Palmzondag 2021

Dominicus Gent

Viering van Palmzondag

28 maart 2021

 

Welkom

Vandaag Palmzondag. Naar jaarlijkse gewoonte vieren we de feestelijke intocht van Jezus in Jeruzalem. Het roept een dubbel gevoel op. Het heeft iets feestelijks, die hele sfeer, Jezus die omstuwd wordt door sympathisanten. Maar anderzijds is er de dreiging van het conflict die reeds in de lucht hangt. Het loopt uit op de arrestatie van Jezus door de Romeinse soldaten en zijn kruisiging. Het wordt de komende dagen intens herdacht.

Volgende zondag is er dan het hoogfeest van Pasen. Het wegtrekken uit de slavernij van Egypte om op te staan voor een nieuw leven. De vrienden en sympathisanten van Jezus hebben die opstanding toegepast op Jezus: Hij kon niet opgesloten worden in de dood.

Wij gedenken deze momenten als ijkpunten van onze geloofsovertuiging. Wij belijden ons geloof dat het licht en het vuur van het paasfeest mogen blijven branden.

Wat vandaag op samengebalde wijze samenkomt leerden we reeds uit het optreden van Jezus die door het land trok, en waar hij kon hielp hij mensen beter worden, hielp hij hen perspectief te ontdekken in hun leven, was hij een gids die mensen op de been hielp. Daarom is het goed deze “goede week” open te zingen met een lied  dat zingt over Jezus’ optreden in dienst van mensen en hoe hij daaraan trouw gebleven is tot het einde. Hij ging van stad tot stad, voor zieken en gewonden had hij een woord, een onderdak, aan blinden schonk hij het gezicht en heeft ten slotte zichzelf gegeven…

 

Zegengebed over de palmen

 

 

De tocht naar Jeruzalem

Palmzondag: het begin van de ‘Goede Week’. Al de gebeurtenissen die tot Jezus’ terechtstelling hebben geleid, heeft het Marcusevangelie in die éne week samengebald. Voor Jezus veeleer een ‘vreselijke’ periode dan een ‘goede week’. Marcus beschrijft het sober en met een nooit aflatende, geheimzinnige spanning.

Na de intocht in Jeruzalem en de tempelzuivering volgt het verhaal over lijden, kruisdood en het lege graf. Die pijnlijke vertelling is doorzinderd met de overtuiging: Jezus is de Messias die ondanks zijn kruisiging bij God leeft. Zijn werk gaat door!

Jezus’ beslissing om naar Jeruzalem te trekken is middelpunt, hoogtepunt én keerpunt van het Marcusevangelie. Op de vraag:‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’, had Petrus Jezus de ‘Messias’ genoemd en Jezus had op de berg (Tabor) Mozes en Elia gesproken. Zijn leerlingen moeten daarover zwijgen. Jezus had ook gezegd dat de Mensenzoon zou lijden en sterven en laten verstaan dat dit in Jeruzalem ook zijn lot kon zijn. Petrus protesteerde heftig. De leerlingen morden en wilden hem tegenhouden naar ‘het hol van de leeuw’ te trekken. Jezus beseft dat het hem zijn leven kan kosten, maar hij zet door. En zijn leerlingen, mannen en vrouwen, gaan angstig en schoorvoetend mee.

Het is een historisch feit dat in de weken voor het Paasfeest duizenden en duizenden joden op pelgrimstocht trokken naar Jeruzalem. In mijn verbeelding stapten Jezus en zijn leerlingen vanuit Galilea mee met de stroom pelgrims naar het Zuiden, drie of vier dagreizen ver, langs de steeds diepere vallei van de Jordaan tot Jericho (± 100 km) en dan westwaarts ruim 20 km bergop naar Jeruzalem. Dat laatste stukje was het zwaarste; naarmate ze dichter kwamen, zagen ze van ver de tempel oprijzen. In Betanië, enkele km van Jeruzalem, rustten ze uit; velen sliepen daar onder de olijfbomen. Want er was voor die tienduizenden pelgrims geen plaats in Jeruzalem.

Wie ooit in groep een uren- of dagenlange voettocht heeft gemaakt, kan zich inbeelden hoe blij, ja uitgelaten, die pelgrims werden naarmate ze dichter Jeruzalem naderden. Eindelijk . . . ! Groepen enthousiaste bedevaarders, dagenlang samen stappend, samen pratend, luidop samen biddend, psalmen zingend, roepend: de andere bedevaarders moesten hun boodschap horen. Ze waren bang aan de tocht begonnen. Maar nu ze er zijn, mét hem, Jezus, hun leider en profeet uit Nazareth is hun geestdrift sterker dan hun angst. Jezus zelf rijdt, simpel en lachwekkend kwetsbaar op een jong ezeltje. Volgens hen is hij de zachtmoedige koning van een nieuw regime die zonder geweld zijn blijde intocht houdt. Dàt moet iedereen in Jeruzalem weten! En ongetwijfeld zijn er toeschouwers die bij zoveel enthousiasme in de handen klappen en meestappen: ‘Hosanna!’.

Marcus vertelt sober: ‘Jezus ging Jeruzalem en de tempel binnen; nadat hij had rondgekeken, ging hij – het was al laat geworden – naar Bethanië terug met de twaalf.’

’s Anderendaags keert hij terug naar de tempel. Op het reusachtige tempelplein krioelt het van de mensen. Wegens plaatsgebrek zitten geldwisselaars en verkopers van offerdieren die enkel in de zuilengang mogen werken, nu overal. En Marcus vertelt: ‘Jezus begint iedereen die iets kocht of verkocht weg te jagen, en, hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver.’ En hij roept: ‘Is dit een huis van gebed of een rovershol?

Was de bedevaart een betoging geworden? En de betoging profetische actie metterdaad? Of, enthousiaste overmoed? Dit zijn boeiende kwesties, maar niet te beantwoorden.

De vraag die wij (ik) te beantwoorden hebben is: wat is er inspirerend aan Jezus’ triomfantelijke intocht en zijn tempelactie die hem het leven zouden kosten?

Enthousiast gaan betogen hebben we allemaal wel eens gedaan. We steunen allemaal goede doelen en zetten ons in voor anderen.

Maar in hoever zetten we ook onszelf op het spel? Hoeveel van onze identiteit, tijd, energie en geld mag het ons kosten?

Nee, we kunnen niet alle leed van de wereld op onze schouders nemen, we zijn Atlas niet, noch Hercules.

Maar kunnen we misschien toch, zoals Jezus, onze comfortzone in ons relatief veilige Galilea verlaten? Dat gaat in enkele stappen (Jozef Cardijn: zien, oordelen, handelen): (1) Ons laten raken door de zware ellende die mensen zomaar op de kop valt en die mensen andere mensen aandoen; (2) het contrast met wat menswaardig is tot ons laten doordringen en de goede impulsen van ons hart volgen over wat mogelijk is; (3) dat intuïtieve ‘ik moet iets doen’ in realiteit omzetten door ons in een onbekende situatie te begeven waar we wel iets nieuws moéten proberen.

Als christenen moeten we af van de idee dat we ons dan ‘opofferen’. Jezus is daar heel duidelijk over: door onszelf op die manier te verliezen, vinden we pas ons ware zelf. Om die paradox te leren beoefenen, hebben we de rest van ons leven. 

Wat maakt ons bang om in daadwerkelijke liefde te geloven?  

 

 

“Palmzondag”: Jezus’ ‘moeten’

Met Palmzondag begint de zogeheten “goede week”.  Christenen gedenken dan het lijden en sterven van Jezus van Nazareth. Jezus beseft wat hem te wachten staat. “De mensenzoon moet veel lijden, veroordeeld worden door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, om het leven gebracht worden en na drie dagen opstaan” (Mc 8, 31). Het staat in het hart van het evangelie. Het klinkt ons bekend in de oren. Als een soort goddelijk orakel. Tragisch maar toch met een happy end. Kon het dan niet zonder dat pijnlijk tussenspel van de kruisiging ?

Neen! Jezus moést lijden en sterven. Het is het offer dat nodig was om Gods welwillendheid jegens het hele mensengeslacht te herwinnen. Zo is het ons geleerd. Wij zijn allen kinderen van het eerste mensenpaar. En we weten hoe het hen is vergaan in de tuin van Eden. Zij konden de verleiding niet weerstaan. En wij, wij delen allen in hun zonde. Daardoor is de menselijke natuur in zijn kern aangetast. Gecorrumpeerd. Getrokken naar het kwaad en de begeerte. En wij geven dat door, geslacht op geslacht. Uit eigen kracht is niemand in staat om die situatie te keren. Heel de geschiedenis bewijst het. Zelfs het uitverkoren volk Israël  bulkt van het egoïsme, van niets- en niemand ontziend geweld, van hebzucht, bedrog en van alles wat niet mooi is. Alleen het offer van Gods eigen zoon kon deze hopeloze situatie keren. En dat kon enkel door het offer van zijn leven, van zijn lijden en sterven.

Jezus moést lijden en sterven voor onze zonden. Het is onderdeel van een goddelijk plan.  Zo is het ons voorgesteld. De geschiedenis van de mensheid ligt ingebed in een groot scenario, een machtig plan. Daarin wordt alles van boven af gedirigeerd. De goddelijke voorzienigheid is alomtegenwoordig, ook al is dat voor ons niet zo direct zichtbaar. Maar alles is goed geregeld, ook al zit de schijn tegen. De geschiedenis van het hele mensengeslacht die begint bij Adam bereikt een keerpunt in het optreden van Jezus van Nazareth. Als een super Deus ex machina bewerkt hij de grote kentering. We zijn herboren tot kinderen Gods. En nu zijn we op weg naar de uiteindelijke voltooiing wanneer Jezus terugkeert om het eindoordeel uit te spreken. Heel wat geloofsbeelden zijn op deze voorstelling geënt. Denk maar aan de kinderdoop als het wegwassen van de erfzonde.

Ik denk niet dat deze constructie nog geloofwaardig overkomt. Wellicht kunnen we beter aansluiten bij het optreden van Jezus zoals we het vandaag op deze Palmzondag meemaken. We komen namelijk in het optreden van Jezus zelf een “moeten” tegen dat geen gevolg is van een goddelijk besluit, maar dat uit zijn optreden zelf voortvloeit. Kijk maar. Jezus wordt enthousiast begroet als een  redder. Dat is niet naar de zin van de religieuze leiders. Het stoort de priesters  in de tempel dat hij daar amok komt scheppen, zoals we reeds hoorden. Hoe hij de tafels van de geldwisselaars omver kegelt. Het is trouwens zijn hele manier van doen dat het systeem zelf in gevaar brengt. Bovendien : hij past geenszins  in de heersende verwachtingen van een “messiaanse figuur”.  Want de messias zou in elk geval een figuur zijn die kracht en aanzien uitstraalt. Geen simpele predikant met een handvol ongeletterde sympathisanten. In geen geval deze Jezus dus.

Nu moet het wel gezegd: Jezus is geen sukkelaar die in een hoekje wegkruipt wanneer er te veel volk rond staat. Hij laat zich ook niet aftroeven door de theologen van zijn dagen die zeker weten dat ze de waarheid in pacht te hebben. Hij aarzelt niet zijn goede naam op het spel te zetten door zich te begeven in het gezelschap  van tollenaars en zondaars.

Het gaat bij Jezus om een levensstijl die het opneemt voor wie niet gezien wordt : de arme weduwe die ondanks haar penibele situatie haar bijdrage voor het algemeen welzijn niet vergeten is; de tollenaar Zacheus die algemeen misprezen werd maar wiens verlangen om Jezus te zien door hem werd opgemerkt;  de zieken die massaal uitkijken naar een helpende hand. Het zijn zoveel symboolgestalten die reikhalzend uitzien naar een andere wereld, één waar gerechtigheid en barmhartigheid de toon bepalen.  Is dat niet wat we met zijn allen van harte verlangen. Een leven in waardigheid en verbondenheid. Wie daaraan meedoet is binnengetreden in het tijdperk van wat het rijk Gods wordt genoemd.

Jezus zélf zegt dat hij moet lijden en sterven. Hij beseft dat de levensstijl die hem voor ogen staat het niet haalt. Hij geeft het echter niet op. En dat komt hem duur te staan. Want zowel de tegenkanting als het onbegrip: het komt langs alle kanten op hem af. Het is nu eenmaal zo. Hij kan het lijden niet ontlopen. Het is geen lijden dat van boven komt, dat door God zou geëist worden. Het is een moeten van wat niet anders kan.

Het is vergelijkbaar met hetgeen we herkennen bij zoveel mensen die zich bewust zijn van een roeping, een zending …  of hoe we het ook noemen. Zoveel mensen die zich inzetten voor een nobel doel stoten op tegenkanting of onbegrip, voelen hoe ze geboycot worden, moeten vechten tegen desinformatie. Het gebeurt in het maatschappelijk bestel, in de inzet voor sociale rechtvaardigheid. Jezus had het er ook over dat hij geen vrede was komen brengen, maar het zwaard. We herkennen het in het groot en in het klein.

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.