De rijkdom van het lezen – Lc 4,16-21


Viering van zondag 3 februari 2013

 onze maandelijkse familieviering: Dominicus de Luxe

Goedemorgen en allen hartelijk welgekomen op deze De Luxe-viering. Aangezien het deze week de week van de poëzie is wil ik beginnen met een gedicht:

Onvervreemdbaar
Dit wordt ons niet ontnomen: lezen
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.
Zij waren het van kind af aan.

Hen wenkt een wereld waar de groten,
de tijdelozen, voortbestaan.
Tot wie wij kleinen mogen gaan;
de enigen die ons nooit verstoten.

(Ida Gerhardt)

Wie van jullie heeft niet stiekem onder de lakens bij het licht van een zaklantaarn een boek gelezen? Eigenlijk had je al lang moeten slapen maar het verhaal  was zo spannend. Lezen … het opent je wereld, neemt je mee op spannende avonturen, laat je kennis maken met zoveel werelden …

Iedere week komen we hier samen rond verhalen van mensen, opgeschreven in een boek. Verhalen over hun worstelen, hun vreugde, hun zoeken naar woorden om dat te omschrijven wat niet in woorden te vangen is. Om samen te zoeken naar wijsheid, inzicht…..naar een nieuwe wereld..

We  steken de Paaskaars aan. Want we willen Gods  licht laten schijnen over ons zoeken, over ons samenzijn. Om in het Boek dat we hier lezen onze mensendagen te herkennen, wat ons voorging, wat onze toekomst zou kunnen zijn.

 

Schriftlied 

Die chaos schiep tot mensenland
Die mensen riep tot zinsverband
Hij schreef ons tot bescherming
Zijn handvest van ontferming
Hij schreef ons vrij met eigen hand
Schrift die mensen oorsprong schrijft
Woord dat trouw blijft

Dat boek waarin getekend staan
gezichten, zielen, naam voor naam,
hun overslaande liefde,
hun overgaande liefde,
hun weeën die niet overgaan.
Schrift die mensendagen schrijft.
Licht dat aanblijft.

Overweging

Vandaag willen we stil staan bij een van die fundamentele bezigheden des  mensen die ons  toelaten tegelijk zelfstandiger en verbonden te leven.  Zo bepalend en alomtegenwoordig is het voor de meesten van ons dat we het haast even vanzelfsprekend vinden als ademen  of spreken: de (vreugde  van) het lezen. Van een waarschuwingsbord (`natte verf!’) over de krant, een roman, een sprookje tot filosofisch tractaat, het is een uitgelezen manier om op te nemen wat anderen aan informatie, inzicht, bemoediging,  verhaal, … willen delen.  Eerder stil en dus bescheiden is die aanbreng, respectvol ook: we gaan erop in – of niet – op ons initiatief en op ons eigen ritme. Stukken overslaan, het wegleggen voor langere tijd, sommige stukken dan weer extra gretig opnemen en lezen en herlezen,  achteraan beginnen, een nachtje door misschien wel: het kan allemaal, het is ons gegund.

Zo ontdekken we een andere wereld dan de onze. Etienne gaf ons een mooie aanzet vorige week. Als hij het op zijn spirituele zoektocht, zo vertelde hij, even niet meer wist, dan zette hij zich terug aan het lezen. Voor velen is lezen een inspirerende, zelfs helende ervaring. Voor een kind dat in een moeilijke omgeving opgroeit kan het een levenslijn zijn. Het laat toe te dromen. En niet alleen voor een kind.. Paul Hauspie schreef zijn boek  `Priester, muzikant, piloot’  naar eigen zeggen om zijn gefaalde leven toch nog waarde te geven door anderen te laten delen in zijn ervaring en hen zo misschien te behoeden voor dezelfde fouten. In het boek schrijft hijzelf: de meest levendige herinnering van de laatste jaren is die van het moment dat ik een heel bijzonder boek ontdekte: `happiness’ van Mathieu Ricard. Dat boek veranderde letterlijk mijn leven.

Hoogst merkwaardig toch dat een eenvoudig boek, het bewust neergeschreven woord van een mens, zoveel kracht kan losmaken. De kerk als geen ander  heeft dit gegeven jaar en dag naar de hand van zijn eigen macht proberen te zetten. Het is  niet om niets dat het de `gewone Christenen’ gedurende zovele jaren niet werd gegund de bijbel te kunnen lezen. Het koste Luther een ware revolutie om een leesbare vertaling toegankelijk te kunnen maken. De rijpere leden van deze gemeenschap zullen nog de censuur hebben meegemaakt en niet zo heel lang geleden bogen opperste gerechtshoven zich  over de vraag of vrouwen bij de klaagmuur in Jeruzalem  uit de Heilige schriften mochten lezen.  In de katholieke kerk mochten vrouwen  lang niet voorlezen. In Afghanistan is de Koran verboden terrein voor vrouwen.

Pijnlijk wordt het gemis ervaren door mensen die  om een of andere reden  iets niet of nooit hebben kunnen lezen.  Wie voor kansarmen die deur helpt openen werkt aan hun mogelijkheid   om zelf en betrokken de wereld tegemoet te treden, laat hen toe hun eigen weg  te gaan en bondgenoten weer te vinden.  In de Zuidpoort mag men dat ervaren.  Bibliotheken die ooit dé deur naar een wijdere wereld vormden, zagen met de komst van het internet en de toenemende welvaart hun rol de laatste jaren wat tanen, maar hebben een nieuwe wind  en betekenis gevonden in het samenbrengen van mensen en boeken rond bepaalde thema’s bijvoorbeeld. Zo kan je deze weken in de bib van het Gentse Zuid van alles meemaken. Je wordt attent gemaakt op het feit dat  de poëzieweek loopt van 18/01 tot 9/02 rond het thema `muziek’ en je kan er ook van alles meemaken rond `nerveuze vrouwen’ waarbij meteen een  link wordt gelegd met de tentoonstelling  in het Museum Dr. Guislain.

Al die positieve kracht wordt ook ten goede gebruikt.  Elke week komen  in Groot-Brittannië 350 leesgroepen samen onder een koepel van de `reader organisation’.  Het maakt veel los om te vertellen bij deze vaak kansarme deelnemers.  In De Standaard las ik deze week hoe een groep zieke mensen een kortverhaal van George Saunders las over de dood. Een van de terminaal zieke leden  van de groep streelde de pagina’s toen hij het stuk las . Intuïtief had hij het allemaal zo aangevoeld maar nog nergens zo precies geformuleerd gezien.

Ook dichter  bij ons vinden mensen elkaar rond een boek.  Ik begrijp dat Martine, Ria, Sabine,  en Etienne ondermeer duchtig samen aan het lezen en het praten zijn, er is een leesgroep binnen Dominicus. Lopend vuur nodigt mensen regelmatig uit om deel te nemen aan een leesgroep rond een boek dat past bij hun spreker, en een aantal  jongeren startten samen met Antoinette en Bernard  een leesgroep.  Meer dan in dit  brede forum van de vieringen geeft het hen de kans en de ruimte  om diepgaand in  gesprek te treden en met tochtgenoten het eigen verhaal op een boek te leggen. Het verhaal van anderen op het onze leggen, dat is wat we hier bij uitstek doen, wat ons toelaat in een traditie te staan. Zo verging het ook Jezus in een tijd dat boekrollen niet voor iedereen weggelegd werden. Door voor te lezen uit de schrift en zijn eigen zin en bestaan te verbinden aan die oude woorden krijgt het meteen een duidelijkere betekenis en richting,  extra gewicht en geloofwaardigheid ook: hij staat er niet meer alleen mee. Luisteren we naar die oude woorden uit Lucas…

 

Evangelielezing Lucas 4, 16-21

16 Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge. Toen hij opstond om voor te lezen, 17 werd hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat:
18 ‘De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven, 19 om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’
20 Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. 21 Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’

Overweging bij het evangelie

Jezus staat in de synagoge op om voor te lezen. De boekrol van Jesaja wordt hem overhandigd. Hij rolt die open tot het hoofdstuk 61 waaruit hij enkele verzen voorleest. En terwijl alle ogen op hem gericht zijn houdt hij de kortste preek ooit:
Vandaag is het schriftwoord dat u gehoord hebt in vervulling gegaan.

Drie overwegingen hierbij.

1. Jezus kiest wel degelijk wat hij voorleest. Hij selecteert enkele verzen. Een kritische lezer! Die verzen kunnen begrepen worden als een soort programmaverklaring. Het zijn de prioriteiten die zijn leven zullen richting geven, op een rij. Dat is wat hij zich voorhoudt te doen, dat is wat hij zal volbrengen. Niet later maar nu. En dat doet hij niet als een politieke beleidsmaker die vooral toch bepaalt wat anderen te doen staat, maar als iemand die zichzelf inschrijft in een liefde die de samenleving wil helen door genadevol op zoek te gaan naar de zwakste broer, het meest gekwetste kind, de meest kwetsbare zus. Het gaat om een genadejaar van Adonaï. In die stroom van genezende krachten wil God mensen nabij komen. Door die stroom laat Jezus zich bewegen.

2. Wanneer de evangelist dit decennia later noteert, dan klinkt die uitspraak als een geloofsbelijdenis. Hij getuigt: ‘We hebben het allemaal meegemaakt: met hem is het schriftwoord in vervulling gegaan. Met die man uit Nazareth is een genadejaar begonnen. Hij is de langverwachte Messias.’ En die geloofsbelijdenis is meteen ook een uitnodiging, een oproep: laat u raken door dit getuigenis, schrijf u ook in deze beweging van hoop, naar uitgesloten en onderdrukte mensen.

3. Tenslotte denk ik, dat die korte preek van Jezus ook wil zeggen: laat de mooie beloften, de diepe wijsheden van onze rijke traditie die elke week opnieuw worden voorgelezen, geen dode letter blijven.

Laat ze body krijgen, in onze bereidheid te luisteren naar mekaar, door gehoor te verlenen aan wie, aan wat het zwijgen wordt opgelegd. Laat ze body krijgen in onze manier van kijken naar wie niet gezien worden, in het aandachtig en kritisch lezen van onze geschiedenis en van onze actualiteit. Laat de wijsheid en de schoonheid van zoveel geschriften, body krijgen, in de helende aanraking van onze handen in de voeten die altijd weer op zoek gaan naar wie verloren liep.

Van Jezus zelf hebben we geen geschriften. Toch zijn er weinigen die meer geschiedenis hebben geschreven dan hij. De schriften werden zijn leven, zijn leven werd schrift opdat ook wij zouden leven.

Nooit meer als voorheen maar binnenste buiten gekeerd tot diepe verbondenheid met het leven dat zoekt te leven.

Inleiding op tafeldienst

We gaan aan tafel.
En vertrouwen ons toe aan eenvoudige gebaren
Breken van brood, delen van wijn
Gebaren waarvan we de draagwijdte en de omvang nauwelijks begrijpen
We doen dit in verbondenheid met de vele mensen,
Wereldwijd die zich ook scharen rond een tafel
Om eucharistie te vieren
Om ons te voeden aan het samenzijn
Met hem wiens spoor wij willen volgen
Jezus van Nazareth,
De weg die wij gaan.
Op deze tocht gaan met ons mee
allen die er vandaag niet bij kunnen zijn.
En steken we de kaarsjes aan voor allen die ons voorgingen
We koesteren hun namen en dragen ze mee
waarheen onze weg ons ook brengt.

 

TAFELGEBED

Gij scheppende God
U danken we
om alles wat ons gegeven wordt
warmte en brood,
adem en vriendschap,
drinkbaar water

Niemand heeft U ooit gezien
maar sommigen hebben uw stem gehoord
en gingen daarmee levenslang op weg.
Ze hebben ons uw naam geleerd,
de Naam: Ik zal er zijn.
Uw Woord
Onze tekst

Wees hier voor ons
wanneer wij nu tot U zingen

O Heer God, erbarmend, genadig, lankmoedig
rijk aan liefde, rijk aan trouw,
bewarend liefde tot het duizendste geslacht

Gij scheppende, levende God.
U herkennen we
in de arme en in wie voor hen goede boodschap is
in de gevangene en wie hen bezoekt
in de blinde en in wie licht dragen
in de verdrukte en in de bevrijders

Toch lijk je op onze breekbare aarde
en in duistere tijden
soms heel erg zoek.

Wanneer we dan uw spoor kwijt zijn
en uw nabijheid missen
vinden we u telkens weer
aan de tafel van Uw zoon Jezus.
In de kring rond brood en wijn
de beelden van zijn leven,
uitgedeeld tot voedsel en drank
opdat mensen nooit zouden vergeten
te delen.
Wij danken U, hier bij U te mogen zijn
en zingen

O Heer God, erbarmend, genadig, lankmoedig
rijk aan liefde, rijk aan trouw,
bewarend liefde tot het duizendste geslacht

Gezegend zijt Gij
levende, scheppende God
Om Jezus van Nazareth.
Die op de vooravond van zijn sterven
met zijn vrienden aan tafel zat.
Hij nam brood, brak het en deelde het uit
met de woorden:
Neemt en eet,
dit is voor u
mijn lichaam, mijn hele leven.

Ook de beker heeft hij aangereikt
Het teken van een nieuwe relatie
met alle mensen
die mekaar behoeden en doen leven.
Drink hiervan tot mijn gedachtenis.
zei hij.

Gij levende scheppende God
Spit ons om tot goede grond voor
de woorden van wijsheid
die in onze levens gezaaid werden
opdat het Schriftwoord
vandaag in vervulling moge gaan
en elke dag opnieuw uw genade
mensen aanraken.

O Heer God, erbarmend, genadig, lankmoedig
rijk aan liefde, rijk aan trouw,
bewarend liefde tot het duizendste geslacht

 

In een ononderbroken keten van vele eeuwen zingen wij het gebed dat hij ons leerde:

 

Onze Vader

 

 

Vredeswens (door de jongeren)

 

 

Voor wie dit leest (Leo Vroman)

Gedrukte letters laat ik U hier kijken,
maar met mijn warme mond kan ik niet spreken,
mijn hete hand uit dit papier niet steken;
wat kan ik doen? Ik kan U niet bereiken.

O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen.
Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid;
verzacht het vreemde door de druk verstenen
van het geschreven woord, of spreek het uit.

Menig verzen heb ik al geschreven,
ben menigeen een vreemdeling gebleven
en wien ik griefde weet ik niets te geven;
liefde is het enige.

Liefde is het meestal ook geweest
die mij het potlood in de hand bewoog
tot ik mij slapende voorover boog
over de woorden die Gij wakkerleest.

Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn
en door de letters heen van dit gedicht
kijken in Uw lezende gezicht
en hunkeren naar het smelten van Uw pijn.