Aswoensdag 2020

Viering Dominicus Gent

Aswoensdag 26 februari 2020

 

 

Goede avond en hartelijk welkom. Jullie hebben tijd gemaakt om stil te staan, op een einde van misschien wel een drukke dag. Vanavond vieren we Aswoensdag met onze gemeenschap.
We staan stil bij de traditie van deze dag.  Met rituelen die ons onderdompelen in het geheim van leven en dood. Voor sommigen stilstaan bij de manier waarop we nieuwe zin aan ons leven willen invullen. Of om ballast overboord te gooien? Dat kan vasten betekenen.

Vanavond willen we de start vieren van de veertigdagentijd, kunnen we elkaar steunen om onze voornemens vol te houden .
Steken we nu de Paaskaars aan als aanstekelijk licht voor deze vastentijd.

 

WOORDDIENST

Jezus gebruikt in zijn Bergrede drie trefwoorden waarin hij het oefenen van gerechtigheid concreet maakt: een aalmoes geven, bidden en vasten. Bij elk van die trefwoorden houden we een korte inleiding, we lezen het fragment in kwestie en geven er een korte beschouwing over. Na die beschouwing wordt telkens, als symbool van ons verlangen naar omvorming, een verdroogd palmtakje tot asse verbrand.

Aalmoezen

Iemand een aalmoes geven betekent in het Eerste Testament: iemand recht doen, rechtvaardig zijn. Volgens de Thora is het geven van aalmoezen immers de enige manier om weduwen, wezen en armen in leven te houden. Voor de arme was een aalmoes dan ook geen geschenk waarmee hij blij zou moeten zijn. Het was gewoon datgene wat hem of haar (meestal haar) als mens rechtmatig toekwam. Zo heeft ook vandaag iedereen in nood recht op bijstand, zowel financieel als medisch als psychisch of sociaal.

Let op dat jullie de gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, alleen om door hen gezien te worden. Dan beloont jullie Vader in de hemel je niet. Dus wanneer je aalmoezen geeft, bazuin dat dan niet rond, zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (Mt. 6, 1-4)

Wanneer wij geven, en meestal is dat uit onze overvloed, dan doen wij wat de behoeftige mens rechtmatig toekomt. Onafhankelijk van de reacties van degenen die krijgen of van degenen die getuige zijn, maakt het geven zelf ons tot mensen naar Gods hart. Dan geven we niet om ons een goed geweten te bezorgen of uit drang naar prestatie, maar uit gerechtigheid, omwille van de ander. Bidden wij voor hen die opkomen voor de rechten van de zwaksten, hier en overal ter wereld, voor mensen in organisaties die de aandacht voor het geven en delen levend houden in onze samenleving (takje wordt verbrand).

Bidden

Hoe gemakkelijk beschouwen wij alles wat ons omringt niet als een verworvenheid van en voor onszelf. Gerechtigheid is ver van ons bed. We staan ook zelden stil bij het wezen der dingen. Wat kan de relatie zijn tussen bidden en gerechtigheid? Bidden is innerlijk tot rust komen, en de verhouding met God herstellen. Wie echt bidt, gaat met Gods ogen naar de mensen, naar de schepping, naar zijn eigen leven kijken en ontdekt langzamerhand hoe alles en iedereen tot recht moet komen.

Wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan in je huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (Mt. 6, 5-6)

Hebben we angst voor de leegte die ontstaat als alle grote verklaringen en theorieën wegvallen, als we achterblijven met onze intiemste binnenkant en met God? Willen we in de leegte blijven staan en ruimte maken voor God, zodat we op het spoor komen van zijn aanwezigheid onder ons, van zijn gezicht dat ons aankijkt vanuit mensen die op ons een beroep doen? Bidden begint waar we in onszelf de ruimte scheppen zodat de kracht van het leven en van de liefde ons kan vervullen. Bidden wij om stilte en om kracht om die stilte aan te kunnen zodat wij diep in onszelf gehoor geven aan de kracht van het leven zelf, zodat alles wat leven voor mensen onmogelijk maakt, geen kansen krijgt (takje wordt verbrand).

Vasten

Hoe verstoord is onze relatie met de buitenwereld: de aarde, ons leefmilieu, flora en fauna, onze medemensen? En hoe vaak leven we ook niet meer in harmonie met onszelf? Hoe gemakkelijk verzinken we niet in een moeras van twijfels over de zin van onze bedoelingen?

Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. (Mt. 6, 16-18)

Deze veertigdagentijd nodigt ons uit om op verschillende nanieren uit onze woestijn van twijfel en wantrouwen op te trekken naar een levenshouding die gekenmerkt wordt door soberheid en zuiverheid en harmonie, bij voorbeeld door zorg te besteden aan de manier waarop we met onze tijd omgaan, of aan wat we eten of drinken. Laten wij zoals dit verdroogde takje dat door vuur gelouterd wordt en terugkeert naar de materie waaruit het is samengesteld, ons ontdoen van alles wat de eenvoud van ons leven bemoeilijkt. Bidden wij om zelfvertrouwen wanneer wij het goede willen, om eenvoud in de idealen die wij koesteren, om soberheid in de manier waarop wij omspringen met onze tijd, met ons geld en met de gebruiksgoederen die we bezitten. (takje wordt verbrand)

 

 

Wek mijn zachtheid weer

dat ik zie wat is

en mij toevertrouw

en het licht niet haat

 

 

 ASRITUEEL

As is niet alleen symbool van zuiverende inkeer tot onszelf, maar ook van bekerende, veranderende gerechtigheid. Laten we ons bestrooien met deze as, een symbool, dat we zuivere mensen worden, maar ook mensen die gerechtigheid doen, vruchtbare mensen.

WIJDING VAN DE AS

God van leven, mensen zijn een wonder van Uw schepping, gemaakt naar Uw beeld en gelijkenis. Toch blijft er niet meer van ons over dan wat aarde, stof en as. Geef, dat wij ons leven vruchtbaar maken: zaad in de aarde begraven dat verrijst tot nieuw leven.

Amen

Laat dan Uw zegen komen + over deze schamele as, over ons, mensen van niet. Bewaar ons in Uw hand en doe ons opstaan tot leven.

BESTROOIING OP HET HOOFD

Van stof en as zijt gij
wees als een mens gezegend.

 

Johannes 12, 24-25

Als een graankorrel niet in de akkergrond sterft, blijft hij onvruchtbaar. Maar hij moet sterven, alleen dan brengt hij rijke vruchten voort. Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het; maar wie zijn leven prijsgeeft in deze wereld, zal het behouden voor het eeuwige leven.

 

TAFELDIENST

Jezus was mensen zeer nabij, vooral daar waar zij kwetsbaar waren, of waar de vergankelijkheid van het leven op zijn scherpst werd ervaren.  Toen hijzelf met het uur van de dood geconfronteerd werd, balde hij zijn leven samen in het eenvoudige gebaar van gebroken brood en gedeelde wijn. 

Hij wist dat het leven, gedeeld zoals hij dat toen deed, sterker is dan de dood.

Wij worden uitgenodigd dit opnieuw te vieren. In eenvoudige gebaren. Met allen, veraf, waarmee wij verbonden zijn. Wij gedenken ook met eenvoudige kaarSjes de gedachtenis van overleden familie en vrienden. Verbonden ook met mensen  die ons zeer nabij zijn.

En wij zingen het lied van de mensenzoon…

 

Gedachtenis

 

Hier rond de tafel herdenken we leven, dood en verrijzenis van Uw zoon,

Jezus van Nazareth, de eerste uit de doden, eindelijk een mens.

Hij heeft geleefd alles wat een mens te leven krijgt wanneer hij goed wil zijn,

Alles wat onmenselijk en zinloos is, en niet te harden:

Die honger, dorst en eenzaamheid gekend heeft,

Die verraden is en toch aan u heeft vastgehouden in geloof: Jezus van Nazareth

 

Die in de nacht van zijn lijden en dood

Brood heeft genomen en gezegd:

Ik wil gegeten worden, ik wil delen wat ik ben,

Met jou, mijn naaste, en met ieder mens.

 

Die een beker wijn heeft ingeschonken

En doorgegeven en gezegd:

Ik wil gedronken worden,

Ik zou mijn bloed, mijn ziel, prijs willen geven

Voor een nieuw verbond van alle mensen

 

Zo nemen wij dit brood,

Breken en delen het met elkaar,

Ten teken van ons geloof dat het onmogelijke mogelijk is:

Een nieuw verbond van mens tot mens,

Gerechtigheid gedaan, God-in-ons-midden

 

Zo reiken wij de beker over aan elkaar

In naam van hem die heeft gezegd:

Kun jij de beker drinken die ik drinken moet?

 

 

*

foto Guido Vanhercke