Dominicus Gent
Nieuwjaarsviering: Er is een genade waar niemand uit valt
Zondag 1 jan 2017
Van harte welkom op deze eerste viering van het nieuwe jaar.
Met schorre feeststem of bijna zonder stem of hier en daar ook iemand met frisse nieuwjaarsstem, wil ik jullie nu eerst vragen samen met mij te zingen, net zoals de kinderen het heel enthousiast deden tijdens hun Kerstzingen (ik zing een zin en jullie herhalen telkens)
Er is een kindeken geboren in ’t stro
’t lag in een kribbe gedekt met wat hooi
’t Kwam op de aarde voor ons allegaar
en ’t wenst allen “gelukkig nieuwjaar!
Met deze zegen van het kerstekind mag ik jullie in naam van alle medewerkers en voorgangers van onze Dominicus-gemeenschap een voorspoedig nieuwjaar wensen.
Dat we met ons allen mogen verder bouwen op wat goed was en inspirerend in het verleden, en dat we, wat voor ons ligt mogen zien als een grote kans om Zijn weg te gaan ten leven. Leven voor allen – wat dit op 1 januari, nieuwjaar, mag betekenen, zullen we straks samen bespreken.
Laten we ons eerst stellen onder het licht van de Eeuwige.
Licht dat ons warmt in deze duistere winterdagen,
Licht dat ons behoedt voor angst,
Licht dat onze vreugde aanwakkert
Licht dat onze liefde verdiept
Licht kom in ons midden- wees hier aanwezig.
En zingen we:
Blijf niet staan bij het verleden
Blijf niet staan bij het verleden
Klamp je niet krampachtig vast
aan de tijd die is vergelden
aan het leed dat moest doorleden
aan het kleed dat niet meer past.
Open je ogen, je oren, je deuren
Zie, er gaat iets nieuws gebeuren
iets wat iedereen verrast.
Ja, ik ga iets nieuws beginnen
iets wat diep in de aarde broeit.
Als een bron zal het ontspringen
om mijn glorie uit te zingen,
in de dag die openbreekt
Open je hart en je ogen, je oren
Zie er wordt iets nieuws geboren
zaad dat sterft en zaad dat groeit.
Blijf niet staan bij wat in ’t donker
van de eeuwen is vergaan.
Steden die in puin verzonken,
hele werelden verdronken
hier en daar een steen bleef staan.
Open je deuren, je oren, je ogen,
Zie, er is iets nieuws ontloken
Richt je op en neem het aan.
Inleiding op de lezing en verband nieuwjaarswensen
Deze namiddag komen wij, mijn zussen en broer en hun nakomelingen, samen om het nieuwe jaar te vieren. Iedereen die toekomt wordt alvast het beste gewenst met het traditionele: “Gelukkig Nieuwjaar en de beste wensen”, soms gevolgd door een persoonlijke wens: een goede bevalling, een mooi huwelijk, een ander werk, of voor diegenen die een moeilijke periode doormaken: het beste met de gezondheid… Als ongeveer iedereen er is komen de kleinkinderen hun nieuwjaarsbrieven voorlezen (soms met de hulp van souffleuzes). Ze beloven braaf te zijn of hun best te doen en ze wensen hun peters en meters het allerbeste voor het komende jaar.
Dit, en de traditie om elkaar met deze feestdagen kaartjes te sturen met daarop “de beste wensen…” of een tekst die weergeeft wat men de ander dit jaar toewenst, je zou het kunnen bekijken als een soort rite, iets dat er nu eenmaal traditioneel bijhoort, maar dat eerder een formaliteit geworden is.
En dat is nu net niet het geval.
Enerzijds gaat de tijd voor ons lineair vooruit: verleden, heden en toekomst: wat voorbij is keert nooit meer terug (en hoeven we dus ook niet te vieren). En tegelijkertijd is tijd toch een cyclisch gebeuren: elk jaar komen de seizoenen weer, verjaren we, en begint er een nieuw jaar.
En net bij die dingen die ieder jaar weer terugkomen is er iets raars aan de gang: we hebben dan de behoefte om dan even stil te staan, om achter ons te kijken én om vooruit te kijken. Om stil te staan bij wat belangrijk is, om stil te staan bij wat we dromen, hopen, echt willen.
En bij velen is het blijkbaar zo dat we in deze periode, beter dan anders, voeling krijgen met een diep mededogen dat in ons leeft voor allen die we graag zien, maar ook voor het groter geheel, voor alle mensen, en bij uitbreiding voor de hele aarde. Vanuit dat mededogen blijft de hoop leven dat het verleden met zijn zorgen en problemen voorbij is, en kijken we vol vertrouwen en hoopvol naar de toekomst. Een toekomst waarin alle mensen ergens een plaats vinden waar ze mens kunnen zijn, waar ze zich goed voelen, aanvaard zijn, werk hebben of een zinvol bestaan kunnen opbouwen. Een plek waar ze veilig zijn, kinderen in vrede kunnen opgroeien. Een plaats waar niemand uit de boot valt.
Dat mensen blijven hopen en vertrouwen dat alles zich ten goede zal keren, zelfs al zijn de bewijzen niet direct voorhanden…, dat zij, ondanks het feit dat zij de werkelijkheid dikwijls tegen hebben, blijven dromen en hopen op een beter wereld is voor mij een teken dat de meeste mensen het goed met de ander voorhebben.
Als gelovige kunnen we deze hoop vertalen als de komst van “het Rijk Gods” Een plaats die hier en nu begint met de diepe hoop en met het vertrouwen dat er Iemand is die ons onvoorwaardelijk liefheeft, dat er een genade bestaat waar niemand uitvalt. Maar ook dat dit Rijk er niet vanzelf komt, dat we, vanuit dat mededogen, kunnen werken aan dat Rijk Gods, op zijn minst al de hoop blijven koesteren.
Vanuit dit perspectief gezien geloof ik dan ook dat elke nieuwjaarswens een echte wens is die ons met elkaar verbindt. We erkennen elkaar als medemens, we hopen voor elkaar het beste. Of zoals Mieke het bij de voorbereiding zei: elk nieuwjaarskaartje is voor mij een stukje van die persoon die bij mij aanwezig blijft.
Bij een aantal mensen is die verbondenheid zo groot dat ze hun eigen “geluk of welzijn” willen opofferen voor de anderen. In het boedisme kennen ze de Bodhisattvas : mensen die het hoogste bereikt hebben, nl de verlichting, maar steeds weer willen herboren worden tot iedereen bevrijd is.
We lezen straks een stukje uit Exodus. Mozes is de berg opgegaan om van Jahweh de tien geboden te krijgen. Het duurt daarboven blijkbaar wat lang, want de mensen denken dat Mozes niet meer zal terugkomen. Ze maken een gouden kalf als hun God. Een gouden kalf: goud staat voor de macht van geld, iets wat zelden tot een solidaire, menswaardige samenleving leidt, en helemaal tegengesteld is aan de samenleving zoals Jahweh die voorheeft. Vandaar ook dat Mozes zegt bij zijn terugkeer dat ze zwaar gezondigd hebben. Wat in deze lezing van belang is, in het kader van wat daarnet gezegd werd, de laatste zin van Mozes. Zijn hart is vol van mededogen voor zijn volk, hij wil ook voor hen het beste. En hij waagt het tegenover Jahweh de voorkeursbehandeling te weigeren uit solidariteit. Hij verbindt zijn leven aan dat van zijn volk, zelfs al zou dat zijn eigen hachje kosten.
Lezing uit Exodus 32: 30 -32
De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: “U heb zwaar gezondigd. Toch zal ik de berg op gaan : misschien kan ik de Heer ertoe bewegen uw zonden niet aan te rekenen.”
Hierop keerde hij terug naar de Heer. “Ach Heer” zei hij, “dit volk heeft zwaar gezondigd: ze hebben een God van goud gemaakt. Schenk hun vergeving voor die zonde. Wilt U dat niet, schrap mij dan maar uit het boek dat U geschreven hebt.”
Omdat wij hier samenzijn in het geloof dat er een werkelijkheid is die groter is dan ons hart zingen we het lied:
Groter dan ons hart
Gij die geroepen hebt licht, en het licht werd geboren
en het was goed, het werd avond en morgen,
tot op vandaag.
Gij die geroepen hebt “o mens”, en wij werden geboren
Gij die mijn leven zo geleid hebt tot hiertoe,
dat ik nog leef.
Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart
die mij hebt gezien eer ik werd geboren
Gij die liefde zijt, diep als de zee
flitsend als weerlicht, sterker dan de dood
laat niet verloren gaan, één mensenkind
Gij die geen naam vergeet, geen mens veracht
laat niet de dood die alles scheid en leegmaakt
laat niet de tweede dood over ons komen.
Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart
die mij hebt gezien eer ik werd geboren
Voor alle die gekruisigd worden wees niet niemand,
wees hun toekomst ongezien
Voor mensen die van U verlaten zijn
voor allen die hun lot niet kunnen dragen
voor hen die weerloos zijn in de handen van de mensen
Voor uw naamgenoten in ons midden
vluchtelingen, vreemden, wees niet niemand
Voor hen die kracht uitstralen, liefde geven, recht doen
dat zij staande blijven in ons midden.
Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart
die mij hebt gezien eer ik werd geboren
Gij die tegen alle schijnbaar noodlot in ons vasthoudt
Gij die vreugde schept in mensen,
gij die het woord tot ons gesproken hebt dat onze ziel vervult
laat ons niet leeg en verloren en zonder uitzicht
doe ons opengaan voor het visioen van vrede
dat sinds mensenheugenis ons roept.
Verhaast de dag van Uw gerechtigheid
Zie het niet langer aan dat her en der in deze wereld
mensen gemarteld worden, kinderen gedood
dat wij de aarde schenden en elkaar het licht ontroven.
Zoals een hert reikhalst naar levend water
doe ons zo verlangen naar de dag dat wij
nu nog verdeelde mensen in uw stad verzameld zijn
in u verenigd en voltooid
in U vereeuwigd.
Gedenk uw mensen dat zij niet vergeefs geboren zijn.
Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart
die mij hebt gezien eer ik werd geboren
Bij wijze van inbreng: een gesprekje onder elkaar…
“ Liefste ouders of liefste peter of meter of liefste vrienden. Zoals een hert reikhalst naar levend water, zo wens ik dat jullie met velen samen kunnen verlangen naar de dag dat wij, nu nog verdeelde mensen, in Zijn stad verzameld zijn, in Hem verenigd en voltooid, in Hem vereeuwigd.”
Of je Nieuwjaar, Offerfeest, Chanoeka of Kerst viert, bij feesten horen wensen en geschenken om te laten aanvoelen dat we elkaar graag zien – dat we het goed voor hebben met elkaar – dat we elkaar waarderen – dat we graag samen zijn – dat we erin geloven dat we samen sterker zijn…
Maar dat iedereen ook zo anders mag zijn – dat er zoveel meer is dan angst en onmacht als we maar met elkaar in dialoog blijven. Een vriendin die een tijdje in een asielzoekers-centrum gewerkt heeft, wenste die mensen die er op dat moment waren een gelukkig nieuwjaar met de prachtige zin: “Wherever you go, whatever you do, may al least one dream come true” Zo’n wens blijft hangen.
Maar omdat Hij groter is dan ons hart, die ons heeft gezien, eer wij werden geboren, geloven wij en durven wij, als Christenen erop vertrouwen dat er een Genade is waar niemand zal uitvallen.
Dat is pas een nieuwjaarswens! Denk ik en sommigen samen met mij – maar wat denk jij? Wat is volgens jou de waarde van al onze wensen? Of hoe voel jij je in deze nieuwjaars-wenstijd anno 2017? Welke wensen geef jij graag en ontvang je graag?
Omdat het vandaag nieuwjaar is stellen we voor dat we gezellig in kleine groepen gaan zitten en de tijd nemen om met elkaar in dialoog te gaan en te delen en te ontvangen over nieuwjaarswensen anno 2017.
Klein leergebed
Geef mij vrede zet mij open
giet de onrust uit mij leeg
dat de adem mij verovert
grote adem van wat leeft
Geef mij vrede laat mij stromen
samen met wat stromen moet
laat uw grote schoonheid komen
leer mij zeggen: het is goed
Inleiding tafelgebed
Welkom aan de tafel van breken en delen, de tafel van verleden en van toekomst, van herinnering en van perspectief. Telkenmale als we ons hier ontmoeten en delen gebeurt meer dan woorden vermoeden.
Brood en wijn onthullen wat niet gezegd kan worden. Maar zij voeden ons, sterken ons om onze levenstocht vol levenswensen verder te zetten.
Als we rond deze tafel staan weten we ons bovenal verbonden met een uitzicht dat wenkt, een uitzicht dat Jezus van Nazareth wakker heeft geroepen en waarin we een reddende God herkennen. We weten ons, zeker op deze eerste dag van ’t jaar, verbonden over de grenzen van ruimte heen met alle mensen van goede wil.
En laten wij ook heel speciaal denken aan onze geliefde doden aan wie we zoveel te danken hebben.
Onze Vader
Nieuwjaarsvredeswens
Mogen alle dagen van het nieuwe jaar je zegenen
met mensen die om je geven
met openheid naar het nieuwe
met veerkracht om hindernissen te overwinnen
met een schouder om op te huilen
en een hand om samen op weg te gaan;
Met steeds een visioen voor ogen
dat we samen onderweg zijn
bouwend aan een wereld
een goede wereld
voor iedereen.