Dominicus & Eckhart

Dominicus Gent

Viering van zondag 11 augustus 2019
Dominicus & Eckhart

 

Van harte welkom op deze –alweer- zonnige vakantiezondag.
Donderdag laatsleden 8 augustus vierden we de feestdag van de Heilige Dominicus. Een uitstekende gelegenheid om in deze zondagviering parels uit de Dominicaanse traditie te verkennen onder het licht van de paaskaars.

Wees hier aanwezig,
Licht dat aanhoudt en verwarmt
Licht dat duisternis verdrijft
Eeuwig licht, blijf bij ons.
Vervul dit huis van samenkomst
met hart en geest en aandacht voor wie weerloos is.
Wees verbeeldingskracht,
geef taal aan dromen en stem aan wat verborgen blijft.

Eckhart: leegmaken…

“Daarom bidden wij God, dat wij van God leeg mogen worden.” Wijze woorden van Meester Eckhart. Zijn deze woorden niet in tegenstelling met het lied dat we net zongen: “Vervul dit huis“?. Jan van Obbergen, tekstschrijver van dit lied begrijpt als geen ander dat “van God leeg worden“ niet in tegenstelling hoeft te zijn met vervuld worden: “met hart en geest, met aandacht voor de kleinen, geef taal en toon aan dromen”. Alleen door leeg te worden van God, hebben wij kracht om in volheid te leven. Is het daarom dat we op zondag samenkomen?
Van God leeg worden…. Gedurfde woorden, die in onze oren, vandaag, vreemd klinken. Van God leeg worden. Meester Eckhart, middeleeuws schrijver, dominicaan en filosoof, sterke figuur binnen de Dominicaanse traditie. Vervullen vraagt eerst en vooral leeg maken.

Ik probeer Meester Eckhart beter te begrijpen. Bij het brede publiek is hij misschien nauwelijks nog bekend. Maar hier reeds meermaals “voorgesteld en becommentarieerd“ als een van onze grote dominicanen, en rond 8 augustus, sterfdatum van Dominicus, uitgelezen moment tot reflectie naar bronnen voor onze Dominicus-gemeenschap.
Eckharts tijd is een tumultueuze tijd, vooral op religieus gebied. Met de verkoop van kerkelijke posities en belastingen probeert de kerk haar rijkdom en macht te vergroten. Onder veel gelovigen leidt dat tot onvrede en een tegenreactie. Vooral religieuze vrouwen kiezen voor een leven van armoede en soberheid, in navolging van Jezus. In de ogen van de kerkelijke autoriteiten ondermijnt die levenswijze het gezag, en velen worden veroordeeld voor ketterij. Eckhart, een beroemd prediker en theoloog met een glanzende carrière aan de Parijse universiteit, schaart zich aan de zijde van de bevlogen vrouwen. Dat wordt zijn ondergang. Hij wordt beschuldigd van ketterij, aangeklaagd door mensen uit eigen kring. Met alle mogelijkheden verdedigt hij zich. Tevergeefs, hij sterft voordat het proces is voltooid.
Hoewel Eckhart vooral bekendheid verwierf met preken en meditaties, en we daardoor de indruk krijgen dat hij belerend overkomt, wil hij meer zijn. Want zijn traktaten zijn ook scherp, ironisch, en gaan over de kunst van leven. Steeds opnieuw stelt hij de vraag, hoe de ziel het goddelijke kan bereiken. Want daartoe moet de mens de band met het aardse verbreken. Afzien van eigenbelang, en zich volstrekt leegmaken. De mens moet alles achterlaten, om volkomen leeg, zich op het complete niets te richten. En dat is voor Eckhart niet de eenzaamheid, maar juist het volle leven. En hoewel in de middeleeuwen misschien verguisd, wordt hij recent terug in ere hersteld. Schrijvers als Paul van Ostaijen of Simon Vestdijk waren gefascineerd door hem. Vooral ook omdat Eckhart zelf een meesterlijk schrijver en prediker was. Dat hij vandaag blijft boeien en gelezen wordt is verwonderlijk of toch weer niet. Hij spreekt aan, omwille van de lessen naar een zinvolle levenshouding waar luxe, verlangens, aardse zaken geen troost bieden.
Naast literatuur zijn ook andere vormen van kunst boeiend om deelachtig te worden aan wat Eckhart bedoelt. Een van hen is Roger Raveel, die in zijn na-oorlogse jaren meer gekenmerkt wordt door een mengeling van abstract en figuratief schilderen. Eén van die werken is het doek van Veronica. Niet met de afdruk van een bebloed gezicht zoals veelal gekend. Maar door een leeg vlak, met een brede zwarte band eromheen. Raveel wil net als Eckhart die leegte benadrukken. De band met het concrete is verbroken.
Als je aan Dominicus denkt komt het overbekende schilderij van Fra Angelico naar voor. Dominicus, contemplerend, en als onderdeel van een groot fresco. Maar de meest treffende afbeelding is die van de Franse schilder Matisse. Het schilderij maakte hij voor de zusters dominicanessen in de buurt van Nice. Dominicus zou zich kunnen vinden in de sobere en kunstzinnige verbeelding van zichzelf.
We leven vandaag. In een andere tijd dan Dominicus, dan Eckhart. We leven in een cultuur van laat je zien, laat je horen, een beeldcultuur waarbij de virtuele wereld en de sociale media van groot belang zijn. Met een sterke koppeling tussen de boodschap en diegene die uitzendt. Een zekere profilering is sommigen niet vreemd daarbij.
Maar het kan ook anders. Zonder zich te willen “ opdringen “ gaan Marc Butaye en Marcel Braeckers, beiden dominicaan, met Eckhart in gesprek als het ware. Dat doen ze in 6 episodes op de Dominicaanse TV. Reeds twee van de zes uitzendingen zijn beschikbaar. De moeite waard om te beluisteren op https://www.dominicains.tv/nl/

‘Over het grote en verhevene moeten we niet zwijgen maar groot en verheven spreken’. Daarvan willen wij nu zingen, het treffende gedicht van Achterberg


Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer.

Maar hiermee houdt het groeten aan, zozeer,

dat ik wel moet geloven dat gij luistert;

zoals ik omgekeerd uw stilte in mij hoor.

 

Eckhart: de paradox

Interessante paradox bij Eckhart: hij houdt een pleidooi om de band met het aardse te verbreken, alles achter te laten en zich volkomen leeg op het complete niets te richten. En tegelijk betekent dit niet dat hij zwijgt of terughoudend wordt in zijn spreken. Nee, “over het grote en verhevene moet je niet zwijgen maar groot en verheven spreken” zegt hij..
Gerrit Achterberg, de schrijver van het lied wat we zonet zongen slaagt o.i. uitstekend in de opdracht die Eckhart geeft. God is niet in woorden te vangen, maar zonder taal is geen verheldering, geen relatie, geen contact mogelijk: ik kan –hoe jammer ook- alleen woorden ontmoeten. Maar dankzij die woorden blijft het contact, houdt het groeten aan… kan ook het geloof groeien dat er geluisterd wordt wanneer ik me uitspreek en misschien mag ik in de stilte aanwezigheid ervaren.

Ook de bijbel staat vol met soortgelijke paradoxen, schijnbare tegenstellingen. We halen er twee aan. Eentje over inkeer en inzet en eentje rond godsbeelden.

Enkele weken geleden lazen we in deze zondagviering het verhaal van Martha en Maria, waarbij de luisterende passieve Maria geprezen wordt. Interessant is dat evangelist Lucas dit verhaal zonder overgang laat aansluiten bij de gelijkenis die Jezus vertelt. Jezus vertelt -aan een wetgeleerde die deel wil krijgen aan het eeuwig leven-over een man die door rovers overvallen wordt, halfdood aan de kant van de weg blijft liggen en een priester en leviet die schuldig verzuim plegen want in een boog om hem heen lopen. Jezus geeft aan de wetgeleerde de opdracht: doe voortaan net als de barmhartige Samaritaan: zie de gekwetste, verzorg zijn wonden, laad hem op je rijdier, breng hem in veiligheid en betaal voor die hulp.
Maar vijf verzen verder noteert Lucas dat niet de ijverige doener Martha maar de zittende Maria met haar luisteren het beste heeft gekozen. Je kan je al voorstellen wat de toehoorders of lezers zich afvragen: ja maar, wat is het nu?
Zo zijn er volgers van Jezus die de stilte ingaan en als contemplatieven gingen samenleven en anderen –zoals de dominicanen- die rondtrekkende predikers werden.

In alle tijden blijft ook de Godsvraag open en wordt ze noch door de bijbel noch door de traditie voor eens en altijd beantwoord. De vele Bijbelse godsbeelden kunnen paradoxaal overkomen. We geven slechts enkele voorbeelden: God als koning of God als slaaf? God als legeraanvoerder of God als wijsheid?
God midden in de wereld om te zien waar de mens niet tot haar/zijn recht mag/kan komen? Zoals in Bijbelboek exodus waar JHWH tegen Mozes zegt ‘ik heb de ellende van mijn volk gezien’. Of God in de stilte en afzondering zoals Jezus zelf die contact met zijn vader zoekt in de stilte – zich terug trekt om te bidden, de berg opgaat om alleen te zijn of daartoe naar de overkant vaart …?

In dezelfde lijn vraagt Jezus in het negende hoofdstuk van Lucas welk beeld de mensen van hem hebben.

Lezing uit Lucas 9, 18-20
18 Eens was Hij aan het bidden, alleen zijn leerlingen waren bij Hem. Hij stelde hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ 19 Zij antwoordden Hem: ‘Johannes de Doper, volgens anderen Elia, en weer anderen zeggen dat een van de oude profeten is opgestaan.’ 20 Daarop zei Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Petrus antwoordde: ‘De Messias van God.’

Wanneer wij vandaag die Jezusvraag moeten beantwoorden kunnen we misschien gebruik maken van het blanco vierkant van Raveel en het blanco aangezicht bij Matisse. Het zijn vragen die nl. alleen gediend zijn met onze potlood-inkleuring. Met potlood –jawel- en een gom zodat een nieuwe inkleuring in andere omstandigheden mogelijk blijft.

Net zo min als de bijbel een receptenboek is, is christelijk leven uniform. Het gaat niet om of-of maar over en-en. Blijkbaar bepalen concrete omstandigheden wat passend is en zijn antwoorden ‘relatief’ in de oorspronkelijke betekenis van relatie-f, nl. afhankelijk van de relatie.
Dat merken we ook in leven en werk van Dominicanen. Ze zijn niet voor één gat te vangen. Je hebt er die men mystici gaan noemen is zoals Eckhart en anderen die wetenschappelijke faam verwierven omwille van hun systematische kennisontwikkeling zoals Thomas Van Aquino. Je hebt uitmuntende sprekers –zoals de Dominicanen uit eigen huis- en erudiete schrijvers als Schillebeeckx, VDWalle en Borgman maar ook ijverige doeners die zelfs hun leven geven voor vreemden die hun broeders geworden zijn, denk maar aan Pierre Claverie.

Nu en dan mogen we nader kennis maken met figuren uit deze rijke Dominicaanse traditie. Dat stemt tot dankbaarheid omdat ze tot op vandaag -in al hun relativiteit- inspireren.
Ook onze Dominicaanse gemeenschap is een schakel in een geschiedenis van hoop, een geschiedenis van diepere en betere kennis en oprechter liefdevol leven. Daarover gaan we zingen: over hoe we ons in 2019 kunnen invoegen in die boeiende Jezustraditie. Een melodie uit de 16de eeuw ondersteunt het lied en maakt een band over de eeuwen heen met de oude woorden van overlevering. Woorden die we week na week beluisteren om onze weg te gaan.

Uit de inbreng van de gemeenschap

Een begrip van Eckart dat me dierbaar is, is : Godsgeboorte.
Hij zegt: God is in Jezus mensgeworden. We vieren de geboorte van God.
Maar God wil in iedere mens geboren worden.
De incarnatie is niet een eenmalig historisch feit, uit een ver verleden.
De Godsgeboorte kan in elke mens plaats vinden, het is dus een mogelijkheid voor eenieder en voor elke actuele situatie. God is ons meer intiem dan wij onszelf. Wij zijn onszelf vreemd. God klopt voortdurend bij ons aan om in onze persoon, in ons leven geboren te worden. God is te doen, dagelijks, in het gewone. Dat is een universeel aanbod, een mogelijkheid en opgave voor elke mens.
Deze visie op de godsgeboorte van Eckart overbrugt voor mij de spanning tussen contemplatief en actief, naar binnen en naar buiten.