Dominicus Gent
Viering van zondag 31 januari 2016
Jongeren en engagement
Goedemorgen
en hartelijk welkom
aan u allen,
van ver gekomen
of dichtbij wonend,
met lichte tred
of bezwaard met zorgen.
Vreugde en verdriet
binnenbrengend
in ons midden.
Laten we het licht
van de verrezene
aansteken,
en bidden.
Gij Eeuwige,
geef licht in mijn hart
en licht in mijn ziel,
licht op mijn tong,
licht in mijn ogen
en licht in mijn oren,
geef licht aan mijn rechter-,
licht aan mijn linkerhand,
licht achter mij en licht voor mij,
licht boven mij en licht onder mij,
geef licht in mijn vezels
en licht in mijn vlees,
licht in mijn bloed,
licht in mijn haar
en licht in mijn huid.
Geef mij licht,
versterk mijn licht.
Maak mij tot licht.
(Mohammed)
Wij zingen, wellicht tot verwondering van niet weinigen, als opening een kinderlied. Het mooie en vrolijke “Wil je wel geloven?”. Het wordt de diepe ondertoon van deze viering.
Lied T. Hanna Lam M. Wim ter Burg
Wil je wel geloven dat het groeien gaat,
klein en ongeloof’lijk als een mosterdzaad,
dat je had verborgen in de zwarte grond
en waaruit een grote boom ontstond.
Wil je wel geloven het begin is klein,
maar het zal een wonder boven wonder zijn,
als je het gaat wagen met Gods woord alleen;
dan gebeuren wond’ren om je heen.
Wil je wel geloven dat je vrede wint,
als je vol vertrouwen leeft, zoals een kind.
Als je het geloof hebt als een mosterdzaad,
groeit de liefde uit boven de haat.
Het is lang geleden dat we zoveel geloof zo ongegeneerd en complexloos uitzongen….
‘het kleine zaadje wordt een reusachtige boom
je gaat het wagen met Gods woord alleen
dan gebeuren wonderen om je heen
je wint vrede
als je vol vertrouwen leeft zoals een kind
dan groeit de liefde uit boven de haat’
Wat moet je als verdwaalde toerist denken wanneer je op zondagochtend een groep vijftigers, zestigers, zeventigers, tachtigers…. deze woorden enthousiast en uit volle borst -nu ja, min of meer vol- hoort zingen?
Op zijn Gents zouden ze zeggen: z’en nen slag van de meulen. Maar misschien ook wel: da zijn der ier die nie willen pleujen….
Noem het koppig, noem het naïef, noem het verzet, noem het misschien geloven….
Een mooie toekomst zien in een wereld die de voorbije maanden vertolkt wordt in termen van dreiging, angst, crisis, terreur, geweld,…. Een mooie toekomst zien in deze wereld en in het volle bewustzijn van hoe klein je bent en hoe kwetsbaar.
Noem het koppig, noem het naïef, noem het verzet, noem het misschien geloven….
Is er iets van dat geloven dat we de voorbije dertig jaar bij mekaar mochten bevragen, met mekaar delen en vieren, doorgegeven? Blijft er van dat enthousiasme iets over bij de generaties na ons? Wagen zij het om zich vol vertrouwen te geven aan een mooiere wereld? Om zich daar voor in te zetten? Kan het christelijk geloven voor hen een bron van inspiratie, een kracht tot engagement zijn?
Wat laten zij ons zien? Wat kunnen wij van hen oppikken? Leren? Hoe vuren zij ons aan?
Hoe kunnen wij hen dienstbaar zijn?
Deze en nog veel meer vragen waren de uitgangspunten voor het opzetten van een aantal vieringen waarin we jongeren willen beluisteren. Waarin ze ons deelgenoot maken over hun engagement én over hun zoeken in zingeving.
Vandaag gaat Nele voor. We zijn daar heel blij om. Nele aan jou het woord.
Dag iedereen,
Mijn naam is Nele Hessens en de voorgangers vroegen me onlangs om vandaag aan jullie te komen vertellen over mijn engagement in verband met zingeving in de jeugdbeweging. Ik sta hier voor jullie als Assistent Gouw Commissaris zingeving en diversiteit binnen gouw Gent. Gouw Gent is de overkoepelende organisatie van de Gentse Scouts en Gidsen, die de groepen in en rond Gent ondersteunt. Mijn taak is tweeledig: enerzijds bouw ik zelf mee aan een pedagogisch aanbod rond zingeving binnen de scouts en anderzijds ga ik ook in op de vragen die lokale groepen me stellen. Om deze taak tot een goed einde te brengen, word ik hiervoor zelf ondersteund door de vergadering van ploeg Zingeving, een vergadering waar ook de Assistent Gouw Commissarissen uit de andere Vlaamse regio’s deel van uitmaken, aangevuld door nog andere vrijwilligers met een boontje voor zingeving. In het totaal zijn we zo met een groepje van 15 vrijwilligers die zich binnen Scouts en Gidsen inzetten voor zingeving.
Wij doen dat uit de overtuiging dat zingeving en spiritualiteit, los van het feit of je zelf gelovig bent of niet, de moeite waard is om over na te denken, om mee bezig te zijn. En wij merken dat onze leden en leiding daar over het algemeen ook open voor staan. Om het anders te formuleren: zingeving is best hip. Meer dan pakweg 10 jaar geleden misschien: ik herinner me zelf dat, toen ik 15 jaar was, alles wat met geloof te maken had, een heel stoffig imago kon hebben. Maar de kinderen en jongeren van vandaag leven in een wereld waarin heel duidelijk is geworden wat geloof en godsdienst teweeg kunnen brengen. Het zijn kinderen en jongeren die vaak heel goed beseffen tot welk zinloos leed religieuze intolerantie kan leiden.
Zingeving, dat is dus ook, maar niet alleen, praten over het geloof. Want zingeving, dat is ook op kamp gaan, onder de sterrenhemel rond een kampvuur zitten en een intense verbondenheid voelen met elkaar en met de natuur. Zingeving binnen scouting, dat is ook je belofte doen en een totem krijgen. Dit zijn vaak héél intense momenten, het zijn de momenten die je nooit meer vergeet en aan de scouts haar typische eigenheid geven. Ze hebben niet alleen veel zin, maar ze geven je zelf ook zin. Zin om verder te ontdekken wat de wereld je te bieden heeft. Maar ook om bijvoorbeeld zelf leiding te worden en die mooie ervaring met je leden te kunnen delen. Dat hoeft niet steeds met grote acties of grote woorden. Heel vaak zit zingeving in de kleine dingen: de warme begroetingen op zondag, de kleine gesprekjes die je voert, de goede voorbeelden die je geeft. Zoals een goede tuinman blijf je ploegen, tot de grond vruchtbaar wordt. En als een welpje na een bezinning helemaal zelf besluit om zich voortaan niet meer te verstoppen als er opgeruimd moet worden, of als je jonggidsen en jongverkenners samen overeenkomen om het geld dat ze ophaalden bij het Driekoningen zingen integraal aan vluchtelingen te schenken, dan weet je dat wat je doet echt zinvol is en dat je mosterdzaadje tot bloei gekomen is.
Lezingen
Lukas 13,6-9
Jezus vertelde deze gelijkenis: ‘Iemand had in zijn wijngaard een vijgenboom staan. Hij kwam kijken of er vruchten aan zaten, maar vond er geen. [7] Toen zei hij tegen de wijngaardenier: “Dit is nu al het derde jaar dat ik kom kijken of er aan deze vijgenboom vruchten zitten, en er geen vind. Hak hem maar om. Waarom zou hij de grond nog verder in beslag nemen?” [8] De wijngaardenier antwoordde: “Mijnheer, laat hem dit jaar nog staan, zodat ik de grond eromheen kan omspitten en bemesten. [9] Wie weet draagt hij dan volgend jaar vrucht.
Lukas 13, 18-19
Hij zei toen: ‘Waarop lijkt het koninkrijk van God, waarmee kan Ik het vergelijken? [19] Het lijkt op een mosterdzaadje dat iemand in zijn tuin zaaide: het groeide op en werd een boom, en de vogels van de hemel kwamen in zijn takken nestelen.’
Lied
T. Filip van de Wouwer M. Vic Nees
Ik wandel door Gods seizoenen, het leven een nieuw begin,
een zegening niet te noemen. Ik wandel, ik leef en ik zing.
Om alles wat wordt geboren, het lied en het mensenkind
en niemand weet van te voren: hoever waait het zaad op de wind?
Om alles wat wordt geschonken, het leven, de nacht, het licht,
Het water welt uit de bron en ik open mijn handen en drink.
Wij wand’len door de seizoenen, vervulling, een leven lang,
een zegening niet te noemen. Wij zingen en zeggen dank.
Ik zou natuurlijk nog dagen verder kunnen vertellen over wat zingeving voor mij en binnen de scouts betekent, maar ik denk dat ik het jullie beter kan uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Al van het begin af aan hechtte Baden Powell, de stichter van de scouts, veel belang aan de belofte. En zo komt het dat scouts overal ter wereld de scoutsbeloften blijven herhalen. Hoewel de tekst van deze “scoutswet” voor ons, Belgische scouts, nu wat ouderwets en oubollig is geworden, is het idee en het ritueel van de belofte dat niet. De belofte is een integraal onderdeel geworden van onze scoutswerking.
Een alom bekend teken hiervan is het belofteteken dat met de hand wordt gevormd. Achter dit teken gaat ook een betekenis schuil. De belofte bestaat uit drie delen, die gesymboliseerd worden door de drie opgestoken vingers. Je belooft iets aan jezelf, je belooft iets aan de ander rondom jou en je belooft iets aan de wereld of God, aan iets meer dan er is.
Dit gebeurt niet zomaar in één keer, maar stap voor stap: zo kan de belofte meegroeien met de ontwikkelingsleeftijd van de kinderen. De zes- en zevenjarige kapoenen zijn nog erg op zichzelf gericht. Een beloftemoment kan voor hen een aanzet zijn om te bezinnen over de momenten waarop ze op kamp heel flink of juist een beetje stout zijn geweest. Zo gebeurt het wel eens dat een luide kapoen belooft in de toekomst stil te zullen zijn wanneer het tijd is om te gaan slapen. Voor de acht- tot elfjarige welpen wordt de ‘bubbel’ van het ik doorprikt. Zij werken het hele jaar door in nesten, waarin iedere welp verantwoordelijkheid draagt voor het welzijn van het nest. Zo leren de welpen zien dat zich rondom hem een groep beweegt. Meer dan eens hoorde ik een welp bijvoorbeeld beloven zich in te zetten voor zijn nest en toch aardappelen te schillen, ook al vindt hij koken niet erg leuk. Met de twaalf- tot veertienjarige jonggidsen en jongverkenners gaan we nog een stapje verder. De begrippen solidariteit en verbondenheid doorbreken de veilige grenzen van de scoutsgroep. Jonggidsen en -verkenners kijken kritisch naar de wereld rondom hen en zien wat er verkeerd gaat. Zij willen zich inzetten voor een betere wereld. Zij beloven om zich in te zetten voor iedereen: zij beloven op te treden tegen pesters of te bemiddelen in conflicten. Bij de oudste groep, de gidsen en verkenners, wordt verbondenheid ten slotte een verbondenheid met de hele wereld en soms ook met iets meer dan er is. Gidsen en verkenners slaan de handen elkaar en gaan op pad om kaartjes en sleutelhangers te verkopen voor 11-11-11, sommigen gaan zelfs vrijwilligerswerk doen op kamp. Zo draagt iedereen, van kapoen tot verkenner, zijn steentje bij aan een betere wereld en wordt een beloftemoment echt zinvol. En dan zijn we plotsklaps toch weer bij de oorsprong beland. De idee die Baden Powell meer dan honderd jaar geleden aan de jongeren van zijn tijd wou meegeven. Op zijn sterfbed zei hij nog: “The real way to get happiness is by giving out happiness to other people. Try and leave this world a little better than you found it, and when your turn come to die, you can die happy in feeling that at any rate you have not wasted your time but have done your best. “Be Prepared” in this way, to live happy and to die happy – stick to your Scout promise always – even after you have ceased to be a boy – and God help you do it.” Of ook in het Nederlands: “De enige manier om geluk te ontvangen, is door het aan anderen te geven. Probeer het, en laat deze wereld een beetje beter achter dan toen je ze hebt gevonden, en als het jouw beurt gekomen is om te sterven, kan je gelukkig heengaan, met het gevoel dat je je tijd in elk geval niet verspild hebt, maar dat je je best hebt gedaan. “Wees paraat”, op deze manier leef je gelukkig en sterf je gelukkig – blijf je scoutsbelofte altijd trouw – zelfs wanneer je geen kind meer bent – en mag God je helpen om dit te doen.”
De nieuwe beloftetekst, die jullie aan het begin van de viering op jullie stoelen vonden, is van de hand van ploeg zingeving en groeit op dezelfde manier met de leden mee. De kapoenen leren enkel de eenvoudige eerste strofe, bij de welpen komt er nog een strofe bij en zo gaat het verder tot aan de oudste groep. De tekst wordt door veel groepen gebruikt als afsluiter van een beloftemoment, nadat de leden voor de groep zelf een persoonlijke belofte hebben gedaan.
Graag zou ik jullie nu laten meegenieten van de intense sfeer die zo’n moment met zich meebrengt. Beeld jullie in dat jullie al tien dagen op tentenkamp zijn, ergens ver weg in de Ardennen: er is geen elektriciteit, geen computer, televisie of gsm, geen douches en geen WC… maar wel: het bos en de dieren, regen op het tentzeil, warme chocomelk uit gamellen, het kampvuur, de hemel en de sterren, veel gedeelde emoties en elkaar. En dan komt het moment waarop jullie rond het kampvuur zitten en luidop dromen van een betere wereld…
Ik zal hier nu voor jullie, als afsluiter van mijn getuigenis, mijn scoutsbelofte vernieuwen. Graag zou ik jullie vragen om tussen de delen van de beloftetekst door, telkens een strofe uit het lied “Geboorte” mee te zingen.
Belofte
Ik ben scout/gids
Ik verken de wereld, ik val,
ik tuimel en ik sta weer op.
Ik wil mijn best doen.
Lied: Geboorte
T. Herman Verbeek M. Lieven Termont
Jij bent geen klei gebleven
geen ebzand akker harde vloer
geen lemen pot geen stenen muur
jij bent zoals jij speelt
jij lieve mens van ons van aarde
Ik ben scout/gids, tussen scouts en gidsen
Daarom beloof ik me in te zetten voor mijn groep,
want mijn werk is ploegwerk,
en onze inzet verzet bergen.
jij bent geen licht gebleven
geen poolster bliksem zonnesteek
geen straatlantaarn geen smeulend vuur
jij bent zoals jij straalt
jij lieve mens van ons van hemel
Ik ben scout/gids, tussen scouts en gidsen,
hier en nu; ginds en morgen
het spel dat we spelen is niet luchtledig.
Samen willen we de wereld verdraaien.
jij bent geen zaad gebleven
geen graspol rogge roosmarijn
geen mierenhoop geen vogelei
jij bent zoals jij lacht
jij lieve mens van ons van zoenen
Ik ben scout/gids, tussen scouts en gidsen, in de wereld
zo hoop ik op iets meer dan wat ik zie.
Ik hoop dat wat ik doe niet voor niets is,
ik geloof dat wat we doen zin heeft,
ik beloof dat het niet om het even is.
jij bent geen nee gebleven
geen waan geen angst geen eigendom
jij hoort bij ons bij allemaal
jij bent die ik nu noem
jij lieve mens van ons bij name.
Inbreng
Inleiding op de tafeldienst
Ik herinner me nog levendig
de momenten op kamp
dat we aan tafel zaten.
Aan een zelfgemaakte tafel,
“gesjord” noemden we dat.
Eerst hadden we zo goed
mogelijk gekookt,
in de met bruine zeep
ingesmeerde potten
op het houtvuur
dat een van ons brandend
moest zien te houden.
Zo koken was voor ons
een hele klus.
Maar als we dan aan tafel gingen,
het gebed voor het eten zongen,
en ons met onze hongerige
jongelingenmagen
te goed deden aan het eten,
lagen al de kookzorgen
al lang achter ons.
Aan tafel, we bleven er soms kletsen
tot vier uur in de namiddag.
Ik heb er nog deugd van.
Zo gaan we iedere week aan tafel,
gemeenschap rond voedsel en verhaal.
Rond de genade van het samenzijn
en de inzet voor vriend en vreemde.
Geïnspireerd door Jezus,
die genade en inzet heeft voorgeleefd.
Laten we aan tafel gaan
en God danken.
Tafelgebed : Kom over ons met uw Geest…
Onze Vader
Vredeswens
Mogen de verschillende generaties mekaar inspireren, aanvuren en bemoedigen in hun engagement om vrede waar te maken.
En in de scoutingterminologie die ik vandaag leerde wensen we:
vrede met jezelf, vrede met de anderen in onze nabije omgeving, vrede in de wereld en vrede in het grote mysterie dat ons leven geeft en draagt.
Communie
Lied
O Heer, d’avond is neergekomen,
de zone zonk, het duister klom.
De winden doorruisen de bomen
en verre sterren staan alom…
Wij knielen neer om u te zingen
in ‘t slapend woud ons avondlied.
Wij danken u voor wat we ontvingen,
en vragen, Heer verlaat ons niet!
Knielen, knielen, knielen wij neder,
door de stilte weerklinkt onze beê
Luist’rend fluist’ren kruinen mee
en sterren staren teder.
Geef ons Heer, zegen en rust en vreê.