Deugden (2)

Dominicus Gent

Viering van zondag 4 februari 2018

Tweede viering in een reeks over deugden

 

Van harte welkom op deze zondagsviering.
Het is vandaag de tweede viering over deugden.
Maar als je de nieuwsberichten leest en hoort, zou je gaan denken dat deugden niet meer van deze tijd zijn. De lompheid waarmee op het hoogste niveau wordt gecommuniceerd, de onwil om samen te werken, de blindheid voor elementaire menselijkheid…
Hoe kan je in deze tijd nog een deugdzaam mens zijn, dat wil zeggen fatsoenlijk, bescheiden, solidair, ernstig zich inzettend voor het welzijn van de medemensen. Terwijl we toch allemaal weten hoeveel deugd al die deugden kunnen doen, zie maar naar de mooie voorbeelden die vorige week werden gegeven in de viering.

Daarom alleen al moeten wij een blijde boodschap vieren, omdat er nog zoveel deugdzame mensen zijn, solidair en trouw in hun inzet, rechtvaardig in hun keuzes, mensen waarop je kan bouwen, mensen die het goede bewaren in deze wereld en doorgeven aan de komende generaties. En mensen die deugd niet zien als braaf zijn. Broave en is geen goave, zegt het Gentse spreekwoord. We zullen ons optrekken vandaag ook aan deugden die tegen de macht ingaan, die het omgekeerde doen van wat voorgeschreven is, en we zullen de moed loven die daarvoor nodig is, en de immense trouw…

Laten we het daarom stil maken in ons, en beseffen waarom wij hier samengekomen zijn: om weer de woorden te horen, de gebaren te zien waarmee een wereld van gerechtigheid wordt gedeeld. Mogen we ons laten raken door de kracht van die grote Droom. Laten we daarom de Paaskaars aansteken, symbool van bevrijding.

Waar is de plaats die vrede lacht

Waar wordt aan mensen recht verschaft

Waar is de God die leven geeft

In elke mens die liefde deelt

 

Lezing met inleiding: Psalm 1

Als ik denk aan een deugdzaam mens, dan komt mij onmiddellijk psalm 1 voor de geest, waar de mens die eerlijk wil zijn, standvastig, rechtvaardig, vergeleken wordt met een boom. Hij wortelt diep in de grond, hij draagt een rijk bladerdak, hij heeft vruchten, veel vruchten.

1 Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
die de weg van zondaars niet betreedt,
bij spotters niet aan tafel zit,
2 maar vreugde vindt in de wet van de HEER
en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.
3 Hij zal zijn als een boom,
geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei.
4 Zo niet de wettelozen!
Zij zijn als kaf
dat verwaait in de wind.
5 Wettelozen houden niet stand waar recht heerst,
zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen.
6 De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen,
de weg van de wettelozen loopt dood.

Als deugden vergeleken worden met een grote boom, dan hebben deugden voor de psalmist duidelijk te maken met kracht. Je wordt er een sterk en mooi mens door. Schoonmenselijkheid, kent u dat woord nog? Ik hoop dat we dat woord nog niet vergeten zijn. We kunnen het niet genoeg herhalen in deze tijd die lompheid en egoïsme zo vaak in het nieuws brengt: je wordt een sterk, bewonderenswaardig mens door een deugdzaam mens te zijn. Iemand die kracht uitstraalt, iemand die die kracht wil en kan delen.

Maar dat veronderstelt de juiste keuzes: niet in de kring van spotters gaan zitten, niet overleggen met bozen, maar nadenken over de weg van de heer, zegt de psalm. Nadenken, zoeken, proberen hoe je die deugden vrucht kan laten dragen. Hoe jouw koppig rechtvaardigheidsgevoel de wereld rechtvaardiger kan maken. Hoe jouw trouw, plichtsbewustzijn, bescheidenheid de wereld rechtvaardiger, trouwer, plichtsbewuster, bescheidener, voorzichtiger kan maken. Rijke vruchten zijn dan mogelijk, zegt de psalmist. Geen kaf dat weggeblazen wordt door de wind. Maar rijke vruchten, omdat je dan dicht bij de bron van levend gevend water bent. Dan wortel je waar water stroomt. Ik vind dat een schitterend en deugddoend beeld: de deugdzame heeft zijn of haar wortels in een bron die leven geeft…

Dat zeiden we tegen elkaar tijdens de voorbereiding: eigenlijk zijn de deugden allemaal manieren om een schoon mens te zijn. Dan dachten we vooral aan de innerlijke schoonheid die zichtbaar wordt als iemand trouw, eerlijk, zachtmoedig, voorzichtig, standvastig door het leven gaat. Maar misschien is een deugdzaam mens ook wel iemand die uiterlijk mooier is dan de bozen en spotters, iemand die straalt, iemand bij wie andere mensen graag vertoeven…

Straks zal Paule het verhaal vertellen van zo’n deugdzame, die met een indrukwekkende moed en trouw aan mensen het respect geeft die ze in zijn ogen verdienen, precies omdat ze mens zijn, al moet hij daarvoor wellicht al zijn moed blijven aanspreken.

Maar keren we nog even terug naar het beeld van de deugdzame als boom. Een mooie, bloeiende boom word je niet zomaar. Daar is veel geduld voor nodig. Geduld is een schone deugd, zegt het spreekwoord. Laten we van een boom, die jarenlang zijn creativiteit uitleeft op één bepaalde plek, de geduldige overtuiging leren die we nodig hebben om ten volle te worden wie we in aanleg gegeven zijn. Geen andere boom dan de schone mens die we zelf zijn, wachtend op de bloei die het levende water ons zal geven…

 

Overweging

Een artikel in De Standaard van maandag 8 januari 2018 heeft me bijzonder geraakt. Ik wil hier graag vertellen wat er mij zo in geraakt heeft, want ik zie er een sterk voorbeeld in van wat wij deugden kunnen noemen.

Het is het verhaal van een Tunesische man die sinds tien jaar mensen begraaft die verdrinken bij hun poging om met een gammel bootje en mits betaling aan mensenmokkelaars hun geluk te zoeken in Europa. Ze verdrinken voor de kust en spoelen later aan.
Sinds tien jaar begraaft hij deze mensen op een stuk grond nabij de zee, op een oude vuilnisbelt van 200 m2, die hem door de Tunesische autoriteiten daarvoor is toegewezen.

Waarom raakte mij dit verhaal ?

Als verpleegkundige heb ik zowel met leven als met dood te maken gekregen. We verzorgen ernstig zieke en palliatieve mensen. Het is een voorrecht om met deze mensen in hun ziekteproces te mogen meestappen. Bij het afscheid nemen we ook de taak op zich om mensen een waardig afscheid te geven door hun de laatste zorgen na de dood toe te dienen.
Vaak krijgen we de reactie van hé dat is toch geen plezante opdracht, ben je dan niet bang ?
Neen, integendeel, we zijn geëerd wanneer we ook voor deze laatste zorg worden opgeroepen want als paramedici is het belangrijk dat je het proces van die lange of korte weg naar de dood met je patiënt een plaats kan geven en je job tot het einde kan afwerken. Menig collega heeft zich kandidaat gesteld om daarvoor opgeroepen te worden, zelfs wanneer we geen dienst hebben.

Terug naar het verhaal in Tunesië.
Chamesddine Marzoug zag twaalf jaar geleden voor het eerst verdronken migranten aanspoelen. Niemand bekommerde zich om hen. Niemand nam het intiatief om deze mensen een waardig afscheid te geven. Niemand had de moed om die onprettige taak op zich te nemen. Chamesddine Marzoug heeft er ondertussen meer dan vierhonderd begraven. Elke mens verdient respect, zegt hij, ik doe dit voor de mensheid. De lokale overheid wil deze mensen niet begraven op een Tunesisch kerkhof. Misschien zijn er christenen onder de slachtoffers en de islamitische overheid wil hier zijn handen niet vuil aan maken. Bijgevolg dreigden ze in een massagraf terecht te komen en dat wil hij vermijden. Deze man heeft de braafheid, gehoorzaamheid aan zijn laars gelapt, ongehoorzaam aan de wetten van zijn land heeft hij een andere deugd opgenomen: liefde, compassie, mededogen, respect…

Chamesddine kreeg wel een lapje afhellende grond toegewezen waarop hij zijn putten kan delven in de grond. Na meer dan tien jaar is deze macabere missie voor Chamessdine een routine geworden. De overheid belt hem wanneer er een verdronkene gevonden is, hij gaat ze afhalen, brengt ze naar het ziekenhuis voor een lijkschouwing en wacht op de vergunning van de procureur voor de begraving.
Met respect wordt het hoopje restmens gewassen met zeewater, in een plastic zak gewikkeld en begraven. Hier en daar ligt er een stukje speelgoed bij een graf…. Een kind, vertelt hij.
Chamessine is er zich goed van bewust dat weinig mensen zouden kunnen opbrengen wat hij doet. Wat drijft die man, hebben Guido en ik ons afgevraagd…..

Die man heeft zeker een groot rechtvaardigheidsgevoel: hij heeft respect voor elke mens en hij wil ze ook blijven zien als mens. Van sommige aangespoelden heeft hij foto’s met zijn GSM genomen. Aan bezoekers toont hij ze dikwijls en hij verplicht hen dus naar gruwelijke beelden te kijken omdat ze de realiteit zijn en hij wil dat men niet vergeet wat mensen ondergaan in onmenselijke omstandigheden.
Hij behandelt alle mensen gelijk, moslims, christenen. Hij wil ze allemaal waardigheid als mens teruggeven, zelfs wanneer het eigenlijk geen mensen meer zijn maar plastiek zakken met onbekende menselijke resten.

De man is trouw en plichtsbewust. Hij heeft de moed en de overtuiging om zijn missie vol te houden en ondanks weinig of geen steun van anderen de taak die hij vrijwillig op zich heeft genomen verder te zetten.
Hij is moedig, om met een bijna onmenselijke taak te beginnen, te herbeginnen en nog eens te herbeginnen en niet moedeloos te worden. Moed ook tegenover zijn onmiddellijke omgeving: hoe wordt hij geëvalueerd ? Met respect of neemt men afstand van een man die de geur van de dood met zich meedraagt ?
Hij draagt volgens ons vooral een diepe liefde voor de mensen in zijn hart. Rationeel gezien is dit een bijna ondragelijke taak maar Chamesddine draagt de grootste deugd in zijn hart, namelijk mensen graag zien en wat anderen niet aankunnen toch uitvoeren. Wie huilt anders om het lot van deze mensen vraagt hij zich af. Eén graf heeft een naamplaatje. Het is het enige graf dat nog bezocht wordt. De andere graven verglooiien met de tijd en de natuurelementen, van een hoopje zand tot een vlakke zandvlakte.

Deugden vertellen iets hoe we zijn in het diepste van onszelf, en dan kunnen we dit ook uiten naar de anderen toe. Respect krijgen en respect geven aan mensen doet zo’n deugd. Deze rechtvaardige, moedige, plichtsbewuste, trouwe man vertaalt in zijn daden een heleboel deugden. Hij heeft mij geraakt en veel emoties bij mij losgeweekt. Als professionele verzorger, verantwoordelijk voor mensen die hulp nodig hebben en die ik ze in vele gevallen met de best georganizeerde zorg ook kan toedienen, kan ik niet anders dan respect opbrengen voor deze man en zijn intiatief.

 

Tafeldienst

Scheppende God, wees Gij de bron waaruit we kunnen putten, ook en zeker als we weer twijfelen, aan onszelf, aan hoe het met de wereld gaat. Gij die ons hebt gezegd wat leven is, te doen wat goed is, recht, elkaar bevrijden. Als we ons machteloos voelen tegenover zoveel ondeugd, geef ons dan weer uw woord, een bron van kracht en moed en zeker weten. Gij die het licht in ons geschapen hebt, dat niet de duisternis ons overmeestert. Niet ons, niet één enkel mensenkind.

Laten we daarom aan tafel gaan, en nog eens ons oefenen in de deugd van het delen.
In verbondenheid met elkaar hier aanwezig.
Maar ook met wie hier vandaag niet kan zijn, door ziekte, of ouderdom.
I
n verbondenheid met wie, verspreid over de wereld, diezelfde gebaren van breken en delen willen stellen in hun leven.
In verbondenheid met onze lieve doden.

*

Een bewerking van psalm 119

Zo mens zijn dat
het licht door je valt
dat niemand twijfelt
als hij je ziet.

Nadenken is
geen schaduw dan
maar een kleur
in het licht.

En stappen
gaan behoedzaam
keren vlug terug
als iets viel.

Elke dag weer
nieuwe ogen
als vreemdeling
in een groot land

en elke dag weer
het verlangen dat
anderen ook
nieuw mogen worden.

Al waaien stof en puin
er zijn handen die groter zijn
handen van mensen
duizenden handen.

Zo mens zijn
dat mijn handen
duizenden handen zijn
moe, maar doorschijnend.

(Guido Vanhercke)