PAASVIERING 2023

Dominicus Gent

Zondag 9 april 2023

VIERING VAN PASEN
 

Jubelende piano-intro roept ons samen

Halleluja! Zalig Paasfeest! Ook voor de mensen die van thuis uit moeten volgen.

Halleluja. Het paasgezang bij uitstek. Een Hebreeuws woord dat ‘loof de Heer’ betekent maar onvertaald klinkt de jubel in het woord zelf, zeker wanneer je er enkele na elkaar zet en de laatste a overgaat in de eerste klank van de volgende halleluja. Voor de kenners van Taizé-gezang: hallelujallelujhalleluja….
Bijbels gezien is halleluja een voorafname op het hemelse Jeruzalem: de verwachting uitzingen dat Liefde ooit alles in allen zal zijn. Voor Augustinus is halleluja het nieuwe gezang van de herboren mensheid, een voorsmaak van Rijk Gods, van goed leven voor allen.

    Welkom Licht dat duisternis verdrijft,
    Welkom Leven dat dood overwint.
    Welkom Brood en Wijn, tekenen waardoorheen Jezus,
    ons aan tafel nodigt voor het feest van nabijheid.
    Moge het Licht van de nieuwe paaskaars
    ons samenzijn in vuur en vlam zetten.

Jubelende pianomuziek begeleidde de nieuwe paaskaars – we doopten de kaars in het water van de doopschaal. Het roept de bevrijdende doortocht op van Israël door de Rode Zee, herinnert aan Jezus’ doopsel in de Jordaan en nodigt ons uit de eigen doopopdracht waar te maken en te leven vanuit de opstanding.
In licht en warmte is Hij aanwezig…. wij worden deelgenoot aan het mysterie van Liefde sterker dan de dood.

Laten we onszelf tot partner zingen van de bevrijdende Stem ‘Ik zal er zijn’ en met open armen onze een nieuwe naam: ‘Niet-langer-verlaten’ ontvangen…

Ontwaakt, gij die slaapt, staat op uit de dood en Christus zal over u lichten.
Ontwaakt, gij die slaapt, staat op uit de dood en Christus zal over u lichten.
Wij wachten op licht, maar het blijft donker,
op het licht van de zon, maar wij dolen in duisternis.
Als blinden tasten wij langs de wand,
onzeker als mensen zonder ogen.
Wij struikelen op klaarlichte dag,
in de bloei van ons leven zijn wij als doden.
Ontwaakt, gij die slaapt, staat op uit de dood en Christus zal over u lichten.
Ontwaakt, gij die slaapt, staat op uit de dood en Christus zal over u lichten.
Sta op en word helder, uw licht is gekomen.De glorie van God zal over u lichten.
Hij is een mantel van licht om u heen.
Hij zal u noemen: ‘niet langer verlaten’.
En ’s nachts zal de maan uw licht niet meer zijn,
want God de Heer zal een licht voor u zijn.

T Oosterhuis – M Bernard Huijbers

De jubelende breuk van Pasen 

Wat een jubel na de zware rollercoaster van de voorbije dagen voor Jezus’ leerlingen. Nog maar pas samen aan de Pesachtafel en nu zonder Hem, zonder die vriend, die goede man, die Godsmens waarmee ze optrokken en die vermoord werd.
Gisteren ontreddering, verdriet en wanhoop,… vandaag de lofzang !?

“Lijden en liefde horen bij elkaar” zegt men
“Zonder Goede Vrijdag geen Pasen” zegt men.
Zonder stille zaterdag, zonder leeg graf is Pasen een lege doos, een jaarlijks terugkerend nummertje. Halleluja kan alleen wanneer de diepte van lijden niet wordt weggeduwd of snel en flauw wordt opgevuld.
De diepte van ellende meemaken, de beklemming voelen van pijn, verdriet, verlaten-zijn, uitsluiting, chaos, uitzichtloosheid… zo’n ervaringen -die de grond onder onze voeten wegslaan, die ons verlammen, … ze blijken de voedingsbodem van een oprecht Paasverlangen en Paasgeloof.
Halleluja is een gewortelde mengeling van verdriet en vreugde.
In het Halleluja van Leonard Cohen is die universele paradox verweven in een liefdesgeschiedenis. Zijn Halleluja schommelt tussen hymne en klaagzang, twee muziekvormen die passen bij bijna alles wat er in ons leven gebeurt: een hymne voor de zegeningen van ons leven en een klaaglied voor onze verliezen, onze pijn, onze dood,…

Kijken met lege ogen in het lege graf.
Kijken met lege ogen vooraleer de leegte zachtjes vol kan stromen – niet ‘gladjes’ maar langzaam, stamelend, aarzelend, – volstromen totdat het overloopt en uitmondt in jubel.

Hij die enkele dagen geleden nog met hen aan tafel zat en hen de voeten waste, die vermoord werd en hen verbijsterd en angstig achterliet. Hij komt hen op een nieuwe manier, out of the box, tegemoet. Die ervaring van nabijheid midden de realiteit van zijn dood willen ze vasthouden als een hogere, diepere waarheid.
Goede vrijdag contrasteert met de vreugde van Pasen. We zingen die vreugde uit om ze intens te voelen en vast te houden. Pasen is uitzicht: er is toekomst, er is hoop, er is liefde, er zijn mensen, ik ben niet alleen, ik mag er zijn, er wordt vergeven, er wordt geluisterd, mensen zorgen voor elkaar, mensen helen en herstellen, mensen krijgen energie en worden creatief, mensen zien het weer zitten, mensen stoppen met onrecht, mensen werken samen aan het goede, mensen staan op tegen mensonwaardige behandelingen… Pasen wordt feest van opstanding.

Júbelen doen we op Pasen: een samengebalde jubeldag bij aanvang van de lente, unisono met al het uitbarstend leven in de natuur.
Elke dag die vreugde vasthouden zou nog beter zijn, maar zo werkt het niet. Pasen is net zo nodig als een Moederdag: een dag apart voor verdichting van opstand-ervaringen en verlangens die je onmogelijk 365 dagen kan volhouden. Op Paasdag bundelen we die hoop opdat deze dag leven mag geven aan al onze dagen.

Een lofzang in het algemeen en Halleluja in het bijzonder de-centreert ons, haalt ons uit onszelf, tilt ons op. Romano Guardini zei daarover: “Lofprijzingen worden doorstroomd van een diepe gemoedsbeweging, die van heel andere aard is dan wanneer we persoonlijk door iets getroffen zijn. De gemeenschap is er draagster van, niet het individu.”

Juicht! Laat zien dat je blij bent!
Er is gegrond vertrouwen dat wij herschapen kunnen worden, dat licht het duister overwint, dat liefde sterker is dan de dood. Niet in een droomwereld ooit, maar hier en nu.
Zingen we juichend ‘van grond en vuur zult Gij ons maken… niet langer in duisternis maar glanzen als nieuw’.

Van grond en vuur zult Gij ons maken,
hoog op rotsen, aan levens water,
van geur en smaak, van licht en stem,
uw evenbeeld.
Volk dat in duisternis gaat,
mensen met stomheid geslagen,
het zal geschieden, zegt Hij,
dat zij weer glanzen als nieuw.
Van licht en stem zult Gij ons maken,
uw evenbeeld.
Niet meer beklemd en verdeeld,
niet meer in woorden gevangen,
één en gekend en bevrijd
eindelijk mens zal ik zijn.
Van licht en stem zult Gij ons maken,
uw evenbeeld.
Daar staat de stoel van het recht,
daar zal staan de tafel der armen,
dan is de dag van het lam,
zie, Ik kom haastig, zegt Hij.
Van grond en vuur zult Gij ons maken,
hoog op rotsen, aan levens water,
van geur en smaak, van licht en stem,
uw evenbeeld.

T Huub Oosterhuis – M Antoine Oomen 

 

Lezing evangelie: Johannes 20, 11-18 – Willibrordvertaling 1975

Maria stond buiten bij het graf te schreien. En al schreiend boog zij zich naar het graf toe 12en zag op de plaats waar Jezus’ lichaam gelegen had, twee in het wit geklede engelen zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde. 13Zij spraken haar aan: “Vrouw, waarom schreit ge?” Zij antwoordde: “Zij hebben mijn Heer weggenomen en ik weet niet waar zij Hem hebben neergelegd.” 14Toen zij dit gezegd had, keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zonder te weten dat het Jezus was. 15Jezus zei tot haar: “Vrouw, waarom schreit ge? Wie zoekt ge?” In de mening dat het de tuinman was, vroeg zij: “Heer, mocht gij Hem hebben weggebracht, zeg mij dan waar ge Hem hebt neergelegd, zodat ik Hem kan weghalen.” 16Daarop zei Jezus tot haar: “Maria!” Zij keerde zich om en zei tot Hem in het Hebreeuws: “Rabboeni!” – wat leraar betekent. 17Toen sprak Jezus: “Houd mij niet vast, want Ik ben nog niet opgestegen naar mijn Vader, maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.” 18Maria Magdalena ging aan de leerlingen berichten dat zij de Heer gezien had, en wat Hij haar gezegd had.

 

Kom in mij, win, ontwapen mij.
Zie mij, doe mij aan.
Weersta mij, wacht mij, delf in mij.
Ontdooi mijn naam,
Ontraadsel mijn bestaan.
Kom in mij, maak geluid in mij,
dood is diep in mij,
versteend mijn stem – ontsta in mij,
doe pijn, doorgloei mij,
leef mij, licht in mij.
Kom uit mij, scheur mij, kind van mij,
mens in mij, ontwaak.
Ontvang mij, overschaduw mij.
En ga met mij
waar niemand met mij gaat.

T Oosterhuis – M Lossius

 

Pasen als feest van de liefde 
 

Ik moet zeggen, het pakt mij als ik dit evangeliefragment lees. Willem Barnard schrijft in dezelfde zin, dat dit voor hem van het mooiste is wat in de evangelies staat.

Laten we dat eens lezen als literatuur, een nieuwe werkelijkheid opgeladen door woorden en wat woorden allemaal aan betekenis dragen. Dan kunnen we toch alleen maar ontroerd raken door wat hier gebeurt. Maria Magdalena die daar staat te schreien, net buiten het graf wordt haar liefhebbend verdriet haar te machtig, moet ze echt wel een beetje op adem komen.

En dan twee ontmoetingen, met telkens de vraag: vrouw, waarom schreit ge? Ook hier hoor ik bezorgde genegenheid, iemand maakt tijd om te luisteren naar een onmogelijk groot verdriet. Mooi toch dat de klemtoon op die menselijke vraag blijft liggen, en bijvoorbeeld niet op de engelen zelf, met al hun wit. Vrouw, waarom schreit ge…

Maar het meest ontroerende fragment is toch waar Jezus haar naam uitspreekt, Maria, op zo’n liefdevolle manier dat ze hem herkent en dan zelf, met heel haar hunkerende hart zegt: Raboeni! Die twee woorden, op die manier verteld, dat is sterke literatuur. Je ziet het voor je ogen, je hoort de zachtheid in de naam Maria, je hoort de losbrekende vreugde in de aanspreking Raboeni. Twee woorden, en ze vatten een hele liefde samen.

En Johannes kan zo goed vertellen, hij kan zich zo goed voorstellen hoe het moet geweest zijn, dat hij de situatie nog verder uitwerkt. Wat we verwachten, gebeurt: Maria Magdalena, overweldigd, roept niet alleen, maar wil ook naar Jezus toe, om hem vast te pakken en te omarmen.

En dan die woorden die de geschiedenis door, zo vaak zijn herhaald, getekend, gezongen: raak mij niet aan! Noli me tangere, raak mij niet aan… Liefde wil zich lichamelijk uiten, dat weten we, dat is er ook zo mooi aan. Ze wil omhelzen, Maria, ze wil omarmen. Maar in het voorgelezen evangeliefragment wordt het anders vertaald: ‘houd me niet vast’. Ik heb die vertaling altijd een beetje dubbel gevonden, ik zag daarin een oude theologentruc om van dat lichamelijke af te raken. ‘Hou me niet vast’ schept onmiddellijk een veel te grote mentale afstand, alsof zij hem zou beletten te doen wat hij moet doen. Maar daarover gaat het niet in deze ontmoeting. Ze houdt hem niet vast, ze vindt hem terug…! En die ontmoeting gebeurt, laten we het toch niet vergeten, na een bitter en traumatisch afscheid: ze heeft hem wel kapot geslagen gezien, zoals de moeders en vaders in Oekraïne hun kinderen, en in Congo, Gaza, op zoveel plaatsen. Ik dacht: ze wordt afgeschilderd als iemand die met haar verdriet hogere plannen verstoort, en ik vond dat erg.

Maar, dat is het voordeel van samen een viering voor te bereiden, Marie-Ann wijst me op een veel opener lectuur van die woorden. De dood kunnen we niet ontdoen, niet omkeren. Maria ook niet. Maar ze heeft wel een stem gehoord die haar naam zei, ze heeft alle liefde gehoord in die begroeting, er is een nabijheid die haar liefheeft, ze heeft het nu ervaren, ze is ten diepste door een groot geheim aangeraakt…

Ik heb altijd gedacht dat Pasen het feest van verrijzenis was, dat voor mij ongrijpbare en onbegrijpelijke opstaan uit de dood. Maar door de manier waarop Johannes vertelt, zie ik dat het daar niet over gaat. Pasen is het verhaal van de liefde die blijft, die door geen dood kapot is te krijgen. En dat klopt. In een begrafenis is afscheid nemen al zo sterk getekend door dankbaarheid voor alle gekregen liefde. Maar ook het verderleven van wie achterblijft is door die liefde gevoed: herinneringen, levenswoorden, levensvoorbeelden, bij sommige mensen zelfs een heel diep gevoel van nabijheid.

In de joodse synagoge wordt tijdens de viering van Pesach het Hooglied gelezen. In de christelijke Paaswake wordt het eerste hoofdstuk van Genesis gelezen. Allebei zeggen ze: er is liefde die ons doet opstaan, er is liefde die weer orde en helderheid schept, licht laat schijnen.

En het is niet Jezus’ uitleg die de Emmausgangers het meest raakt, maar wel het moment dat hij mee wil binnenkomen en hen bedient in het breken van het brood. Iemand bedienen, is er mooier liefdevol gebaar denkbaar. Denk aan de voetwassing, waarover de viering van Witte Donderdag mediteerde.

En er zit ook een mystieke kant aan: in de symboliek van brood en wijn zijn wij daar ook een beetje, bij die intense momenten waarover de evangelisten schrijven. Ook wij horen misschien onze naam. Ook wij laten ons misschien overweldigen door liefde die sterker is dan alle vernietiging en dood.

Tussen waken, tussen dromen,
in het vroege morgenlicht,
wordt de steen van ’t graf genomen,
horen vrouwen het bericht,
dat door dood en duisternis
Jezus leeft en bij ons is.
Zij die zich als eerste buigen
over leven in haar schoot,
zijn op Pasen kroongetuigen
van nieuw leven uit de dood.
Vrouwen hebben hem ontmoet,
weten zich bevrijd voorgoed.
Uit een sprakeloos verleden,
weggeschoven, ongehoord,
wordt een nieuw tuin betreden,
open is de laatste poort,
sluiers worden weggedaan,
het is tijd om op te staan.
Lente kleurt de kale bomen,
door het leven aangeraakt
bloeien bloemen aan de zomen,
zo wordt alles nieuw gemaakt.
Juichend stemt het leven in
met de toon van het begin.

T Hanna Lam – M Mark Joly

 

Uitnodiging tot stilte, gebed en inbreng gemeenschap: Paaswensen

“Pasen moeten we mee laten gebeuren, want de vreugde van gezien, herkend, nabij te zijn, liefde te delen, is groter dan zomaar een verhaal. Laten we beginnen om nu, elk voor zich, een Paaswens te formuleren: wie of wat wensen we opstanding toe… Misschien zijn er enkele mensen die hun Paaswens hier vooraan kort willen delen?”

 

Tafeldienst 

We zijn uitgenodigd rond de feesttafel.

Aan deze tafel weten we onze geliefde doden aanwezig. Voor hen steken we de kaarsjes aan in de doopschaal. Vandaag in het bijzonder komt Jezus van Nazareth ons voor ogen, de Godsman met wie we door ons doopsel en onze inzet verbonden zijn.

We steken het solidariteitskaarsje aan, teken van onze verbondenheid met allen -waar ook ter wereld- die geloven dat Liefde sterker is dan de dood en die dat geloof met daden van liefde en nabijheid tastbaar maken.

De vrouwen gingen vroeg in de morgen naar het graf.. in dat frêle ochtendlicht ontdekken ze de weggerolde steen en ontmoeten ze de Verrezene. Het geloof van paasochtend is niet stralend en heet als de middagzon en niet rood en warm als de avondzon. Het is aarzelend, fris en ijl als morgenlucht. In dat frisse begin van de dag wordt helder hoe Jezus nabij blijft: in de tekenen en de opdracht van die laatste maaltijd: brood en wijn- zijn lichaam en bloed-, met elkaar blijven delen tot zijn gedachtenis

Tafelgebed: Gezegend zijt Gij, levende God

Gezegend zijt Gij levende God
omwille van Hem de zoon van de mensen,
Gezegend zijt Gij levende God
omwille van Hem de zoon van de mensen,
woord en gestalte van uw heerlijkheid,
beeld en gelijkenis van uw trouw,
woord en gestalte van uw heerlijkheid,
beeld en gelijkenis van uw trouw,
die werd vernederd en gebroken,
die werd verheven in uw licht,
die werd vernederd en gebroken,
die werd verheven in uw licht,
die wordt gehoord, die wordt geleefd,
die komen zal in deze wereld,
die wordt gehoord, die wordt geleefd,
die komen zal in deze wereld,
die ons een nieuwe naam zal geven,
die onze weg is door de dood,
die ons een nieuwe naam zal geven,
die onze weg is door de dood,
die wij herkennen, die wij verkondigen
hier in het breken van het brood.
die wij herkennen, die wij verkondigen
hier in het breken van het brood.

T Oosterhuis – M Löwenthal

 

Onze Vader

Vredeswens 
“Vrede zij met u”: dat was het eerste wat Jezus zei tegen zijn vrienden, bij het terugzien na de dood. Ik denk dat er geen mooiere wens is dan iemand de vrede wensen. Vrede van binnen, in hart en hoofd. Vrede buiten, in het goed kunnen en mogen samenleven. Dat is de opdracht van Pasen: mee vrede bewerken, want waar vrede is, is verrrijzenis, is opstanding uit lijden en vernietiging. Wensen wij elkaar   

 

De steppe zal bloeien

De steppe zal bloeien.
De steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan
Vanaf de dagen der schepping
Staan vol water, maar dicht.
De rotsen gaan open.
Het water zal stromen,
Het water zal tintelen, stralen,
Dorstigen komen en drinken.
De steppe zal drinken.
De steppe zal bloeien.
De steppe zal lachen en juichen.
De ballingen keren.
Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw
Tot aan de einden der aarde,
één voor één, en voorgoed.
Die keren in stoeten.
Als beken vol water,
Als beken vol toesnellend water,
Schietend omlaag van de bergen.
Als lachen en juichen.
Die zaaiden in tranen,
Die keren met lachen en juichen.
De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan en onder stenen bedolven:
Dode, dode, sta op,
Het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
Een stem zal ons roepen:
Ik open hemel en aarde en afgrond
En wij zullen horen.
En wij zullen opstaan
En lachen en juichen en leven.

T Oosterhuis – M Oomen

 

 

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.