Palmzondag 2014

taizepalm

Dominicus Gent

Palmzondag 13 april 2014

 

Welkom         

Goedemorgen en allen hartelijk welkom bij het begin van deze goede week. Wij steken de Paaskaars aan en bidden:

Gij grote en verborgen God,

dat wij ons laten leiden door het vertrouwen van uw zoon waarmee hij zijn weg is gegaan,

dat wij ons laten leiden door zijn liefde in leven en sterven,

dat wij in hem de mens zien, schepping naar uw hart, naar uw beeld.

Gij die in mensen wil wonen,

leidt ons door deze goede stille week

om de weg ten leven te ontdekken en te durven gaan. 

Vandaag gedenken we het opgaan van Jezus naar Jeruzalem om er het jaarlijkse paasfeest te vieren. Het joodse Pesach, de herdenking van de uittocht uit Egypte. En daarvoor trekken vrome joden naar Jeruzalem.

Naar de stad van de glorietijd van hun geschiedenis, de stad van de grote koningen, van de tempel en van oudsher het centrum van religieus leven,

Jeruzalem, nu een bezette stad

Jeruzalem, stad op de heuvels van ver zichtbaar,

uitnodigend en bemoedigend uitzicht voor de pelgrims,

van generatie op generatie een droom van vrede en welvaart, het labyrint van smalle straatjes lijkt nu een broeinest, een haard van conflicten, een gevaarlijke plek met een leger in opperste staat van paraatheid om nationalistische opstootjes meteen de kop in te drukken.

Dat optrekken en samenkomen in de stad van zoveel mensen wekt hoopvolle en ook wel gespannen vooruitzichten. Allereerst om dat je er kennissen, familie en vrienden die verder weg wonen, terugziet en enkele dagen samen bent om te feesten. En ondertussen maak je een vuist tegenover de Romeinse bezetters en toon je hen duidelijk: dit volk krijg je niet klein. Ons koppig geloof dat bevrijding mogelijk is, krijg je niet kapot. Onze hoop op een toekomst als vrije mensen, roei je met militaire overwicht niet uit.

In Jeruzalem Pesach, de uittocht uit Egypte, vieren met zovele volksgenoten staat dan ook voor een subversief, uitdagend plezier: onder het toeziend oog van de Romeinen gedenk je en vier je bevrijding uit slavernij.

Jeruzalem, the place to be, want bannelingen in een vreemd land of in eigen land onder een vreemde overheerser, blijven dromen van de Vredestad.

Deze verwachtingen zingen we uit in het lied van de ballingschap.

 

Woorddienst                                                                                                                

Het lied van de ballingschap brengt ons in de kern van het gebeuren van Palmzondag zoveel jaar geleden én in de kern van bevrijdingsverlangen tot op vandaag: Laat Uw liefde ons bevrijden want wij lijden aan de nacht.

Hoog te paard rijdt onrecht langs de wegen in Syrië, Oekraïne, Centraal Afrika en dichter bij huis in werkloos gemaakte jongeren, dakloos gemaakte gezinnen, monddood gemaakte mensen.

Niet hoog te paard maar op rug van een ezelin komt Jezus dé stad binnen. Dergelijk entree op een onooglijk beestje verwacht je niet in de annalen van zo’n stad terug te vinden. En toch, alle vier de evangelisten vinden het gebeuren de moeite waard om te vertellen. Nog sterker: Jezus wordt met Hosanna geroep door een menigte Jeruzalem binnen gestuwd. Het is de enige plaats in de bijbel waar het woord Hosanna voorkomt: een sterke roep om hulp, een smeken om redding tot die koning op een ezeltje: red me toch, help me aub!

Zingend willen wij ons bij die menigte voegen die Hosanna roept – een menigte die weet van liefde, recht, vrede en die hunkert naar een levend woord tegen onrecht en dood. We zingen het lied: Hoog te paard

 

Inleidend op evangelielezing

We beluisteren vandaag een levend tegenwoord, in het palmzondag-evangelie  van Mattheus.

Onderweg van Jericho naar Jeruzalem neemt Jezus de 12 leerlingen apart om hen te vertellen waaraan de Mensenzoon zich in Jeruzalem mag verwachten. Jezus zegt o.m.: Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken. Zo zal het bij jullie niet mogen gaan. Wie de belangrijkste wil zijn zal de anderen moeten dienen, net zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden maar om te dienen en zijn leven te geven.

En dan komt het gekende verhaal van Palmzondag, een verhaal dat hier -bij Mattheus- omkaderd is met genezing van blinden.

 

Bijbeltekst Mt20, 29-34 en 21, 1-17

29   En toen zij Jericho uit gingen, volgde een grote menigte Hem.
30 En zie, twee blinden, die aan de weg zaten, riepen, toen zij hoorden dat Jezus voorbijging: Heere, Zoon van David, ontferm U over ons!
31 De menigte bestrafte hen, opdat zij zouden zwijgen; maar zij riepen des te meer: Ontferm U over ons, Heere, Zoon van David!
32 En Jezus stond stil, riep hen en zei: Wat wilt u dat Ik voor u doen zal?
33 Zij zeiden tegen Hem: Heere, dat onze ogen geopend worden.
34 En Jezus, Die innerlijk met ontferming bewogen was, raakte hun ogen aan; en meteen werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem.
1 En toen zij Jeruzalem naderden en in Bethfagé bij de Olijfberg gekomen waren, zond Jezus twee discipelen uit en zei tegen hen:
2 Ga het dorp in dat voor u ligt, en u zult meteen een ezelin vinden die vastgebonden is, en een veulen bij haar; maak ze los en breng ze bij Mij.
3 En als iemand iets tegen u zegt, moet u zeggen dat de Heere ze nodig heeft, en hij zal ze meteen sturen.
4 Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet, toen hij zei:
5   Zeg tegen de dochter van Sion: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen dat een jong van een jukdragende ezelin is.
6 En de discipelen gingen heen en deden zoals Jezus hun bevolen had;
7 zij brachten de ezelin en het veulen, en zij legden hun kleren erop en zetten Hem daarop.
8 En het grootste deel van de menigte spreidde hun kleren uit op de weg en anderen hakten takken van de bomen en spreidden ze uit op de weg.
9 De menigte die vooropliep en die volgde, riep: Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere! Hosanna, in de hoogste hemelen!
10 Toen Hij Jeruzalem binnenkwam, raakte heel de stad in opschudding en men zei: Wie is Dat?
11 De menigte zei: Dat is Jezus, de Profeet uit Nazareth in Galilea.
De tempelreiniging
12   En Jezus ging de tempel van God binnen en dreef allen die in de tempel verkochten en kochten naar buiten, en keerde de tafels van de wisselaars om en de stoelen van hen die de duiven verkochten.
13 En Hij zei tegen hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden; maar u hebt er een rovershol van gemaakt.
14 En er kwamen blinden en kreupelen bij Hem in de tempel en Hij genas hen.
15   Toen de overpriesters en schriftgeleerden de wonderen zagen die Hij deed, en de kinderen die in de tempel riepen: Hosanna, de Zoon van David! namen zij Hem dat zeer kwalijk,
16 en zeiden tegen Hem: Hoort U wel wat deze kinderen zeggen? Jezus zei tegen hen: Ja. Hebt u nooit gelezen: Uit de mond van jonge kinderen en van zuigelingen hebt U voor Uzelf lof tot stand gebracht?
17 En Hij verliet hen en ging vandaar de stad uit naar Bethanië en overnachtte daar.

 

Toelichting bij evangelie van Palmzondag

Jezus en een grote menigte zijn onderweg vanuit Jericho naar Jeruzalem. Twee blinden langs de kant van die weg roepen om medelijden, anderen snauwen hen toe dat ze hun mond moeten houden, maar Jezus houdt halt, raakt hun ogen aan, zij kunnen zien en volgen hem. De menigte komt aan op de Olijfberg en Jezus stuurt twee leerlingen vooruit om in het dorp een ezelin en haar veulen te halen opdat de voorspelling van de profeet Zacharias in vervulling zou gaan: jullie koning is er – hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en haar veulen. De menigte verwelkomt Jezus inderdaad als een koning: mantels op de weg, wuiven met takken, luidkeels roepend Hosanna! Van hem verwachten ze heil en redding. In de stad zelf lijken ze hem niet te kennen, het is de hosanna-roepende menigte die verduidelijkt dat hij Jezus is, de profeet uit Nazaret in Galilea. In één moeite gaat Jezus de tempel binnen en jaagt ieder weg die koopt of verkoopt en gooit de tafels van geldwisselaars en offerdierverkopers omver. Blinden in die tempel komen naar hem en hij geneest ze, kinderen in de tempel roepen Hosanna Zoon van David. De hogepriesters en schriftgeleerden zijn verontwaardigd en vragen aan Jezus of hij wel hoort wat de mensen zeggen…maar hij laat ze doodleuk achter met een uitspraak die m.i. nogal sterk lijkt op onze Vlaamse uitdrukking ‘de waarheid komt uit kindermond’.

Dat Mattheus hier tweemaal blinden opvoert stemt tot nadenken. In een grote menigte die dezelfde weg opgaat en in eenzelfde euforisch elan zit op weg naar the place to be… is het niet vanzelfsprekend om op te merken wat aan de kant – in de marge, de marginaliteit – gebeurt. Mattheus beschrijft Jezus als iemand die dat wel kan, iemand die out of the box denkt en handelt en mensen in de marge nabij is in weerwil van de omgeving. Hij zorgt dat de twee blinden in de marge, -de marginaliteit- kunnen zien. En wat zij zien doet hen aansluiten bij de menigte want zij volgen hem. Jezus –die onvoorspelbare goeddoener voor wie anders niet gezien wordt- hém als Messias kunnen en willen zien is in de joodse gemeente waarvoor Mattheus schrijft blijkbaar niet vanzelfsprekend. Het lijkt bijna makkelijker om blinden te genezen dan om te doorzien wie Jezus is.

De menigte roept Hosanna, verlangt hulp en leiding, gelooft in de komst van de Messias, een koning…. en dan komt een man op een ezel? Wat een anticlimax, wat een contradictorisch verhaal… dat tegelijk zo symbool staat voor het tegendraadse, het paradoxale van Jezus leven en handelen. Je zou bijna smeken om dit altijd te kunnen doorzien en te delen in het geloof van die menigte: dat redding en heil mogelijk is op een totaal andere manier dan je het zou verwachten.

Tot slot nog iets over die ezelin. Een ezel is aangewezen vervoer in onherbergzame streken – ook over smalle bruggetjes. Iemand wees me erop dat Palmpasen een gelovig ezelsbruggetje is. Jullie kennen wellicht de figuurlijke ezelsbruggetjes: een trucje om moeilijke onderwerpen onder de knie te krijgen: makkelijke woordzinnetjes om iets moeilijk goed te onthouden (windrichtingen in wijzerszin: NOZW= nooit oorlog zonder wapens – Duitse naamvallen met ‘aus bei mit nach seit von zu…’) – Palmpasen is een gelovig ezelsbruggetje: hoe Jezus de stad binnengaat is hoe zijn weg namelijk loopt:

(1) in alle eenvoud op een ezelsruggetje en niet hoog te paard zoals koningen en heersers – Hosanna, koning van ons hart, die in alle eenvoud komt en daardoor het ongeziene ziet

(2) palmtak is teken van hoop – wie weg van Jezus gaat mag hopen dat het een weg ten leven is, dat Jezus mee gaat.

(3) palmtak nemen we mee naar huis of brengen we bij anderen en steken we achter het kruis  

Palmpasen als ezelsbruggetje om goed te onthouden: Jezus’ weg ga je in eenvoud (op een ezelsruggetje), in de hoop dat het een weg ten leven is (groene palmtakken) ondanks het kruis (waarachter je de takken thuis steekt).

Zingen we een nieuw lied voor Jeroesjala’im, de stad van vrede, gebaseerd op psalm 122

 

Palmwijding

God,

Geef dat deze palmen

-door handenarbeid samengebracht

en besprenkeld met water-

levenskracht betekenen,

beeld van nieuw leven in eenheid,

teken van verbonden-zijn.

 

Geef dat deze palmtakken ons voeren

naar de plek van de eerste ontroering,

het oudste wonder:

dat wie het leven krampachtig vasthoudt

het verliest

maar wie zijn leven geeft

bron van eeuwig leven wordt.

 

Geef dat deze palmen een jaar lang

voor ons een ezelsbruggetje zijn

zodat wij niet blind blijven maar onmiddellijk zien

dat Gij onder ons zijt in alle eenvoud,

niet hoog te paard maar op een ezelsruggetje,

dat Gij ons in deze ‘evergreen-takken’ uitnodigt

hoopvol een weg ten leven te gaan én te zijn

ondanks het kruis

dat hoe dan ook op onze weg komt.

 

Moge deze palmen tenslotte

een weg vinden naar

de huizen en de harten van mensen

die ons dierbaar zijn,

 

Amen                 

                                                                                               

We nodigen u uit om, bij wijze van inbreng, een palmtakje voor iemand die men gaat bezoeken mee te nemen en hier vooraan zijn of haar naam te noemen…

 

Inleiding of de tafeldienst

We gaan aan tafel

in het spoor van Jezus van Nazareth

in het besef wat de prijs voor een keuze ten leven kan zijn

 

in het geloof dat de gebeurtenissen in de marge, zonder nieuwswaarde,

de geschiedenis van bevrijding verder schrijven

 

in het vertrouwen dat de ontelbare kleine daden van goedheid

het weefsel zijn van het lichaam waarin wij delen

 

in de hoop dat dit wekelijks herhaald gebaar

ons helpt groeien om dienstbaar en gegeven te leven.

 

Aan deze tafel herdenken we Jezus van Nazareth en allen die omwille van hun keuze voor het leven een gewelddadige dood stierven… Denken we aan pater Frans van der Lugt die deze week in Homs (Syrië) vermoord werd.

We gedenken onze geliefde overledenen.

 

Deze tafel is deel van een veel grotere tafel waaraan gemeenschappen op zovele plaatsen in de wereld op dit moment eucharistie vieren.

 

Vredeswens

In een wereld

waarin de macht regeert, de winnaar telt,

ging Hij het smalle pad

van eenvoud en van dienstbaarheid

en vond daarin zijn vrede.

Die vrede wensen wij elkaar nu van harte toe.

Geef daarom elkaar een teken van vrede…