En wie zegt gij dat ik ben?

 

Dominicus Gent

Viering van zondag 27 augustus 2017

En wie zegt gij dat ik ben?

 

Alfa en Omega – Almachtige – Beeld van God –
Begin en het Einde – Bemiddelaar – Bereider van redding –
Brood dat leven geeft – Christus – De rechtvaardige –
Eerste en Laatste – Enige Zoon van God –
Gods wijsheid – Goede Herder – Zoon van David –
Hemelse mens – Hoeksteen – Hoop – Ik Ben –
Lam van God – Mensenzoon – Profeet – Redder – Verlosser –
Stralende morgenster – Vredevorst – Ware wijnstok –
reddingswerker – luisteraar – coach – mantelzorger –
militant – bemiddelaar – straathoekwerker –
Licht van de wereld -…

Wees hier aanwezig.

 

“Toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was, stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: Wie is, volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon? Zij antwoordden: Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten. Maar gij, sprak Hij tot hen, wie zegt gij dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God. Jezus hernam: Zalig zijt gij Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is. Op mijn beurt zeg ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn. Daarop verbood Hij zijn leerlingen nadrukkelijk iemand te zeggen, dat Hij de Christus was.”

 

Eerste overweging

Dit evangelie bij Mattheus, evengoed bij Marcus en Lucas te vinden, volgt op een reeks wonderverhalen. Jezus is begonnen aan het grote werk. Steeds beter ziet hij waar het fundamenteel misloopt in de maatschappij en hoe de oplossing te vinden is in een andere houding. Bij het herlezen van de wet en de profeten blijkt dat die dat besef niet tegenspreken, integendeel dat ze net duidelijker oplichten als hij ze vanuit de nieuwe context leest.

Anders gaan leven (gericht op het rijk Gods) kan het tij echt doen keren. Hij trekt rond en met bevrijdende woorden en daden verdiept hij zijn kijk op mens en wereld. Het levert boeiende happenings en verrassende verhalen op, maar vooral een volgehouden levenshouding richting duurzame bevrijding waarin de kansarme mens centraal staat. Er komen steeds meer volgelingen, en dat is gerust letterlijk te nemen in een tijd waar het nog iets kostte om iemand te “liken”. Met de invloed groeit de verantwoordelijkheid. Dit is een moment van kentering en stemt tot nadenken.

Jezus vraagt zich zelf af: wie ben ik dan, moet ik hier echt mee doorgaan. Er is het rijk Gods in het verschiet, maar evenzeer een groot persoonlijk risico. Hij vraagt het dan ook aan zijn leerlingen: Wie ben ik voor jullie? Zij zijn immers bevoorrechte getuigen. Hij vertaalde zijn inzichten voor hen in parabels en metaforen, verhalen die net zoals een goede roman zonder te veel weerstand op te roepen een ongemakkelijke waarheid duidelijk kunnen brengen. Hij bracht zijn boodschap tegelijk door ernaar te leven, op pad met die hechte gemeenschap.

Ook farizeeën en schriftgeleerden, betaald om de wet te doorgronden en doen naleven, volgen het gebeuren op de voet. Zij hebben een blik die vooral van argwaan getuigt. Zo is hun reactie op de broodvermenigvuldiging een vraag aan Jezus: `Waarom eten uw leerlingen hun brood met onreine handen”? Jezus’ antwoord verwijst naar een citaat uit Jesaja: ‘Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij; tevergeefs vereren ze mij want ze onderwijzen hun eigen leer, voorschriften van mensen’. Je moet dan ongewild denken aan de brief van de broeders van Liefde die meer ruimte willen geven aan de mens zonder uitzicht en uitdrukkelijker zijn levenswens willen gaan beluisteren.

En dan de vraag aan ons. Hoe zien wij ons geloof en de Dominicusgemeenschap. Ze wordt ons hier gesteld, maar ook door mensen die ons van dichbij of veraf meemaken. Onze eigen levensbeschouwing evolueert ongetwijfeld naarmate we ouder worden, in interactie met de veranderende wereld en met specifieke mensen en gebeurtenissen: maar de grondstroom blijft. En die is niet te vangen in detaillistische regels of symbolische gebruiken. Soms zijn er weinig woorden nodig om tot de fundamentele verstandhouding te komen. Zoals de voorbije eerste zondag van augustus toen Paul met de plezante doeners aan een huis passeerde waar de bewoner zelf de stoep aan het vegen was. Toen de man hoorde dat Paul van deze kerk kwam, riep hij ‘Christos’, verklaarde blij dat hij een Armeense Christen was en omhelsde Paul. Vele andere keren moeten we constateren dat het toch niet zo goed begrepen is. Het komt tot uiting in kleine dingen. Zoals wanneer de buurman – waarmee we het oppperbest stellen – zich aan ons verontschuldigt voor het feit dat hij met veel plezier geluisterd heeft naar een fanfare die ‘Bevlekte ontvangenis’ heet.

Het mag een wonder heten dat het verhaal van Jezus telkens weer zo relevant is,  een nieuwe boodschap doet ontdekken die verheldert en waar we veel mee aan kunnen. Ongetwijfeld is die boodschap mee gekleurd door wie en waar ze gebracht wordt. Zo krijg ik niet echt uitgelegd waar Dominicus voor staat zonder te verwijzen naar de groep mensen die hier bijeen komt, de rijkdom die ze belichaamt en de kleur en blijdschap die ze aan mijn leven geeft. Dit gebeurt niet ondanks maar dankzij de eenheid in verscheidenheid. Het zegt voor mij veel over die Jezus van Nazareth, net zoals het over ons iets zegt dat wij hier regelmatig bijeen komen.

Misschien moeten we die buren toch nog eens op de koffie vragen en de gelegenheid te baat nemen om uit te leggen dat wij er hoegenaamd geen aanstoot aan nemen als een harmonie de naam ‘bevlekte ontvangenis’ draagt, dat het verhaal van Jezus voor ons vandaag over heel andere zaken gaat.

 

Tweede overweging

We waren deze vakantie voor het eerst in Colmar en daar hangt in het voormalig klooster van de Dominicanessen het spectaulaire retabel van Iseneheim. Grünewald schilderde een gemartelde Christus aan het kruis. Een ongewone expressionistische beeldvorming voor die tijd, het begin van de zestiende eeuw. Maar hoe verschillend met de christusafbeeldingen van Rubens, Velasquez, Tintoretto, El Greco, tot en met de Christus die hier in de kerk hangt. Het imago Christi – het imago of beeld van Jezus. Sinds het begin van het Christendom proberen kunstenaars via verschillende kunstvormen zich een beeld te vormen van Jezus.

Een imago is het beeld dat de anderen van je hebben. Maar soms komt dat niet overeen met wie je echt bent. Hetzelfde gaat op voor een organisatie. Er wordt ten onrechte gedacht dat de oorzaak van een verkeerd beeld (imago) dat iemand van jou of je organisatie heeft bij de ander ligt. Dat is, althans voor een groot deel, niet zo. Het beeld dat een buitenstaander van Dominicus heeft is een interpretatie van onze identiteit. De oorzaak van een slecht of onvolledig beeld dat de andere heeft, ligt voor een groot deel bij onszelf. Aan ons eigen gedrag en communicatie. Imago is in essentie dus geen oppervlakkig begrip. Het beeld dat gevormd wordt zorgt er voor zorgt dat onze identiteit al dan niet overkomt en begrepen wordt. Als identiteit en imago samenvallen dan wordt er veel mogelijk. Wat wij te vertellen hebben komt dan over, wordt aanstekelijk. Dan kan er een relatie ontstaan.  

En hoe zit het met ons imago, het imago van Dominicus Gent? Welk beeld hebben mensen van Dominicus? Ik heb enkele uitspraken bijeengesprokkeld: Dominicus is een vrije Christelijke gemeenschap, daar gaan vrouwen voor, een groep geëngageerde en betrokken mensen. Oud- KUC-ers, Dominicaanse wortels, dat vang ik wel eens op. Dat klinkt mooi. Maar we horen ook andere dingen: Dominicus is een sekte, het zijn klokkenluiders die de zondagsrust verstoren, ketters, een klein groepje intellectualistische christenen,…Ja, ook dat wordt wel eens gezegd

Er is bij ons, Dominicus Gent, dus nog werk aan de winkel. Het zit goed met onze identiteit, met onze persoonlijkheid. Dat is al fantastisch. Maar soms stemt het imago niet overeen met wie we echt zijn. Het beeld dat anderen van ons hebben klopt soms niet. En dan komt onze boodschap niet over. Of nog eenvoudiger, ze kennen ons helemaal niet.

De interpretatie van onze identiteit kan dus beter. Het moet beter, want we hebben echt wel iets te bieden. Het goede nieuws is dat we daar zelf iets kunnen aan doen. En dat gaan we ook doen. Op 17 juni was er de brede berading. We hebben nagedacht over de toekomst. We hebben gewerkt op 3 oefenvelden.

Het ging over de middengeneratie van dertigers en veertigers. Kunnen wij voor de zoekende mensen van deze generatie ruimte bieden voor levensbeschouwelij­ke onderwerpen die er voor hen toe doen?

Het ging ook over de buurt & het gebouw, als een baken voor ontmoeting. Dit gebouw wordt hopelijk een trefplaats voor allerlei activiteiten die inspireren en mensen samenbrengen: voor de school, de buurt…

En dan ook nog over onze rol in Groot Gent. Al 35 jaar zijn wij een vrijplaats, geen gewone parochie, met mannen en vrouwen die voorgaan! Voor mensen die zulke gemeenschap zoeken, maar niet weten dat wij bestaan, is een betere bekendmaking van Dominicus zinvol.

We staan aan de start van een nieuw werkjaar. Met de energie en de ideeën van die brede berading gaan we aan de slag. Rond deze 3 thema’s zijn er concrete acties gepland en in uitvoering. We houden jullie op de hoogte.

Hebben jullie zin om concreet mee te werken? Spreek ons aan en volg de oproepen in de komende nieuwsbrieven. Maar vooral, spreek waar je hart vol van is. Over Dominicus Gent dus. Communicatie begint bij onszelf. Onze toekomst ligt in onze handen.

 

Tafeldienst

En laat ons dan aan tafel gaan, een veelzeggend gebaar dat spreekt van delen, samen zitten en gevoed worden door het brood, elkaars gezelschap, dat visioen van vrede en de herinnering aan de weg die Jezus daarvoor is gegaan.

In dit uur herinneren we ons ook onze geliefde doden die ons tot hier begeleid hebben; en we weten ons verbonden met zovelen die zich overal ter wereld inzetten om een droom van Rijk Gods waar te maken.

We gedenken vandaag in het bijzonder al wie zich inzet voor de goede verstandhouding tussen gemeenschappen, zij die vluchtelingen en kansarmen welkom heten.

We gedenken ook allen die de boodschap van Jezus waarachtig helpen verder dragen zodat het Rijk Gods een stukje dichter komt, voor de kansarme mens eerst.