Dominicus Gent
Viering van zondag 12 maart 2017
Oog om oog: over vergeving en vijandschap in de Bergrede
(tweede vastenviering rond herbronning)
Welkom op deze tweede zondag van de vasten. Als leiddraad voor de vasten dit jaar is gejozen om de ‘ BERGREDE’ uit het Matheusevangelie te lezen.
Vorige week hebben Bernard en Marc ons gesproken over zaken die met bidden te maken hebben en voorbeelden van mensen aangehaald die de haat in hun leven na gewelddadig verlies van geliefden niet de bovenhand laten halen.
Vandaag hebben we het over vergeving en verhalen van vergeving die criminaliteit een tweede kans geven.
Laat ons eerst in stilite bewust worden van de Ene die altijd aanwezig is en één grote noemer van liefde is.
Matteus: 5, 38-47
Je hebt gehoord dat er gezegd is: Oog om oog, tand om tand.
Maar ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht, doch als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de andere toe.
En als iemand u voor het gerecht wil dagen en uw onderkleed afnemen, laat hem dan ook het bovenkleed.
En als iemand u vordert een mijl met hem te gaan, ga er dan twee met hem.
Geef aan wie u vraagt, en wend u niet af als iemand van u lenen wil.
Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Gij zult uw naaste beminnen en uw vijand haten.
Maar ik zeg u: Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel, die immers de zon laat opgaan over slechten en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Want als gij bemint die u beminnen, wat voor recht op loon hebt gij dan? Doen de tollenaars niet hetzelfde? En als gij alleen uw broeders groet, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen de heidenen dat ook niet?
1
Zijn de woorden die we zonet gehoord hebben uit de Bergrede wel van deze wereld? Je zou het je kunnen afvragen in de context van een wereld waarin aan alle kanten afkeer, polarisatie en haat gestookt worden. Nieuwsberichten in klassieke en sociale media puilen uit van conflicten en verdeeldheid. Hoe klinkt die onderrichting van Jezus dan in deze wereld als hij zegt verder te gaan dan de wet “oog om een oog, tand om een tand” en geen weerstand te bieden tegen onrecht en de rechterwang aan te bieden ?
Inderdaad, deze woorden zijn nog niet van deze wereld. Zij passen in een ander Rijk: dat Rijk Van God. Ze maken als het ware deel uit van de grondwet voor het Rijk van God. En dan kunnen we deze woorden wegclasseren als zijnde niet voor deze wereld. Of wij kunnen geloven en vertrouwen dat dit Rijk door onze inspanningen levensvatbaar is. Zij behoren tot het gedachtegoed van een utopie. Het zijn geen woorden die dienen om een ideologie op uit te bouwen. Dan zou daarrond een machtsapparaat thuishoren waarmee een en ander aan de samenleving kan worden opgelegd.
Geen enkele instantie kan aan de mensen opleggen de vijand lief te hebben, noch om de rechterwang aan te bieden als men geslagen wordt. Deze onderrichting behoort tot het veld van de plichtenoverschrijdende liefde die zich niet laat leiden tot een gebod of verbod. Want het is gewoon menselijk en zal een recht blijven genoegdoening te eisen voor geleden onrecht.
Leggen wij er ons dan bij neer dat deze hoogethische woorden van Jezus blijven hangen in de wolken van de utopie ?
Neen. We zijn al een aardig stuk op weg. Want we beschikken over een rechtssysteem. Daar kunnen we het al mee doen. Ons rechtsssysteem voorziet vergelding op een manier die in proportie staat van de begane misdaad. Je zou kunnen zeggen dat het een verfijning is van de oude wet “oog om oog, tand om tand”. En het maakt op een objectieve manier bestraffing mogelijk die uitgaat van de gemeenschap en niet in de eerste plaats van het slachtoffer.
Deze wet “oog om een oog, tand om een tand” is in de loop van de geschiedenis een belangrijke stap geweest in de humanisering van ons menselijk verkeer. En ook Jezus wist dat. Want in zijn woorden klinkt geen afwijzing van die wet die hij terugvond in de Thora.
Maar kunnen we aan deze twee toevoegingen die Jezus aan de Thora gaf toch een werkbare inhoud geven? Ik neem deze onderrichtingen even apart.
De rechterwang moeten wij niet toekeren naar mensen die ongevoelig zijn en blijven voor de gevolgen, voor de schade die zij aanrichten. Wij hebben de plicht om ons te beschermen tegen mensen die blind onrecht blijven aanrichten. Maar wij kunnen ten aanzien van mensen die misdaden plegen en die ons gekwetst hebben, wel een moment inbouwen van niet-handelen. Om dan in dat moment van stilstand ons af te vragen wat zich bij de geweldenaar precies afgespeeld heeft.
Daarbij moeten we voor ogen houden dat veel onrecht geboren is gedurende een proces dat zich uitstrekt over generaties. En dat geldt individuen en gemeenschappen en volkeren. Is het onzinnig te vermoeden dat de bron van geweld en vijandschap dat in de wereld bezig is zijn wortel vindt in de manier waarop de westerse landen als kolonisator te werk zijn gegaan gedurende de twee vorige eeuwen?
Overigens kunnen we elke daad van agressie en geweld ook beschouwen als een verzoek vanwege de geweldenaar die over geen andere taal beschikt dan de taal van het geweld. Misschien vraagt hij of zij wat hij/zij gewoon dringend nodig heeft en waarvoor hij een beroep op ons doet.
En wat kan dat nu inhouden de vijand lief te hebben? Is dat meer dan een ethische regel die we wel belangrijk vinden maar waarvoor we ons te klein en onvermogend weten ?
Hier wordt niet de vriendschapsliefde bedoeld, de eros, maar wel de agape. Het is minstens zorgen dat hij die je niet gezind bent, toch minstens eten heeft, een huis kan bewonen, naar school kan gaan en verzorging kan ontvangen bij ziekte.
En daarnaast kunnen wij op een andere manier met een andere blik kijken naar mensen die ons niet goed gezind zijn en die wij als vijandig ervaren. Het gebeurt zeer vaak dat vijandigheid in onszelf activeert datgene waar we zelf niet mee klaar zijn, delen van onszelf die wij verdrongen hebben en haten en angst en agressie oproepen.
De vraag blijft: zijn wij op de goede weg om dat Rijk van God te bewerkstelligen ?
Dit kunnen we al zeggen: wij beschikken hier al over de wettelijke instrumenten, de regels, de afspraken waarmee we onrecht kunnen beteugelen. Hier is er geen wet van de jungle meer. Maar spijtig genoeg is dit niet overal zo. En moeten wij onderzoeken hoe dit komt dat in vele landen die ontwikkeling van het recht zich niet heeft doorgezet. Maar laten wij daarbij onze blik die veroordeelt achter ons. Want de Vader in de hemel laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Een open blik, gericht naar wie dan ook, niet vertroebeld door angst en schuld, een blik waarmee geleden kwetsbaarheid overgaat in vergeving en liefde, zo’n blik delft het gezicht op van elke mens en maakt hem terug mooi. Dit kunnen wij uitzingen in het lied: Delf mijn gezicht op.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie mij ontmaskert zal mij vinden,
ik heb gezichten meer dan twee
ogen aan angst voor angst ten prooi
maar delf mijn gezicht op…
2
Een tweetal jaren geleden, terwijl hij campagne voerde met het oog op de presidentsverkiezingen van 2016 in Amerika interviewde een lokale New-Yorkse radio Donald Trump. De reporter vroeg hem : ‘Kan je je favoriete bijbelvers of verhaal vertellen dat je impact gehad heeft op je karakter en je kijk op het leven ?’ Trumps antwoord: ‘Oog om oog…’
Ondertussen hebben we al kunnen maken met de 45ste president van Amerika en herkennen we hier zijn narcisme, prikkelbaarheid en zijn exponentiële graad van kwaad worden. Trump is een stormram, handelt zonder eerst na te denken, weet het beter, reageert onmiddellijk en kan eigenlijk niet goed luisteren wat anderen hem voorstellen. Deze houding kan niet de bedoeling zijn van de woorden die Matheus optekende en vergeven is niet het woord dat deze man onmiddellijk in de mond zal nemen.
Kunnen wij dit wel ?
Ik wil naar aanleiding van wat Dirk heeft aangebracht over vergeving het hebben over vergeving in de praktijk en meer bepaald van criminaliteit.
In de christelijke cultuur wordt er vanuit gegaan dat er vergeven moest worden. Je krijgt zelf vergiffenis als je boete en berouw toont. Je krijgt van God een tweede kans.
Geen gemakkelijke opgave.
Gedetineerden sluiten we op in klassieke grote instellingen die gericht zijn op isolatie en controle.Criminologen zeggen al lang dat die ouderwetse detentie slechte resultaten oplevert. Dani van onze gemeenschap werkt sinds anderhalf jaar als pastor in de gevangenis van de Gent en gelooft niet in dat opsluiting, de beste manier is om iemand te straffen.. Mensen zien geen perspectief, geen toekomst en dit brengt onrust mee.Opsluiting brengt eenzaamheid, opstandigheid, wraakgevoelens mee.
Is er een alternatief? Werkstraffen, enkelband of probatie waren de enige alternatieven tot nu toe. Hans Claus, ex-directeur van de gevangenis in Oudenaarde, pleit tegen gevangenissen en is promotor en bezieler van een nieuwe kijk op het gevangeniswezen door detentiehuizen als alternatief voorop te stellen. Al decennia staat in een Koninklijk Besluit dat het gevangenisleven zoveel mogelijk gericht moet zijn op het leven na detentie. Dit bleef lang een dode letter. Nu zou daar verandering moeten inkomen, er een is voorstel gemaakt om 10 detentiehuizen op te richten en de uiteindelijke beslissing ligt in de handen van de politici.
Detentiehuizen moeten ingeplant worden in een buurt en niet op verafgelegen industrieterreinen. Er kan daar een beroepsopleiding gevolgd worden, sociale integratie en contact met de buurt.
Maar zijn wij burgers al klaar om zo dergelijke mensen als buur in onze buurt te verwelkomen? Angst en afkeer zijn een normale reflex, er wordt aan de slachtoffers gedacht en men denkt ook aan zijn eigen veiligheid. Hoe zou ik reageren als Leopold Storme mijn naaste buur wordt of wanneer mijn dochter thuis komt met haar nieuw lief : ‘Mama , Leopold Storme’ ? Het wordt even slikken vrees ik. De pers heeft hem bij zijn vervroegde vrijlating gebrandmerkt in hoofdletters : ‘drievoudige moordenaar van de Marollen’. Veroordeeld tot levenslang, Leopold echter heeft altijd zijn onschuld staande gehouden en zijn familie heeft hem nooit laten vallen maar gesteund, en meegewerkt aan zijn reïntegratie . Hij kon studeren in de gevangenis en zijn proefweekends in vrijheid heeft hij bij zijn grootmoeder kunnen doorbrengen. Zij omschrijft hem als een lieve en gevoelige jongen.
Maar wat voelt een gevangene dieper: opgesloten zitten in isolatie en zijn misdadigersstatus als erecode dragen of in een persoonlijk traject zitten dat hem dwingt verantwoordelijkheid te nemen. Inzicht in een misstap komt sneller, wanneer je iemand met de neus op de feiten drukt dan wanneer men hem achter slot en grendel houdt.
Mensen kansen geven tot een andere toekomst is nodig, niet gemakkelijk maar vergeven is nog minder evident. Vergeven vraagt meer. Er moet interactie zijn tussen de dader en slachtoffer. Vergeven moet vanuit het hart komen en geeft verlossing. In een artikel las ik het volgende : Het gebeurde in Amerika, een vrouw was blijven logeren bij een vriendin. ’s Morgens wordt ze gewekt door ruzie en lawaai. Zij vindt haar vriendin terug onder het bloed, de zoon zit ernaast en zwaait met een mes. Zij vraagt hem : waarom doe je dit ? Het antwoord: ‘ik weet het niet’. Daarop valt hij haar aan en verwond ze. De dader wordt veroordeeld tot levenslang. Na negentien jaar verneemt ze dat hij vervroegd vrijkomt en ze schrijft hem een brief want de waaromvraag is blijven leven. Hij nodigt haar uit in de gevangenis voor een gesprek en ze stelt hem opnieuw de vraag. Het antwoord: ik was zo boos op mijn moeder toen ze me iets verbood dat ik haar wilde kwetsen. Ze kon hem vergeven en in haar armen sluiten. Een pak van mij hart was haar reactie en hijzelf voelde zich bevrijd van een zware schuldenlast.
Martin Luther King zei ooit : ‘Ik heb besloten om voor liefde te kiezen. Haat is een te grote last om te dragen’. Misschien moeten we meer oefenen om elkaar meer liefde te geven, zodat het makkelijker is om mensen te helen, ze terug rechtop te laten staan, zich bevrijd te voelen en op weg gezet worden naar een beter leven. Dit is zowel voor hen als voor ons nuttiger.
Tafeldienst
Laten we aan tafel gaan.
En opnieuw met elkaar-beleven hoe Jezus in een paar gebaren met brood en wijn de kern van zichzelf en zijn leven uitdrukte. Een leven van louter goedheid die antwoord wilde zijn op de angsten en de agressie in de samenleving van toen. Een leven dat die angst en agressie over zich heen kreeg.
In al zijn geweldloosheid ging hij ten onder naar menselijke maatstaven. Daardoor bracht hij het verlangen en de hoop naar voltooiing van de wereld in liefde in een lichtende helderheid opnieuw tot leven.
Laat ons in die lichtende helderheid elkaar vinden: niet alleen wij die hier nu aanwezig zijn, ook allen die wij met onze liefde omgeven en omgeven weten. En laten wij onze betrokkenheid tonen bij alle mensen hier en elders die angst en agressie proberen op te vangen om ze te laten veranderen in vertrouwen en vrede. Steken wij daartoe het kaarsje aan dat alle zoekende gemeenschappen aanwezig stelt.
En brengen wij ook in gedachten onze lieve doden van wie we de liefdevolle boodschap ontvingen en die bedding waren voor wie wij nu zijn.
Schep nieuwe vrijheid
in mij
bevrijd mij van wie
mij zo diep kwetste
bevrijd mij van
wie mij bedreigde
geef mij ruimte
om niet in
de ban te blijven
van wie mij zo ontwrichtte
Bijna ging ik ten gronde
dat ik hem los kan laten
nieuwe ruimte geven
kan vieren.