In beweging…


Viering van zondag 7 juli 2013 
 (schilderij: Paul DeJonghe. Fragment uit een schilderij ‘Vluchtelingenschoenen’, dat in onze vieringplek Maria Gorettikerk hangt, geschilderd naar foto’s uit De Standaard)
Goede morgen allemaal, van harte welkom, ook en vooral aan de zon. Nu wordt het eindelijk zomer…
Buiten is het goed nu (althans het weer), en hierbinnen komen we ons verwarmen aan een vuur van andere aard, een vuur dat we hopen uit te stralen wanneer we weer buiten komen.
God, Gij die ons samenbrengt, 
blijf bij ons,
vuur onze hartstocht aan 
verfris onze Geest
opdat we bewogen worden 
en in beweging komen
meestappend in de levende traditie 
die ons -over grenzen van tijd en ruimte- 
met U verbindt.

1

Centraal in de viering van christenen staat een tafel…. Maar bij de voorbereiding van deze viering en het lezen in de bijbel kwam de gedachte bij me op dat net zo goed een rugzak, stapschoenen of een wandelstok centraal hadden kunnen staan in onze vieringen… (deze gedachte is wat kort door de bocht en gaat voorbij aan de samenballing van Jezus’ leven en dood in de tekenen van brood en wijn, maar vergeef het me op deze eerste vakantiezondag)
Het Bijbelboek… lijkt op sommige plaatsen wel een reisgids – het is leuk om de reisbewegingen van het volk in het OT- eerste boek van het verbond, of die van Jezus bij Lucas of die van de reizen van Paulus op een kaart na te tekenen – maar ‘gevaarlijk’ omdat het historiserend kan werken terwijl de reizen vooral betekenisvolle reizen zijn en geen geografische….Ze gaan niet over zee, strand of bergen, laat staan over hotels en vakantieclubs…maar over in beweging komen, bewogen worden, ontmoetingen op een levensweg die te gaan is.
Het Bijbelse volk heeft wat afgestapt en stapt nog steeds wat af als je aan de bedevaarten en pelgrimstochten denkt. Ik loop even met jullie enkele Bijbelboeken door voor een globale indruk van dat geloop – (tja ‘lopen door een boek’…)
In het eerste Bijbelboek: Trek weg uit je land en uit het huis van je vaderen…. Abraham op weg…naar een Beloofd Land… Abraham in dat land niet zo honkvast: vluchten naar Egypte onder valse voorwendselen en terugkeren naar Kanaän … daar is Abram zelf gastheer voor weer andere reizigers die opmerken dat Sara achter de tentwand lacht bij het idee dat ze op haar leeftijd nog kinderen zal krijgen…Later stuurt Abraham zijn meesterknecht Eliezer op reis, ergens leefden nog verwanten die voor een bruid konden zorgen voor Isaak, de zoon die zij uiteindelijk toch kregen – Karavanen in die tijd leggen grote afstanden af – Bronnen waren een belangrijke ontmoetingsplaats – aan één zo’n bron ontmoet Eliezer een meisje, Rebecca….uit de familie die hij zocht (als dat geen toeval is… in een tijd zonder gps, mail, gsm…)
Rebecca maakt de lange reis naar de Negev-woestijn om met Isaak te trouwen… ze krijgen een tweeling … die al ruzie heeft in moeders buik. Jacob verkrijgt –met een list- de vaderlijke zegen en het eerstgeboorterecht …. Broer Esau is terecht boos…. Jacob vlucht…een lange reis…hij ondervindt met scha en schande dat het niet OK is zoals hij zijn broer behandelde, de fopper wordt zelf gefopt wanneer hij eerst de oudste dochter Lea en pas nadien Rachel als vrouw krijgt…Jacob vlucht opnieuw, maakt die lange moeizame reis (letterlijke reis  in de tekst, maar vooral een treffende verwoording van een reis naar binnen) om zich uiteindelijk te verzoenen met God en broer..
Met Jozef, de eerstgeborene van Jacob en Rebecca… maar niet graag gezien door de broers uit de verbintenis tussen Jacob & Lea  …gaat het ook niet goed: in de put geworpen, als slaaf verkocht en met de handelskaravaan naar Egypte…dat zijn flinke afstanden… door een hongersnood verhuist de ganse familie later naar Egypte en worden daar een groot volk… flinke tijd later is de situatie voor de  Israëlieten minder rooskleurig en vatten ze opnieuw de lange moeizame tocht terug aan…40 jaar door de woestijn olv Mozes…
Ook in andere Bijbelboeken wordt wat afgestapt: 13 keer stappen de Hebreeërs rond de muren van Jericho, Ruth reist van Judea naar Moab en later weer terug, David op de vlucht voor de jaloerse moordzuchtige Saul, een volk meermaals in ballingschap gevoerd en weer teruggekeerd, een hoogzwangere vrouw die voor een volkstelling vanuit Nazareth naar Bethlehem moet en een bijzondere zoon krijgt die rondtrekt in Galilea vooraleer naar Jeruzalem in Judea te trekken. En de Emmaüsgangers die vanuit Jeruzalem weggaan… maar door een bijzondere ontmoeting weer terugkeren. Christenen worden mensen van de weg genoemd…heeft Jezus volgens Johannes immers niet van zichzelf gezegd: Ik ben de Weg?
Weg en omweg…het bijbelboek staat er vol van: God beweegt mensen… en bewogen mensen zorgen op hun beurt weer voor beweging. Geen doelloze tochten maar ook geen gemakkelijke tochten… God daarin nabij weten is niet vanzelfsprekend, vertrouwen wordt vaak op de proef gesteld.
*
Louise Marie, Vlaamse Ardennen

2

Wandelen of stappen: het is vakantie voor mij. Dichtbij of veraf. Een vakantie zonder gestapt te hebben, is geen echte vakantie geweest. En na een zware studeer– of werkperiode, voel ik de nood om te gaan stappen. Wat maakt de activiteit van het stappen zo bijzonder voor mij?
De traagheid van het voet voor voet zetten, geeft me de ruimte om de ontmoeting aan te gaan: met de natuur, met het landschap, met de mensen. Het is even stilstaan, ook al ben ik aan het bewegen. Het is aandachtig (en soms verwonderd) worden voor wat rond mij is. Aandacht geven kan ik maar ten volle wanneer ik me open stel voor de wereld, mezelf blootgeef aan wat komen gaat. Een stappen zonder stafkaart.
Jan Masschelein, prof. pedagogiek aan de KULeuven, doet stapoefeningen met zijn studenten omdat hij ervan overtuigd is dat dit een aandachtige houding bewerkstelligt, oog leren hebben voor wat er is. Wat hij een cruciale houding vindt voor toekomstige pedagogen. Studenten krijgen de opdracht op weg te gaan gedurende een week. Ze moeten hun ervaringen neerschrijven in een dagboek. Verder krijgen ze de vraag mee waar ze een school zouden bouwen op de weg die ze bewandelen. Hier wordt ’s avonds over nagepraat.
In zijn boek ‘Europa anno 2006’ verbindt Jan Masschelein het stappen uitdrukkelijk met het kijken. “Stappen als op weg gaan roept al snel de gedachte op aan reizen en deze gedachte roept op haar beurt het beeld op van een vindingrijke geest die nieuwe manieren van zien verkent of een nieuwe horizon opent.”
Stappen heeft met kijken te maken. Dat merk ik in het dagelijkse leven: wanneer ik een bepaalde toer fiets, fiets ik al snel aan vanalles ‘voorbij’. Wanneer ik stap, word mijn blik getrokken naar wat rond me is. De activiteit van het stappen opent mijn ogen. Plots zie ik de krioelende mieren die ijverig een mierenhoop bouwen. Ik zie de wandelaar, de vragende ogen om een babbel en voor ik het weet raak ik aan de praat met een wildvreemde.
Walter Benjamin maakt een onderscheid tussen het stappen van een weg en erover vliegen. Diegene die vliegt ziet enkel de weg van bovenaf, zoals je naar een wegenkaart zou kijken. Bovendien vliegt je tijd voorbij en kom je voor het weet aan. Diegene die de weg afloopt, ervaart het gezag van de weg, schrijft Masschelein in zijn commentaar op de tekst van Benjamin. In het stappen ervaar ik zelf ook telkens weer de oneffenheden in de weg, ervaar ik de bochten, ruik ik de planten die langs de weg groeien, enz. Het is de ervaring van het nu. Is het deze aandachtige en aanwezige levenshouding die pelgrims bewust opzoeken wanneer ze naar Santiago de Compostella stappen?
Masschelein verwoordt het mooi wat de activiteit van het stappen betekent: “Een passief ondergaan van wat je tegen komt op je weg, en een actief banen van een weg.”
*

3

We hebben het allemaal wel enkele keren meegemaakt: de vreugde en het enthousiasme  wanneer een kind erin slaagt wankel haar eerste stapjes te zetten. We applaudisseren, we vertellen het aan iedereen hoe knap, hoe flink die meid is, hoe groot dat ventje nu geworden is.
Al vrij snel verdampt het enthousiasme  voor dit stappen en wordt het iets heel gewoon, iets zo natuurlijk dat we er niet bij stil staan. We vergeten dat het ooit veel moeite en durf gevraagd  heeft om te leren stappen. De herhaling, het vaste ritme, de gewoonte zorgen ervoor dat de inspanning met weinig energieverbruik kan gebeuren. In de Franse taal hoor je nog dat verband tussen route en routine. Het verband tussen de weg (gaan) en de gewoonte. De routine helpt je op weg. Tenzij je een risicovol pad bewandelt, zet je niet elke pas bewust, meestal maak je de beweging zonder er bij na te denken, als het ware automatisch aangedreven.
Wanneer echter het stapvermogen afneemt, beetje bij beetje omwille van ouderdom en elke pas weer moeite en bijzondere aandacht vraagt, of wanneer we soms heel brutaal ten gevolge van een trauma nog heel slecht kunnen stappen, dàn opnieuw ervaren we aan den lijve het bijzondere belang ons zelfstandig voort te kunnen bewegen.
Het is een merkwaardige wisselwerking:
Op bepaalde momenten in je leven moet je heel veel inspanningen leveren om te kunnen stappen en op andere momenten lijkt het zo helemaal vanzelf te gaan zonder enige inspanning. Er lijkt wel een wisselwerking te bestaan tussen zich bewegen en daar heel wat moeten voor doen, en bewogen worden en daar helemaal niets moeten voor doen. Die wisselwerking gebeurt ongetwijfeld fysiek maar misschien ook wel relationeel, emotioneel en spiritueel.
Iets of iemand die jou bewogen heeft, die jou geraakt heeft, zet je in beweging. Doet je stappen zetten. Dat kunnen stappen zijn die je hele verdere leven richting geven. Vaak is het niet eens zo erg duidelijk wanneer en hoe die eerste stappen gezet werden. Of wie nu eigenlijk de eerste stap zette. Maar ook zijn er momenten dat de eerste stap de meest benauwende en lastigste ooit is. Je kan vastzitten en dat is heel beklemmend maar doorgaan kan ook heel zwaar zijn en moeizaam verlopen. En soms moet je op je stappen terugkeren.
In het boek Koningen wordt het verhaal verteld van een onvermoeibaar en zeer bewogen man, Elia. Een profeet, gedreven door de passie voor een rechtvaardige samenleving. Iemand die heel zijn leven heeft ingezet op het bestrijden van verdrukking. Op een dag komt deze vurige man in een crisis: het vuur lijkt uitgeblust, burn-out. Hij verzucht: Het wordt mij teveel. Heer, laat mij sterven want ik ben niet beter dan mijn voorvaders.
Hij ziet het echt niet meer zitten en gaat dan ook maar liggen, onder een bremstruik. En hij slaapt in. Tot een engel hem wakker stoot, hem eten geeft en hem zegt: Sta op en eet.
Elia eet wat de engel hem voorzet maar valt weer in slaap. Volkomen uitgeput. Maar opnieuw stoot een engel hem aan en zegt: Sta op en eet; anders gaat de reis uw krachten te boven.
Toen stond hij op, at en dronk, en gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en nachten, tot hij de berg van God, de Horeb bereikte.
Wat een bijzondere ervaring om tot bewegen aangezet te worden, en op stap te gaan, maar niet langer enkel op eigen krachten verder te moeten. Laten we hierover zingen.
 *

Tafeldienst

God beweegt mensen… en bewogen mensen zorgen op hun beurt weer voor beweging. Geen doelloze tochten maar ook geen gemakkelijke tochten… Maar onderweg kunnen wij gevoed worden,  wordt voedsel ons aangereikt. Op zoek naar voedsel en drank die leven geven, komen we samen en beluisteren we oude en nieuwe verhalen. Op zoek naar voedsel en drank die onze levensdorst lest, staan we op en gaan we vandaag opnieuw aan tafel.
We gedenken dankbaar die ons aan deze tafel uitnodigt, en bron van alle leven is, we gedenken dankbaar Jezus die ons dit levengevend gebaar als testament meegeeft. We weten ons opgenomen in de beweging van alle mensen overal ter wereld die ook nu samen komen rond een tafel van breken en delen. We worden bewogen door de velen die ons op deze levensweg zijn voorgegaan, onze geliefde overledenen.