
Welkom en een zalig Pasen aan iedereen toegewenst vandaag.
Gisterenavond voor de Paaswake werd er voor de kerk een vuur aangestoken. Rond het brandend hout stonden mensen van onze gemeenschap te kijken hoe de gloed van het vuur de duisternis doorbrak. Eerst met een kleine vlam die gretig likt aan het droge hout om langzaamaan de duisternis te doorbreken waarbij de kilte van avond wordt verwarmd. De gezichten van de omstaanders worden zichtbaar, het ‘Nieuwe Licht ‘ is niet veraf .
Een vlam van het vuur hebben we bewaard om de nieuwe Paaskaars aan te steken.
De vrouwen in het evangelieverhaal van Pasen zijn ook vroeg in de morgen opgestaan om met een bang hart te gaan kijken naar het graf van hun Heer. Ze ontdekken een vriendelijk licht en een stem die hen toespreekt : Vrees niet
Van harte welkom in deze paasviering. We zijn met velen vandaag die na veertig dagen vasten in gemeenschap deze heuglijke gebeurtenis van ‘verrijzing’ willen beleven en vieren. Een tijd van inkeer en bezinning die we hier elke zondag beleefd hebben door naar de Bergrede te luisteren en waarvan we de boodschap probeerden te decoderen in begrijpbare mensentaal, getoetst aan het leven van elke dag.
Ik weet niet of jullie het voelen maar Pasen voor mij, bij mooi of slecht weer geeft een gevoel van bevrijding, van adem, van ritme, van licht van feest, herboren worden, nieuwe kansen krijgen.
We nemen jullie graag me om dit samen te vieren. Met woord, zang en het breken van het brood.
Mag ik aan de kinderen vragen om met Ingrid en Tom de vele kaarsjes naar voren te brengen en op het altaar te zetten als teken van het vele ‘Licht’ dat we willen binnenbrengen, samen met de nieuwe Paaskaars die we voor de eerste keer aansteken.
Zegenen wij deze nieuwe paaskaars, symbool voor Gods aanwezigheid in ons midden, symbool voor het geloof dat het leven, de liefde sterker is dan de dood. Dat het licht het wint op de duisternis. In de naam van de Vader, de zoon en de Heilige Geest.
Zingen we samen het ‘Kleine Paaslied’ als opening van deze viering.
Tussen waken, tussen dromen, in het vroege morgenlicht
wordt de steen van’t graf genomen, horen vrouwen het bericht,
dat door dood en duisternis, jezus leeft en bij ons is.
Zij die zich als erste buigen over leven in haar schoot,
zijn op Pasen kronngetuigen van nieuw leven uit de dood.
Vrouwen hebben hem ontmoet, weten zich bevrijd voorgoed.
Uit een sprakeloos verleden, weggeschoven ongehoord,
wordt een nieuwe tuin betreden, open is de laatste poort.
Sluiers worden weggedaan, het is tijd om op te staan.
Lente kleurt de kale bomen, door het leven aangeraakt
bloeien bloemen aan de zomen, zo wordt alles nieuw gemaakt.
Juichend stemt het leven in, met de toon van het begin.
Evangelietekst Matteus 28 1- 10
Na de sabbat , bij het aanbreken van de eerste dag van de week, gingen Maria van Magdala en de andere Maria naar het graf kijken.
Plotseling kwam er een zware aardbeving . Want een engel van de Heer daalde uit de hemel neer, kwam naderbij, rolde de steen weg en ging erop zitten. Zijn uiterlijk schitterde als een bliksemflits en zijn kleding was wit als sneeuw. De wachters beefden van angst en werden lijkbleek. De engel zei tegen de vrouwen : ‘U hoeft niet bang te zijn want ik weet dat u Jezus zoekt die gekruisigd is.Hij is niet hier : Hij is tot leven gewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom, kijk naar de plaats waar Hij gelegen heeft.
Ga snel tegen zijn leerlingen zeggen : “Hij is uit de doden opgewekt, en zie, Hij gaat voor u uit naar Galilea; daar zult u Hem zien.” Dit had ik u te zeggen.
Ze gingen snel van het graf weg, vol angst en met grote vreugde, en ze liepen hard om het aan zijn leerlingen te vertellen. En zie, Jezus kwam hun tegemoet.’Gegroet’, zei Hij.
Ze gingen naar Hem toe, grepen Hem bij de voeten vast en vielen voor Hem op de knieën.
Toen zei Jezus hun : ‘ Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan. Daar zullen ze Mij zien.’
Zingen we het lied Dan zal ik leven
Het zal in alle vroegte zijn als toen.
De steen is weggerold.
Ik ben uit de grond opgestaan.
Mijn ogen kunnen het licht verdragen
Ik loop en struikel niet.
Ik spreek en versta mijzelf.
Mensen komen mij tegemoet, wij zijn in bekenden veranderd.
Het zal in alle vroegte zijn als toen.
De ochtendmist trekt op.
Ik dacht een dorre vlakte te zien.
Volle schoven zie ik, lange halmen , aren waarin de korrel zwelt.
Bomen omranden het bouwland.
Heuvels golven de verte in, bergopwaards, en worden wolken.
Daarachter, kristal geworden verblindend de zee die haar doden terug-gaf.
Wij overnachten in elkaars schaduw.
Wij worden wakker van her eerste licht.
Alsof iemand ons bij naam en toenaam heeft geroepen.
Dan zal ik leven, dan zal ik leven, dan zal ik leven.
Overweging
Samen met Kerstmis is Pasen een van de hoogdagen in ons kerkelijk jaar. We vieren vandaag dan ook feestelijker dan op ander zondagen: mooie versiering, meer aanwezigen, meer zingen, wat andere rituelen en ook in onszelf een feestelijker gevoel. Sommigen vinden Kerstmis een groter feest, anderen Pasen. In alle geval staan ze in de top 2. Kerstmis als het begin van een leven waarin God meer dan ooit aan het licht kwam, Pasen als de voltooiing van dat leven.
Maar wat vieren wij vandaag eigenlijk? Dat het Licht zegeviert boven het duister, zoals daarnet in het ritueel met de paaskaars.? Maar wat wil dat zeggen?
Vieren is natuurlijk iets anders dan redeneren, het is het samen geloven, beleven, dat de toekomst openbreekt in wat er gebeurd is, dat er een nieuwe fase aanbreekt: een geboorte, een huwelijk, een verjaardag, pensioen, Het stemt hoopvol, zelfs al weten we op dat moment dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn wordt, er is het geloof en vertrouwen dat dit goed is. En dat willen we samen be-amen..
Maar wat hebben de leerlingen van Jezus dan meegemaakt dat wij er nu vandaag nog feest voor vieren? Wat valt er te vieren, na het debacle van Goede Vrijdag?
We weten niet wat er gebeurd is toen Jezus gestorven is. Wel lezen we in de Evangelies dat de leerlingen ervaren dat het geen verhaal met een eindpunt was. Dat, zelfs al was Jezus dood, zijn leven op een of andere manier voortging. Ze vertelden dat op hun manier: met wonderverhalen want ze wilden hun toehoorders overtuigen van de waarde, de juistheid, het bevrijdend karakter van wat Jezus hen had voorgeleefd, verteld. Het was niet over met Jezus’ dood.
Maar wat kunnen ze dan beleefd hebben? Even een sprong in de tijd om het wat verstaanbaar te maken voor onze 21-eeuwse oren.
Deze week hoorde ik op Radio Klara een presentator vertellen over het huis waarin Chopin gestorven is. ‘Je moet daar zeker eens gaan zien, zei hij, maar Chopin ontmoeten zal niet meer gaan. Gelukkig leeft Chopin voort in zijn muziek.’
Ik vermoed dat geen enkele toehoorde zich voorstelt dat Chopin op een of andere manier lichamelijk voortleeft in zijn muziek en dat we hem dan echt kunnen ontmoeten. Wel dat we in die muziek, die een belangrijk stuk van zijn leven was, iets van wie Chopin was kunnen ervaren en hem zo leren kennen. Muziek die ons kan ontroeren, meenemen naar hogere sferen, onze stemming kan beïnvloeden.
Je hoort het zo dikwijls bij de getuigenissen van mensen over een overledene: hij/zij heeft mij geleerd om de dingen zo aan te pakken, om zo naar mensen te kijken, om mij in te zetten voor natuur, tegen onrecht…en men zegt dan vaak: en zo leef je verder in mij, in je kinderen…Ook hier verstaat iedereen onmiddellijk wat men bedoelt. De overledene zit niet ergens in een klein hoekje in die personen, neen, maar er is wel een band die over de dood heen reikt, die door de dood niet wordt teniet gedaan. In tegendeel, soms wordt dit zelfs maar goed duidelijk nadat de persoon in kwestie er niet meer is.
Misschien hebben de leerlingen zoiets ontdekt in henzelf. Elk van hen was op een of andere manier geraakt door Jezus; bij elk van hen had Jezus iets wakker gemaakt, iets tot leven laten komen dat van hen was, maar dat door in contact te komen met Jezus was gaan groeien, meer belang kreeg in de manier waarop ze leefden. Duidelijker een stempel drukte op wie ze waren. En, vermoed ik, na verloop van tijd herkenden ze die raakpunten met Jezus. Samen vormden ze als het ware de erfenis van Jezus, in hen leefde hij voort. Dat is niet vrijblijvend : als Jezus in hen voortleefde dan wilden ze ook zoals Jezus leven, vanuit die begeestering, vanuit zijn diepe overtuigingen, zijn verbondenheid met de Vader.
Vandaag vieren we dat dit geen fenomeen is van tweeduizend jaar geleden. Dat dit geraakt worden door de boodschap van Jezus en daarmee het oproepen tot een nieuw leven vol toekomst voor elke mens ook voor elk van ons geldt. Dat we elkaar mogen blijven bemoedigen in het geloof dat er in elk van ons iets leeft van die Jezus , dat de belofte inhoudt van goed leven hier en nu en tot in eeuwigheid .
In het besef dat we op grote momenten zoals vandaag even beter kunnen focussen op wat we geloven, hopen willen we samen ons geloof uitspreken.
Eerst zingen we het lied Licht ontstoken uit het donker
Licht, ontstoken aan het donker, Licht gebroken uit de steen,
Licht waarachtig levensteken, werp uw waarheid om ons heen!
Licht, geschapen , uitgesproken, Licht dat straalt van Gods gelaat,
Licht uit Licht, uit God geboren, groet ons als de dageraad!
Licht, aan liefde aangestoken, Licht dat door het donker brandt,
Licht jij lieve lentebode, zet de nacht in vuur en vlam!
Licht, verschenen uit de hoge, Licht, gedompeld in de dood,
Licht, onstuitbaar, niet te doven, zegen ons met morgenrood!
Licht, straal hier in onze ogen,Licht, breek uit in duizendvoud,
Licht kom ons met stralen tooien, ga ons voor van hand tot hand!
Vernieuwing van de doopbeloften
Wij geloven in God, de Ene, de Eeuwige.
Al wat bestaat leeft door Hem : hemel en aarde, mensen zoals wij, geboren als geroepen, op liefde gebouwd. Wij leren zijn naam van Israël zijn volk, dat hij bevrijdde en in zijn hart sloot.Wij kennen zijn aangezicht door Jezus Messias, zijn Eerste, zijn Liefste, die zijn ontferming onder ons leefde.
Hem hebben mensen verlaten, gekruisigd en aan hun ontrouw is hij gestorven.God hield Hem vast op zijn weg door de dood, kroonde zijn trouw met licht van de morgen.
Ons is zijn sterven de weg naar het leven.En zijn gezindheid wordt door Gods Geest in ons geordend, vandaag en voorgoed.
Dat houdt ons in leven tot aan de dag dat Hij zal komen de aarde richten en wij zullen zeggen de Ene, de Eeuwige, tot al wat bestaat nieuw is geworden en Hij zal alles zijn in alles.
Inbreng gemeenschap
Pasen is een hoogtepunt na de vastenperiode. Ieder van ons heeft die veertig dagen op een andere manier beleefd, misschien hebben we voornemens of afspraken naar onszelf toe genomen. In ieder geval gepoogd bewust om te gaan met de kleine dingen van het leven zoals Jezus ons heeft voorgedaan. We nodigen jullie uit voor een moment van stilte, gebed of een persoonlijke inbreng hier vooraan.
Inleiding tot het tafelgebed
De dag voor zijn dood heeft hij met zijn apostelen aan tafel gezeten en hen getoond hoe ze niet alleen achterblijven maar dat Hij altijd in hun midden is wanneer ze samenkomen, in zijn naam, door het brood te breken en de beker met wijn te drinken.
Maar eerst gedenken we onze lieve doden die ons voorgegaan zijn in het spoor van Jezus. Hij toonde ons dat de dood, de grote vijand, onze grote angst, slechts een korte brug is, wel een eenzame, die we allen moeten oversteken.
Steken we ook het solidariteitskaarsje aan om alle mensen te gedenken die vandaag ook Pasen vieren of door omstandigheden niet in staat zijn dit te doen.Denken we in het bijzonder aan de koptische christenen in Egypte die sterk getroffen zijn door IS, die dood en vernieling zaaide tijdens een religieuze viering op Palmzondag.
We zingen het tafelgebed
Gezegend, Eeuwige, Gij reddende God.
In de nacht klonk uw stem, sprak uw hart
In de nacht brak het donker op uw woord van licht
Een dag ongeweten, een uitzicht dat wenkt, roept Gij wakker voor ons.
Opstaan, vertrouwen en gaan zullen wij naar de morgen,
zingen om U het lioed van alle reisgenoten:
Heilig, heilig, heilig, zullen wij U noemen
zingen, Heilig, heilig, heilig, moeten wij U noemen
met heel de scheppig mee uw grote daden roemen!
Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!
Zegen van Gods wege, Hij die komt met de naam vna Hem!
Zingen wij Hosanna, hemelhoog Hosanna!
In de nacht bleef Gij trouw aan het volk van Uw liefde,
aan de Zoon van uw hart?
Uit het geestloze dal van de duizenden doden,
hebt Gij hen tot leven gebracht.
Gezegend, Eeuwige, Gij reddende God.
Om de Zoon van uw liefde? Hij onze geboorte, de nieuwe dag!
Toen Jezus de laatste keer aan tafel ging met zijn leerlingen,
gaf Hij hen een teken, dat hen voor altijd met Hem zou verbinden,
over de dood en de tijd heen.
Hij brak brood, zegende het,
deelde het rond.
Telkens je dit doet, zei hij,
zul je delen in mijn leven,
leef ik in jullie verder.
Hij nam ook een beker wijn, zegende hem
gef hem rond.
Telkens je dit doet, zei hij,
deel je van mijn bloed, mijn levenskracht.
Blijf je verbonden met de Vader
maak je nieuwe toekomst mogelijk.
Delen wij samen hier in zijn lichaam,
vinden wij leven eens en vooral in zijn bloed.
Voeg ons bijeen tot één levend lichaam,
tempel van liefde, oase van vrede, een wonuing voor U.
Dat onze dagen u zullen aanbidden en eren Uw Naam,
doen wie Gij zijt; Eeuwige , reddende God!
Onze Vader
Vredeswens
Ik lees het laatste stukje van het gedicht van Kris Gelaude van de tekst die ik in het begin las.
‘Vrees niet.’ Dit is het lied
bestemd voor elke mens op aarde.
Kijk omhoog
en hoor het ruisen in de bomen.
Zie hoezeer knop en twijg erop vertrouwen.
Leef met de glans van hoop
en van ontroering in de ogen.
‘Vrees niet’.
Dit is het eerste en het laatste woord.
Zeg het en zingt het voort.
Laten we die hoop en ontroering in onze vredeswens aan elkaar toewensen met een hand, schouderklop, knuffel of een dikke zoen.
Slotlied De steppe zal bloeien
De steppe zal bloeien. De steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan vanaf de dagen der schepping.
staan vol water, maar dicht. de rotsen gaan open
Het water zal stromen, het water zal tintelen, stralen, dorstigen komen en drinken.
De steppe zal drinken, de steppe zal bloeien, de steppe zal lachen en juichen.
De ballingen keren. Zij keren met blinkende schoven. Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde, één voor één, en voorgoed,die keren in stoeten.
Als beken vol water, als beken vol toesnellend water, schietend omlaag van de bergen.
Met lachen en juichen – die zaaiden in tranen’ die keren met lachen en juichen.
De dode zal leven. De dode zal horen: nu leven. Ten einde gegaan en onder stenen bedolven: dode, dode, sta op,het licht van de morgen. Een hand zal ons wenken.
een stem zal ons roepen: Ik open hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen,en wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven.