Broederlijk Delen 2016

Dominicus Gent
Viering van zondag 13 maart 2016

Broederlijk Delen

 

Van harte welkom in deze viering op deze zonnige zondagmorgen. Het is nog fris maar toch doen dat zonlicht en de wolkenloze blauwe hemel ons geweldig veel deugd. De lente kondigt zich aan in vele bloemen en kleuren en zo lijkt ons leven ook een beetje lichter, hoopgevender, stralender.

Of misschien staat die omarming van warmte en licht precies in fel contrast met een scherp gevoel van pijn of gemis.

Hoe we er hier ook bijzitten, elkeen met haar vreugde of verdriet, we mogen ons welkom weten, bij mekaar, bij dat onnoembare Mysterie dat we gemakshalve God noemen. En in die gastvrije ruimte willen we dit uur samen doorbrengen.

Welkom.

Ik wil een piepkleine gebeurtenis vertellen van gisteren aan de tramhalte op de Korenmarkt. Terwijl we op de tram wachten, komt voor ons een jonge man staan met een lelijkvervormd aangezicht en ook duidelijk van een vreemde origine en die luidop heel verzorgd Nederlands praat. Tegen wie? Tegen de lege straat voor hem. Zenuwachtig, drukdoende. Hij gesticuleert met bruuske gebaren. Er is duidelijk iets mis met zijn motoriek. En met nog wel wat meer.

Terwijl ik nog een beetje verwonderd en enigszins gefascineerd sta te kijken, hoor ik iemand achter mij met heel veel gevoel zeggen: dat is erg hé.

Als ik omkijk zie ik een oude dame met een zachte uitdrukking op haar gezicht herhalen: dat is erg hé. Niet oordelend maar met een enorm mededogen en ook wel enige zorg.

We knikken naar mekaar.

Thuisgekomen houdt dat simpele voorval mij bezig: wat is dat toch met mensen? Wat is dat toch dat ze meevoelen met het lot van een wildvreemde?

Dat ze, al is het maar heel even, geraakt worden door het bestaan van een anonieme ander?

Wie zijn wij toch mensen? In staat tot mededogen en evenzeer in staat tot verpletterende onverschilligheid voor het leven van een ander. In staat tot diepe betrokkenheid en in staat tot grof geweld. Wat is dat toch? Wie zijn wij toch? Tot alles in staat?

We steken de Paaskaars aan. Teken dat we ons keren naar het evangelie dat we als licht op ons leven laten schijnen.

 

Licht van de Levende, Jezus Christus,

Gij hebt uw hele leven gericht heeft op wie afgeschreven wordt en op wie niet meetelt.

Gij breekt toekomst open voor wie geen toekomst heeft.

Keer ons telkens weer naar uw licht

Opdat dit licht ook in ons moge schijnen.

Openingslied

Hier wordt het land gezocht
waar wij gelijken zijn,
niemand apart en
geen kleuren die minder zijn.

Hier wordt de tijd verhaast
dat wij elkaar verstaan,
handen die wenken en
ogen die opengaan

Lezing: verhaal Kaïn & Abel Genesis 4, 2, 1-10

De mens had gemeenschap met zijn vrouw Eva; zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld, en zij sprak:
‘Door de gunst van de HEER heb ik een mannelijk kind voortgebracht.’ 
Vervolgens baarde zij Abel, zijn broer. Abel werd schaapherder en Kaïn landbouwer.  Na verloop van tijd bracht Kaïn een offer aan de HEER van de vruchten van de grond. Ook Abel bracht een offer, de eerstgeborenen van zijn beste schapen. De HEER zag genadig neer op Abel en zijn offer,  maar op Kaïn en zijn offer sloeg Hij geen acht. Een wilde woede greep Kaïn aan, en zijn gezicht werd grimmig.  De HEER zei tegen Kaïn:
‘Waarom bent u woedend, en waarom staat uw gezicht zo grimmig?  Als u het goede doet, is er opgewektheid; maar doet u het goede niet, dan loert de zonde als belager aan uw deur, klaar om u te grijpen. Zult u hem de baas kunnen blijven?’ 
Daarop zei Kaïn tegen zijn broer Abel: ‘Laten we gaan wandelen.’
Buiten viel Kaïn zijn broer aan en vermoordde hem.  De HEER zei tegen Kaïn:
‘Waar is uw broer Abel?’
Hij antwoordde:
‘Ik weet het niet. Ben ik dan de hoeder van mijn broeder?’ 
En Hij zei: ‘Wat hebt u gedaan? Hoor, het bloed van uw broer roept uit de grond naar Mij!  Daarom zult u vervloekt zijn, verbannen van de grond die zijn mond heeft geopend om uit uw hand het bloed van uw broer te ontvangen!  De grond die u bewerkt zal niets meer opbrengen; een zwerver en een vagebond zult u zijn op de aarde!’ 
Kaïn zei tegen de HEER:
‘Die straf is te zwaar om te dragen.  U jaagt mij weg van de bebouwde grond, en ik zal ver van U vandaan moeten blijven. Ik zal een zwerver en een vagebond zijn op de aarde, en iedereen die mij ontmoet kan mij doden.’ 
Maar de HEER antwoordde: ‘Nee! Wie het ook is die Kaïn doodt, hij zal zevenvoudig* boeten!’
En de HEER gaf Kaïn een merkteken, om te voorkomen dat ieder die hem ontmoette hem zou doden.  Daarna trok Kaïn weg uit de nabijheid van de HEER en vestigde zich in het land Nod, ten oosten van Eden.

 

Overweging

Vanaf het allereerste begin, vanaf het verhaal van Kaïn en Abel, veroordeelt de bijbel het geweld.   Broederlijk Delen haalt ons naar de werkelijkheid verbeeld door dit verhaal: een aanhoudend structureel geweld tussen rijk en arm in de wereld; en meer bepaald zoals het gebeurt in Colombië, de evenknie in Latijns-Amerika van het Syrië van vandaag.  En zij haalt mensen en partnerorganisaties naar voren die zich verzetten met andere middelen dan geweld.

In een louter psychologische lezing van dit bijbelverhaal onderscheidt de goede die geprezen wordt zich van de slechte die veroordeeld wordt. Dit mythisch verhaal bevat meerdere betekenislagen. Zo is er de herder Abel die staat voor de jacht- en verzamelcultuur van destijds en Kaïn die staat voor de landbouwerscultuur.

De landbouwerscultuur wordt beschouwd als de bakermat van onze beschaving. In die cultuur zien we het stelselmatig terugkomen: een grote groep mensen wordt gedwongen hard werk te leveren om landbouwoverschotten te produceren die een kleine groep ontslaat van werken. En die elite heeft dan tijd en ruimte om zich te richten op kunst, wetenschap, kennisontwikkeling, enz… Kaïn staat voor dit samenleven van landbouwers.  Die cultuur heeft het in de geschiedenis gehaald op de vroegere cultuur van de jacht en het verzamelen. Het verhaal van Kaïn en Abel is een aanklacht tegen het geweld dat aan de grondslag ligt van dat nieuw type samenleven.

Nu, zovele eeuwen later, staat de landbouwerscultuur van vele ontwikkelingslanden tegenover onze moderne industriële en postindustriële cultuur in een zelfde soort verhouding. Het consumptieniveau van onze rijke samenleving veronderstelt nu eenmaal een groot grondstoffen- en energieverbruik. Omwille van de grote energie- en grondstoffenhonger blijven de ontwikkelde samenlevingen de rijkdom uit de armere landen weghalen. Zij slagen daarin want zij hebben daar de middelen voor. De armere landen hebben nog niet het niveau van ontwikkeling noch de middelen om zich te verweren. De agressie in het verhaal van Kaïn en Abel gaat onder een andere gedaante voort in de confrontatie van rijk en arm.

Als mensheid zijn we allemaal nazaten van Kaïn. Onze samenlevingen zijn fundamenteel getekend door de geschiedenis van het geweld en de diefstal enerzijds die anderzijds beschaving mogelijk gemaakt heeft.   Die ontwikkeling heeft zich als een systeem in de mensheid genesteld zonder dat daarvoor iemand of een belangengroep expliciet als verantwoordelijke kan worden aangewezen. Het maatschappelijk wereldsysteem waarin wij draaien lokt elke speler uit te doen wat hij doet.

Zo ook in Colombia.

De berichten in de klassieke media gewagen van een vredesakkoord tussen rebellenbeweging FARC en de regering in Columbia. Een hoofdstuk van geweld zou zijn afgesloten. Het werd aangevoeld als een historisch moment, het einde van een jarenlange burgeroorlog. Hierop volgde vanwege de regering een ontwikkelingsplan, gespreid over meerdere jaren. De regering zou aan de boeren en de bewoners van het platteland een schadevergoeding toekennen ter compensatie. Op papier staan goede intenties uitgeschreven.

Dat klinkt beloftevol op zich, maar het geweld dat uitging van het FARC blijkt maar te gaan over 15 % van het totale geweld in Colombië.   Broederlijk Delen meldt daarover het volgende: Meer dan de helft van de moordpartijen gedurende het conflict werd begaan door paramilitairen, ‘zelfverdedigingsmilities’ die oorspronkelijk door het leger en grootgrondbezitters werden opgericht om mee de rebellen te bestrijden. Vaak hebben ze banden met economische en politieke elites. De regering erkent deze groepen echter niet als een officiële partij in het conflict (officieel zijn ze sinds 2005 ontbonden) en benoemt ze als criminele bendes. Zij omvatten met andere woorden niet dat vredesakkoord en hun agressie gaat voort.

Colombië heeft een groot potentieel aan grondstoffen waar de grote rijke landen gretig naar uitzien. Buitenlandse investeringen volgen op grote schaal.   Colombia ontvangt grote bedrijven, aangestuurd door belangen in het verlengde van wat de rijke landen nodig hebben. Zij verschaffen de bedrijven middelen die deze waarover de staat beschikt ver overtreffen. Opnieuw doet er zich in Colombia wat zoveel voorkomt: dat de samenleving meer ontwikkelt volgens de belangen van grootschalige bedrijven dan volgens het algemeen belang.

De staat beschikt nauwelijks over middelen om in te gaan tegen de grondhonger van de grote bedrijven. De staat beschikt onvoldoende over middelen om haar wetgeving op te leggen. Zo nam de regering in 2011 in het verlengde van het vredesakkoord met het FARC de Wet inzake Slachtoffers en Restitutie van Gronden aan. Op papier staat de teruggave van gronden en veilige terugkeer naar het oorspronkelijk grondgebied gegarandeerd.   Maar van een reële bescherming is weinig sprake. Die ongecontroleerde paramilitaire groepen blijven straffeloos opereren. De wetten zijn er wel maar er is te weinig wil en er zijn te weinig middelen om de kleine boeren en de vanouds inheemse bevolking echt te beschermen tegen de grondhonger van de grote bedrijven. Die beschikken wel over middelen om, desnoods met geweld, zich de nodige gronden toe te eigenen. En de politici keren dat onvoldoende. Immers, zij behoren tot de bovenlaag van de bevolking, de klasse van de ondernemenden. Zij voelen meer de druk van die belangengroepen dan deze van de eigen bevolking.

Eens te meer blijkt dat machten die beschikken over de grote geldmiddelen uiteindelijk de inrichting van de samenleving domineren. En dat zij het zich kunnen veroorloven die middelen straffeloos op een illegale wijze in te zetten.

Onze energie- en grondstoffenhonger houden deze ontwikkeling in stand.

Dit is de context waar de plattelandsbevolking van Columbia moet leven van kleinschalige landbouw. Zonder veel bescherming vanwege de staat, zonder veel bescherming tegenover paramilitaire groepen die ongecontroleerd gefinancierd worden, proberen ze zo goed als mogelijk hun gronden te behouden. Op de kleine velden die overblijven – in totaal nauwelijks 1 % van het landbouwareaal – produceren zij voor zichzelf en de lokale markt.

Als Broederlijk Delen vertelt over deze mensen, laat ons dan niet omhoogkijken. Laat ons dan niet op de aarde wonen als op vleugels van een arend, of in het schemerduister van de nachtuil. Zo luidt het lied. Maar laat ons wonen met onze twee voeten op de grond.

Dat ik de aarde zou bewonen,
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem,
maar op voeten twee

Om de verten be belopen
om de horizon te halen
en met handen die wat kunnen:
kappen, ruimen, zaaien, oogsten

Onbeschermd overleven de gewone mensen van wat de kleine stukjes grond opbrengen.

En toch vinden mensen elkaar nog in hun verbanden, in hun gehecht zijn aan elkaar en hun grond. Gedragen door gemeenschapszin doet zich dan dat wonderbaarlijke voor: te midden van de miserie en gedragen door elkaar leggen zij hun angst af. De miserie wordt bron van verzet.

Massaal verdedigen zij hun velden zonder wapens. Hun wapen is het getal. In het vermetele geloof dat niemand, zelfs de machthebbers niet, grote getalen mensen zomaar neergeschoten zullen worden. Tegen dreiging in vormen zij een inheemse wacht. Na het vredesakkoord met het FARC rekenen zij op de tijdsgeest daarvoor.  Zij dragen een baston, een houten staf, symbool voor hun geweldloosheid. Zij vormen inheemse wachten, zij organiseren met wie wachten vorming om de mensen in die houding van geweldloosheid te ondersteunen.   Dit alles niet zonder doodsbedreiging aan het adres van de coördinatoren ervan. Broederlijk Delen ondersteunt de partnerorganisatie die deze vorming mogelijk maakt.

Zo is er de plaatselijke Boerenbeweging die probeert onafhankelijk te werken van de grote multionationals. Zij probeert landbouw te organiseren zonder gebruik van producten geleverd door de grote multinationals. Een kleine mestfabriek in eigen beheer vermijdt de aankoop van chemische meststoffen.

Goede informatie en bewustmaking zijn onontbeerlijk. Dat mensen zich niet zomaar land laten ontfutselen voor grootschalige suikerrietplantages via veel te lage afkoopsommen.

Broederlijk Delen werkt samen met organisaties die de plattelandsbevolking bewust willen maken en ondersteunen in deze context van mensonwaardigheid. Dat niet meer het wapengeweld zou spreken zoals Kaïn omging met zijn broer Abel.

Laat ook onze ogen opengaan voor de flitsen van een nieuwe wereld zoals die oplichten in de hoofden van deze kleine mensen temidden van hun miserie.

Zingen wij daarin mee. Met het campagnelied van Broederlijk Delen.

Bij alles wat gebeurt, schrikwekkend, mensonwaardig
open ons hart en ons verstand voor wat ook gebeurt,
gerechtigheid die volbracht wordt,
mensen die zich inzetten
ten einde toe en zich houden.

Dat onze ogen opengaan voor die flitsen van een nieuwe wereld.

Dat wij ons niet laten intimideren door wie de macht hebben,
nu nog wel, maar ooit niet meer
dat wij vindingrijk de kleinste kansen leren benutten
om vrede te stichten en recht te doen.

Dat wij de moed niet verliezen,
dat wij nioet wantrouwen die stem die in ons spreekt van vrede,
dat wij staande blijven in het woord dat niets onmogelijk is bij God –
Ik zal er zijn.

Tafeldienst

Een tafel waaraan voor elke mens voldoende eten en drinken is. Rond die droom scharen we ons week na week in navolging van Jezus in wie God solidair met mensen werd. In wie God mens werd.

In verbondenheid met de talloze mensen overal te wereld die zich ongezien en ongekend laten raken door de nood van mensen en hun leven op die roep afstemmen.

In verbondenheid met de vele bekende en vertrouwde mensen die ons op deze weg zijn voorgegaan.

In verbondenheid met onze geliefden van wie we afscheid moesten nemen. Voor onze geliefde doen steken we de kaarsjes in de doopschaal aan.

Vredeswens

Laat ons nooit vrede nemen met de geweldige uitbuiting van mens en aarde. Laat ons attent worden voor de wijze waarop wij hieraan medeplichtig zijn. Laat ons elke stap, hoe klein ook, naar meer rechtvaardige verhoudingen en in zorg voor belaagde mens en aarde, waarderen. Mogen we mekaar blijven aanmoedigen in deze oriëntatie en in onze altijd onvolkomen stappen, ontoereikende inzet voor verandering toch vrede en vreugde vinden.