Engagement bij jongeren

Dominicus Gent

Viering van zondag 17 januari 2016

Engagement bij ‘jongere’ generaties

Eerste viering in een reeks over “het heilige alledaagse”

 

Van harte welkom op deze winterse ochtend.

Elke zondag opnieuw komt deze gemeenschap hier samen om te vieren wat niet is maar wat ons is aangezegd: vrede, geluk, eenheid in deze wereld.

Vandaag is een eerste viering rond ‘engagement’. Vieringen waarin we mensen van jongere generaties willen beluisteren en waar het kan hier zelf aan het woord laten.

We willen ons laten inspireren om aan de belofte van goed leven voor allen, handen en voeten te geven. Laten we in dit huis vol mensen, het licht binnen brengen.

Dit huis vol mensen

Dit huis vol mensen,

weet jij wie het zijn ?

Ik mag het hopen.

Heb jij ons geteld,

ken jij ons bij name ?

Dan ben je de Enige

(Tekst: H. Oosterhuis – muziek: A. Oomen)

 

Overweging

Het is een wat raadselachtige tekst die we zongen. Alsof het tot iemand gericht is: “Dit huis vol mensen weet jij wie het zijn? Ik mag het hopen. Heb jij ons geteld, ken Jij ons bij name, dan ben Je de enige”. Ik dacht in alle eerlijkheid tijdens de voorbereiding: hier hebben we een lied dat gaat over ons samenzijn, over dit huis vol mensen. Prima geschikt dus om te beginnen. Maar ik ben dan toch maar even gaan kijken naar de verwijzing in Deuteronomium 6,4. “Luister, Israël: De Heer onze God, de Heer is de enige”. Klaarblijkelijk dus gericht tot Iemand. Het was niet tot me doorgedrongen. En toen dat gebeurde voelde ik enig ongemak.

Of Hij ons elke zondag geteld heeft weet ik niet. Ik weet wel dat wij ons hier samengeroepen weten om gehoor te geven aan een stem die ons tot leven wil nodigen. Telkens weer. Er is een gedeelde bewogenheid die ons draagt en die ons dierbaar is. Wij putten daarbij onze inspiratie uit oude verhalen die ons vandaag bemoedigen om mens te worden van dag tot dag.

Tegelijk stellen we vast dat volgende generaties – de kinderen van velen onder ons – eigen wegen verkennen waarin ze inspiratie zoeken. Meestal blijven ze op afstand van wat zij als kerk percipiëren. Meestal beseffen ze ook wel dat hun ouders die hier naar de viering komen met een open geest in het leven staan. Toch houden ze afstand. Het kan een aanleiding zijn om ons de vraag te stellen of we wel voldoende onze eigen vanzelfsprekendheden in vraag stellen.

Ik neem een voorbeeld. In tal van onderzoeken wordt er gezegd dat de kerkelijkheid fel verminderd is, maar dat dit niet betekent dat ook het gevoel voor religie zou verminderd zijn. Dat zou onder meer bij jongeren het geval zijn. Velen onder hen zijn wel degelijk religieus. In de brede zin van het woord. Het heet bijvoorbeeld dat jongeren bidden. Niet in een viering als deze hier. Maar bijvoorbeeld in bed, voor het slapen gaan. Op velerlei manieren. Bidden om bescherming voor wie hen lief zijn, even hun dag overlopen en denken aan de keuzes die ze hebben gemaakt, het beste hopen voor vrienden die het moeilijk hebben, denken over de dood, mijmeren om wie ze moeten missen.

Maar misschien is meteen al een of andere pastoor geneigd te vraag te stellen: is dat wel bidden? En voilà: daar gaan we dan. In discussie. Misschien kunnen we best eerst luisteren. Wie zal zeggen wat bidden is? Ik vertel u even over de redactieraad van TGL vorige week. Er zou een themanummer gepland worden over bidden. En dus werd er om te beginnen gebrainstormd binnen de redactieraad. De voorzitter nodigt de vergadering uit: laat maar komen. Daar zitten we dan met een tiental mensen: allemaal mensen die bezig zijn met spiritualiteit, sommigen zelfs professioneel. Mensen die daar les over geven, op hoog niveau, anderen die bijeenkomsten organiseren over grote mystiekers zoals Eckhart of Etty Hillesum, weer anderen die pastoraal werkzaam zijn in ziekenhuizen, nog anderen uit het pastoraal basiswerk.

Het gesprek begint een beetje kabbelend aan de rand, op zoek naar een focus. Er wordt met mompelende instemming gesproken over mensen die op zoek zijn naar rust en stilte, via yoga of mindfulness, of die inspiratie zoeken in verschillende religieuze tradities. Sommigen doen het op eigen houtje, anderen sluiten aan bij een gemeenschap. Er gaat een bijzondere aantrekking uit van de abdijen. Het succes van abdijweekends bij protestanten is bvb merkwaardig. Het is lang niet zeker of deze mensen zichzelf godgelovig noemen, wordt er gezegd. Nogal wat mensen noemen zichzelf christelijk humanist: geïnspireerd door het evangelie maar die niets met kerk willen te maken hebben; en dan zijn er weer anderen die kerkelijk zijn maar niet geïnteresseerd in God.

Bidden is misschien expressie van ons verlangen naar … gerechtigheid en vrede, expressie van onze ontvankelijkheid, onze overgave, onze dankbaarheid, ons besef van eindigheid.

Maar, brengt iemand in, bidden behelst toch een geadresseerde. Iets of Iemand. Anderen haken hier op in: misschien wordt te gemakkelijk vergeten dat bidden ook te maken heeft met God die ons zoekt, God die ons nodig heeft.

“Dat vind ik lastig” zegt weer iemand anders: hoe kunnen we iets zeggen over wat God wil of verlangt. Hoe zou ik weten of er iets of iemand is als een geadresseerde? Enzovoort.

Ik geef het maar als voorbeeld omdat het me toch wel opviel hoe binnen dergelijk gezelschap waar vooral veel verstandhouding is, tegelijk heel wat verscheidenheid leeft over een thema dat toch een vrij centrale plaats inneemt in ieders beleving.

Er is het verhaal over Zacheüs, de tollenaar. Hij is geïntrigeerd over wat hij van Jezus allemaal gehoord heeft. Maar gezien zijn positie als belastinginner voor de Romeinen, weet hij zich niet bepaald geliefd bij zijn joodse volksgenoten. Hij kruipt dus in een boom om Jezus te zien als hij voorbijkomt. En Jezus ziet hem. Hij zegt niet: kom en volg mij, maar: Zacheüs bij u wil ik te gast zijn. Jezus wil luisteren. Naar die vreemde snuiter. Misschien is dat een voorbeeld dat ons kan inspireren.

Lucas 19, 1-10

Hij kwam in Jericho en trok door de stad.   Daar was een man die Zacheüs heette. Hij was oppertollenaar en hij was rijk. Hij wilde wel eens zien wat Jezus voor iemand was, maar het lukte hem niet vanwege de mensenmassa, want hij was klein van stuk. Daarom rende hij vooruit en klom in een moerbeivijgenboom om Hem te zien te krijgen, want Hij zou daar voorbijkomen. Toen Jezus bij die plek kwam, keek Hij omhoog en zei tegen hem: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden; vandaag moet Ik in uw huis verblijven.’ Hij kwam vlug naar beneden en ontving Hem met vreugde. Iedereen die het zag sprak er schande van. ‘Hij neemt zijn intrek bij een zondaar’, zeiden ze. Zacheüs richtte zich tot de Heer. ‘Heer,’ zei hij, ‘hierbij geef ik de helft van mijn bezit aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig*.’ Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is er redding gekomen voor dit huis, want ook hij is een zoon van Abraham.   De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.’

 

Schriftlied

 

Die chaos schiep tot mensenland

die mensen riep tot zinsverband

Hij schreef, ons tot bescherming,

zijn handvest van ontferming,

Hij schreef ons vrij, met eigen hand.

Schrift die mensen oorsprong schrijft.

Woord dat trouw blijft.

Dat boek waarin getekend staan

gezichten, zielen, naam voor naam,

hun overslaande liefde

hun overgaande liefde

hun weeën die niet overgaan.

Schrift die mensendagen schrijft

Licht dat aan blijft.

Zijn onvergank’lijk testament:

dat Hij ons in de dood nog kent

de dagen van ons leven

ten dode opgeschreven

ten eeuwig leven omgewend.

Schrift die mensen toekomst schrijft.

Naam die trouw blijft.

(Tekst: H. Oosterhuis – muziek: A. Oomen)

 

Overweging: concreet engagement

Zacheüs, één van de vele figuren uit die schrift die ‘mensendagen’ schrijft. Die mensen roept tot zinsverband, tot bescherming. Zacheüs wordt gezien daar hoog in zijn boom. En wat nog belangrijker is: hij wordt beluisterd. Het moet een beetje een vreemd gezicht geweest zijn: de keurige ambtenaar die op uitkijk zit in een boom. Misschien niet eens zo verwonderlijk dat Jezus hem in het oog krijgt.

Het speciale, het buiten-gewone, springt inderdaad in het oog. Dat was toen en dat is nu niet anders.

In het thema van deze viering denk ik aan allerlei acties en campagnes die onze aandacht krijgen. Grote en kleine gebeurtenissen die omwille van aparte vormgeving of bijzondere aankleding in het oog springen. De voorbije klimaatactie van Climate Express is daar een voorbeeld van. Een enthousiaste groep vrijwilligers (vooral twintigers en jonge dertigers) organiseren de klimaatmars naar Parijs. Een actie voor het behoud van de aarde gekoppeld aan sociaal bewustzijn. Allerlei randactiviteiten werden op touw gezet, allemaal in een sfeer van creatief geweldloos verzet tegen bestaande krachten. Ik stond erbij en keek ernaar: hoe jonge mensen hun krachten bundelen en op een enthousiaste en creatieve wijze tienduizenden mensen op de been brengen. Ik ben erdoor geraakt en het zet mij in beweging.

Maar ze klimmen niet allemaal in een boom, de jongere generaties die zich engageren vanuit het bewustzijn dat het anders moet/kan op deze wereld. Soms met een duwtje in de rug van de ‘oudere’ generaties: bvb het hoger onderwijs dat voor haar studenten verplichte uren maatschappelijk engagement inplant. In onze wereldwinkel kregen we vanuit die ‘verplichting’ een jongeman over de vloer. Hij kwam bij ons zijn 100 uren stage lopen: geïnteresseerd, creatief en met 200% energie (soms best vermoeiend voor de ‘oude garde’).

Ook zonder enige (al dan niet schoolse) verplichting willen jongeren, jonge gezinnen, de jongere generaties … zich niet neerleggen bij de bestaande orde. Mobiliteit, voedsel, klimaat, wonen, spiritualiteit (bidden) … er leeft heel wat aan frisse ideeën. Het lijkt mij de moeite waard om ze als ‘oudere’   en ‘gevestigde’ gemeenschap bewust op te zoeken en te leren kennen. Om ons hart en onze deur open te zetten voor wat leeft aan creatieve en waardevolle stromingen in onze samenleving. Het zou goed zijn, mochten we de krachten kunnen bundelen. Elkaar bevragen en bemoedigen om de angst en het geweld terug te dringen. Om te luisteren naar elkaar.

Alleen: we zullen ze zelf moeten opzoeken en aanspreken, die andere stemmen! Dat willen we met dit soort vieringen rond engagement bij jongere generaties een kans geven. In één van de volgende vieringen zal iemand hier aan het woord komen die werkt rond zingeving bij Scouts en Gidsen Vlaanderen.

We willen luisteren naar de verhalen van jonge(re) mensen, naar de verhalen van God met de mensen. Verhalen verteld zolang mensen bestaan.

Inleiding tafeldienst

Hoe verscheiden we ook zijn, deze tafel brengt ons bijeen als één grote familie. Hier wordt niemand uitgesloten. Paulus schrijft daarover behartenswaardige zaken aan verschillende gemeenschappen. Zoals het lichaam uit vele ledematen is samengesteld, zo dienen we elkaars verscheidenheid te aanvaarden. Ook waar het om geloof gaat. Ik citeer Paulus in zijn brief aan de Romeinen: “aanvaard mensen met een zwak geloof zonder hun overtuiging te bestrijden. De een gelooft dat hij alles mag eten, maar iemand die een zwak geloof heeft eet alleen groenten. Wie alles eet mag niet neerzien op iemand die dat niet doet, en wie niet alles eet mag geen oordeel vellen over iemand die dat wel doet” (14,1v.). We zullen er ook Paulus maar bij nemen.

We weten ons ook verbonden met onze lieve doden wier leven we als richtingwijzer meenemen voor ons eigen leven, en voor alle mensen en alle gemeenschappen die zich samen geroepen weten rond het teken van gebroken brood en gedeelde wijn.