Dat ik de aarde zou bewonen… (2)

 

Dominicus Gent

Viering van zondag 21 februari 2016

Dat ik de aarde zou bewonen (2)

Tweede viering over een nieuwe omgang met economie


Welkom

It’s the economy stupid. Met die beroemde uitspraak won Bill Clinton de presidentsverkiezingen van George Bush sr… En Johan formuleerde na de vorige viering dat economie niet het eerste woord heeft maar wel het laatste. Een boeiende voorzet voor de viering van vandaag.

Welkom dus in deze viering. Dit is de tweede viering in een reeks van drie over een andere omgang met economie. We werden vorige week door Guido aangekondigd als twee voorgangers die met hun twee voeten in de realiteit van het economische staan. En dat wij van daaruit zouden reflecteren over hoe het nieuwe ook daar zijn weg zoekt en vindt.

Hoeveel hebben Jezus en onze economie werkelijk met elkaar te maken? Of is het geld onze god en economie onze religie? Of misschien zoekt Jezus wel echte durfinvesteerders. Maar zijn die er wel?

Laten we ons daarom plaatsen in het licht van de Paaskaars. Baken voor ons denken en doen. Aanstekelijk vuur voor onze talenten. Zingen we de viering open met het lied “Dat ik aarde zou bewonen”

LIED: Dat ik de aarde zou bewonen… 

Dat ik aarde zal bewonen,
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem,

niet op vinnen onder water,
niet gejaagd en niet de jager,
niet op hoeven, niet op klauwen,
maar op voeten, twee

om de verte te belopen,
om de horizon te halen,
en met handen die wat kunnen,
kappen, ruimen, zaaien, oogsten,

met een neus vol levensadem,
met een buik vol van begeren,
met een hoofd niet in de wolken,
wel geheven naar de zon

om te overzien die aarde,
haar te hoeden als een kudde,
haar te dienen als een akker,
en te noemen bij haar naam.

Dat ik ben niet meer of minder,
dan een mens, een kind van mensen,
een van velen, een met allen,
groot en nietig, weerloos vrij,

om te zijn elkaar tot zegen,
om te gaan een weg van dagen,
liefdes weg, die ooit zal leiden,
naar een menselijk bestaan.

(H. Oosterhuis)

Eerste overweging: economie, een kwestie van vertrouwen?

Ik zit met een probleem. Een aantal onder u zullen dit bevestigen, maar het gaat over nog een ander. Zoals Jan al zei, sta ook ik met mijn twee voeten in de realiteit van de economie als actieve deelnemer. Tijdens de week toch, niet op zondag.

Maar ik zit dus met een probleem. Ik werk in een Belgisch productiebedrijf. Ik doe mijn job met hart en ziel en heb het gevoel dat ik daar mijn tijd op een zinvolle manier doorbreng, dat ik mentale voldoening haal uit wat ik daar doe en dat dat ook enig nut heeft. Het is een familiebedrijf en dat zorgt voor een aparte sfeer. Mensen zijn er nog mensen en geen personeelsfiche. De medewerkers, zo worden ze genoemd, worden gemiddeld goed betaald en er zijn volop kansen voor wie zich wil ontwikkelen. Wij organiseren wél sociale verkiezingen. En er werken ook een aantal mensen die door cijfermannen onmiddellijk zouden worden weggesaneerd, wegens niet economisch rendabel. Jantje is bij ons zo iemand die niet veel geluk gehad heeft in het leven, maar die door de eigenaar aan boord gehouden wordt, ook al kan hij niet veel meer dan heelder dagen de fabriek proper houden. Daarnaast hebben we in onze fabrieken ook heel wat werk voor laaggeschoolde mensen. Dat wordt stilaan een zeldzaamheid in Vlaanderen.

Die familiale aanpak brengt in ons geval ook mee dat er op lange termijn gedacht en gewerkt wordt en dat de idiote druk van het behalen van kwartaalcijfers in een aantal andere bedrijven er bij ons niet is. Een groot deel van de gemaakte winst wordt opnieuw in het bedrijf geïnvesteerd. We hebben ook geen ondergrondse folterkamers om in contractonderhandelingen de laatste euro uit onze leveranciers te persen. Veel leveranciers zijn dat dan ook al jaren en de relatie met hen wordt gekenmerkt door eerlijke prijzen tegenover een goede dienst of een goed product. En als het dan toch eens breekt, is het vooral omdat het wederzijds vertrouwen op een of andere manier geschonden werd. Op net dezelfde manier handelen we met onze klanten. Daar zijn er wel een paar bij die martelkamers hebben. Maar we leveren hen een goed product, een goede service aan een redelijke prijs. En het gebeurt zelfs wel eens dat wij een lening aan één van onze klanten geven omdat de banken het niet willen doen, zodat die klant een moeilijke periode kan overbruggen.
We houden onze bestuurszetel in West-Vlaanderen. De financieel directeur vloekt dan wel omdat hij daardoor ieder jaar een belastingcontrole aan zijn been heeft, waar dat in Brussel maar eens om de twintig is, maar belastingen worden netjes betaald. Liefst niet te veel, we zijn niet heiliger dan de gemiddelde Belg, maar toch ook geen exces profit rulings voor ons, gewoon het normale tarief. We proberen bewust met het milieu om te gaan en ons afval te beperken en zelfs slimme manieren te vinden om helemaal geen afval te maken.

U zal zich nu misschien afvragen: ja maar, hoe zit dat nu met dat probleem? Wel, ik zal het u zeggen: wat ik zonet vertelde wringt met het beeld dat veel mensen, ik vroeger ook, zich voor de geest halen wanneer ze het hebben over “de economie” en “de bedrijven” waaraan alles moet geofferd worden. In het nieuws hoor je in die context immers bijna alleen maar over afdankingen, winstoptimalisatie via allerlei belasting-ontwijkingstrucs of nog bedrijven die mensen uitpersen of waardevolle natuur om zeep helpen omdat het zogezegd niet anders kan. Economie wordt blijkbaar gelijkgesteld met financiële winst en dus rijken die alleen rijker worden en dus de politici in hun zak hebben. Zelfs paus Franciscus had het in Mexico over de nieuwe slavernij die voortspruit uit economisch utilitarisme. Maar ik voel me persoonlijk geen slaaf en ik heb nog nooit deelgenomen aan dit soort praktijken en deus begin ik me zorgelijk af te vragen of ik iets over het hoofd zie.
De aangehaalde voorbeelden zijn zeker reëel en ieder van ons kan er ongetwijfeld nog veel meer opsommen, maar het lijkt me dat met economische bedrijvigheid een beetje hetzelfde aan de hand is als met religie: het kan zowel het slechtste als het beste in een mens naar boven halen.
En hoewel ik persoonlijk niet de ervaring heb dat mensen alle ethiek afleggen aan de poorten van het bedrijf, kan ik me wel voorstellen dat het bij een aantal wel gebeurt. De grens om niet het goede en het juiste te doen, ligt immers altijd wat lager wanneer je dat in opdracht van iemand anders doet. Ik heb er geen idee van of we kunnen spreken van een kleine, maar heel machtige financiële minderheid die het beeld verpest voor een anonieme grote meerderheid, maar ik wil hopen dat dat zo is en dat die stille meerderheid op de lange termijn ook aan het langste eind zal trekken.

Ik heb dus wel een tijdje geprutst met de vraag: “Hoe moet je nu in hemelsnaam als christen in zo’n goddeloze wereld overleven zonder al je goede principes overboord te gooien?”. Dit is tot op zekere hoogte echter een valse keuze. Ook op onze manier heb ik het gevoel te werken aan een betere wereld, heb ik het gevoel dat wat we doen werkelijk zin heeft. En dat de winst die gecreëerd wordt, veel meer is dan louter een financieel extraatje voor een aandeelhouder. Om als bedrijf te blijven bestaan in het overheersend systeem waarin onze wereld functioneert, is winst maken een wetmatigheid waaraan blijkbaar niet te ontkomen valt. Een systeem waaraan op zich heel veel fout zit, al was het maar omdat het ervan uitgaat dat alle middelen onbeperkt zijn en dat de groei ook onbeperkt kan doorgaan. Dat is op zich eigenlijk al een interne tegenspraak met wat “economie” eigenlijk moet zijn: het zo goed mogelijk omgaan met middelen die essentieel schaars zijn: grondstoffen en menskracht.

Maar terug naar de winst: die zit ook in het verschaffen van financiële zekerheid, maar ook zingeving voor een grote groep mensen, niet alleen de medewerkers, maar ook hun gezinnen, en ook de leveranciers. De winst zit ook in het bijdragen aan de maatschappij onder de vorm van belastingen, zodat de overheid die – liefst op een goede manier – kan herverdelen en publieke diensten kan leveren, zoals onderwijs, gezondheidszorg of het ondersteunen van cultuur, stipt openbaar vervoer of het in stand houden van waardevol bosgebied. De winst zit in die vele projecten van bedrijven die cultuur of sport ondersteunen of projecten op poten zetten om aan ontwikkelingshulp te doen. Ook binnen die context gebeurt vrijwilligerswerk. En dat financiële extraatje voor de aandeelhouders levert zelfs soms ook nog winst voor de gemeenschap op. Ik las net nog een interview met Warren Buffet, die met zijn campagne “The giving pledge” (letterlijk “de Belofte om te schenken”) de rijksten, meestal bedrijfsleiders, oproept zijn voorbeeld en dat van Bill Gates, oprichter van Microsoft, te volgen en 99% van hun vermogen bij leven of na hun dood te doneren aan ontwikkelings- en gezondheidsprojecten in het zuiden. De lijst telt ondertussen al 140 namen, geen spectaculair aantal, maar wel een flinke som geld.

Economie en winst, zaaien en oogsten, het gebeurt zowel op goede als slechte manier. Sommigen willen oogsten zonder te zaaien, dat is van alle tijden. Het is aan ons om te zien, onderscheid te maken, te oordelen met kennis, het is aan ons om in dit systeem onze macht als consument, liefst met velen verenigd, en onze macht als personeelslid te gebruiken, ook al is dat niet altijd evident. De kritische vragen stellen: wie werkt op de lange termijn, voor welke mensen is winst geen doel op zich, maar een middel om de maatschappij vooruit te helpen, welk bedrijf voert duurzaamheid niet alleen in zijn vaandel maar maakt het ook waar. De valse imago’s blijven doorprikken, zodat het kaf van het echt vruchtdragende koren wordt gescheiden.

Wie als een god 

Wie als een god wil leven hier op aarde,
hij moet de weg
van alle zaad
en zo vindt hij genade.

Hij gaat de weg van alle aardse dingen,
hij leeft het lot
met hart en ziel
van alle stervelingen.

Hij wordt aan zon en regen prijsgegeven,
het kleinste zaad
in weer en wind
moet sterven om te leven.

De mensen moeten sterven voor elkander,
het kleinste zaad
wordt levend brood,
zo voedt de één de ander.

En zo heeft onze God zich ook gedragen
en zo is Hij
het leven zelf
voor iedereen op aarde.

(H. Oosterhuis)

Bijbellezing

Als je de twee komende teksten van Jesaja en Jeremia beluistert dan kan je daarin een pleidooi horen voor het werk van onze handen, voor privébezit, voor individuele verantwoordelijkheden.

Uit Jesaja 65:21-22

De mensen zullen zelf wonen in de huizen die ze hebben gebouwd. Ze zullen zelf de wijn drinken van de wijngaarden die ze hebben geplant. Ze zullen geen huizen bouwen waar niet zij, maar anderen in zullen wonen. Ze zullen geen wijngaarden planten waar niet zij, maar anderen de wijn van zullen drinken. Want de mensen van mijn volk zullen zo oud worden als bomen. Ze zullen genieten van dat waar ze zelf zo hard voor hebben gewerkt.

Uit Jeremia 32:43-44

Jij zegt wel dat dit land een wildernis wordt waar geen mens of dier wil wonen, een land dat veroverd wordt door de Babyloniërs. Maar Ik zeg je dat er in het land weer akkers gekocht zullen worden. De mensen zullen akkers kopen en koopbrieven schrijven, die brieven laten ondertekenen door getuigen en ze verzegelen. Dit zal gebeuren in het land van de stam van Benjamin, in de omgeving van Jeruzalem, in de steden van Juda vanaf de bergen tot de vlakte en in de steden in het zuiden. Want Ik zal een einde maken aan hun gevangenschap, zegt de Heer.”

Voor een pvda-er (een echte socialist dus) klinkt de tekst uit Handelingen 2:44-45 als muziek in de oren

De mensen die in Jezus gingen geloven, kwamen bij elkaar. Ook deelden ze alles wat ze hadden met elkaar. Steeds weer waren er mensen die hun vee en spullen verkochten en dan het geld uitdeelden aan de arme mensen.

Tweede inbreng: benchmarken met Jezus

Je kan dus blijkbaar alles aan met de bijbel en met Jezus: het Genesis dieet en Koken met Jezus, Reizen met Jezus, Wandelen met Jezus, lachen met Jezus, Mindfull met Jezus, Bijbels verantwoord leidinggeven en ook ondernemen met Jezus. En daarmee worden niet de verkopers in Lourdes bedoeld die kitcherige religieuze prullaria aan de bedevaartsmens aanbieden. En toch schuilt er iets interessants in wat je met de bijbel en met Jezus allemaal kan. Zeker als Jezus het referentiepunt is. Laten we het noemen: “benchmarken met Jezus”.

Benchmarken? Wat is dat hoor ik u vragen. Bedrijven vergelijken op regelmatige basis de eigen prestaties en werkwijzen met die van leidende concurrenten en met die van andere toonaangevende organisaties. Met benchmarking zoek je een referentiepunt waaraan je je eigen bedrijfsactiviteiten kan spiegelen. En wat als dat referentiepunt nu eens Jezus zou zijn?

De meesten onder jullie komen uit de zachte sector, non-profit, zorg, onderwijs, de academische wereld,… Een kleinere groep staat met beide voeten in de bedrijfswereld. Het lijkt me daarom interessant om jullie eens mee te nemen voor een korte wandeling in die wereld waar soms met groot wantrouwen naar wordt gekeken.

Let op ik heb het hier niet over de economie van banken en beurzen. En ook niet over de investeringsfondsen die bedrijven kopen en verkopen alsof het snoepjes zijn. Ik wil mij beperken tot de wereld die ik ken. En dat is ondernemend Vlaanderen en ook een beetje daarbuiten. En er beweegt wat in die wereld. Ik wil daarvan 3 duurzame voorbeelden geven. Dat zijn MVO – Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, Ondernemers voor ondernemers en Etion.

Een eerste voorbeeld: MVO- Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Dat concept leunt dicht aan bij Bijbelse visie op de mens als tijdelijke beheerder van het geschapene. Het besef dat de mens de aarde, en alles wat daarbij hoort, in bruikleen heeft van volgende generaties.

Bedrijven die  maatschappelijk verantwoord ondernemen proberen een efficiënte bedrijfsvoering te combineren met maatschappelijk engagement. Het concept stoelt op de drie P’s: profit, people, planet. MVO-bedrijven trachten net zoals elke andere commerciële instantie  goederen en diensten voort de brengen die winst (profit) opleveren. Het verschil met gewone bedrijven is dat men zo veel mogelijk probeert rekening te houden met de impact op mensen (people), zowel binnen als buiten het bedrijf, en op het milieu (planet). Voorbeelden daarvan zijn een bekende Vlaamse schoenwinkelketen maar ook een producent van sojadrankjes en een fabrikant van ecologische schoonmaakproducten.

Een tweede voorbeeld is Ondernemers voor ondernemers

De missie van Ondernemers voor Ondernemers is het bevorderen van duurzame economische groei in ontwikkelingslanden door ondersteuning van lokaal ondernemerschap, of door het werken aan de basisvoorwaarden om tot lokaal ondernemerschap te kunnen komen. Verschillende ondernemers zijn hierin concreet geëngageerd. Zij werken o.a. samen met Vredeseilanden, Memisa, Via Don Bosco, Protos,…

En dan een derde voorbeeld: Etion

Zelf ben ik lid van Etion. Misschien beter gekend onder de vroegere naam VKW. ETION is het forum voor geëngageerd ondernemen. 4.000 beslissingsnemers ontmoeten elkaar regelmatig. Centraal staat waardengericht ondernemerschap als basis voor duurzaam succes. En daarbij vertrekken we vanuit een geïntegreerde kijk die zowel aandacht heeft voor het individu, de organisatie als de samenleving. PPP

Ik herinner mij een studie van Etion uit 2013 over de Winst van waarden

Bedrijven nemen waarden op in hun bedrijfsmissie. Ethiek en ondernemen zijn wel degelijk te combineren. Het gaat over gemengde verantwoordelijkheid. Deze voor de eigen onderneming in termen van rendement en continuïteit, maar ook de betrokkenheid bij de belangen van anderen en van het groter geheel. De studie leert dat dit ook daadwerkelijk wordt beloond in de bedrijfsresultaten.

Ik herinner mij de inspiratienota van sept 2015 met als thema “Waarom de toekomst van ondernemen waardengedreven is”. En waarom die ruimer is dan het verhogen van de aandeelhouderswaarde. Let daarom op de toegevoegde “n” in het woord “waardengedreven. Een waardengedreven onderneming is een ondernemende gemeenschap met een maatschappelijk engagement waarin iedere persoon vanuit gedeelde waarden duurzaam succes voor de organisatie nastreeft in een continu verbeteringsproces”. Eén van de voorbeelden is de evolutie naar zelfsturende organisaties en teams. De pionier hiervan is de Belg Frederic Laloux. Met dit principe wordt reeds geëxperimenteerd in enkele bedrijven en sinds kort ook in het Wit Gele kruis.

In de inspiratienota van november 2015 wordt nagedacht over “Ondernemen voor een betere wereld”. Hier gaat het over sociale innovatie en sociaal ondernemerschap.

Daarin staat een lijst met 10 vragen om te testen of je eigen bedrijf een sociale onderneming is. Ik haal er 2 vragen uit:
– Reikt de doelstelling van uw onderneming verder dan de betalende klant, bijvoorbeeld kwetsbare groepen, de samenleving, het milieu…?
– Is de toe-eigening van winst door de aandeelhouders redelijk?

In het ledenblad van december 2015 las ik een interview met Koen Vanreusel, CEO van Easykit over broederlijk delen als bedrijfsstrategie. Naast hun vaste engagementen met ngo’s kunnen medewerkers mee de bestemmingen bepalen van een deel van de winst die naar goede doelen gaat.

Een ander voorbeeld vond ik heel confronterend: Een Vlaamse schoenenketen – bekend als de beste werkgever – besteedt 1,5% van de winst aan goede doelen. Zowel aan projecten in het Noorden als het Zuiden en dat in de vorm van een structureel partnership met NGO’s. De Belgische ontwikkelingssamenwerking bedroeg in 2014 0,45 %.

Is het hier nu in ondernemend Vlaanderen de hemel op aarde? Zeer zeker niet. Maar ik vind een aantal evoluties wel positief en inspirerend. Dat wou ik toch even delen.

Benchmarken met Jezus, zo zou je het dus kunnen noemen. En daarvoor moeten we meer ondernemers warm maken. In die zin droom ik van meer experimenten met co-creatie tussen sociale en reguliere ondernemingen. En dat kan alleen als er een sfeer van vertrouwen groeit.

Psalm 72

Voor kleine mensen is Hij bereikbaar,
Hij geeft hoop aan rechtelozen,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen,
Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis.  

Hij zal opkomen voor de misdeelden,
Hij zal de machten die ons dwingen,
breken en binden,
Hij zal leven, onvergankelijk, als de zon.  

Zoals de dauw die de aarde drenkt,
zo zal Hij komen
en in die dagen
zullen trouw en waarachtigheid bloeien,
zal er vrede in overvloed zijn.  

Dan dragen de bergen schoven van vrede
en de heuvels een oogst van gerechtigheid,
een vloed van koren, golvende velden,
een stad rijst op uit een zee van groen.  

Zijn naam is tot in eeuwigheid, zolang de zon staat aan de hemel.
Zijn naam gaat rond over de aarde,
een woord van vrede, van mens tot mens.  

(H. Oosterhuis)

Uitnodiging tafeldienst 

Het werk van onze handen maakt dat er geplant, gezaaid en geoogst wordt. Graan en druiven. Het werk van onze handen maakt dat er brood gebakken wordt en wijn geperst. Het werk van onze handen maakt dat we samen aan tafel kunnen gaan en eten en drinken en delen.

Net zoals die mens Jezus, wiens leven, wiens woorden en daden wij hier week na week in herinnering brengen. Vooral dat ene moment dat zijn hele leven samenvat, die laatste avond met zijn vrienden.

Hij nam een beetje brood en wat wijn en deelde dat rond en zei daarmee: dit is het allemaal, hierin zit de waarheid over mijn en jullie bestaan. Dit is leven, is tonen hoe te leven, is doen. Zo wordt de belofte van leven in overvloed voor ieder concreet.

Brood en wijn delen is de ander als je naaste zien. Brood en wijn delen is schepping mogelijk maken, de bron van goed doen in elke mens kracht geven, toekomst scheppen, licht brengen waar duister is, leven laten zegevieren boven dood.

Dit gebaar overstijgt het hier en nu, overstijgt deze groep mensen, schept verbondenheid met iedereen ter wereld die hetzelfde doet, met ieder die strijdt voor een rechtvaardige wereld waar leven niet gefnuikt wordt en met de slachtoffers van onrecht.

Dit gebaar overstijgt het hier en nu, overstijgt de tijd en schept verbondenheid met hen die voor ons brood en wijn deelden en in onze herinnering blijven, onze lieve doden.

Wie heeft brood genoeg 

Wie heeft brood genoeg   voor zo grote hongerige menigte?

Woord dat zegt wat liefde is, en weer zegt: de aarde delen,  

recht is liefde, brood voor velen

God is brood is mensenrecht?

Woord van God, God in ons, hou aan.

Eeuwig woord, alledagenwoord, doe ons verstaan.

Hongerdood genoeg   voor zo grote goddeloze menigte.

Hand die kan wat liefde is, maar niet doet: de aarde delen,

nieuwe levensbomen telen

God de hand die mensheid voedt?

Hand, doe goed. God in ons, hou aan.

Kinderhand, grotemensenhand, breng dood tot staan.

Gezegend, Gij.

Met brood en wijn legt Gij het leven

in onze handen, dat het vrucht mag dragen.

Hier rond vormen wij gemeenschap.

Gezegend, Gij.

Gij hebt mensen voor elkaar geschapen

om elkaar lief te hebben, om voor elkaar te zorgen, om bij elkaar te zijn.

Gij hebt ze tijd van leven gegeven

tijd van onbezonnenheid, tijd van loutering,

de lange weg die we moeten gaan,

met onze dromen, met onze grenzen.

 

Maar dat we hem niet alleen moeten gaan.

Dat we ons leven kunnen krijgen en weggeven aan elkaar.

Dat er mensen zijn die blijven opkomen voor de minsten,

optrekken met wie veracht is in de ogen van de wereld,

meezwerven tot het uiterste, soms over de grens,

en niet ten onder gaan.

Met hen voor ogen

komen wij op het spoor van Eén

die levens uit hun schaduw viste,

die overeind bleef tot het laatst,

Jezus, godsmens, broeder.

Zo doodnatuurlijk als hij had geleefd

brak hij, de laatste keer aan tafel, brood

en zei toen onverwacht:

‘dit is mijn lichaam voor u’

 

en toen liet hij een beker drinken en zei

‘dit is mijn bloed, het nieuw verband’

Mensengeest genoeg voor zo grote mensgeworden menigte.

Geest die weet wat liefde is, en volvoert: de aarde delen

hoeveel liefde zal het schelen

of er God of niet-god is?

Mens, doe goed. God in ons, hou aan.

Levensgeest, allemensengeest, vuur liefde aan.

Wie is God genoeg voor zo grote hongerige menigte?

(H. Oosterhuis)

Onze Vader

Vredeswens

Weegt de economie zwaarder door dan de wens naar vrede? Of kost het gebrek aan vrede ons veel geld? Zonder duurzame vrede geen duurzame en solidaire economie. Zonder duurzame en solidaire economie geen vrede. Dat onze vredeswens winst in menselijkheid mag opbrengen.

Communie

Gebed

Eeuwige,

wij mensen zijn bezig met zaaien en oogsten,

door het werk van onze handen bouwen we

verder aan uw schepping om die te maken tot een

betere wereld waar het goed om leven is voor velen,

waar ook genoeg is voor hen die niet de kracht hebben

voor het harde labeur op het veld,

voor hen die niet de kans kregen grond te bewerken

Geef dat we steeds helder blijven zien dat

onze oogst steeds bestemd is voor de hele gemeenschap,

dat ons werk duurzaam is om de aarde niet uit te putten

en dat delen de enige manier is om geluk te vermenigvuldigen.

Dan kunnen we dromen van een bloeiende steppe

met beken vol stromend water.

 

De steppe zal bloeien 

De steppe zal bloeien. De steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan vanaf de dagen der schepping.
staan vol water, maar dicht. De rotsen gaan open
Het water zal stromen, het water zal tintelen, stralen, dorstigen komen en drinken.
De steppe zal drinken, de steppe zal bloeien, de steppe zal lachen en juichen.

De ballingen keren. Zij keren met blinkende schoven. Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde, één voor één, en voorgoed, die keren in stoeten.
Als beken vol water, als beken vol toesnellend water, schietend omlaag van de bergen.
Met lachen en juichen – die zaaiden in tranen’ die keren met lachen en juichen.

De dode zal leven. De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan en onder stenen bedolven: dode, dode, sta op,
het licht van de morgen. Een hand zal ons wenken.
een stem zal ons roepen: Ik open hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen, en wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven.

(H. Oosterhuis)