Dominicus Gent
Viering van zondag 24 mei 2022
Het verhaal gaat verder (2)
Goedemorgen en van harte welkom in deze viering, de tweede in een reeks over transities.
En over de vraag hoe wij ons bewegen in de onduidelijkheid en onzekerheid
die eigen is aan dergelijke maatschappelijke omslagen.
Hoe wij ons daarin verhouden tot mekaar,
tot het samenleven met mensen dichtbij en veraf,
en hoe we ons richten op een nieuw verband met God en de gehele schepping.
Meer vragen dan antwoorden…
Wat er ook gebeurt, we mogen ons steeds in de aanwezigheid weten
van de Ene, de Eeuwige, die altijd opnieuw leven schept.
Daartoe steken we ook nu de Paaskaars aan.
Hoe meer informatie we over onze wereld vernemen
en hoe meer levenservaring we opbouwen,
hoe kleiner de stellige zekerheden.
Wat staat nu onomstotelijk vast?
Waarop moeten we ons richten?
Hier en daar licht iets op van belang dat waardevol lijkt.
Maar toch lijkt het vaak alsof we de grond waarop we ons samenleven bouwden,
moeten omspitten, op zoek naar nieuwe fundamenten.
We zingen zoveel onzekerheid en verlangen naar helder zien uit
met het lied “Nu nog met halve woorden”
Nu nog met halve woorden, hier en daar,
kijkend in donk’re spiegels, bijna waar,
blijven wij vreemden die zien en weer vergeten,
doen in den blinde wat moet, maar ongeweten.
Dan, eenmaal, wordt wat niet bestaat:
wij zullen open gaan
en zien en horen, oog in oog,
van mens tot mens verstaan.
Weten voorbij aan alle angst en schijn,
en liefde, liefde zal geen woord meer zijn.
Lichaam en zwijgen genoeg, en onze namen
rusten in licht als leeuw en lam tezamen.
Nu nog verslaafd, dan waar en vrij,
ontketend, onverbloemd.
Nu nog in tranen, dan getroost
en met mijzelf verzoend.
tekst: Huub Oosterhuis; muziek: O Heer die daar
WOORDDIENST
Er zijn maatschappelijke veranderingen die we niet overzien maar die we wel herkennen. Ik ga ervan uit dat ik niemand hier moet overtuigen van de klimaatcrisis en de catastrofale proporties die deze aanneemt. De noodzaak aan ecologische transitie is hoogdringend maar hoe kan dat op een sociaal rechtvaardige wijze gebeuren? Hoe kan dit gebeuren zonder bevolkingsgroepen te slachtofferen en
toekomstperspectief te ontnemen? Hoe dan ook ingrijpende veranderingen dienen zich aan.
Een andere verandering is de oorlog in Oekraïne die de kaarten van de geopolitieke verhoudingen door mekaar schudt en iedereen in Europa met schrik doet daveren.
De NAVO wordt gesolliciteerd om uit te breiden. Nieuwe landen willen toetreden omdat ze zich bedreigd voelen, niet alle Europese landen zien dat zitten.
Het is bijzonder onduidelijk waar we op dit vlak naar toe gaan. Zeker als we vaststellen dat de stem van de vredesbewegingen, ook die in Oekraïne niet gehoord wordt en er al een tijd lang alles gedaan wordt om te winnen en er van onderhandelingen om de oorlog te beëindigen geen sprake meer is.
In een mum van tijd nemen regeringen beslissingen, zonder enige vorm van parlementair debat, waardoor reusachtig grote sommen geld worden uitgetrokken voor de meest moderne wapens. Niet bepaald een goeie zaak voor democratische besluitvorming.
Onze democratie werd door de covid-pandemie al eerder onder druk gezet. Om de situatie tot een beheersbaar niveau te brengen. De grootste ellende lijkt voorlopig bezworen maar er werd ons wel duidelijk gemaakt dat we dit in de toekomst wel eens meer kunnen meemaken. Een geglobaliseerde wereld en de wijze waarop we als mensen met onze natuurlijke omgeving omgaan zijn ideale contexten voor nieuwe ziektes die zich bliksemsnel kunnen verspreiden. Ook hier zien regeringen zich genoodzaakt, zo zeggende toch, maatregelen door te voeren die niet democratisch doorgesproken waren.
Botsen onze politieke structuren hier op hun grenzen? Er is een toenemend wantrouwen van grote bevolkingsgroepen tegenover haar politieke leiders.
Hoe groter de kloof arm-rijk in eigen land toeneemt, hoe groter uiteraard dat wantrouwen. Niet erg geruststellend zijn de belangrijke verschuivingen naar nieuwe vormen van nationalisme en extremistische, racistische standpunten. Terwijl we ons ondertussen toch ook moeten realiseren dat de vluchtelingenstromen zullen blijven komen.
Waar gaat dit naar toe? Naar welk soort samenleving willen/kunnen we groeien?
Wie heeft nog zicht op het ganse plaatje? Ik ben geen pessimist of doemdenker, integendeel maar evenmin blind voor wat zich aandient. En steeds vaker denk ik dat ik en met mij velen, niet alert genoeg zijn, niet voldoende waakzaam.
Daarom wil we ons vandaag laten begeleiden door een beeld.
Jaren geleden zag ik het op televisie: een man in een groot vogelnest hoog aan een flatgebouw in Brussel. Bij de voorbereiding van deze viering kwam het beeld me weer voor ogen. Het is Benjamin Verdonck die in 2004 dit nest maakte, 32 meter hoog aan een administratieve toren. Hij verbleef er gedurende een week en vertolkte elke dag een deel van het verhaal dat hij wilde vertellen. Dag na dag. 7 dagen, 7 scheppingsdagen.
Destijds heeft het me sterk getroffen zonder echt stil te staan bij wat het zou kunnen betekenen. Toch is het blijven plakken en ineens zag ik het weer helemaal voor mij.
Het roept iets op van het kanariepietje dat de mijnwerkers meenamen diep onder de grond om hen te verwittigen dat er giftige gassen vrijkwamen en om hen te waarschuwen zo snel mogelijk terug naar boven te gaan. De kanarie schoot er het leven bij in.
Het beeld van het mansgrote nest is heel dubbel: het lijkt een warme en veilige beschutting, een stuk poëzie tegen die harde beton en glasgevel. Maar het is op een onleefbare hoogte. Gevaarlijk ver weg. Geen goede plek voor een mens. En die spanning voel je. De man komt uit het nest en spreidt zijn armen in een poging de mensen beneden te omhelzen. In die poging valt hij naar beneden. Het is in de voorstelling een pop die naar beneden valt. Er blijft een krijtspoor achter van zijn lichaam en een lege ambulance.
Ook hier lijkt het kunstwerk een signaal voor gevaar, voor alles wat mensen in hun omgeving onleefbaar en voor mekaar onmogelijk maken.
Ik wil er nog een derde betekenislaag aan toevoegen: de man in het nest heel hoog boven een van de drukke Brusselse verkeersaders reikt zijn armen breed uit naar de mensen beneden. Hij zoekt contact als wou hij hen liefdevol wijzen en behoeden voor wat komt.
In die zin lijkt hij wel een engel, die in de rijke bijbelse traditie velerlei rollen speelt maar altijd verwijst naar een transitie die zich aan het voltrekken is. Een ingrijpende verandering, een groter gebeuren dat wie er bij betrokken is zelf nauwelijks bevat.
En misschien is dat wel een onmisbare en gedeelde functie van engelen en kunstenaars: ze spreken ons van een toekomst die onze werkelijkheid vandaag openbreekt. Ze signaleren, waarschuwen en behoeden voor wie wil zien, horen en luisteren.
Mogen we in beweging blijven, de stappen zetten die we kunnen en ons op de ongebaande weg begeleid weten door kunstenaars en engelen.
Hoe ver te gaan
Hoe ver te gaan? En of er wegen zijn?
Nooit meer gebaande.
Hoeveel paar voeten zijn zij? Twee, drieduizend.
Nog bijna slaven, vreemden voor elkaar.
Kreupelen, blinden.
Maar met iets in hun hoofd dat stroomt en licht geeft.
De zon zal hen niet steken overdag.
Bij nacht de maan niet.
Zij stoten zich aan stenen. Niemand draagt hen.
Omdat zij willen leven als nog nooit,
angstig te moede
zijn zij gegaan met grote hinkstapsprongen.
Niet hier hun vaderland, en schaamteloos
wagen zij alles.
Soms wordt woestijn oase waar zij komen.
Vrijheid ontkiemt in hen, gloeit aan, dooft uit,
zal weer ontvlammen.
Zij blijven kinderen, zij worden groter.
Hun stoet is zonder einde en getal.
Tel maar de sterren.
Zij weten van de stad met fundamenten.
tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Antoine Oomen
Rustig leven onder de kerktoren is voorbij. De mannelijke, witte, westerse hegemonie wordt samen met de seizoenen dooreengeschud. Wat nu komt en hoe weten we niet, nog niet.
Maar we kijken hoopvol -met iets in ons hoofd dat stroomt en licht geeft – naar hoe het verhaal verder gaat en wat we aan goeds kunnen meemaken in de dubbele betekenis: passief meemaken wat ons overkomt en actief mee máken wat mooi, goed en waar is.
We zijn in goed gezelschap. Wie achterbleef na Jezus’ terechtstelling wist evenmin wat de toekomst brengen zou en toch gíngen ze …
We beluisteren hoe Mattheus dit beschrijft.
Mt 28, 1-10
Na de sabbat, bij het aanbreken van de eerste dag van de week, gingen Maria van Magdala en de andere Maria naar het graf kijken. 2Plotseling kwam er een zware aardbeving. Want een engel van de Heer daalde uit de hemel neer, kwam naderbij, rolde de steen weg en ging erop zitten. 3Zijn uiterlijk schitterde als een bliksemflits en zijn kleding was wit als sneeuw. 4De wachters beefden van angst en werden lijkbleek. 5De engel zei tegen de vrouwen: ‘U hoeft niet bang te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt die gekruisigd is. 6Hij is niet hier: Hij is tot leven gewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom, kijk naar de plaats waar Hij gelegen heeft. 7Ga snel tegen zijn leerlingen zeggen: “Hij is uit de doden opgewekt, en zie, Hij gaat voor u uit naar Galilea; daar zult u Hem zien.” Dit had ik u te zeggen.’ 8Ze gingen snel van het graf weg, vol angst en met grote vreugde, en ze liepen hard om het aan zijn leerlingen te vertellen. 9En zie, Jezus kwam hun tegemoet. ‘Gegroet’, zei Hij. Ze gingen naar Hem toe, grepen Hem bij de voeten vast en vielen voor Hem op de knieën. 10Toen zei Jezus hun: ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan. Daar zullen ze Mij zien.’
De twee Maria’s gaan naar het graf, niet om te balsemen, maar om te kíjken naar de dode.
Ze worden verrast: de aarde beeft, een engel rolt de steen weg en gaat op die steen zitten. De wachters die het lichaam voor diefstal moesten beveiligen beven van angst, maar de engel spreekt niet hen maar wel de vrouwen aan.
“U hoeft niet bang te zijn, (…) ik weet dat u Jezus zoekt die gekruisigd is. Hij is niet hier, Hij is tot leven gewekt, (…) Kom, kíjk naar de plaats waar Hij gelegen heeft” – Herinner je dat de vrouwen gekomen waren om te kijken-.
De engel neemt niet alleen de blokkade weg om Jezus’ dood in de ogen te zien. Hij/zij/het vormt deze passieve toeschouwsters om tot actieve getuigen, tot boodschappers van Leven. Ze moeten geen tijd verliezen aan dat lege graf: ‘Ga snel (…) zeggen: Hij is uit de doden opgewekt (…), Hij gaat voor u uit naar Galilea, daar zult u Hem zien’. ‘De vrouwen gaan snel van het graf weg, vol angst en met grote vreugde en ze lopen hard om het aan de leerlingen te vertellen’. Jezus komt hen tegemoet en herhaalt de geruststelling: ‘wees niet bang’.
Angst én grote vreugde hand in hand én de terugkerende geruststelling: ge moet niet bang zijn. Echte transities, paradigmawissels -of hoe men ingrijpende veranderingen ook noemt- zorgen voor heftige emoties. Het onbekende beangstigt. Je moet het vertrouwde loslaten zonder dat het nieuwe duidelijk is en zonder garanties op een goede afloop. De dodensprong van een trapeze-acrobaat. Angst kan verlammen, beletten om verantwoordelijkheid te nemen – herinner je de inbreng van vorige week. Tegelijk is hier vreugde, uitzicht, hoop dat het goed komt met de mensen en de wereld. Van zo’n vooruitzicht ga je -net als de Maria’s- snel lopen. Je wil toch dat het goede zonder uitstel komt, dat vrede en recht realiteit worden, liever vandaag dan morgen.
Mattheus is een rasechte jood, maar hier beklemtoont hij de noodzakelijke breuk met het verleden en belemmerende elementen uit zijn godsdienst. Het centrum van de politieke en religieuze macht ligt niet langer in Jeruzalem. In die heilige stad met haar tempel en tempeldienaren hebben Jezus’ volgelingen niets meer te zoeken. Zij horen in Galilea, onder gewone mensen. Engelen tonen geruststellend en duidelijk de richting van de verandering: “wees niet bang, ga naar Galilea”.
Doen engelen dat vandaag ook: blokkades wegnemen, geruststellen en de weg wijzen? Of zijn ze werkloos geworden zoals de Gentse imam Ilbir Redzepi laatstleden uitdagend vroeg?
Engelen, cherubijnen, serafijnen… Voor velen zijn ze vreemd of bevreemdend, zeker zoals de esoterische literatuur hen beschrijft: als wezens die zich aan ingewijden tonen in de gestalte van haviken, in vogelveren die je vindt, in het cijfer 11 en wat nog meer.
Voor mijn moslim-collega zijn engelen op een andere manier vanzelfsprekend nabij en ook sommige christenen benoemen een ervaring van goddelijke nabijheid als ‘engel’, iemand die dichter bij jou is dan God of Jezus, een persoonlijke engel-bewaarder zeg maar. Wanneer ik deze mensen beluister hoor ik een groot vertrouwen in de zinvolheid en positieve gerichtheid van hun persoonlijk leven.
Volgens de Benedictijner monnik Anselm Grün zou het ons allen goed doen om – zeker in therapie- niet alleen of niet langer te focussen op kwetsuren uit het verleden maar om te zoeken naar sporen van engelen, naar heilzame genezende ontmoetingen en gebeurtenissen. We voegen hier graag heilzame kunstwerken aan toe.
In de bijbel zien we engelen als goddelijke boodschappers, denk aan de engel Gabriel bij Maria. Elders helpen ze in uitzichtloze situaties en/of tonen ze de weg die ten leven voert: de engel die Jozef verwittigt om met vrouw en kind naar Egypte te vluchten om aan Herodes te ontsnappen. Of die welke de leeuwenmuilen sluit om Daniël te redden en die andere welke Petrus uit de gevangenis bevrijdt.
Kleinen, ongezienen, slaafgemaakten…kunnen rekenen op een persoonlijke beschermengel, -engelbewaarder- bij God. Citaat uit Mattheusevangelie: Jezus zegt tegen zijn leerlingen: ‘Pas op dat je niet op één van deze kleinen neerkijkt want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel zien voortdurend het gelaat van mijn Vader in de hemel” (Mat 18, 10).
Elders in de bijbel horen engelen het roepen van kinderen, voorkomen ze kinderoffers of verkondigen ze met grote vreugde dat een Redder geboren is. Enzovoort.
Het is boeiend, troostend, angst-reducerend om bijbelpassages vanuit deze bijfiguren te herlezen. Er zit iets uitnodigends in voor ons nu: God dichtbij herkennen in heilzame ontmoetingen, gebeurtenissen en kunstwerken die blokkades wegnemen, angst bezweren en richting geven.
We besluiten met een lied over Elia, of beter van Elia.
De profeet Elia, gegrepen door Gods liefde, loopt de benen van zijn lijf en vecht voor wat goed en waar is. Hij laat zich door niets of niemand tegenhouden ook niet door afgoden, valse profeten of de koning. Maar wanneer Izebel, de vrouw van koning Achab, hem met de dood bedreigt, knapt de veer. Hij vlucht de woestijn in, gaat onder een doornstruik liggen. Het is hem allemaal teveel. Hij wil sterven. Een engel stoot hem tot tweemaal toe wakker en dwingt hem te eten. Hij doet dat, wordt gesterkt en zal veertig dagen en nachten stappen tot hij de berg Horeb bereikt. Daar wacht God, de Gans Andere op hem. Daar begint een nieuwe toekomst. We bidden zingend mee met Elia om zo’n reisgenoot.
Op mijn levenslange reizen
Op mijn levenslange reizen
twijfel donker achtervolgt mij
liefde blind holt voor mij uit –
zing ik steeds op an-d’re wijzen
over wie ik niet kan spreken,
zing ik: ‘Ooit mijn hart te breken,
ooit mijn hart voor jou te breken.’
Opgereisd, pas halverwege,
met een keel kapot gezongen
met een hart voor wie gebroken,
kruip ik onder dorenstruiken,
druk mijn ogen in de aarde,
smeek dat nu het eind zal komen,
smeek de dood, dat hij zal komen.
Mmm……….
Spoorloos trok voor mij de twijfel
waar ik lag. De liefde keerde,
zag mij, bracht mij drank en spijze,
deed mij opstaan uit de dood.
Nog een leven zal ik reizen.
Nooit meer zonder reisgenoot
tekst: Huub Oosterhuis; muziek: Tom Löwenthal
Gij, die leven geeft en schepper zijt van al wat bestaat.
We bidden U om moed en volharding
zodat we persoonlijk en gezamenlijk stappen zetten
naar een duurzame en rechtvaardige transitie.
Gij die uw volk uit het slavenhuis bevrijdt
en in elke tijd profeten doet opstaan.
We bidden U om waakzaamheid voor wat met en rondom ons gebeurt.
Dat we kritisch blijven en niet meegaan in de oorlogstaal
en het vijanddenken.
Dat we gehoor geven aan de stem van de vredesbewegingen.
Gij die wijsheid zijt en licht voor mensen.
We bidden om inzicht om te zien op welke wijze we
onze democratie kunnen versterken en verbreden
en haar nooit beschouwen als een vanzelfsprekende verworvenheid.
Gij die voor elke mens toekomst openhoudt.
We bidden om barmhartigheid
zodat we op onze eigen plek engel kunnen worden
voor de talloze slachtoffers van oorlog, oorlogsindustrie en klimaatveranderingen.
Communiemuziek – Bach cantate
Bleibt, ihr Engel, bleibt bei mir!
Führet micht auf beiden Seiten,
das mein Fuss nicht möge gleiten.
Aber lehrt mich auch allhier,
Euer grosses heilig Singen
und dem Höchsten Dank zu bringen.
Bleibt, ihr Engel, bleibt bei mir!
OVER ENGELEN
Czeslaw Milosz – (Berkeley, 1969)
Uit: ‘Waar de zon opgaat en waar ze onderzinkt’ – 1974
Uw witte gewaden zijn u afgenomen,
en uw vleugels en zelfs uw bestaan.
Ik echter geloof in u,
boodschappers.
Daar waar de wereld binnenstebuiten is gekeerd,
een zwaar weefsel, geborduurd met sterren en dieren,
wandelt u en inspecteert de steken die de waarheid zeggen.
U verblijft hier kort, ik denk
in de vroege ochtendstond, als de hemel schoon is,
in een melodie die door een vogel wordt herhaald,
of in de geur van appels tegen de avond,
wanneer het licht de boomgaarden betovert.
Men zeg dat iemand u verzonnen heeft,
maar mij overtuigt dat niet.
Want de mensen hebben ook zichzelf verzonnen.
Uw stem – dat is wel een bewijs,
want het is ontwijfelbaar de stem van stralende wezens,
licht, gevleugeld (waarom ook niet?),
met bliksem omgord.
Ik heb menigmaal die stem gehoord terwijl ik sliep
en, wat meer verwonderlijk is, ik begreep min of meer
zijn bevel of roep in een bovenaardse taal:
Het is dadelijk dag
weer dag
doe wat je kunt.
Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platform: http://Bijlichten.be
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!
Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.