Viering Maria Ten hemel opgenomen
Dominicus Gent
15 augustus 2020
In deze coronatijden
hernemen we een viering uit ons archief,
van zondag 15 augustus 2017…
Men heeft mij toegedekt met duizend namen
door eeuwen vroomheid en ontzag bedacht,
mij op een troon geplaatst, gebrand in ramen,
met milde tonen mijn gezicht verzacht.
Maar Mirjam was mijn naam toen ik nog jong,
door zon en wind getekend en getaand,
met velen water putte uit één bron
en heuvels wollig van het vee zag staan.
De weelde van een wereld zonder schijn,
een thuis, een man om mee op weg te gaan
en het besef door God bemind te zijn.
Ik ben een vrouw en Mirjam blijft mijn naam.
(Patrick Lateur)
Overweging: de wereld omgekeerd…
Vandaag vieren we het feest van Maria Tenhemelopneming. Een feest dat al vroeg, in de eerste eeuwen van het christendom, ontstond. De figuur van Maria moet toen ook al fel tot de verbeelding van de mensen gesproken hebben. Misschien is het net omdat er over haar weinig terug te vinden is in de Bijbel, dat de verbeelding het zo vlot kon overnemen.
Dat Maria de mensen zo fel aansprak, had en heeft zeker te maken met haar menselijkheid, met herkenbaarheid, een vrouw die heel wat heeft meegemaakt in haar leven, een bondgenoot. Ze was als mens zoveel begrijpelijker dan een geïdealiseerde Jezus of een abstract begrip als God. Ze was een mens zoals jij en ik zouden kunnen geweest zijn.
Het is wel een feit dat de theologen en kerkleiders achteraf met haar aan de haal zijn gegaan, zoals ze dat met zoveel mensen en dingen gedaan hebben. Als je van Jezus een koning maakt, dan moet zijn moeder minstens koningin zijn, want anders werk je je in nesten. Als andere godsdiensten maagdelijke geboortes hadden om iets belangrijks uit te drukken, dan mocht de Kerk toch niet onderdoen, als Jezus zonder zonde was, tja, dan mocht zijn moeder dat toch ook niet zijn. En als je een middel zocht om de vrouwen braaf en gedwee te houden, waarom dan niet het ideaalbeeld voorhangen van een vrouw die nederig en kritiekloos “ja” zegt. Doe daar nog een schepje maagdelijkheid bovenop, en je beheerst ook haar seksualiteit.
Men heeft zo aan Maria in de loop van de geschiedenis een aantal eigenschappen toegedicht die je een normaal mens niet zou willen toewensen. Ze werd daardoor bijna van haar menselijkheid ontdaan.
Het feit dat ze ondanks al die ballast toch populair is gebleven, zelfs bij een aantal mensen die zich niet gelovig noemen, bewijst wellicht dat de mensen slimmer zijn dan de theologen en toch steeds de mens zoals zij, de moeder, zijn blijven vooropstellen.
Wij willen terugkeren naar de Bijbel en wat daar over haar te vinden is. De meeste bijzonderheden over het leven van Maria vinden we in het Lucasevangelie. We lezen uit het eerste hoofdstuk.
In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Judea. Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabet. Zodra Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; Elisabet werd vervuld met de heilige Geest en riep met luide stem uit: ‘Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft, dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is.’
En Maria sprak: ‘Mijn hart prijst hoog de Heer, van vreugde juicht mijn geest om God mijn redder: daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig omdat aan mij zijn wonderwerken deed Die machtig is, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen. Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig jegens Abraham en zijn geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze vaderen.’ Nadat Maria ongeveer drie maanden bij haar gebleven was, keerde zij naar huis terug.
Het is niet voor niets dat Lucas zijn evangelie met dit verhaal begint. Net zoals een ouverture in een opera, is dit een voorafspiegeling van wat te gebeuren staat. De essentie van Jezus boodschap wordt hier in verhaalvorm voorgesteld. Het is een verhaal van ommekeer, van omkering, van iets helemaal nieuws. De zaken zullen op hun kop worden gezet. Het feit dat we dit adventsverhaal midden in de zomer lezen is daar misschien zelfs al een teken van.
Het verhaal begint met twee problematische zwangerschappen. Die van Elisabeth kon eigenlijk niet omdat verteld werd dat ze te oud zou zijn om nog zwanger te kunnen worden. Maar het gebeurt toch. De vrouw van priester Zacharias zal een zoon krijgen, Johannes, genaamd de doper. De heersende orde lijkt gerespecteerd: wie God trouw is, wordt daarvoor beloond. De priesterkaste zal daarin de bevestiging gevonden hebben van haar eigen grote gelijk. We zijn goed bezig. Zie maar, JHWH doet grote dingen aan ons.
Maar er is nog een tweede zwangerschap, die van nicht Maria. Die is, om zo te zeggen, nog veel problematischer. De evangelist vertelt ons dat die het gevolg is van het bezoek van een engel. Ik laat dit geheel voor uw verbeelding, er zijn kinderen aanwezig. Feit is wel dat zoals het neergeschreven is, Maria met haar “ja” een uiterst moedige beslissing nam. Ze zal immers een ongetrouwde moeder zijn. Ze zal een kind baren vooraleer ze getrouwd is en haar leven is daardoor, sociaal gezien, om zeep. Ze zal uit de gemeenschap gesloten worden. Niemand zal haar nog vertrouwen, met wie van de mannen zou ze het immers gedaan hebben? Er zal geroddel zijn en veroordelende blikken. Misschien staat er daarom wel dat ze met spoed, haastig, wegtrekt, vlucht, de bergen in, naar haar zwangere nicht.
De baby van Elizabeth springt op in haar buik en Elizabeth weet meteen wat dat betekent: er gebeurt iets bijzonders. Ze krijgt een geweldig inzicht: niet haar zoon, kind van priesters, zal de verlossing brengen waarop het volk Israël wacht, maar wel het kind van Maria, vrucht van een schandelijke zwangerschap in de ogen van de goegemeente, kind van een onbetekenend meisje. De verhoudingen een eerste keer op hun kop gezet.
Misschien beseft Maria dan pas echt wat haar overkomen is en waarom ze “ja” gezegd heeft, want ze barst uit in een loflied over hoe ze Gods kracht in haar leven ervaart en hoe die werkt in de maatschappij. Een droom van hoe het zou moeten zijn. De tweede omkering: niet de machtigen, de heersers, de trotsen, zij die alleen zichzelf als maatstaf nemen, verdienen barmhartigheid, maar JHWH, God, kijkt juist om naar zij die in de klappen van het leven delen. Voor hen is zijn barmhartigheid, een woord dat etymologisch alles met baarmoeder te maken heeft, beschermd als een kind in de baarmoeder. Zou God dan toch een vrouw zijn?
Het zal ook Jezus denken en doen typeren. Hij neemt het op voor hen die niet meetellen in de sociale orde. Hij zal deze boodschap tastbaar maken: JHWH is in de eerste plaats hier en nu solidair met jullie, solidair met het kind op de vlucht, met de man die zijn huis ziet platgebombardeerd worden, met de ouders die moeten toezien hoe hun kind lijdt onder een kankerbehandeling, met de jongeman die psychisch lijdt, met de vrouw die op het einde van haar leven het leven moe geworden is. Maria zingt dit uit, ondanks haar miserie, en is het blijven uitzingen, ondanks de slagen die ze nog kreeg.
Ik heb een, niet onbelangrijk, stukje overgeslagen in het verhaal, want ik ben in het nadenken en herlezen van dit Bijbelfragment blijven haperen aan de eerste zin die in onze huidige Bijbelvertaling vertaald is als: “Mijn hart prijst hoog de Heer”. In de vulgaatvertaling staat er “Magnificat anima mea Dominum”. Magnificare wordt dus vertaald als “prijzen” en dat kan perfect, denk maar aan het woord “magnifiek”. Maar ik zou hier even, wijsneus als ik ben, mijn eigen vertaling willen aan toevoegen. Magnificare komt van “magnus facere” ofte letterlijk “groot maken” of “vergroten”. In het oorspronkelijke Grieks staat er een woord dat ongeveer hetzelfde betekent, “megalynei”. En dan krijg je “Mijn hart of mijn ziel maakt de Heer groot.” Of “Mijn hart vergroot de Heer”. Mijn hart, en dat staat voor mijn hele persoon, mijn denken en handelen, mijn hart werkt als het ware als een vergrootglas om te laten zien wie God is. Zou het daarom niet kunnen zijn dat het misschien juist in het menselijk handelen is dat God zich kan laten zien, zich openbaart, zich letterlijk opent en baart, en leven geeft.
Misschien is dat wel de derde omkering in het verhaal: dat het niet alleen van God, maar ook van de mens, van ons allemaal afhangt of God zich kan laten zien, kan laten kennen, groot kan worden. Daar waar mensen samen opstaan en de macht van het status quo bekampen, daar waar ze de trotsen te kijk stellen, daar waar ze mensen die honger en dorst hebben, fysiek of psychisch, te eten en te drinken geven, daar waar ze stemlozen een stem geven. En dat gebeurt, je kan het overal zien. Dat gebeurt omdat er mensen zijn die, vervuld van een diepe intuïtie, “ja” antwoorden op de vraag die hen gesteld wordt.
Zij zingen het uit, ze kunnen het niet laten. Magnificat anima mea Dominum.
Zingen wij het ook uit met psalm 146
Gebed
Hoe weinig ook er over Maria te lezen valt in de evangelies, hoe weinig er ook over haar geweten is, hoe weinig er in de oudste teksten over de moeder van Jezus geschreven is, toch blijven mensen zich tot op vandaag heel gemakkelijk tot haar wenden. In gebed, in een babbeltje, vaak heel gewoon, vanzelfsprekend, direct.
Op een of andere wijze is zij toegankelijk, benaderbaar en bereikbaar.
Vele verhalen over Mariaverschijningen – of we er nu geloof aan hechten of niet – ze spreken in elk geval van het feit dat mensen Maria als nabij ervaren, als iemand die hen tegemoet komt. Ze ervaren haar als iemand die de nood van mensen ziet en kent. En dat is waarschijnlijk de belangrijkste eigenschap die haar toegedicht wordt en wat van haar verwacht wordt. De vele bedevaartsoorden tonen ons haar als iemand waarbij mensen het gevoel hebben met de kleine en kwetsbare kanten van hun leven terecht te kunnen.
Maria representeert de vrouwelijke gestalte van het goddelijke, zij toont als een vergrootglas een vrouwelijk gezicht van de onzichtbare God wiens Naam we leerden kennen als Degene die nabij komt. Die nabijheid lijkt zij als vanzelf te vertegenwoordigen.
Aan de hand van enkele bijbelse Mariabeelden wil ik u uitnodigen om ons in gebed aan te sluiten bij de talloze mensen overal te wereld die zich tot Maria richten.
Maria is de jonge vrouw die onverwacht en ongepland zwanger, op bezoek gaat bij haar nicht Elisabeth en in die ontmoeting haar Magnificat zingt, tot haar bidden we :
– leer ons in het leven onderscheid te maken
tussen onvoorziene omstandigheden die we dienen te aanvaarden
en ongewenste toestanden waartegen we in verzet moeten komen
– help ons God groot te maken met onze trouw
aan het geloof in een rechtvaardige wereld
en in toekomst voor wie klein gemaakt worden
Maria is de prille moeder die moet vluchten omdat het leven van haar kind bedreigd wordt, tot haar bidden we :
– om draagkracht voor ouders
en kinderen op de vlucht
– om een barmhartig beleid en wetgeving
en uitbouwen van goede voorzieningen
in de landen waar vluchtelingen stranden
Maria is de verontruste moeder die haar verdwenen kind zoekt en in de tempel vindt,
tot haar bidden we
– om steunende omringing
voor de ouders van vermiste kinderen,
– om steunende omringing
voor de ouders van kinderen die hun weg in het leven niet vinden
Maria is de moeder die afgewezen wordt wanneer ze bezorgd haar zoon naar huis wil brengen, tot haar bidden we
– om de kracht van het koesteren
te keren tot de moed om los te laten
– om te leren vertrouwen
in de groeikracht van mensen
en in hun unieke bestemming
Maria is de zwijgzame moeder onder het kruis,
tot haar bidden we
– voor allen die ook in deze tijd vervolgd en gedood worden
omwille van hun inzet voor menswaardig leven voor iedereen
– voor alle moeders en vaders
die hun kind veel te vroeg verliezen
Maria is de vrouw die na de dood van haar zoon samenblijft met zijn leerlingen, tot haar bidden we
– dat we groeien in verbinding en gemeenschapsvorming
– dat we vervuld worden van de Pinkstergeest
die ons enthousiast doet verder gaan
opdat hongerigen te eten krijgen
en geringen verheven worden.
Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)
*
foto’s Ingrid Avet (Senegal) & G.Vanhercke (El Greco, David Teniers, kerkje Auvergne)
Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.