De weg, de waarheid en het leven. Wandelen als oefening

Dominicus Gent

Viering van zondag 20 december 2015 

De weg, de waarheid en het leven. Wandelen als oefening

 

Beste mensen, met het aansteken van vierde kaars en het zingen van het Rorate  Coeli, zijn we helemaal aangekomen in de vierde zondag van de advent: hartelijk welkom op deze viering. Op weg naar Kerstmis is de laatste tocht ingezet.  Maria en Jozef trekken richting Betlehem, voor een statistische oefening eigenlijk: de census die men toen al hield.  Die gerichte tocht weerhield hen er niet van om ook te wandelen. Ze zijn onderweg,  weg van thuis, ontdaan van de materiële en menselijke omkadering waarin een mens zich geborgen weet. Onthecht, met alleen nog de essentie van het leven voor ogen, houden ze halt in een omgeving waarin ze ongezocht te gast zijn. Onder de mensen die daar toevallig eenvoudigweg zijn,  komt straks hun eerste kindje ter wereld.

Deze  viering is de laatste in een reeks van vier, samengebracht onder de titel  `De wereld schoon maken’. We hebben het gehad over het klimaat, het onze vader, welzijnszorg  en vandaag:  wandelen. Die pretentieloze activiteit helpt ons ballast overboord te gooien en schoon ship te maken. Ze doet ons verstaan hoe ‘de weg, de waarheid en het leven’ samen gaan.

Voor veel moderne mensen is het een zeldzame luxe geworden: de tijd nemen voor beweging die niet functioneel of doelgericht is, maar toch op zoek gaat naar de essentie van goed leven.  Met die ongedwongen beweging van het wandelen worden we deel van de omgeving, komen we open voor de onverwachte ontmoeting. Je komt doorheen het wandelen niet alleen anderen maar ook jezelf tegen. Deze namiddag gaan we dat ook echt oefenen met de wandeling die Michel voor ons gepland heeft. In deze viering  horen we van ervaringsdeskundigen wat het betekenen kan en als  spirituele dimensie kan hebben, hoe het ons  kan leiden naar `de weg, de waarheid en het leven’.

Als je het laat gebeuren openbaart zich hier misschien dauw uit de hemel, als regen uit zware wolken: de gerechte. En beseffen we dat hij die voor ons de ruimte schiep, aarde en hemel bij name riep, alles deed wat moest gedaan  – opdat een mens maar zou bestaan.

Wellicht niet toevallig nam het wandelen een centrale plek in doorheen de geschiedenis van het godsvolk en in het leven van  Jezus en zijn leerlingen. Er is dan ook keuze te over aan schriftteksten die raken aan dit thema. We kozen voor hoofdstuk 11, 13-16 uit de brief aan de Hebreeën.


Schriftlezing: Hebreeënbrief 11, 13-16

In geloof zijn zij allen gestorven, zonder te hebben ontvangen wat hun beloofd was. Zij hebben het alleen uit de verte gezien en begroet. Zij hebben zichzelf vreemdelingen en voorbijgangers op aarde genoemd. Wie zo spreken, geven duidelijk te kennen dat zij op zoek zijn naar een vaderland. Hadden zij heimwee gehad naar het land van hun herkomst, dan hadden zij gemakkelijk kunnen terugkeren, maar hun verlangen ging uit naar een beter vaderland, het hemelse. Daarom schaamt God zich niet om hun God genoemd te worden, want Hij heeft voor hen een stad gebouwd.


Overweging: Wandelen

Ik wandel graag. Als ik daar over nadenk, gaan mijn gedachten op de eerste plaats en spontaan naar wat ik ooit van de filosoof Levinas geleerd heb. Hij maakt een onderscheid tussen genieten en zorgen. De zorg voor mijn dagelijks bestaan, zo zegt hij, vereist dat ik mij meester maak van de dingen en van de natuur om in leven te blijven. Als ik geniet, integendeel, leef ik gewoon voor de dingen en in de natuur. Ik eet dan niet om te leven, ik leef om te eten.
Wij weten dat trouwens allemaal uit ervaring. De meeste zaken in ons leven doen we in functie van iets anders – bv. gaan werken om geld te verdienen, en dat geld staat dan weer in functie van. Daarbij mogen we al blij zijn dat het werk dat we moeten doen, ons kan vervullen, dat het ons ook enig genot verschaft. Maar écht genieten, zegt Levinas, is het omgekeerde van zorgen. Dan beleef je wat je doet, als een doel in zichzelf en niet vanuit een andere bedoeling.
Wandelen is zoiets: het is een doel-op-zich, je wandelt gewoon omdat je graag wandelt, omdat je het zalig vindt ‘alleen-maar-te-wandelen’. Onnodig te zeggen dat het letterlijke op- stap-gaan van de vluchtelingen als extreme zorg om in leven te blijven, schrijnend afsteekt tegen dit genietend wandelen.

Ik wandel graag, uit genot. Het is tof als iemand of meerderen dat wandelen met mij meegenieten. Ik vind het fijn voor hen en voor mij, maar het hoeft niet. Ik wandel even graag alleen. Dan kom ik gemakkelijker mezelf tegen (en wat voor een ‘ik’ soms!). Ik kan bovendien even sterk genieten van een korte wandeling als van een lange trektocht, van een wekelijkse wandeling in de buurt met identiek hetzelfde parcours als van de avontuurlijke ontdekking van nieuwe streken heel ver. Dat alles heeft waarschijnlijk te maken met één van de vele genot verschaffende uitwerkingen die het wandelen op mij heeft. Namelijk, dat het mij relativeert, mij losmaakt van mijn ego en dat ik daardoor een perspectief van vrijheid en geluk krijg. Hier is de paradox van de genade aan het werk. Ik wil dat helder krijgen.

Straks zal Johan ons vertellen over zijn grote wandeltocht naar Santiago. Ik ga hem niet het gras voor de voeten wegmaaien, maar gewoon even aanhalen wat ik veertien jaar geleden in mijn laatste tochtbrief over die genade-paradox schreef. “Het is te vroeg om nu reeds de rijkdom van de voorbije ervaringen te overzien”, zo schreef ik. “Wel mag ik zeggen dat ik nu een beetje meer besef wat genade is. Veel mensen hebben me hun bewondering te kennen gegeven voor de prestatie (‘we hadden nooit gedacht dat je toch nog zo ver zou geraken’ of ‘jij moet een fantastische wilskracht gehad hebben’ enz.), maar telkens opnieuw heb ik hun geantwoord dat een dergelijke ‘prestatie’ een geschenk is, ja dat de (uiteraard noodzakelijke) wilskracht iets is dat je gekregen hebt. Het stappen, ’t weer, het uithoudingsvermogen, de conditie van het lichaam, de bewegingen van het gemoed, de dagelijkse ervaringen, de mensen, de vriendschappen: ze vallen je te beurt. Alles is genade. Eigenlijk heb je zelf weinig in handen. Ik heb aan den lijve het failliet van de ‘ik-wil-dus-kan-ik’ levenshouding ervaren. Daarom ook kijk ik enkel met verwondering, ontroering en dankbaarheid achterom, en met onthecht heimwee… al die lieve mensen achtergelaten… telkens ’s morgens vertrekken waar je ’s avonds bent aangekomen.”
Dat schreef ik toen. En daar ben ik nog steeds van overtuigd. Het zijn precies de beperkingen die eigen zijn aan het wandelen, namelijk dat het traag gaat, dat ik mij toch telkens moet oppakken om eraan te beginnen, dat het fysieke inspanning kost, dat ik overgeleverd ben aan de natuur, dat ik het voldoen van de primaire behoeften moet aanpassen aan de weg enz., al die afhankelijkheden van iets anders dan mijn wil brengen mijn ego naar het wezenlijke van het bestaan. Naar iets groter, iets dieper dan mijn ego, iets dat me van vreugde en geluk vervult.

Hier komen wij aan het thema van onze viering: De weg, de waarheid en het leven – Wandelen als oefening. Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zegt Jezus in zijn afscheidsrede. Hier wordt als het ware de samenvatting gegeven van ‘Jezus’ als verhaal. Weg, waarheid en leven zijn een soort rijmwoorden. De weg is Jezus’ beleving van de Tora, zijn levenwandel aan de kant van de arme en marginale mens, zijn koppeling van de liefde tot God met de liefde tot de naaste, zijn consequentie daarin – totterdood – en Gods bekrachtiging van die levenswandel. De waarheid is niet dat Jezus de juiste leer onderricht, maar wel dat zijn weg de waarachtigheid van God weerspiegelt. Het leven is eeuwig leven dat door God aan Jezus geschonken werd, kwalitatief leven omdat hij in praktijk bracht wat hij verkondigde: wie zijn leven verliest, zal het vinden. De weg, de waarheid en het leven: alleen als je telkens opnieuw de weg gaat van het leven-verliezen, openbaart zich aan jou de goddelijke waarheid van het volle leven, waar wij naartoe gaan: wat een vreugde, wat een geluk, wat een definitieve vervulling.

Wandelen met zijn genade-paradox is daartoe een oefening. Vooreerst het wandelen zoals ik er daarnet over sprak, maar ook onze levenswandel. Dat wordt nergens zo mooi uitgedrukt als in de eerste strofe van een prachtig begrafenislied: Het leven is een tocht doorheen de dagen en naar Jezus’ geest ten dienste staan; het is het wel en wee van medemensen dragen, stervend leven als de korrel van het graan. Een overweldigende waarheid.

De eindbestemming, de definitieve vervulling kunnen we tijdens ons aardse leven nooit bereiken. We blijven op weg gaan, we blijven wandelen, we oefenen telkens opnieuw met vallen en opstaan tot we ooit de vervulling van het Leven zelf van God ontvangen, zo hopen wij. Dat is wellicht wat de schrijver van de Hebreeënbrief voor ogen stond in de korte tekst die we daarnet beluisterden (even in herinnering brengen). En ik eindig bij de filosoof waar ik mee begonnen ben, Levinas. Tegenover de mythe van de naar Ithaca terugkerende Odysseus plaatst hij de geschiedenis van Abraham die voor altijd zijn vaderland verlaat op zoek naar een onbekend land. Keren we telkens terug naar de vaste gesloten cirkel van de eigen identiteit – Ithaca, bloed en bodem? Of oefenen we ons in het wandelen als zelfgave en ontvankelijkheid voor de vreemde – het onbekend land waar Abraham naar op weg ging?

 

Getuigenis over mijn Santiagotrektocht (Johan Declerck)

– Velen gaan op tocht met de vraag: wat ga ik met de rest van mijn leven doen? Anderen na een ingrijpende gebeurtenis: een genezing, een sterfgeval… Voor mij was mijn tocht een overgangsritueel, een soort sabbatical, van een intensief en druk professioneel leven naar de “gepensioneerdenstaat”.

– Waarom een voettocht als “sabbatical”? Santiago boeit mij al lang. In 1997 maakte ik een fietstocht van de Pyreneeën tot Santiago. Ik ben een bergliefhebber met tijd en goesting voor de trage weg. Ik wou deel uitmaken van een Europees verhaal dat al meer dan 1000 jaar geschiedenis schrijft.

– Ik wilde te voet, en alles afleggen ofwel niets: van aan mijn achterdeur in Gent tot in Santiago en in één geheel. En ik wou de tocht alleen afleggen! Als fysieke uitdaging, als mentale uitdaging, met goesting in het avontuurlijke, met oog en oor voor de natuur en de historisch-culturele context, benieuwd naar ontmoetingen onderweg, open voor spirituele , mysterievolle, religieuze ervaringen en nieuwsgierig naar welke “zegeningen” mij ten deel zouden vallen.

Praktisch wandelde ik van 11 juli tot 14 oktober, 2165km, in 71 effectieve stapdagen, twee keer onderbroken door een week “vakantie” met mijn vrouw en vrienden. Ik volgde slechts een ruwe (route)planning, koos voor een concrete planning van dag tot dag, met openheid voor wat de dag brengt.

– Enkele indrukken en ervaringen, hier kort meegegeven ter verdere overweging.

1 het waren de meest zorgeloze drie maanden van mijn hele leven. Dank zij:  mijn vrouw die mij liet gaan, er waren in de familie geen zorgen, de engagementen waren in veilige handen (zoals deze kerk bijvoorbeeld), omdat ik zo intens genoot van de natuur, cultuur en mensen in Vlaanderen, Frankrijk, Spanje, omdat I’m singing in the rain…  Dikwijls heb ik gedacht aan de evangelietekst: “wat maakt ge u zorgen? Kijk maar naar de vogels in de lucht en de bloemen in het veld…”

2 Confronterend was dat mijn tocht samenviel met het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis: mijn heerlijke zorgeloze zwerftocht tegenover de gedwongen, miserievolle zwerftocht van de vluchtelingen.   Vertel het hén maar: “maak u geen zorgen”….
We zijn stilaan in de kersttijd en … Jezus is geboren als een dakloze en was na 14 dagen al een politiek vluchteling….

3 Confronterend: de maatschappij is volledig georganiseerd op de auto. Geen buurtwinkels meer in de dorpen, alles is georganiseerd rond Auchan’s, Leclercq’s, Carrefour’s met een (automobiel)klantenbereik van 20km. In Frankrijk ontmoet je de mensen alleen in…. voorbijrijdende auto’s. Noch fietsers, noch voetgangers. Dat voel je als voetganger.  En ga maar eens een Auchan binnen om een paar broodjes en een fles yoghurt te kopen… De klimaatconferentie roept op om de mobiliteit te wijzigen. Is dit het einde van de Auchan’s, de Uplace’s? Leve opnieuw de buurtwinkels? Of online bestellen en aan huis geleverd?

– Zo vele ontmoetingen en zegeningen zullen me bijblijven. De vrouw waar ik een dag mee opstapte, een dag waarin we ernstig en toch ook veel lachend met elkaar babbelden, en het afscheid de dag nadien. Elke keer weer dat afscheid… De vrouw die mij in Noord-Frankrijk spontaan een bed en eten voor de nacht aanbood, toen bleek dat er geen andere mogelijke slaapplek voorhanden was. Het Spaanse koppel dat, zelf levend in uiterst sobere omstandigheden, al zoveel jaar langs de weg eten en drank aanbiedt aan de pelgrims, en zich laat betalen wat de pelgrim ervoor wil geven, en dat alles met een stralende glimlach.

– Een diepe (spirituele/religieuze) ontroering was het “Portal del Pardon” in Villafranca del Bierzo. Waar de pelgrims die op een of andere manier niet in Santiago geraken, vergeving konden krijgen, alsof ze de hele weg wel hadden afgelegd. Dat zien ontroerde mij: na de eerste beschavingswet, de taliswet “oog om oog, tand om tand”, is ook genade en vergiffenis gekomen, als voltooiing van de beschaving…

– Algemeen kan ik zeggen: wandelen IS een religieuze ervaring…

Inleiding tafeldienst

Dan is het nu gekomen, dat langverwachte moment  voor menig  wandelaar. Vanuit de soberheid op materieel vlak, met inspanning in de benen, en na een tijd van afzondering smaakt het des te beter: samen aan tafel gaan.  Het gebaar is van eenzelfde eenvoud als het wandelen en een even essentieel onderdeel van de weg de waarheid en het leven.

We hebben op onze weg het brood mogen breken en het kompas  ontvangen van mensen die ons dierbaar zijn. We gedenken hier onze geliefde doden, en steken de kaarsjes voor hen aan. Vandaag denken we daarbij speciaal aan Sofie, de kleindochter van Roger en Diane, waarvan wij drie jaar geleden plots afscheid moesten nemen. En we bidden voor alle slachtoffers van het verkeer. Dat zij en hun familie en ook de daders en hun familie erin slagen om langzaam de draad weer op te nemen en de zorg voor elkaar blijven bewaken. We steken het kaarsje aan voor al wie in solidariteit met de kwetsbare mens brood wil breken in het spoor van Jezus van Nazareth. Ik vraag een gebed voor Maggy Barankitse die in ons land is dezer dagen en pleit voor steun aan het vredesproces in Burundi en de vele jongeren die ontheemd zijn.  Ze zal straks de kerstdagen doorbrengen in een kamp met zo’n 48.000 Burundese vluchtelingen.

Gezegend zijt Gij, om licht en levensadem, om woord en geestkracht, om mensen die leven uit kracht van u, om Jezus van Nazareth, uw Joods kind. We zingen het tafelgebed in het boek pagina  638 `kom over uw Geest’.

 

Vredeswens

Wensen we elkaar toe dat we er kunnen op vertrouwen dat de waarheid zich openbaart in het gaan van de weg en dat daar het volle leven wordt beleefd. Dat we mogen ervaren dat het niet nodig is aan te komen, maar belangrijk om het beloofde land van gerechtigheid voor ogen te hebben. Dat we daarin voor elkaar en voor onszelf vrede mogen vinden.